De voorzitter opent de zitting op 21/12/2021 om 19:22.
De gemeenteraad neemt kennis van de ontwerpnotulen, opgesteld door de algemeen directeur, van de vorige vergadering van 23 november 2021.
De gemeenteraadsleden nemen er nota van dat tot het einde van de huidige vergadering opmerkingen kunnen gemaakt worden betreffende de redactie van de notulen.
Artikel 134 § 1 en artikel 135, § 2 van de Nieuwe Gemeentewet.
Decreet Lokaal Bestuur.
Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis covid-19.
Ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus covid-19 te beperken.
Besluit burgemeester van 27 oktober 2020.
Gemeenteraadsbeslissing van 10 november 2020: Besluit burgemeester - politieverordening organisatie zittingen van de bestuursorganen van gemeente en OCMW.
Artikel 1: Ingevolge de gemeenteraadsbeslissing van 10 november 2020 Besluit burgemeester - politieverordening organisatie zittingen van de bestuursorganen van gemeente en OCMW worden de gemeenteraad en OCMW-raad van 21 december 2021 georganiseerd via Teams. De raadsleden nemen digitaal deel aan de vergadering en de openbaarheid van de vergadering wordt gegarandeerd doordat pers en publiek deze vergaderingen kunnen volgen via Livestream.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 15 december 2020.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/2 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 26 oktober 2021.
Het oorspronkelijk meerjarenplan 2020-2025 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee werd goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 17 december 2019. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid gedurende 6 jaar. De eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1 werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 december 2020. De tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/2 werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 oktober 2021.
Omdat het vroegere jaarlijkse budget in het meerjarenplan geïntegreerd is moet het meerjarenplan minimaal jaarlijks aangepast worden om de kredieten van het volgende boekjaar vast te stellen. In dezelfde aanpassing kunnen ook de kredieten van het lopende boekjaar gewijzigd worden.
In deze aanpassing van het meerjarenplan worden enerzijds de kredieten van 2021 aangepast en anderzijds de kredieten voor 2022 vastgesteld. Waar nodig worden eveneens de ramingen voor 2023 tot en met 2025 aangepast.
De aanpassing van het meerjarenplan omvat de wijzigingen van de strategische nota, de aanpaste financiële nota, de aangepaste toelichting, de motivering van de wijzigingen en documentatie.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd aangepast meerjarenplan, maar hebben elk hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn dienen eerst het eigen deel van het aangepaste meerjarenplan vast te stellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing definitief is vastgelegd.
Het managementteam heeft op 1 december 2021 gunstig advies uitgebracht over de ontwerp aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/ nr. 3 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
De ontwerp aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/ nr. 3 werd tevens goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 07 december 2021.
Artikel 1: De gemeenteraad stelt het aangepaste meerjarenplan 2020-2025/ nr. 3, zoals in bijlage toegevoegd, vast.
De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit volgende documenten:
Aanpassing strategische nota
Aanpassing financiële nota
Schema M1: het financiële doelstellingenplan
Schema M2: de staat van het financieel evenwicht
Schema M3: overzicht van de kredieten
Toelichting
Schema T1: Overzicht van ontvangsten en uitgaven naar functionele aard
Schema T2: Overzicht van ontvangsten en uitgaven naar economische aard
Schema T3: Investeringsprojecten
Schema T4: Overzicht van de evolutie van de financiële schulden
Financiële risico’s
Grondslagen en assumpties
Overzicht ramingsverschuivingen investeringen gemeente
Overzicht ramingsverschuivingen exploitatie gemeente
Overzicht ramingsverschuivingen exploitatie OCMW
Motivering van de wijzigingen
Documentatie
Organogram
Personeelsformatie
Overzicht beleidsdomeinen en beleidsvelden
Overzicht van de entiteiten die zijn opgenomen onder de financiële vaste activa
Overzicht jaarlijkse opbrengst per belastingsoort
Overzicht van de werkings- en investeringssubsidies
Overzicht van de doelstellingen, actieplannen en acties
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 15 december 2020.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/2 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 26 oktober 2021.
Het oorspronkelijk meerjarenplan 2020-2025 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee werd goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 17 december 2019. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid gedurende 6 jaar. De eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1 werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 december 2020. De tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/2 werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 oktober 2021.
Omdat het vroegere jaarlijkse budget in het meerjarenplan geïntegreerd is moet het meerjarenplan minimaal jaarlijks aangepast worden om de kredieten van het volgende boekjaar vast te stellen. In dezelfde aanpassing kunnen ook de kredieten van het lopende boekjaar gewijzigd worden.
In deze aanpassing van het meerjarenplan worden enerzijds de kredieten van 2021 aangepast en anderzijds de kredieten van 2022 vastgesteld. Waar nodig worden eveneens de ramingen voor 2023 tot en met 2025 aangepast.
De aanpassing van het meerjarenplan omvat de wijzigingen van de strategische nota, de aanpaste financiële nota, de aangepaste toelichting, de motivering van de wijzigingen en documentatie.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd aangepast meerjarenplan, maar hebben elk hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn dienen eerst het eigen deel van het aangepaste meerjarenplan vast te stellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het aangepaste meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing definitief is vastgelegd.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelde in de zitting van 21 december 2021 de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/ nr. 3 vast.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/ nr. 3., zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn op 21 december 2021, goed.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beheers- en beleidscyclus.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De beslissing van de gemeenteraad van 15 december 2020, betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1.
De beslissing van de gemeenteraad van 26 oktober 2021, betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/2.
De beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2021, betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/3.
De gemeenteraad keurde in de zitting van 21 december 2021 de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/3 goed.
Artikel 41 23° van het decreet over het lokaal bestuur stipuleert: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd worden: het vaststellen van de subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies. Met BBC 2020 worden de nominatieve subsidies bijgevolg niet meer automatisch toegekend bij vaststelling van het meerjarenplan. Daarom dient de gemeenteraad de nominatieve werkings- en investeringssubsidies afzonderlijk goed te keuren.
Nominatieve werkings- en investeringssubsidies betreffen die subsidies die niet via een subsidiereglement goedgekeurd worden. De kredieten voor de uitbetaling ervan zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025.
Artikel 1: De gemeenteraad kent de nominatieve werkings- en investeringssubsidies voor 2022 toe volgens de documenten, in bijlage gehecht.
Decreet lokaal bestuur, inzonderheid Deel III, Titel III betreffende de Intergemeentelijke samenwerking.
De gemeente Oud-Heverlee is een deelnemer van de opdrachthoudende vereniging PBE.
PBE doet voor de uitvoering van haar activiteiten en de daarmee verband houdende openbaredienstverplichtingen een beroep op de werkmaatschappij Fluvius System Operator cv met zetel te Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle.
In de statuten van PBE is in het voorwerp expliciet vermeld dat ze bevoegd is voor “het ter beschikking stellen aan de deelnemende gemeenten, die daartoe een uitdrukkelijke beslissing hebben genomen, in het kader van een geografisch informatiesysteem (GIS), van basis- en themakaarten, waarvan de gegevens inzake topografie, cartografie en geografie betrekking hebben op wat zich boven, op en onder het openbaar en/of privé-domein bevindt, met inbegrip van koppelingen met andere databronnen”.
PBE heeft voor haar deelnemers, m.n. Fluvius GIS, een aanbod gecreëerd bestaande uit het aanbieden van een geografisch informatiesysteem (GIS). Het Fluvius GIS aanbod heeft o.a. betrekking op de uitbouw en het beheer van een geografisch informatiesysteem waarbij PBE zal instaan voor de investering en het onderhoud van verschillende themakaarten; het aanbieden van de functionele toepassing met aanbod van de wettelijk verplichte modules en eventuele bijkomende modules op vraag van de gemeente; operationele ondersteuning en het voorzien in een opleiding voor het gebruik van de toepassing.
Artikel 11 van het reglement Fluvius GIS, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van PBE op 21 juni 2019, voorziet dat de Fluvius GIS-dienstverlening een einde zal nemen in geval van herroeping van de beheersoverdracht door de deelnemer mits de statuten van de netbeheerder in deze mogelijkheid voorzien.
Ingevolge de statutenwijzigingen d.d. 4 december 2020 werd de herroepbaarheid van de beheersoverdracht voor de activiteit Fluvius GIS opgenomen in artikel 11 2de alinea punt e van de statuten van PBE.
Ingevolge het intern kerntakendebat op het niveau van Fluvius, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van PBE, werd beslist om de activiteit Fluvius GIS niet langer als kerntaak te weerhouden. PBE besliste ook Cipal in te schakelen om voor de gemeenten een alternatief te zoeken tegen gelijkwaardige voorwaarden.
Gelet op bovenstaande visie van Fluvius op de afbouw van de niet-kerntaken is de gemeente Oud-Heverlee genoodzaakt om haar beheersoverdracht voor de activiteit Fluvius GIS te herroepen. Daardoor zal de gemeenten ten laatste tegen begin juni 2022 geen beroep meer kunnen doen op Fluvius GIS.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de intrekking van de beheersoverdracht voor de Fluvius GIS activiteit en bijgevolg aan de herroeping van de aansluiting uiterlijk met ingang van 1 juni 2022 van Gemeente Oud-Heverlee bij de opdrachthoudende vereniging PBE voor de activiteit Fluvius GIS en dit overeenkomstig de hierboven vermelde modaliteiten. Deze beslissing wordt veroorzaakt door de beslissing van PBE in het kader van het kerntakendebat.
Op 29 juli 2021 werd door de gemeente Oud-Heverlee een omgevingsvergunningsaanvraag tot de heraanleg van de Blandenstraat, tussen Blandenstaat 78 en Parkstraat 81, 3053 Haasrode ingediend.
De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op datum van 16 september 2021.
Het dossier ging in openbaar onderzoek van 23 september 2021 tot en met 22 oktober 2021. Binnen deze periode werd 1 bezwaarschrift ingediend.
De uiterlijke beslissingsdatum voor dit dossier is 28 februari 2022.
De gemeenteraad dient in zitting van 21 december 2021 een uitspraak te doen inzake de voorgestelde zaak van de wegen.
Als bijlage kan het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar op datum van 1 december 2021 teruggevonden worden.
Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project door het college van burgemeester en schepenen dient te gebeuren nadat het dossier werd voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert om de voorliggende aanvraag goed te keuren (zie verslag GOA in de bijlage).
In haar verslag van 1 december 2021 heeft de gemeentelijke omgevingsambtenaar het bezwaarschrift beoordeeld en weerlegd.
Artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit stelt dat de gemeenteraad kennis dient te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
De aanvraag omvat de heraanleg van de Blandenstraat, tussen Blandenstaat 78 en Parkstraat 81. De Blandenstraat wordt vernieuwd over een lengte van ongeveer 680m. Binnen het openbaar domein worden de bestaande verhardingen volledig verwijderd en zal alles vernieuwd worden. De rijweg wordt versmald, er worden fietssuggestiestroken en een voetpad voorzien. Het wegprofiel wordt vergroend door het aanbrengen van een groenzone tussen de rijbaan en het voetpad. Op twee locaties langs het tracé zullen parkeerplaatsen gerealiseerd worden.
De gemeenteraad dient een besluit te nemen over de zaak van de wegen. Indien deze niet wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag, kan er geen geldige omgevingsvergunning worden afgeleverd (artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning).
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het voorgestelde tracé, heraanleg Blandenstraat, tussen Blandenstaat 78 en Parkstraat 81, 3053 Haasrode, zoals voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2021099213 gelegen aan de Blandenstraat te Haasrode goed.
Artikel 2: Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing zal samen met de beslissing inzake de vergunningsaanvraag overgemaakt worden aan de gewestelijke omgevingsambtenaar.
Collegebeslissingen van 24 september 2019 en 28 januari 2020, opgemaakt door Marc Gilis, inzake het brandweerverslag en de nodige aanpassingen aan het gebouw van chiro Oud-Heverlee, eigendom van Don Bosco.
Brandweerverslag van 15 mei 2019.
Overeenkomst VZW Don Bosco jeugdlokalen en speelterreinen.
College beslissing van 26 oktober 2021 inzake overeenkomst van de lokalen van Don Bosco.
We hebben al een heel traject afgewerkt om tot een nieuwe overeenkomst met duidelijkere afspraken te komen met de paters van Don Bosco (zie alle vorige collegepunten).
Nog even een overzicht van de situatie:
- Negatief brandweerverslag waardoor we heel wat zaken moeten aanpakken. Belangrijkste daarin is het vernieuwen van elektriciteit en verwarming. Daarvoor hebben we een toelage voorzien van 20.000 euro.
- Huidige overeenkomst loopt af in 2023 en is eigenlijk niet zo heel duidelijk naar wie wat moet doen in deze lokalen.
- Gemeente heeft de paters de keuze gegeven tussen een erfpacht of een langdurige gebruiksovereenkomst. De paters hebben voorkeur voor een langdurige gebruiksovereenkomst.
- De laatste versie van de overeenkomst is goedgekeurd door de paters. De overeenkomst kan hiermee op de gemeenteraad worden voorgelegd.
We hebben de paters een voorstel tot een nieuwe overeenkomst gedaan (zie bijlage). Zij hebben een aantal punten uit het vorige voorstel besproken. De nieuwe overeenkomst is opgesteld, rekening houdende met deze bespreking.
Op het college van burgemeester en schepenen van 26 oktober werd deze overeenkomst goedgekeurd.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het nieuwe voorstel tot gebruiksovereenkomst van de lokalen van Don Bosco goed.
Gebruiksovereenkomst jeugdinfrastructuur Don Bosco
|
Tussen
De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en mevrouw Marijke Pertz, algemeen directeur
hierna genoemd “De gemeente”;
EN
VZW Don Bosco Centrale
Hierna genoemd “vzw Don Bosco”
Onderstaande gebruiksovereenkomst gaat in vanaf 1 april 2021 en eindigt op 31 december 2039
Artikel 1: Inleiding
Artikel 2: Beschrijving Infrastructuur
Artikel 3: Afspraken sleutels
Artikel 4: Communicatie
Artikel 5: Onderhoud en herstellingen
Artikel 6: Slotnoot
___________________
Van het KABINET VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID, GEZIN EN ARMOEDEBESTRIJDING kwam op 1 oktober 2021 volgende persmededeling:
Verlenging vaccinatie in de vaccinatiecentra tot einde van 2021
De voorbije maanden liep een grootschalige vaccinatiecampagne via 95 vaccinatiecentra, om zoveel mogelijk Vlamingen te beschermen tegen een COVID-19 infectie. Dankzij de inzet van de zorgraden, lokale besturen en talloze vrijwilligers is deze campagne op korte tijd uitgegroeid tot een enorm succes. Aanvankelijk werden de vaccinatiecentra voorzien tot 15 oktober 2021. Na het advies van de Hoge Gezondheidsraad en de Taskforce Vaccinatie om alle +65 jarigen te voorzien van een extra dosis en de beslissing van het IMC die daarop volgde, is een verlenging van de vaccinatiecentra aangewezen.
Nabijheid en toegankelijkheid zijn de voorbije maanden kernelementen geweest in de werking van de vaccinatiecentra. Dat zal ook de komende weken essentieel blijven. Er wordt daarom gestreefd naar ministens 1 vaccinatiecentrum per eerstelijnszone. Het zal praktisch niet haalbaar zijn om eenzelfde capaciteit te genereren op korte termijn als gebeurd is bij de basisvaccinatiecampagne in de voorbije maanden. Veel vaccinatiecentra zijn in afbouw en zullen zich nu opnieuw moeten organiseren. Een recente bevraging van de vaccinatiecentra leert dat in elke eerstelijnszone een oplossing in de maak is om de werkzaamheden verder te zetten.
Voorlopig wordt de financiering en ondersteuning gegarandeerd om de vaccinatiecentra verder te zetten tot het einde van 2021. Op zeer korte termijn zal beoordeeld worden of er op het terrein voldoende capaciteit beschikbaar zal zijn om voor eind 2021 effectief alle extra prikken te plaatsen, of dat een iets langere periode nodig is of er een inkanteling mogelijk is in het reguliere systeem van vaccinatie zoals dat al bestaat voor andere vaccins.
Voor de verlening van de vaccinatiecentra tot het einde van het jaar wordt een budget van 36,6 mio euro voorzien, oa voor de organisatie van de vaccinatiecentra (programmamanagement, verpleegkundigen, mobiele teams, …). Daarnaast wordt 22 miljoen euro voorzien voor het logistieke luik van de vaccinatiecentra, voor de infrastructuur en de uitbating van de vaccinatiecentra. Denk bijvoorbeeld aan het verder huren van een gebouw en bewaking, bijvoorbeeld.
De gemeenteraad van oktober 2021 besliste om akkoord te gaan met de doorstart van het vaccinatiecentrum. Het Agentschap Zorg en Gezondheid had toen informeel nagevraagd of ons vaccinatiecentrum De Roosenberg zou willen openblijven na de voorziene einddatum van 15 oktober 2021 tot het einde van het jaar. Gezien er nagenoeg iedere week evenementen gepland zijn in de zaal en het verenigingsleven terug de kans moet krijgen te herleven, was dit mogelijk op een "pop-up" manier, waarbij we snel tussen geplande evenementen voor een paar dagen de zaal kunnen omvormen tot een vaccinatiecentrum. Voor de Eerstelijnszone was dat een goede optie. Ook de farmaceutisch verantwoordelijken stonden positief tegenover zulke doorstart. Aan het AZG werd daarom geantwoord dat we nog steeds bereid zijn om te fungeren als vaccinatiecentrum. De financiering in deze nieuwe fase van het vaccineren zou 80% bedragen van de huidige financiering.
Momenteel werken we op de "pop-up" manier en dit loopt erg goed. De eerstelijnszone heeft intussen een financieringsbesluit van de Vlaamse overheid waaruit blijkt dat er momenteel niet meer gewerkt wordt met een vaste einddatum. Voor de penvoerende overheid infrastructuur, waaronder onze gemeente, is er sinds 16 december 2021 een financieringsbesluit voor de periode 16 oktober 2021 tot en met 30 april 2022. Het uitvoeringsbesluit legt ook de bedragen vast voor de periode 16 oktober 2021 tot en met 31 december 2021.
Artikel 1: De gemeenteraad gaat ermee akkoord verder penvoerende overheid te zijn voor de uitbating van het vaccinatiecentrum de Roosenberg vanaf 16 oktober 2021 tot en met 30 april 2022 en de latere verlengingen wanneer de Vlaamse overheid daartoe zou beslissen.
Artikel 2: De gemeenteraad keurt de verlening van de op 23 februari 2021 goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst goed, zo lang de Roosenberg fungeert als vaccinatiecentrum:
Tussen
hierna gezamenlijk aangeduid met “de partijen”,
WORDT OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1. Doelstelling en toepassingsgebied
De ELZ sluit met de volgende partijen een samenwerkingsovereenkomst “Vaccinatiecentrum De Roosenberg” af:
Het Vaccinatiecentrum ”De Roosenberg” heeft als taak om vaccinaties te geven aan alle burgers van de deelnemende partner-gemeenten volgens de vaccinatiestrategie die door Vlaanderen wordt uitgerold in de strijd tegen het corona COVID-19 virus.
In deze overeenkomst wordt bepaald dat het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” wordt georganiseerd in Gemeenschapscentrum “De Roosenberg” gelegen aan de M. Noëstraat 15, 3050 Oud-Heverlee en dat het toegankelijk is voor inwoners van de gemeenten Oud-Heverlee, Bierbeek, Lubbeek en Huldenberg.
Aangezien het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” toegankelijk is voor inwoners van de gemeenten Oud-Heverlee, Bierbeek, Lubbeek en Huldenberg is het aangewezen dat de betrokken gemeentebesturen zullen bijdragen in de kosten. Er dienen bijgevolg afspraken gemaakt te worden omtrent de kostenverdeling betreffende de werking van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg”.
