Terug
Gepubliceerd op 05/03/2024

Besluit  gemeenteraad

di 27/02/2024 - 19:30

637 - Nationaal Park Brabantse Wouden - Oprichting Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen vzw - Goedkeuring statuten, Voordracht vertegenwoordigers AV en bestuurders BO, Samenwerkingsovereenkomst Stichtende Leden

Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
Bart Clerckx, burgemeester
Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Sarah D'Hertefelt, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, raadsleden
Marijke Pertz, algemeen directeur
Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
Juridische gronden

Decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg.

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken.

Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van het Nationaal Park Vlaanderen ‘Brabantse Wouden’ conform artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.

Feiten en context

Ons lokaal bestuur Oud-Heverlee ondersteunde in 2021 de kandidatuur als Nationaal Park van de Brabantse Wouden als eerste stap in het kader van de oproep van de Vlaamse overheid.

De gemeenteraad gaf op 30 mei 2023 een toelichting gegeven door schepen Jos Rutten.

Deze erkenning door de Vlaamse Regering volgde op 13 oktober 2023 na positieve evaluatie door een onafhankelijke jury.

Onmiddellijk na erkenning werd door de kernpartners een oprichtingscoalitie bijeen gebracht met naast de kernpartners alle lokale besturen vertegenwoordigd op politiek en ambtelijk niveau.  Tijdens 3 werkvergaderingen werd een consensus bereikt over de ontwerpstatuten van de op te richten vzw Brabantse Wouden, over het betrekken van de landbouwsector en over een vernieuwde samenwerkingsovereenkomst tussen de stichtende leden.

Vandaag ligt dan ook voor :

  • de toetreding tot de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden,
  • de goedkeuring van de statuten en mandaat voor de formele oprichting van de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen,
  • de aanwijzing van een vertegenwoordiger (en plaatsvervanger) in de algemene vergadering en een kandidaat bestuurder in het bestuursorgaan namens Oud-Heverlee,
  • de samenwerkingsovereenkomst tussen de stichtende leden die de eerder goedgekeurde (25 april 2023) samenwerkingsovereenkomst vervangt.

Tijdslijn

19 april 2021: Vlaamse overheid lanceerde de oproep voor kandidaat Nationale Parken en Landschapsparken;

15 september 2021: een kandidatuur Nationaal Park Brabantse Wouden werd ingediend onder de vorm van een conceptnota;

Medio 2022: minister van Omgeving Zuhal Demir  selecteerde Brabantse Wouden als één van de zes kandidaten en kent een projectsubsidie toe voor de uitwerking van de kandidatuur tot een masterplan en samenwerkingsovereenkomst;

25 april 2023: positief advies over masterplan en goedkeuring samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad van Oud-Heverlee;

31 mei 2023: indiening masterplan;

31 augustus 2023 positief advies over de Brabantse Wouden uitgebracht door de onafhankelijke jury;

13 oktober 2023 erkenning van het Nationaal Park Brabantse Wouden door de Vlaamse regering, voor onbepaalde duur, met principiële toezegging van de volledige subsidie door Vlaanderen (ic. maximaal 608 000 €/jaar);

26 februari 2024 goedkeuring statuten Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen vzw (verder NPBWV), voordracht vertegenwoordigers en bestuurders en goedkeuring samenwerkingsovereenkomst door de gemeenteraad;

21 maart 2024 formele oprichting NPBWV.

Argumentatie

De regio tussen Halle en Leuven wordt gekenmerkt door een gordel van bossen (Hallerbos, Zoniënwoud, Meerdaalwoud en Heverleebos) en plateaus, aan elkaar geregen door valleien (Zenne, Ijse, Laan, Voer en Dijle).

Ons lokaal bestuur Oud-Heverlee onderschrijft de ambitie om deze regio uit te bouwen tot het Nationaal Park Brabantse Wouden. Daartoe ondersteunde Oud-Heverlee in 2021 de kandidatuur van de Brabantse Wouden in het kader van de oproep van de Vlaamse overheid.

De kandidatuur werd geselecteerd, en een gebiedscoalitie werkte deze verder uit tot een masterplan voor definitieve selectie in de tweede stap. Deze coalitie bestaat uit de provincie Vlaams-Brabant, het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid, de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud vzw, de Koninklijke Schenking en twaalf gemeenten, waaronder Oud-Heverlee. Dit zijn de stichtende leden.

Een intensief proces van in totaal 300 vergaderingen en participatiemomenten leidden tot een masterplan en een operationeel plan.

Dit masterplan en operationeel plan werden positief geadviseerd door de gemeenteraad op 30 mei 2023.  Het vormt evenwel geen beslist beleid noch beleidsmatig gewenste ontwikkeling.

Bij die goedkeuring door de gemeenteraad werden volgende aandachtspunten geformuleerd :

  • zie onderdeel samenwerkingsovereenkomst voor de specifieke punten per gemeente.
  • A. Randvoorwaarden:

    Het masterplan:

    - is een samenhangend en geïntegreerd geheel van doelstellingen en projectvoorstellen

    - is niet te beschouwen als een document dat in al zijn doelstellingen en projecten goedgekeurd moet worden door alle partners of participanten

    - is geen “beslist beleid” 

    - is geen Beleidsmatig Gewenste Ontwikkeling is zoals bedoeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en kan niet gehanteerd worden bij de beoordeling van vergunningsaanvragen

    - genereert geen verplichtingen of  beperkende maatregelen  bovenop de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen BW of voor de gebruikers ervan, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen.

    - kan nooit afbreuk doen aan de autonome beheerbevoegdheid van de terreinbeheerders in de ruime zin van het woord, noch aan de gemeentelijke of provinciale bevoegdheden, opdrachten of autonomie.

    - bevat een ruim voorstel van projecten  voor de eerste werkperiode van 6 jaar en dat de gefaseerde opstart van deze projecten afhankelijk is van het aantrekken van financiering en cofinanciering én van het nog later te nemen engagement van gemeenten en andere partners om er al dan niet in te participeren.

    B. Opmerkingen

    B.1. Algemene opmerkingen

    1. Masterplan heeft geregeld de kenmerken van een operationeel plan en is een mix tussen een masterplan en een operationeel plan. In de inleiding wordt gesteld dat het masterplan ook een ruim voorstel van projecten voor de eerste werkperiode van 6 jaar, het zogenaamde operationeel plan omvat. Er is intussen ook een apart operationeel plan opgenomen. De inhoud van het masterplan moet op dit punt verduidelijkt worden.
    2. Er worden zaken beloofd zoals erfgoedconsulent, expert water, expert bomen, .. . De vraag stelt zich of dit wel allemaal haalbaar is en of er geen prioritietenstelling nodig is op het vlak van terbeschikkingstelling van personeel (bezetting parkbureau is immers beperkt).
    3. Er worden doelstellingen – acties voorgesteld die niet tot de bevoegdheden van de samenwerkende partners behoort, zoals de opmaak van een gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplan (zie 3.2.6) of het voorzien van compensaties voor herbevestigd agrarisch gebied, beide bevoegdheden van de Vlaamse regering. Het document wordt best aangepast dat die doelstellingen – acties eerder als voorstellen tot, aankaarten van … worden geherformuleerd.
    4. Sommige doelstellingen – projecten zijn slechts haalbaar als daarvoor financiële middelen van derden, anderen dan de samenwerkende partners, gegarandeerd worden.. Een algemene passus in de inleiding (bepaalde doelstellingen – projecten zijn slechts haalbaar mits groeiende financiële ondersteuning vanuit derden waaronder de Vlaamse Overheid) , plus een explicitering bij die doelstellingen – actie zouden toch een méérwaarde vormen.
    5. Governance. Het gemeentebestuur heeft enkele opmerkingen:

    – in de inleiding van het masterplan is het benadrukken van de volgende afspraak belangrijk: “de tijdelijke governance structuur uit de samenwerkingsovereenkomst is geen voorafname van de definitieve governance”

    – in de definitieve governance moet ook gedacht worden aan een permanente vertegenwoordiging van een aantal  gemeenten, dit op basis van criteria zoals bijdrage aan de oppervlakte natuurkernzones;

    -          de samenstelling van de bestuursorganen moet beantwoorden aan artikel 8 van het Parkendecreet (ook op het vlak van de stakeholders).