Deze samenwerkingsovereenkomst heeft enkel betrekking op het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” dat werkzaam is in Oud-Heverlee. Eventuele mogelijke taken die worden opgenomen door een ander vaccinatiecentrum binnen dezelfde eerstelijnszone vallen buiten het toepassingsgebied van deze samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 2. Inwerkingtreding en duurtijd
Deze overeenkomst vangt aan vanaf de eerste voorbereidingen van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” en dit voor de duur die nodig is om het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” zijn taken te laten uitoefenen en afronden of tot de beslissing van de bevoegde federale of Vlaamse overheid om het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” te sluiten.
Een partner-gemeente of ELZ kan de samenwerkingsovereenkomst voortijdig beëindigen. In dat geval dient de opzegging te gebeuren bij aangetekende brief gericht aan de Eerstelijnszone Leuven-Zuid . De opzegtermijn bedraagt twee maanden en gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de datum van het aangetekend schrijven. De poststempel geldt als bewijs.
Indien de ELZ de samenwerkingsovereenkomst wenst te beëindigen, dan heeft dit tot gevolg dat de samenwerkingsovereenkomst wordt beëindigd t.a.v. alle partijen. De ELZ dient elke andere partner bij aangetekend schrijven hiervan in kennis te stellen. De beëindiging gaat in vanaf de datum die door de ELZ wordt vooropgesteld en zal in principe afhankelijk zijn van het tijdstip van beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst Vaccinatiecentrum “De Roosenberg”
De partijen blijven gehouden om de verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst na te leven, pro rato temporis van de aangesloten periode.
Artikel 3. Gebruik van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg”
De ELZ zorgt voor de concrete medische organisatie van het vaccinatiecentrum.
De gemeente Oud-Heverlee zorgt voor de logistieke organisatie van het vaccinatiecentrum “De Roosenberg”, gelegen aan de M. Noëstraat 15, 3050 Oud-Heverlee en is hiervoor de penhoudende organisatie.
Er wordt een onderlinge praktische en operationele samenwerking afgesproken tussen de deelnemende gemeenten en de vzw Eerstelijnszone Leuven-Zuid (ELZ).
Het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” is toegankelijk voor de inwoners van de gemeenten Oud-Heverlee, Bierbeek, Lubbeek en Huldenberg.
Artikel 4. Financiële middelen van het ELZ voor de vaccinatieteams
Voor de werking van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” wordt budget ter beschikking gesteld door het Agentschap Zorg en Gezondheid aan de ELZ.
Indien de kosten dit voorziene budget zoals ter beschikking gesteld door het Agentschap Zorg en Gezondheid overschrijden, dan zullen de 4 partner-gemeenten een financiële bijdrage leveren.
Dit betekent dat enkel de 4 partner-gemeenten financieel bijdragen, m.a.w. de ELZ neemt geen kosten bedoeld in het genoemde Besluit van de Vlaamse Regering voor zijn rekening.
Artikel 5. Kosten van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg”
De gemeente Oud-Heverlee maakte een raming van de kosten voor respectievelijk de voorbereiding, de opstart, de organisatie en de werking van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg”. Deze gegevens worden maandelijks aan de gemeenten overgemaakt.
De gemeente Oud-Heverlee geeft telkens op de eerste werkdag van de maand een overzicht van de gemaakte kosten en een raming van de kosten voor de komende maand aan de drie andere gemeenten.
Indien in het kader van de voorbereiding, opstart, organisatie of de werking van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” partner-gemeenten eveneens kosten inbrengen, dan engageren zij zich om de gemaakte kosten overzichtelijk bij te houden en over te maken aan de coördinator van de penhoudende gemeente Oud-Heverlee. Deze kosten kunnen op elk ogenblik op eerste verzoek ingekeken worden door de andere partijen en de vier gemeente nemen hierover samen een beslissing. De kosten zullen verrekend worden in de eindfactuur.
De kosten voor eventuele inzet van eigen personeelsleden en vrijwilligers voor logistieke taken kunnen door de partner-gemeenten eveneens in rekening worden gebracht (zie artikelen 8 en 9).
Artikel 6. Kostenverdeling
Bij Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie voor infrastructuur en uitbating van een vaccinatiecentrum van 16 december 2021 werden volgende bedragen gereserveerd voor “De Roosenberg” : 153.500 EUR voor de periode 16 oktober 2021 tot en met 31 december 2021.
Het aandeel van elke individuele gemeente in de totale bijdragen van de gemeenten na aftrek van subsidiëring, bedraagt een breuk van het aantal inwoners dat de gemeente telt (officieel inwonersaantal op 1 januari 2020) op het totale aantal inwoners van alle gemeenten, partner bij deze overeenkomst.
De financiële bijdrage tussen de partner-gemeenten wordt vastgesteld aan de hand van het aantal inwoners van de eigen gemeente volgens het officieel inwonersaantal op 1 januari 2020 zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 juli 2020:
- Oud-Heverlee : 11.088 inwoners (Totale kost x 0,2424)
- Bierbeek : 10.162 inwoners (Totale kost x 0,2221)
- Lubbeek : 14.556 inwoners (Totale kost x 0,3182)
- Huldenberg : 9.943 inwoners (Totale kost x 0,2173)
Totaal aantal inwoners van de 4 gemeenten: 45.749 inwoners (Totale kost = 1)
Artikel 7. Afrekening en facturatie
De gemeente Oud-Heverlee beheert als penhoudende entiteit van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” de inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op de organisatie en de werking van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” .
Nadat het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” haar werkzaamheden heeft beëindigd, factureert de gemeente Oud-Heverlee aan de 3 partner-gemeenten de resterende kosten na subsidie gemaakt voor de organisatie en de werking van het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” . Er wordt geen voorschotregeling voorzien.
De gemeente Oud-Heverlee engageert zich om bij de facturatie aan de partner-gemeenten een transparante afrekening voor te leggen van de kostenboekhouding. Deze afrekening kan eveneens op elk ogenblik en op eerste verzoek opgevraagd worden door de partner-gemeenten.
Artikel 8. Inzet van personeelsleden
De gemeenten stellen hun dienstverlening voor logistieke taken ter beschikking aan het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” op basis van de noden.
Gedurende deze tewerkstelling blijven de personeelsleden onder het werkgeversgezag van de partner-gemeente ressorteren. Er vindt geen overdracht van werkgeversgezag plaats. De partner-gemeente staat verder ook in voor de betaling van de loonkost. Er wordt hiervoor geen vergoeding aangerekend aan het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” .
De partner-gemeente zal desgevallend een addendum aan de arbeidsovereenkomst van de ingezette personeelsleden voegen met de wijzigingen inzake de arbeidsplaats, takkenpakket, leidinggevende, etc.. Dit addendum zal ook uitdrukkelijk bepalen dat het ingezette personeelslid de veiligheidsvoorschriften in het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” te allen tijde dient na te leven.
De partner-gemeente is zelf verantwoordelijk voor de dienstverlening die door zijn eigen personeelsleden wordt verricht in het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” en zal hiertoe de nodige verzekeringen (aansprakelijkheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten, etc.) sluiten.
Artikel 9. Inzet van vrijwilligers
De vrijwilligers die zich aanbieden voor de organisatie van het vaccinatiecentrum sluiten een vrijwilligersovereenkomst af met de penhoudende gemeente Oud-Heverlee. In de vrijwilligersovereenkomst zal uitdrukkelijk worden bepaald dat de ingezette vrijwilliger de veiligheidsvoorschriften in het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” te allen tijde dient na te leven. De eventuele kostenvergoeding voor de vrijwilliger wordt aangerekend aan het samenwerkingsverband bij de eindfacturatie De penhoudende gemeente is zelf verantwoordelijk voor de dienstverlening die door zijn vrijwilligers wordt verricht in het Vaccinatiecentrum “De Roosenberg” en zal hiertoe de nodige verzekeringen sluiten.
Artikel 10. – Verdeling materialen na sluiting vaccinatiecentrum “De Roosenberg”
De aangekochte materialen worden na het afsluiten van het vaccinatiecentrum ter beschikking gesteld van de penhoudende gemeente Oud-Heverlee ter compensatie van het gebruik van het gemeenschapscentrum “De Roosenberg”.
Artikel 11. – Overdracht
Geen van de partijen mag deze overeenkomst noch enig recht of verbintenis uit deze samenwerkingsovereenkomst geheel of gedeeltelijk overdragen zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de andere partijen.
Artikel 12. – Toepasselijk recht en rechtsmacht
Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht.
Alle geschillen met betrekking tot de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering en de beëindiging van deze samenwerkingsovereenkomst behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de Nederlandstalige rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Leuven.
Vooraleer een geschil aan de bevoegde rechtbank voor te leggen, verbinden partijen zich ertoe te goeder trouw en met inachtneming van de redelijke belangen van de andere partijen te onderhandelen met het oog op een minnelijke regeling.
Daartoe zal de eisende partner de andere partijen bij aangetekend schrijven kennis geven van de aard van het geschil en de mogelijke oplossingen.
Artikel 13. – Splitsbaarheid
Indien een bepaling in de samenwerkingsovereenkomst geacht wordt geheel of gedeeltelijk onwettig, ongeldig of niet-afdwingbaar te zijn, wordt de rechtsgeldigheid, de geldigheid of de afdwingbaarheid van de resterende bepalingen van deze samenwerkingsovereenkomst niet aangetast en zullen de partijen de nodige inspanningen leveren om onmiddellijk te goeder trouw in een geldige vervangende bepaling te voorzien.
Artikel 14: Inwerkingtreding en opzegging
Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening.
Partijen kunnen in onderlinge overeenstemming deze overeenkomst te allen tijde schriftelijk opzeggen.
De overeenkomst eindigt tevens van rechtswege wanneer er geen rechtsgrond meer bestaat voor de gevraagde doorgifte van persoonsgegevens.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet) en artikel 43.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De personeelsdienst is bezig met de herwerking van het arbeidsreglement.
In dit arbeidsreglement zal een reglement fietsmobiliteit worden toegevoegd.
Dit reglement maakt het mogelijk dat werknemers via de werkgever een fiets aankopen en deze terugbetalen aan de werkgever over 3 jaar via een inhouding op de eindejaarstoelage.
Een eerste aanzet van dit reglement wordt toegevoegd.