     Concrete opmerkingen

    1. Bij de inleiding van het masterplan zouden nog de volgende zinnen toegevoegd moeten worden bij autonomie van alle partijen

    -  de doelstellingen, acties en projectvoorstellen opgenomen in dit masterplan houden geen financiëel engagement in van de deelnemende partners;

    -  … al dan niet participeren en/of goedkeuring te hechten.

    -  Voor de lokale projecten wordt onderzocht in overleg met de gemeenten en de partners wat het draagvlak is, wat de scope is, welke de lokale behoeften zijn en wat een bijkomende gerichte ondersteuning kan inhouden.

     

    Hoofdstuk 3.1: natuur en klimaat.

    2. Bij de doelstelling: “we halveren de lichtverstoring en in de natuurkernen stoppen we ze” wordt er gepleit voor een afschakelbeleid tijdens de nachtelijke uren binnen de natuurkernen. Wij pleiten voor een gedifferentieerde en pragmatische aanpak die rekening houdt met de duisternisbehoeften ifv mens en  natuur, met de nodige verlichting langs doorgangswegen en bepaalde fietsverbindingen.

     3. De verschillende kwantitatieve doelstellingen onder hoofdstuk 3.1.5, 3.16, 3.1.7, 3.1.8, 3.1.10 zijn niet duidelijk. Zijn deze cumulatief ? Zijn deze additioneel ? Hoe verhouden die zich tot  de cijfers onder 3.1.11.

     

    In hoofdstuk 3.2.7 worden groennormen (boombedekking in bewoonde ruimtes) opgenomen. Deze zijn echter verschillend van deze opgenomen in het ontwerp klimaat- en energieactieplan van Oud-Heverlee. Het verdient aanbeveling bij elke van deze normen aan te geven dat de normen van bestaande, recente plannen of plannen in uitwerking overeind blijven, gelet op de gemeentelijke autonomie en/of dat de opgenomen normen streefnormen of ideale normen zijn.

     4. Doelstelling 200.000 extra bomen buiten bosverband.

    -          hier ontbreekt de relatie met de doelstellingen in kader van het lokaal energie- en klimaatpact en het Bomencharter. Er moet geschetst worden hoe al die doelstellingen en normen zich tot elkaar verhouden

    -          het verdient aanbeveling om rollen en verantwoordelijkheden rond deze doelstelling te verduidelijken – wat is de rol van regionale landschappen in deze ?

    5. doelstelling “valoriseren­ van het bouwkundig erfgoed van de Brabantse Wouden” . Deze doelstelling verdient gelet op de hoge budgettaire consequenties enige nuancering: “valoriseren waar haalbaar, “ lijkt een betere formulering.

    6. Hoofdstuk 3.4. toerisme en beleving is een goed uitgewerkt en duidelijk hoofdstuk. Het gemeentebestuur van Oud-Heverlee heeft 3 opmerkingen:

            – dit hoofdstuk is te weinig gericht op verenigingen en/of georganiseerde groepsactiviteiten. Dit lijkt ons een tekortkoming.

    - het concept van een onthaalpoort ontbreekt. Hiermee wordt een plaats bedoeld waar recreanten kunnen onthaald worden en van waaruit (natuur)belevingsactiviteiten kunnen vertrekken. Het Zoet Water zou een dergelijke onthaalpoort kunnen zijn, gelet ook op de aanwezigheid van het streekhuis;

    - geluidsberm langsheen E40 – de status “ver gevorderd” lijkt ons niet correct.

     

    Hoofdstuk 3.5.

    7. Klimaatadaptief waterbeheer is betere term dan adaptief waterbeheer – zie gebruik van deze terminologie in de klimaat- en energieactieplannen en de (ontwerpen) van hemelwater- en droogteplannen

    8. OH heeft als randvoorwaarde voor de kandidatuurstelling gepleit voor een volwaardig flankerend landbouwbeleid : er een volwaardig flankerend landbouwbeleid wordt voorzien met diverse vormen van stimuli zoals bedrijfsreconversie. Dit is onvoldoende uitgewerkt in dit hoofdstuk 3.5.

Na een positief juryverslag over het masterplan en operationeel plan werden de Brabantse Wouden als Nationaal Park erkend door de Vlaamse Regering op 13 oktober 2023.