In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst voor aankoop van een fietspakket voor de personeelsleden van gemeente en OCMW” werd een bestek met nr. 2021 opgesteld door de Dienst personeel.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 99.173,55 excl. btw of € 120.000,00 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De huidige opdracht wordt gesloten door middel van een raamovereenkomst met meerdere deelnemers waarbij alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald. De deelnemers zullen niet opnieuw in mededinging gesteld worden.
Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 21 januari 2022 om 10.00 uur voorgesteld.
Het nodige krediet zal bij aanpassing meerjarenplan 2022 worden voorzien.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit het bestek met nr. 2021 voor de opdracht “Raamovereenkomst voor aankoop van een fietspakket voor de personeelsleden van gemeente en OCMW”, opgesteld door de Dienst personeel goed te keuren.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 99.173,55 excl. btw of € 120.000,00 incl. 21% btw.
Artikel 2: De gemeenteraad besluit bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. De gemeente voert deze procedure ook voor het OCMW.
Artikel 3: Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Fiets & Fun, Hoogstraat 35a te 3360 Bierbeek;
- Fietsen Celis, Pastoor Legrandstraat 45 te 3012 Wilsele;
- Fietsen Craninx David, Dorpsstraat 32 te 3050 Oud-Heverlee;
- Fietsen Jos Smets, Oudebaan 89 te 3360 Korbeek-Lo;
- Fietsen Koen, Werkhuizenstraat 1 te 3010 Kessel-Lo;
- Fietsen Niclaes, Naamsesteenweg 76 te 3001 Heverlee;
- Cycle Point, Tiensesteenweg 58 te 3001 Heverlee;
- Re-Cycle, Bruulstraat 100a te 3360 Lovenjoel;
- Bike Republic Leuven, Kareelveld 8a te 3000 Leuven;
- InterBikes Leuven, Brusselsestraat 182 te 3000 Leuven;
- Rijwielen Jacobs, Diestsestraat 192 te 3000 Leuven;
- Eco-Drive, Kapucijnenvoer 237 te 3000 Leuven.
Artikel 4: De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 21 januari 2022 om 10.00 uur.
Artikel 5: Het nodige krediet zal bij aanpassing meerjarenplan 2022 worden voorzien.
Artikel 6: de gemeenteraad beslist dat de gemeente aankoopcentrale zal zijn voor het OCMW van Oud-Heverlee.
Grondwet, inzonderheid artikel 170, §4.
Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Artikel 35 bis, §5 van het Veldwetboek waarbij bosaanplantingen in voor landbouw bestemde gebieden slechts toegelaten zijn met een vergunning van het college van burgemeester en schepenen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 mei 2009 betreffende de erosiebestrijding, en latere wijzigingen.
Het bodemsaneringsdecreet en haar uitvoeringsbesluit (Vlarebo hoofdstuk XIII).
De beslissing van het schepencollege tot het opstellen van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan d.d. 17 september 2004.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 oktober 2013 om een overeenkomst voor de aanstelling van een erosiecoördinator af te sluiten met de provincie Vlaams-Brabant.
De beslissing van de gemeenteraad van 31 augustus 2021 rond het erosiebestrijdingsproject Bergenstraat – De Betstraat.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van gemeenteraadslid Paul Vleminckx aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Het project 'De Betstraat - Bergenstraat’ is gelegen in het hoog prioritair knelpuntgebied 'H Boetsenberg – Mareveld’ van het goedgekeurde erosiebestrijdingsplan van de gemeente Oud-Heverlee.
In Bierbeek aan de Oude Geldenaaksebaan en Smisstraat is er regelmatig water- en modderoverlast en dit zowel op straat als in de huizen (met schade)(zie knelpunt 1 op kaart 1 in bijlage). Deze overlast wordt veroorzaakt door het afstromend water en sediment van de akkers gelegen aan Mareveld en Boetsemberg. Op de verschillende akkers aan de De Betstraat ontstaat er bij hevige regenval een grote geul (zie knelpunt 2 op kaart 1 in bijlage).
Het toestroomgebied (+/- 57 ha) bestaat uit zeer laag tot sterk erosiegevoelige akkers (potentiële erosiegevoeligheidskaart 2019). Op deze akkerpercelen worden regelmatig erosiegevoelige gewassen zoals maïs, bieten en aardappelen geteeld.
In dit akkergebied zijn al meerdere grasstroken via beheerovereenkomsten via de VLM aangelegd (kaart 1). Alsook wordt hier en daar niet-kerende bodembewerking toegepast of een groenbedekker.
Ter hoogte van de Oude Geldenaaksebaan - Smisstraat is Aquafin ook bezig met de opmaak van een rioleringsproject. Hier wordt afkoppeling van de onverharde oppervlakte gevraagd.
Om deze water- en modderoverlast te beperken werden sinds 2016, door de gemeente Oud-Heverlee en de erosiecoördinator van de provincie Vlaams-Brabant meerdere voorstellen opgemaakt en besproken.
Er werd eerst bestudeerd of de aanleg van een buffering mogelijk was. Hierbij werden verschillende locaties onderzocht. Ofwel wou de landbouwer geen akkoord geven, ofwel was het technisch niet haalbaar op dat perceel een buffering aan te leggen ofwel kon er geen akkoord gekregen worden van ANB voor de beperkte ontbossing voor de aanleg van een bufferbekken.
In een tweede fase werd nagegaan of de problematiek kon opgelost worden door de aanleg van 4 houthakseldammen. Echter niet alle grondeigenaren gaan akkoord met de aanleg van de dammen zoals voorgesteld.
Ingevolge een overleg met de verschillende grondeigenaren, pachters en ANB werd overeengekomen dat de piste waarbij gebufferd wordt enerzijds en bijkomend tevens houthakseldammen geplaatst worden, de voorkeur geniet.
Er is een aantal malen geprobeerd om de landbouwers te overtuigen de nodige maatregelen te nemen op hun gebruikspercelen, maar slechts enkelen zijn hier op ingegaan, ondanks het feit dat een aantal ingrepen zelfs 100% gesubsidieerd worden vanuit het Vlaams Landbouwinvesteringfonds en ondanks het gegeven dat het Veldwetboek duidelijk is over de verantwoordelijkheid van eigenaars voor het bijhouden van water. Er zijn geen precedenten in de rechtspraak waarbij landbouwers hiertoe verplicht worden. De maatregelen die nu aanwezig zijn, zijn onvoldoende, en extra buffering is vereist om de problematiek op te lossen. Aangezien een positieve uitkomst van een juridische strijd onzeker is en lang kan duren is de enige snelle piste om het erosieprobleem op te lossen dat de gemeente/overheid de ontbrekende maatregelen met publieke middelen financiert.
Intussen ligt het 8ste voorstel op tafel, een voorstel dat geen ontbossing meer inhoudt, maar kansen biedt voor bosuitbreiding. Het handelt over een deel van het perceel ter hoogte van de Bergenstraat met perceelnummer 397C, hetgeen bestemd is als agrarisch gebied, circa 46a.
Beschrijving project
Het projectvoorstel 8 zoals goedgekeurd op de Gemeenteraad van 31 augustus 2021 is intussen verder uitgewerkt (zie kaart nr. 3 in bijlage. Het project is gelegen langs de Bergenstraat en de akker in privé-eigendom, is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied (zie kaart 2 in bijlage), maar de akker is intussen pachtvrij. De buffering is voorzien op de vroegere akker ingesloten in het bos langs de Bergenstraat.
Om de modderinstroom naar de eigenlijke erosiepoel en het bos te beperken, wordt er langs de Bergenstraat een zandvang met een buffercapaciteit van 135 m³ voorzien. Gezien de grote toestroom van sediment wordt eerst een zandvang en dan een erosiepoel voorzien. (zie kaart 3 in bijlage). De zandvang zal het water opvangen dat van de Bergenstraat afstroomt en van de bovenstroomse akkers. Het toestroomgebied ter hoogte van de buffering bedraagt 26 ha. Theoretisch zou het toestroomdebiet dan ongeveer 2.600 m³ bedragen voor een regenbui met terugkeerperiode van 20 jaar.
De zandvang stort over naar de erosiepoel als deze eerste volledig vol is. Hierdoor wordt maximale sedimentatie bevorderd. Deze zandvang zal wel regelmatig geruimd moeten worden om de werking ervan te kunnen waarborgen. Onderaan de zandvang wordt nog een aarden dam gelegd met een max. hoogte van 50 cm om de buffercapaciteit van de zandvang te vergroten. De zandvang heeft langs de Bergenstraat een helling van 6/4 maar aan de noordzijde is deze 12/4). Zo sluit hij beter aan op het reliëf en is hij natuurlijk ingericht.
Het overstortwater van de zandvang komt terecht in de eigenlijke erosiepoel met een buffercapaciteit van 980 m³. Er wordt max. 1,2 m uitgegraven zodat de erosiepoel een vlakke bodem heeft en deze op maaiveldniveau kan leeglopen in het bos. Heden stromen het water en sediment ook via deze weg af. Onderaan de erosiepoel wordt ook een aarden dam voorzien met een max. hoogte van 1,15 m zodat er extra gebufferd kan worden achter deze dam. Doorheen deze aarden dam wordt een knijp gestoken waardoor de poel permanent kan leeglopen. Er wordt tevens een overstort voorzien, zodat de erosiepoel, indien hij helemaal vol staat, gericht op 1 plaats kan overstorten. Doordat er minder sediment in de erosiepoel komt, zou deze poel kunnen beplant worden met typische beplanting voor natte zones (De erosiepoel heeft overal een helling van 12/4 zodat er eventueel ingereden kan worden en 6/4 aan de buitenzijde van de aarden dam.
De uitgegraven grond (840m³) wordt deels hergebruikt om de aarden dammen aan te leggen (243m³). De overige grond (597m³) dient afgevoerd te worden.
Alle werken werden op 3 m van de bosrand voorzien om zo geen verstoring van de waterhuishouding en de wortels te veroorzaken.
Het Veldwetboek voert een vergunning in voor bosaanplantingen in het agrarisch gebied. Het Bosdecreet voegt hier een aan te vragen advies van Departement Landbouw en Visserij aan toe.