Zoals in het parkendecreet en uitvoeringsbesluit voorzien, dient binnen de 6 maand een rechtspersoon zonder winstoogmerk opgericht te worden aan wie het parkbeheer door de bevoegde Minister zal worden toegewezen.  Dat wordt de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen.

Op dezelfde gemeenteraad van 30 mei 2023 werd een samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd tussen de stichtende leden.  Deze voorzag o.a. in de cofinanciering door de provincie en de 12 lokale besturen voor het jaar 2024.  Deze overeenkomst vervalt bij oprichting van de vzw.  Ze wordt dan ook vervangen door een nieuwe overeenkomst met een looptijd van 2 jaar (2024-2025) waarna een volgende 6-jarige overeenkomst zal worden voorgelegd die is afgestemd op de beleidscyclus.  Het eerder genomen budgettair engagement voor 2024 wordt herbevestigd en uitgebreid met eenzelfde engagement voor 2025.

In de periode november 2023- februari 2024 werd een oprichtingscoalitie bijeengebracht met politieke en ambtelijke vertegenwoordigers van alle stichtende leden.  Deze oprichtingscoalitie stelde voorliggende statuten en de nieuwe samenwerkingsovereenkomst (2024-2025) op.

De statuten voorzien dat de Algemene Vergadering (verder AV), die minstens 4 x per jaar vergadert, de volledige inhoudelijke sturing waarneemt.  De AV is met andere woorden exclusief bevoegd voor de inhoudelijke besluitvorming over de doelstellingen en de projecten van de vzw.  De lokale besturen hebben in deze AV, statutair verankerd, minstens de helft van de stemmen.  Op het moment van stichting heeft elk lokaal bestuur 1 stem via één vertegenwoordiger en één plaatsvervanger.

De statuten voorzien dat het Bestuursorgaan (verder BO), dat frequent vergadert, ertoe gehouden is te werken binnen het inhoudelijke en budgettaire kader dat door de Algemene Vergadering wordt uitgezet voor de inhoudelijke doelstellingen en projecten. 

Het BO wordt beperkt tot 12 effectieve bestuurders  waarvan 6 bestuurders namens de gemeenten.  Daartoe stelt elk van de 12 gemeenten een kandidaat bestuurder voor.  Volgens art. 5 van de samenwerkings-overeenkomst wordt bepaald dat de 12 gemeenten in onderling overleg de effectieve voordracht van 6 bestuurders namens de gemeenten doen aan de AV.  De gemeenten zijn, in onderling overleg en ten allen tijde, ook bevoegd om te voorzien in de voordracht aan de AV van één of meerdere nieuwe bestuurders ter vervanging van zittende bestuurders.  Op deze wijze kan door de gemeenten zelf, desgewenst, in een rotatie van gemeentelijke bestuurders worden voorzien binnen het bestuursorgaan.  De kandidaat bestuurders vanuit de gemeenten die niet voorgedragen worden als bestuurder ontvangen bovendien alle vergaderstukken (agenda, stukken, verslag) van de vergaderingen van het bestuursorgaan net zoals de aangestelde bestuurders.  Zij hebben ook het recht om, op uitnodiging van het bestuursorgaan, als waarnemer de vergaderingen van het bestuursorgaan bij te wonen.  Op deze wijze blijft voor elke gemeente ten allen tijde een hoge betrokkenheid bij het bestuursorgaan gegarandeerd en kan een voldoende slank bestuursorgaan worden gecreëerd.

Volgens het parkendecreet dienen de gemeentelijke vertegenwoordigers in de AV en de gemeentelijke bestuurders in het BO gemeenteraadsleden te zijn. 

De ambtelijke vertegenwoordiging van ons lokaal bestuur binnen de Brabantse Wouden verloopt via een omvangrijke beheerstructuur met themagroepen en een initiatiefgroep.

De aandachtspunten door de gemeenten werden opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst. 

Wat de vertegenwoordiging van de landbouwsector binnen de beheerstructuren betreft, erkennen de stichtende leden de bijzondere positie van de landbouw in de BW, als betrokken actor met een zeer grote impact in het landschap / de ruimte en als partner voor de doelstellingen van de vzw NPBWV. 

Daarom zijn de stichtende leden het unaniem eens om een vertegenwoordiger van de landbouwsector op te nemen als werkend lid (dus met stemrecht). Net zoals voor elk stichtend lid geldt dat die organisatie de samenwerkingsovereenkomst moet ondertekenen, inclusief de doelstellingen die vastgelegd zijn in bijlage II van die overeenkomst.