Bijgevolg is voor bebossing in agrarisch gebied een vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist van de gemeente waar de bebossing plaats zal vinden en een advies van Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving (ABCO).
De eigenaar van de akker wil meegaan om de maatschappij te helpen de erosieproblematiek op te lossen. De aanleg van de zandvang en de erosiepoel vindt plaats op de betreffende akker.
Er zijn vier opties:
De gemeenteraad besliste op 31 augustus 2021 voor optie 4.
Raming kosten
In augustus 2021 werd een eerste summiere raming aan de gemeenteraad voorgelegd voor een totaal van ongeveer 122.000 euro (incl. BTW) (+ kosten grondinname). Door een kritische doorlichting van de geplande werken en hoeveelheden, een andere procedure waardoor onder meer de opmaak van een archeologienota (25.000 euro) niet meer vereist is, kon de totale kostprijs van het project gereduceerd worden tot (geraamd) (ca.) 61.681 euro. Zie hiervoor de gedetailleerde raming in bijlage 4 (Xcell tabel) en het schattingsverslag van het recht van opstal (bijlage 5).
|
Bedrag (euro) |
Totale kosten werken (incl. BTW) |
50.262,94 |
Forfait algemene kosten aanneming (7%) |
3.518,41 |
Vergoeding eigenaars |
5.250 |
Vergoeding gebruikers |
0 |
Andere kosten grondinname |
2.500 |
Totale kostprijs project |
61.531,35 |
subsidie VO |
46.148,50 |
subsidie provincie |
8.702 |
54.850,50 |
De normaal te verwachten subsidies zijn enerzijds 46.148,5 euro van de Vlaamse Overheid ( 75 % op totale kosten plus forfait) en anderzijds 8.702 euro van de provincie Vlaams-Brabant (15 % op totale kosten zonder forfait). De eigen bijdrage vanuit de gemeente daalt tot 6.681 euro.
Doordat het om een gemeentegrensoverschrijdend project gaat is de kans reëel dat de subsidies goedgekeurd worden. Rond november 2022 zal geweten zijn of het subsidiebedrag al dan niet wordt toegekend.
Meerjarenplan van de gemeente
Er zijn in het meerjarenplan de volgende uitgaven en ontvangsten voorzien voor 2 erosiebestrijdingsprojecten (Konijnenhoekstraat en Debetstraat - Bergenstraat)
Het meerjarenplan zal zo worden aangepast dat MJP000449 wordt overgezet naar een investeringsbudget, en aangevuld om de volledige kostprijs van het project te dekken. MJP000450 zal worden aangepast om de bijkomende subsidies mee in rekening te brengen.
Van zodra 60% van de werken zijn uitgevoerd kan 60% van het subsidiebedrag worden opgevraagd.
Verdere aanpak
Na overleg met de gemeente zal de eigenaar een aanvraag tot omgevingsvergunning indienen voor het aanleggen van het bufferbekken en de aanplanting van bos. Dit is de meest eenvoudige procedure met de minste werklast en kosten voor de gemeente. Hiervoor moet de gemeente adviezen aanvragen, waaronder bij Departement landbouw en Visserij.
Aan de Afdeling Natuur en Bos is reeds advies gevraagd en zij zijn op de hoogte van het project.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het gedetailleerde projectontwerp (zie bijlage kaart 3) – aanleg zandvang en erosiepoel op een deel van het perceel ter hoogte van de Bergenstraat met perceelnummer 397C, goed.
Artikel 2: De gemeenteraad keurt het ontwerp van recht van opstal goed.
Dossier: LV/00014-048
V E S T I G I N G O P S T A L R E C H T
Op # tweeduizend tweeduizend tweeëntwintig.
Voor mij, meester Gwen DANIELS, notaris te Oud-Heverlee, die haar ambt uitoefent in de besloten vennootschap “Notaris Gwen Daniels”, met zetel te 3050 Oud-Heverlee, Waversebaan 240, RPR Leuven 0466.764.691, ten kantore,
ZIJN VERSCHENEN :
Betrokkenen 1 en 2
Hierna genoemd “de opstalgever”;
EN
Betrokkenen 3 en 4
Beiden optredend ingevolge het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Oud-Heverlee gehouden op 30 november 2021, welke gemeenteraadsbeslissing bij huidige akte wordt gevoegd en ermee wordt aangeboden ter registratie en ter overschrijving.
De beslissing werd kenbaar gemaakt zoals voorgeschreven door artikel 330 van het decreet lokaal bestuur, en binnen de termijn van dertig dagen na kennisgeving werd er geen bericht tot vernietiging ontvangen door de gemeente.
Hierna genoemd “de opstalhouder”;
Zowel de opstalgever als de opstalhouder verklaren de nodige bekwaamheid te hebben om deze handeling te stellen, niet te zijn geviseerd door een beschermingsmaatregel of beschikkingsbeperking en evenmin een verzoekschrift te hebben ingediend met het oog op een collectieve schuldenregeling.
WELKE COMPARANTEN ONS HEBBEN VERKLAARD DAT ZIJ ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT :
VOORWERP
De opstalgever kent bij onderhavige akte aan de opstalhouder, die dit aanvaardt, het recht van opstal toe, overeenkomstig titel 8 van boek 3 van het nieuw burgerlijk wetboek voor zover daarvan hierna niet wordt afgeweken, op volgend onroerend goed, teneinde er bufferbekken aan te leggen met omringend bos aanplanting ter bestrijding van de erosie:
GEMEENTE OUD-HEVERLEE – vierde afdeling – DEELGEMEENTE HAASRODE
Een perceel weiland, gelegen ter plaatse genaamd “DE BETH”, gekadastreerd volgens titel 4de Afd, sectie C, deel van perceel met nummer 397 C en volgens huidig kadastraal uittreksel sectie C deel van nummer 0397CP0000, met een oppervlakte volgens recente meting van eenentwintig are zestig centiare (21a60ca).
Met gereserveerd perceelidentificatienummer #.
Zoals dit goed staat aangeduid als LOT # op het plan opgesteld door mevrouw Saskia Bollens, landmeter-expert, de dato 11 oktober 2021.
Dit plan is opgenomen in de databank van plannen en afbakeningen van de Algemene Patrimoniumdocumentatie onder refertenummer # en werd sindsdien niet meer gewijzigd.
Ondergetekende notaris vraagt voor deze bijlagen de toepassing van artikel 1, 4e lid van de Hypotheekwet en van artikel 26, derde lid, 2° het Vlaams Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten van 30 november 1939 (3.12.3.0.6. 2e lid VCF).
Oorsprong van eigendom
Voorschreven goed behoort toe aan betrokennen 1 en 2, verkopers voornoemd, om deze te hebben aangekocht onder grotere oppervlakte, vanwege betrokkenen 5 en 6, ingevolge akte verkoop verleden voor notaris Luc Westerlinck te Heverlee (Leuven) op 25 oktober 1989, overgeschreven op het hypotheekkantoor te Leuven op 17 november daarna, boek 3563 nummer 18.
MODALITEITEN
1. Eigendomsrecht volumes, bouwwerken en beplantingen
De opstalhouder zal gedurende de ganse duur van de opstalovereenkomst eigenaar zijn van de door hem opgerichte constructies en werken en de door hem aangebrachte beplantingen.
In zoverre als nodig verzaken de partijen aan alle hiermee strijdige beschikkingen, en meer bepaald aan het vermoeden van de artikels 3.64 van het nieuw burgerlijk wetboek in verband met de natrekking, aan de rechten van de grondeigenaar.
Van de op heden reeds aanwezige en opgerichte constructies die niet door de opstalhouder werden aangebracht, heeft de opstalhouder - voor zover hij dit wenst en/of opportuun acht - het genot zonder dat het eigendomsrecht van deze constructies op hem overgaat.
2. Gebruik en genot
2.1 De opstalhouder kan in het genot en het gebruik van het voormelde goed treden vanaf heden.
2.2 Alle herstellingen en kosten verbonden aan onderhoud, zowel van de bestaande – voor zover gebruikt door de opstalhouder – als van de nog op te richten constructies (zandvang, erosiepoel, aarden dammen) en de hierbij horende vegetaties (grasstroken, ..) zijn ten laste van de opstalhouder.
2.3. Alle kosten verbonden aan het onderhoud van beplantingen of bebossingen in het kader van een boscompensatie zoals bedoeld in artikel 90 bis van het bosdecreet van 13 juni 1990, zijn ten laste van de opstalgever;
2.4 Alle belastingen en taksen die bovenbeschreven goederen bezwaren of het in de toekomst zouden kunnen bezwaren, vallen eveneens ten laste van de opstalhouder.
2.5 De opstalhouder moet gedurende de ganse duur van het contract de bestaande en/of door hem op te richten opstallen die bovenbeschreven goed zullen bezwaren, tegen brandgevaar en andere risico's verzekeren. De opstalhouder zal op eerste vraag van de opstalgever de regelmatige betaling van de premies dienen te bewijzen.
3. Staat van het goed
Het recht van opstal wordt gevestigd op het goed in de staat waarin het zich thans bevindt. De opstalhouder heeft geen verhaal tegen de opstalgever wegens de toestand van het goed, de zichtbare en verborgen gebreken, de onjuistheden in de beschrijving, vergissing in de kadastrale gegevens of in de opgegeven maten, al is het verschil meer dan één twintigste (1/20) in meer of in min, dit verschil zal in het voor- of nadeel van de opstalhouder blijven.
De opstalhouder heeft geen verhaal tegen de opstalgever wegens de ongeschiktheid van de grond of de ondergrond.
4. Erfdienstbaarheden
Het recht van opstal wordt gevestigd op het goed met al zijn heersende en lijdende, voortdurende en niet-voortdurende, zichtbare en onzichtbare erfdienstbaarheden waarmee het bevoordeeld of bezwaard is. De opstalhouder kan de ene laten gelden en zich tegen de andere verzetten, op eigen kost, last en risico zonder verhaal tegen de opstalgever.