Aangezien er vandaag geen rechtspersoon namens de landbouwers uit de BW voorhanden is die de doelstellingen in bijlage II van de samenwerkingsovereenkomst kan onderschrijven wordt voorzien in een overgangsregeling.

Voor een periode van 2 jaar vanaf oprichting van de vzw NPBWV zal daarom een actieve landbouwer uit de BW als toegetreden lid deel uitmaken van de Algemene Vergadering (zonder stemrecht). 

Tevens zal een actieve landbouwer uit de BW als waarnemer uitgenodigd worden voor de vergaderingen van het Bestuursorgaan.

Initiatieven worden genomen vanuit de landbouwers (en door de stichtende leden ondersteund) om een rechtspersoon met actieve landbouwers uit het werkingsgebied BW op te richten die na die overgangsperiode kan gelden als vertegenwoordiger van landbouwers die zich positief willen engageren in en voor de BW.

Met voorliggend besluit kan de gemeenteraad van Oud-Heverlee :

  • Akkoord gaan met de oprichting van en toetreding tot de vzw NPBWV.
  • Akkoord gaan met de statuten van de vzw NPBWV.
  • Akkoord gaan met een samenwerkingsovereenkomst, met inbegrip van financiering, tussen de stichtende leden voor de kalenderjaren 2024-2025 die de eerdere samenwerkingsovereenkomst vervangt.
  • Een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger afvaardigen voor de Algemene Vergadering.
  • Een kandidaat bestuurder voordragen voor aanstelling van een Bestuursorgaan door de Algemene Vergadering.
Financiële gevolgen

Een erkenning als Nationaal Park door de Vlaamse overheid impliceert een Vlaamse financiering van 80% van het budget voor het parkteam. Het masterplan begroot de gevraagde subsidie door de Vlaamse overheid op 608 000 euro. Dit bedrag werd als maximum principieel toegezegd via de Beslissing van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2023.

De overige 20% komt van de provincie en gemeenten. De verdeelsleutel over de gemeenten is bepaald o.b.v. oppervlakte-aandeel en totaal inwonersaantal.

Voor Oud-Heverlee komt dit neer op 7.500 euro per jaar waarbij het voorliggend budgettair engagement zich beperkt tot 2024 en 2025.

 

Publieke stemming
Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Sarah D'Hertefelt, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Marijke Pertz
Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Mark Binon, Sarah D'Hertefelt, Josien Van Dyck, Diana Bulens, Gerrit Versyck
Onthouders: Tom Teck, Patrice Lemaitre, Fien Gilias, An Geets
Resultaat: Met 15 stemmen voor, 4 onthoudingen
Besluit

Artikel 1: De gemeenteraad keurt de oprichting van en toetreding tot de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen goed.

Artikel 2De gemeenteraad keurt de statuten voor de rechtspersoon in oprichting vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen goed:

 

Tussen ondergetekenden, zijnde rechtspersonen:

  • De provincie Vlaams Brabant, vertegenwoordigd door de Deputatie, voor wie optreden Bart Nevens, Gedeputeerde-verslaggever, en Hilde Torfs, directeur Ruimte, , handelend in uitvoering van de beslissing van de provincieraad d.d. xxx 2024
  • Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering, bij delegatie vertegenwoordigd door Goedele Van der Spiegel, administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Havenlaan 88/bus 75 en ondernemingsnummer [Ondernemingsnummer]
  • De Vrienden voor Heverleebos en Meerdaalwoud vzw, met maatschappelijke zetel te 3001 Leuven, Waversebaan 66 en ondernemingsnummer 0410.963.95, vertegenwoordigd door Jan Horemans en Bart Vercoutere, handelend in uitvoering van de beslissing van xxx
  • De Koninklijke Schenking, zelfstandige openbare instelling, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Brederodestraat 14 en ondernemingsnummer 0207.913.758, vertegenwoordigd door Fabrice Carton, afgevaardigd-bestuurder, handelend in uitvoering van de beslissing van de Raad van Bestuur d.d. xxx 2024
  • De gemeente Beersel, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Bertem, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Bierbeek, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De stad Halle, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Hoeilaart, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Huldenberg, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Kortenberg, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De stad Leuven, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Linkebeek, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024
  • De gemeente Overijse, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