De opstalgever verklaart dat hij geen kennis heeft van bijzondere erfdienstbaarheden en dat hij er zelf geen gevestigd heeft in voor- of nadeel van het goed, behoudens de volgende erfdienstbaarheid welke vermeld wordt in de titel van eigendom van de opstalgever, zijnde de akte verleden voor notaris Luc Westerlinck op 25 oktober 1989, overgeschreven op het hypotheekkantoor te Leuven op 17 november daarna, boek 3563 nummer 18, hierna letterlijk weergegeven:
“Partijen komen overeen een erfdienstbaarheid van doorgang ten laste van het verkocht goed en ten voordele van het perceel gekadastreerd sectie C nummer 382b, eigendom van de verkopers, te vestigen als volgt:
Het bij deze verkochte perceel gekadastreerd sectie C nummer 397/C wordt bezwaard met een erfdienstbaarheid van private doorgang in voordeel van het ganse perceel thans gekadastreerd sectie C nummer 382 E voor een oppervlakte van twee en zeventig aren achtenzeventig centiaren.
Deze private uitweg kan dienstig zijn voor beide percelen in hun geheelheid. De ligging van deze uitweg gelegen op de rechterkant van het dienende erf aan de Bergenstraat, langs de percelen gekadastreerd sectie C nummer 379 e en 380 g en de heersende erf op een diepte van vijftig meter op een breedte van acht meter, hetzij een oppervlakte van vier aren, zoals deze op het hier aangehechte plan met rode inkt wordt afgebeeld. De kosten van onderhoud van de uitweg vallen ten laste van de gebruikers.
De bomen die zich op de uitweg bevinden blijven eigendom van het dienende erf op last voor hem de kosten van neervellen te dragen.”
De opstalhouder wordt in de plaats gesteld van de opstalgever betreffende alle rechten en verplichtingen voortkomende uit deze bijzondere voorwaarden en/of erfdienstbaarheden, voor zover ze nog van toepassing zijn, zonder tussenkomst noch verhaal tegen de opstalgever.
# nog andere erfdienstbaarheden nodig ?
5. Hypothecaire toestand van het goed
De opstalgever verklaart dat het goed vrij en onbelast is van alle schulden, inschrijvingen, voorrechten en rechten van hypotheek hoegenaamd, en vrij is van huur of pacht.
6. Overdracht en hypotheekstelling
6.1. Het is de opstalhouder verboden het verleende recht van opstal geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een derde, behoudens uitdrukkelijke, geschreven en voorafgaande toestemming van de opstalgever of zijn rechtverkrijgenden.
6.2. De opstalhouder zal zijn opstalrecht evenals de op te richten constructies slechts kunnen bezwaren met een zakelijk recht of een hypotheek voor de duur van zijn recht en na uitdrukkelijk, schriftelijk en voorafgaand akkoord van de opstalgever of zijn rechtsverkrijgers.
7. Duur – vervroegde beëindiging
7.1. Het opstalrecht wordt toegestaan voor een periode van 20 jaar, aanvang nemende op heden om van rechtswege te eindigen op #/#/2041.
7.2. Het recht van opstal vervalt evenwel van rechtswege vroegtijdig in volgende gevallen:
- na ingebrekestelling door de opstalgever, indien de opstalhouder in gebreke blijft de verschuldigde belastingen, solarium en/of de verschuldigde verzekeringspremies te betalen
- in onderling akkoord tussen de opstalhouder en de opstalgever,
- bij vermenging van de eigendom van de grond en van de gebouwen in de hand van één persoon.
8. Vergoeding
Het recht van opstal wordt gevestigd mits het betalen van een éénmalige vergoeding van vijfduizend tweehonderdvijftig euro (€ 5.250,00). Dit werd betaald op heden voor de ganse looptijd van het opstalrecht, door overschrijving van rekeningnummer # op naam van de gemeente Oud-Heverlee, dit alles via de boekhouding van ondergetekende notaris.
Waarvan kwijting.
9. Beëindiging van het recht van opstal
9.1. Bestaande gebouwen en beplantingen
Bij het einde van het recht van opstal, zowel omwille van het verstrijken van de duur als bij vervroegde beëindiging, zoals vermeld in punt 7.1, 7.2, zal de opstalgever de op heden reeds bestaande gebouwen en beplantingen die niet door de opstalhouder werden aangebracht, terugnemen zonder tot enige schadeloosstelling te zijn gehouden.
9.2. Nieuwe gebouwen, werken en beplantingen
Bij het einde van het recht van opstal, zowel omwille van het verstrijken van de duur als bij vervroegde beëindiging, zoals vermeld in punt 7.1, 7.2, verkrijgt de opstalgever de eigendom van de nieuwe constructies, werken en beplantingen aangebracht door de opstalhouder, zonder dat enige vergoeding moet betaald worden aan de opstalhouder.
9.3. Bij het einde van het recht van opstal, zowel omwille van het verstrijken van de duur als bij vervroegde beëindiging, zoals vermeld in punt 7.1, 7.2, rust er, los van de wettelijke bepalingen van artikel 16 van het Veldwetboek en artikel 3.129 van het Burgerlijk Wetboek, geen enkele verplichting op de opstalgever, eigenaars of gebruikers van het betreffende perceel om wateroverlast en/of onnatuurlijke erosie van bodems, komende van om het even welk hoger gelegen perceel te bufferen.
10. Kosten
De registratierechten, kosten en erelonen uit hoofde van deze akte zijn ten laste van de opstalhouder.
11. Verlenging van het recht van opstal
Eventuele verlenging van de duur van het opstalrecht, dient uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van deze overeenkomst te worden overeengekomen en vastgelegd bij notariële akte, over te schrijven op het kantoor rechtszekerheid.
12. Afstand van opstalrecht
De opstalhouder heeft het recht om tijdens de duur van de overeenkomst afstand te doen van zijn opstalrecht en bijgevolg eenzijdig te verzaken aan dit recht. Dit zal geschieden bij notariële akte, over te schrijven op het kantoor rechtszekerheid.
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN:
1)STEDENBOUWKUNDIGE VOORWAARDEN
1. De opstalgever verklaart dat het goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, noch onder de bepalingen van het decreet Onroerenderfgoed, noch het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing.
2. Aangezien de gemeente Oud-Heverlee waarin het goed gelegen is over een goedgekeurd plannen- en vergunningenregister beschikt, zijn de informatieverplichtingen zoals voorzien in artikel 5.2.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van toepassing.
Uit het stedenbouwkundig uittreksel de dato 9 november 2021 (die de opstalhouder verklaart te hebben ontvangen), uit de verklaringen van de opstalgever, en uit het hypothecair getuigschrift, blijkt:
1° dat voor het onroerend goed geen stedenbouwkundige vergunningen werden uitgereikt, maar wel een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen de dato 16 oktober 2018 met onderwerp “het plaatsen van vier houthakseldammen (waarvan twee vergunningsplichtig) en met gemeentelijk dossiernummer OMV/2018/73/OV.
2° dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van dit onroerend goed is: agrarisch gebied (volgens gewestplan Leuven);
3° dat het goed niet het voorwerp uitmaakt van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van het Handhavingsdecreet d.d. 1 maart 2018 (zijnde een rechterlijke of bestuurlijke maatregel) noch een procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is;
4° dat er op het goed geen voorkooprecht rust, vermeld in artikel 2.4.1. van de Codex of in artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten;
5° dat voor het onroerend goed geen verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van toepassing is;
6° het onroerend goed maakt geen voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit;
7° dat er op het onroerend goed, voor zover bekend, een bos gelegen is, maar het perceel niet is opgenomen in het bosbeheerplan. Er werd wel een kapmachtiging afgeleverd door het Agentschap Natuur en Bos met eindtermijn 29/04/2023 en ANB-dossierreferentie 20-207913.
8° dat het onroerend goed gelegen is in mogelijk overstromingsgevoelig gebied;
9° dat het onroerend goed gelegen is in collectief te optimaliseren buitengebied.
3. De notaris verwijst partijen naar artikel 4.2.1. Vlaamse Codex RO. Deze bepaling omschrijft de vergunningsplichtige handelingen, ondergetekende notaris deelt mee dat geen werken of handelingen vermeld in voornoemd artikel mogen worden opgericht of uitgevoerd zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen (in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht).
4. De opstalgever verklaart dat geen zekerheid kan worden gegeven omtrent de mogelijkheid om op het goed te bouwen of er enige vaste of verplaatsbare inrichting op te richten, die voor bewoning kan worden gebruikt.
5. Verdeling
De instrumenterende notaris heeft het plan van de verdeling met een attest waarin de aard van de akte en de in de akte te vermelden bestemming van de kavels nader wordt aangegeven, bij aangetekende brief van # december 2021 verstuurd naar het bevoegde college van burgemeester en schepenen.
Het college heeft in een brief van # het volgende opgemerkt:
#
2)WATERTOETS
Na raadpleging van de door de Vlaamse Overheid ter beschikking gestelde overstromingskaarten, verklaart de opstalgever dat het goed deels gelegen is in mogelijk overstromingsgevoelig gebied, maar niet gelegen is in effectief overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de Vlaamse regering; niet gelegen is in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone zoals vastgesteld door de Vlaamse regering; niet gelegen is in een risicozone voor overstromingen.
3)DECREET ONROEREND ERFGOED
De opstalgever verklaart dat het goed:
1) Niet is opgenomen in één van de vastgestelde inventarissen (de landschapsatlas, de inventaris archeologische zones, de inventaris bouwkundig erfgoed, de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde en de inventaris van historische tuinen en parken).
2) Niet definitief beschermd is als onroerend erfgoed.
3) Niet is opgenomen in een ontwerp van lijst voor dergelijke bescherming en geen kennisgeving te hebben ontvangen te hebben als zou het in voorontwerp van dergelijke lijst opgenomen zijn.
4)BEPALINGEN IN VERBAND MET DE BODEMTOESTAND
1. De opstalgever verklaart dat er op de grond die het voorwerp is van onderhavige akte, bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 6 van het decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming dd. 27/10/2006, hierna genoemd “het Decreet”.
2. De opstalgever verklaart dat de opstalhouder vóór het afsluiten van de overeenkomst waarbij deze overdracht werd vastgelegd, of, bij gebreke aan dergelijke overeenkomst, vóór de ondertekening van deze akte, op de hoogte is gebracht van de inhoud van het bodemattest afgeleverd door OVAM op 9 november 2021, overeenkomstig art. 101 §3 van het Decreet. Dit bodemattest bepaalt :
“2. INHOUD VAN HET BODEMATTEST
Deze grond is niet opgenomen in het grondeninformatieregister.
2.1 INFORMATIE UIT DE GEMEENTELIJKE INVENTARIS
De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.
2.2 UITSPRAAK OVER DE BODEMKWALITEIT
Er zijn geen aanwijzingen bij de OVAM dat op deze grond een bodemverontreiniging voorkomt.
2.3 BIJKOMENDE ADVIEZEN EN/OF BEPALINGEN
Er zijn geen gebruiksadviezen of gebruiksbeperkingen van toepassing op deze grond. Voor grondverzet dient er pas vanaf een volumen van 250m3 een technisch verslag opgemaakt te worden.
Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten.
3 OPMERKINGEN
1. Voor meer informatie: www.ovam.be/bodemattest
2. Meer informatie over de gegevensstromen die door de OVAM worden gebruikt, vindt u op http://www.ovam.be/disclaimer
3. De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens.”
3. De opstalgever verklaart met betrekking tot het goed geen weet te hebben van bodemverontreiniging, die schade kan berokkenen aan de opstalhouder of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen.
4. De instrumenterende notaris wijst de opstalhouder er tenslotte op:
- dat voormeld bodemattest geen enkele garantie inhoudt met betrekking tot het al dan niet zuiver zijn van de bodem;
- dat de regels m.b.t. het grondverzet (Hoofdstuk XIII van zelfde Decreet) onverminderd van toepassing blijven.
PRO FISCO VERKLARING
De partijen verklaren dat de grondslag voor de heffing van de 2% registratierechten bestaat uit de eenmalige opstalvergoeding van VIJFDUIZEND TWEEHONDERDVIJFTIG EURO (€ 5.250,00) voor de gehele duur van het opstalrecht.
Gezien er geen lasten werden opgelegd, dienen er geen lasten in acht te worden genomen.
SLOTVERKLARINGEN
1. De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt uitdrukkelijk ontslagen van het nemen van elke ambtshalve inschrijving om gelijk welke reden, ter gelegenheid van de overschrijving van deze akte.
2. Overeenkomstig de Hypotheekwet waarmerkt de instrumenterende notaris betreffende de bij deze akte betrokken partijen de naam, de voornaam, de geboorteplaats en -datum, de woonplaats en/of de naam, de rechtsvorm, de zetel, datum van oprichting, het ondernemingsnummer.
3. De partijen verklaren dat de notaris hen heeft ingelicht over de digitale koffer die ter beschikking wordt gesteld door de Federatie van de Belgische notarissen via het platform www.izimi.be.
Via zijn digitale koffer heeft elke partij toegang tot het gedematerialiseerd afschrift van de notariële aktes waarin zij optreedt, die worden bewaard in NABAN (dit is de authentieke bron van notariële akten). NABAN kan ook worden geraadpleegd via de website www.notaris.be/notariele-akten/mijn-akten.
Dat gedematerialiseerde afschrift van de akte heeft dezelfde bewijswaarde als een afschrift op papier en ondertekend door de notaris.
4. De partijen bevestigen dat de notaris hen naar behoren hebben ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten, die voortvloeien uit onderhavige akte en hen op een onpartijdige wijze raad hebben verstrekt.
De partijen erkennen dat hen door de instrumenterende notaris gewezen werd op het recht dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman, in het bijzonder wanneer tegenstrijdige belangen of onevenwichtige bedingen worden vastgesteld.
Zij verklaren de overeenkomst, voorwerp van deze akte, en de eraan verbonden rechten en verplichtingen, voor evenwichtig te houden en uitdrukkelijk te aanvaarden zowel voor zichzelf als voor hun rechtsopvolgers.
RECHT OP GESCHRIFTEN
De akte is vrijgesteld van het recht op geschriften ingevolge artikel 21, 1° van het wetboek Diverse rechten en taksen.
WAARVAN AKTE
Verleden op voormelde plaats en datum.
Na integrale voorlezing en toelichting, hebben de partijen handelend en vertegenwoordigd zoals gezegd, samen met mij notaris, ondertekend.
Artikel 3: De gemeenteraad besluit een subsidieaanvraag voor het projectontwerp (zie bijlage kaart 3) in te dienen.
Artikel 4: De gemeenteraad gaat akkoord met volgende aanpassingen in de eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan:
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Dit jaar werd in de schoot van de Provincie Vlaams Brabant een Erfgoedstichting (EVA) opgericht. https://www.vlaamsbrabant.be/nl/erfgoed/erfgoedstichting-vlaams-brabant#toc-0--2 www.vlaamsbrabant.be)
De werking van de Erfgoedstichting Vlaams-Brabant steunt op 4 pijlers :
- Erfgoed en Landschap verwerven (evt. cofinanciering)
- Erfgoed en Landschap opwaarderen
- Erfgoed en Landschap openstellen
- Steunbeer voor Lokale Besturen
Al meer dan 20 gemeenten in Vlaams-Brabant zijn intussen aangesloten. We dringen erop aan dat ook Oud-Heverlee zou aansluiten.
We zien hiermee een mooie opportuniteit om een voorstel uit te werken om de Pastorie in Blanden in erfpacht te nemen. Zo kan deze historisch beschermde site, die gunstig gelegen is, optimaal gebruikt worden ten gunste van de hele gemeenschap.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit aan te sluiten bij de erfgoedstichting van de Provincie Vlaams-Brabant.
Artikel 2: De gemeenteraad geeft opdracht aan het college om in overleg te gaan met de kerkfabriek Blanden om de site in erfpacht te nemen.
Artikel 3: Er wordt een project ingediend bij de Erfgoedstichting, Provincie Vlaams-Brabant, voor een financiële ondersteuning.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Reeds enkele weken is de Naamsesteenweg gesloten voor verkeer. Niet alleen voor auto’s maar ook voor fietsers. Er is een termijnsverlenging voor de uitvoering van de werken.
We wezen er reeds op dat de huidige coalitie kiest voor het STOPP principe, een mooie slogan, doch men schenkt weinig aandacht aan de veiligheid.
Zoals we reeds meldden op de gemeenteraad van 23/11/2021 dienen de fietsers omwille van de omleiding door een zeer donkere straat in het bos te rijden. Het is er pikdonker en gevaarlijk.
De schepenen lieten weten dat het donkere gedeelte op grondgebied van Leuven ligt, maar men zou overleggen met Leuven aangaande de problematiek.
In tegenstelling tot wat men op 23/11 beweerde, is ook een deel van onze gemeente niet verlicht namelijk het stuk Vinkenbosstraat tot aan de Duivenstraat.
Niet alleen is de weg daar hobbelig, maar er is ook een veiligheidsprobleem.
We dringen er dan ook op aan om tenminste op ons grondgebied dringend te zorgen voor de nodige verlichting.
Artikel 1: De gemeenteraad geeft opdracht om de Vinkenbosstraat tot aan de kruising met de Duivenstraat te voorzien van verlichting.
Punt afgevoerd gezien het niet over grondgebied van Oud-Heverlee gaat.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van gemeenteraadslid Tom Teck aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
De parking van het OC Blanden is slecht verlicht. Op dinsdagavond is het dansles, achteraf komen de kinderen uit de zaal naar buiten op de donkere parking, waar er voertuigen achterwaarts manoeuvreren… Er zijn drie openbare verlichtingspalen aanwezig maar twee ervan functioneren niet. (zie foto's in bijlagen)
Op 12 oktober werd dit reeds gemeld aan de dienst infrastructuur (OH2110 085). De melding werd afgesloten met het bericht dat Fluvius ingelicht werd. Op 9 november werd een herinneringsmail gestuurd omdat het euvel nog steeds aanwezig was.
In november werd het ook nog eens rechtstreeks aan Fluvius doorgegeven via de website ‘Meld defecte straatlamp’.
In het verleden waren er klachten van omwonenden over de felle lichten. Indien dit de reden is dat de verlichting niet brand, stel ik voor dat het gemeentebestuur investeert in twee nieuwe armaturen zodat de parking opnieuw goed verlicht kan worden.
Artikel 1: De gemeenteraad geeft de opdracht aan het schepencollege om Fluvius dringend de lichten te laten repareren.
Artikel 2: De gemeenteraad geeft de opdracht aan het schepencollege om tegemoet te komen aan de klachten van omwonenden i.v.m. lichtvervuiling en te investeren in twee nieuwe armaturen.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van gemeenteraadslid Tom Teck aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
De wegversmalling aan op de Maurits Noestraat tussen Pragen en Harcourt zorgt regelmatig voor brokken. Tal van paaltjes zijn beschadigd en tijdens de zwerfvuilrondes vinden we er regelmatig afgebroken spiegels. De zichtbaarheid van de versmalling dient verbeterd te worden.
De openbare verlichting t.h.v de wegversmalling tussen Pragen en Harcourt was lange tijd stuk. Voertuigen hadden zo nog meer kans om de paaltjes te raken tijdens het doorrijden. De niet functionerende verlichting werd gelukkig vorige week hersteld door Fluvius.
Op 26/01/2021 agendeerde Mark Binon ook reeds een punt met betrekking tot de zichtbaarheid van de versmalling. Er werd toen beslist om fluo-stickers aan te brengen op de palen.
Aangezien de wegversmalling nog steeds voor brokken zorgt zou het nuttig zijn om extra verlichting op de palen te plaatsen.
Foto zie bijlage.
Artikel 1: De gemeenteraad geeft de opdracht aan het schepencollege om de wegversmalling tussen Pragen en Harcourt extra te verlichten.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Al enige tijd is er sprake van een masterplan voor de containerparken in onze buurt. Eindelijk komt er schot in de zaak! Het nieuwe containerpark/ recyclagepark op de Kraaiberg in Bierbeek (grenst aan het industrieterrein) zal ook voor Oud-Heverlee zijn. Goed nieuws dus voor de inwoners van de Bierbeekstraat waar nu het park gelegen is.
Vraag
Wat is de stand van zaken?
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:09:00 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Deze coalitie heeft ons inziens een zeer ongewone visie op ruimtelijke ordening, die wij niet delen.
De verkaveling Elzenbroekstraat- Blandenstraat werd geweigerd. De huidige coalitie zou zelfs dromen van huizen die onderling verbonden zijn met een onderlinge garage, zodat het aantal uitritten naar de straat beperkt zijn. Een zinloze kost voor de kopers, een kost die de prijzen van de woningen in onze gemeente nog meer zal doen stijgen!
In de geweigerde verkaveling ligt ook buurtweg 71, maar daar is in het hele dossier geen sprake van. Terecht merkte de Provincie dit op.
Door dit aspect niet mee te bekijken bij een aanvraag, zou men terug problemen kunnen creëren zoals er in het verleden (en nu nog!) zijn, namelijk buurtwegen die door huizen/tuinen lopen.
Vragen
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:12:05 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Reeds enkele weken is de Naamsesteenweg gesloten voor verkeer. Niet alleen voor auto’s maar ook voor fietsers. Er is een termijnsverlenging voor de uitvoering van de werken.
We wezen er reeds op dat de huidige coalitie kiest voor het STOPP principe, een mooie slogan, doch men schenkt weinig aandacht aan de veiligheid.
Zoals we reeds meldden op de gemeenteraad van 23/11/2021 dienen de fietsers omwille van de omleiding door een zeer donkere straat in het bos te rijden. Het is er pikdonker en gevaarlijk.
De schepenen lieten weten dat het donkere gedeelte op grondgebied van Leuven ligt, maar men zou overleggen met Leuven aangaande de problematiek.
In tegenstelling tot wat men op 23/11 beweerde, is ook een deel van onze gemeente niet verlicht namelijk het stuk Vinkenbosstraat tot aan de Duivenstraat.
Niet alleen is de weg daar hobbelig, maar er is ook een veiligheidsprobleem.
We dringen er dan ook op aan om tenminste op ons grondgebied dringend te zorgen voor de nodige verlichting
Vraag:
Wat is het resultaat van het overleg met stad Leuven aangaande de onveilige situatie?
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 55:36 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Op de gemeenteraad van 26/10/2021 sneden we de problematiek van de geluidsschermen langs de E40 aan. We wezen erop dat er plannen waren om grondophopingen te realiseren aan de oprit E40 in Haasrode, waar volgens ons nochtans geen klachten waren over geluidshinder. We stelden wel de vraag naar de plannen inzake de geluidsschermen langs de E40 in Oud-Heverlee, waar er wel veel klachten over geluidsoverlast is, zeker sinds de schermen afgebroken werden.
Op de gemeenteraad van 23/11/2021 werd de samenwerkingsovereenkomst aangaande de geluidschermen goedgekeurd. De Zuidelijke kant zou eindelijk terug geluidsschermen krijgen. Er werd ook beslist om de schermen aan de Noordkant te verwijderen omdat de geluidshinder daar beperkt zou zijn.
Op de gemeenteraad van 23/11 staat vermeld dat de geluidsoverlast werd gemeten. Maar in deze coronatijd waarin thuiswerk wordt aanbevolen/opgelegd is de verkeersdrukte minder.
We vernemen dat de 6 gezinnen die op grondgebied Oud-Heverlee wonen, net achter de autostrade aan de Noordkant (4 op de Waversebaan en 2 op de Fonteinstraat), zich veel zorgen maken.
Vragen
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:15:50 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Open Vld aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Op de vorige gemeenteraad op 24 november 2021 heeft de gemeenteraad een voorstel tot samenwerking goedgekeurd met AWV voor het plaatsen van nieuwe geluidschermen op de E40 (zuidkant) aan de Fonteinstraat. Hierbij wordt een financiële bijdrage gevraagd van de gemeente.
Toen deze beslissing bekend werd gemaakt is er zeer veel protest gekomen van de inwoners aan de noordkant van de E40 uit Oud-Heverlee en Heverlee omdat bleek dat de oude schermen aan die kant na afbraak niet zouden vervangen worden. Leuven is toen tussen gekomen en de geplande afbraakwerken zijn blijkbaar afgeblazen.
Vragen
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:18:39 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Open Vld aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
Het Schepencollege heeft op 18 december 2018 een omgevingsvergunning afgeleverd voor “het vernieuwen van het parement van de voorgevels van 10 sociale woningen” met als adres Notelarenlaan 4, 6 ,8, Populierenlaan 4, 8 en Seringenlaan 2, 4, 6, 10 en 20.
In deze vergunning staat dat de aangevraagde werken uitsluitend de renovatie van voorgevels betreft.
De renovatie van deze sociale woningen in de Bomenwijk in Oud-Heverlee is nu al een tijdje aan de gang. Op de website van Dijledal staat dat het einde van de renovatie voorzien is voor eind 2021. Echter de meeste huizen staan er nu nog gestript bij zodat deze datum niet kan gehaald worden.
Deze woningen werden voorheen meestal gehuurd door oudere mensen. De informatie op de website van Dijledal vermeldt dat de vernieuwde woningen 4 slaapkamers zullen tellen en geschikt zullen zijn voor 6 personen.
In informatie bekomen via andere kanalen wordt een heel ander verhaal opgehangen. Een aantal van deze woningen zou omgevormd worden tot een woning voor 4 personen en appartementen voor jonge starters. En het totaal aantal bewoners zou stijgen van 10 naar 30 waar het Schepencollege wel gunstig tegenaan zou kijken. Er zijn ook klachten in de buurt over een gebrek aan informatie vanwege Dijledal en het Schepencollege over wat nu juist de bedoeling is van deze renovatie. Blijkbaar is er wel een overleg geweest in november 2020 met Dijledal maar dat heeft de onrust niet weg genomen. Er is ook gevraagd voor een overleg met het Schepencollege waar zover we weten nog niet op ingegaan is.
Vragen
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:25:09 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Open Vld aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
De voortuintjes in de bloemenwijk zijn blijkbaar nog eigendom van Dijledal die ervanaf wil. De gemeente zou niet bereid zijn deze voortuintjes over te nemen en de bewoners zouden nu gevraagd zijn of ze bereid zijn hun voortuintje te kopen. Bedragen van 10.000 euro zouden circuleren.
Vragen
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:30:30 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Open Vld aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
De werken op de Naamsesteenweg zouden normaal ten einde moeten lopen op 23 december 2021.
De wegomleggingen hebben voor veel overlast gezorgd vooral voor de inwoners van Laag-Blanden, waarschijnlijk veel meer dan voor de mensen van Leuven. De vraag rijst of het volledig afsluiten van zo een belangrijke verkeersader voor 3 maanden niet had vermeden kunnen worden door bijvoorbeeld één rijstrook open te houden en te werken met lichten.
Vraag
Heeft het Schepencollege bij de voorbereidende besprekingen van het dossier er bij het Agentschap Wegen en Verkeer en de Stad Leuven op aangedrongen om de rijweg open te houden en te werken met lichten om zo de overlast van de omleidingen tot een minimum te beperken voor onze inwoners?
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:33:45 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van gemeenteraadslid Tom Teck aan de gemeenteraadsagenda van 21 december 2021 toegevoegd.
1. Groenbuffers
In het RUP Sint-Annaveld staat geschreven dat er groenbuffers moeten aangelegd worden t.o.v. aanpalende percelen met een woonfunctie. Uit onze analyse blijkt dat er een groenbuffer zou aangelegd moeten worden op de rode lijnen in onderstaand plan. Klopt dit volgens de bepalingen van RUP Sint-Annaveld?
De groenbuffers zouden moeten aangelegd worden tijdens het eerstvolgende plantseizoen volgend op de bouwvergunning. Over welke bouwvergunning gaat dit? Aangezien de 2e hal gebouwd werd in 2013/2014 gaat het niet over die bouwvergunning. Dient LRV zelf een vergunning in te dienen? Welke incentive heeft LRV om dit te doen? Is dit een holle doelstelling van het RUP Sint-Annaveld?
Zie bijlage 1.
2. Container
Op het domein van LRV staat reeds lange tijd een container. Werd hiervoor een vergunning aangevraagd?
Zie bijlage 2.
3. Verhuur Kantoren
Zowel op de website van de LRV als ook op volgende immosite (https://dgi.immo/nl/vastgoed/detail/3068) worden de kantoren te huur aangeboden.
In de toelichtingsnota staat op pagina 38: “Andere functies worden in beperkte mate toegelaten als complementaire en ondergeschikte functie. Het gaat om kantoren en administratieve diensten, wonen, handel en horeca. Woningen en winkels zijn strikt beperkt in oppervlakte.”
De verhuur aan derden lijkt uitgesloten te worden in de bepalingen van het RUP. In artikel 3.2 staat dat kantoren enkel toegelaten zijn als ze complementair aan de hoofdactiviteit zijn…
Mag LRV deze kantoren verhuren aan derden?
Zie bijlage 3.
4. Parkeren in zone 4
In de toelichtingsnota pagina 38 staat geschreven dat parkeren in zone 3 moet gebeuren: “In deze deelzone wordt eveneens de parkeerbehoefte voor de recreatieve activiteiten opgevangen. Er wordt zowel een minimum als een maximum parkeernorm ingevoerd. Het invoeren van een minimum aantal parkeerplaatsen is noodzakelijk om te vermijden dat de parkeerproblematiek zou afgewenteld worden op de omliggende gebieden en de woonzones in het bijzonder. De parkeerbehoefte moet binnen de perimeter van de recreatiezone worden opgevangen, niet in de woonbuurten er rond.”
Volgens artikel 4.5 is een parking niet toegelaten in zone 4. Het vereiste aantal parkeerplaatsen moet beschikbaar zijn in zone 3. De bepaling is nogal onduidelijk geformuleerd. Mag er in zone 4 geparkeerd worden. Zijn er bepalingen van het Uitzonderingsbesluit van toepassing op dit ‘gemend open ruimte gebied’?
Zie bijlage 4.
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:38:03 van de opname.
De voorzitter sluit de zitting op 23/12/2021 om 16:37.
Namens gemeenteraad,
Marijke Pertz
algemeen directeur
Adinda Claessen
voorzitter van de gemeenteraad