De gemeente Tervuren, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de gemeenteraad en de Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

Hierna de stichtende leden te noemen, is op 21 maart 2024 overeengekomen een vereniging zonder winstoogmerk (hierna ‘vzw’ genoemd) op te richten overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van 23 maart 2019 (hierna ‘WVV’ genoemd), en daartoe unaniem volgende statuten te aanvaarden:

I. RECHTSVORM, BENAMING EN WERKINGSGEBIED, ZETEL EN DOEL

Artikel 1. Benaming en werkingsgebied

§1. De vereniging wordt ‘Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen’, vereniging zonder winstoogmerk genoemd (hierna: vzw).

Deze naam moet voorkomen in alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen,  brieven, orders, websites en andere stukken, al dan niet in elektronische vorm, uitgaande van een rechtspersoon, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden "vereniging zonder winstoogmerk" of door de afkorting "vzw", samen met volgende gegevens: de nauwkeurige aanduiding van de zetel van de rechtspersoon, het ondernemingsnummer, het woord "rechtspersonenregister" of de afkorting "RPR", de vermelding van de rechtbank van de zetel van de rechtspersoon, en in voorkomend geval, het e-mailadres en de website van de rechtspersoon.

 

§2. De vzw heeft als werkingsgebied het Vlaamse gedeelte van de Brabantse Wouden, een gebied met een benaderende oppervlakte van 329 km² dat onder meer de volgende (delen van) gemeenten omvat : Beersel, Bertem, Bierbeek, Halle, Hoeilaart, Huldenberg, Kortenberg, Leuven, Linkebeek, Oud-Heverlee, Overijse en Tervuren (hierna :werkingsgebied). 

Dit werkingsgebied omvat enerzijds het Nationaal Park Brabantse Wouden zoals het werd erkend door de Vlaamse Regering op 13 oktober 2023 en anderzijds een zeer ruime landschappelijke zone errond die een voedende, beschermende en verbindende functie vervult. Een indicatieve kaart met de afbakening van het Werkingsgebied is weergegeven als bijlage bij deze statuten.

Artikel 2. Maatschappelijke zetel

De zetel van de vzw is gevestigd te Duboislaan 2 te 1560 Hoeilaart, gelegen in het Vlaams Gewest.

Artikel 3. Belangeloos doel en voorwerp van de vzw

 

§1. De vzw stelt zich tot belangeloos doel, binnen haar werkingsgebied tenzij anders vermeld:

  • De doelstellingen van een erkend Nationaal Park zoals bedoeld in artikel 4 §  2 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg.
  • Het beschermen en versterken van de biodiversiteit evenals de onderliggende ecologische structuren en bijhorende processen, zowel in het bosecosysteem, de valleisystemen als de landbouwsystemen en de linken ertussen..
  • Het beschermen van culturele waarde met inbegrip van de erfgoedwaarde en landschappelijke kwaliteiten.
  • Het beschermen en verduurzamen van de grondgebonden landbouw in de landschappelijke zone.
  • Het ontwikkelen en promoten van toerisme en recreatie waarbij meerwaarde voor de plek, de lokale gemeenschappen, de ondernemers en de bezoekers wordt gecreëerd, echter zonder de ecologische draagkracht te overschrijden en met aandacht voor de spreiding in tijd en ruimte.
  • Via principes van co-creatie een bijdrage leveren aan de duurzame economische en sociale ontwikkeling van de bewonersgemeenschap en ondernemers in het werkingsgebied en onmiddellijke omgeving.
  • Het nastreven dat alle bezoekers van het nationaal park een bijzondere ervaring kunnen meemaken op het gebied van natuur, erfgoed, cultuur en landschap.  Het nastreven dat mensen die wonen of werken in het nationaal park zich bewust zijn van de unieke waarden van de natuur, het landschap en de cultuurhistorie van het nationaal park en van het belang van het beschermen en behouden van deze waarden voor huidige en toekomstige generaties.
  • Het streven naar een werking als Nationaal Park Brabantse Wouden in de drie gewesten, in nauw overleg met besturen, administraties of andere (rechts)personen in het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Dit belangeloos doel wordt verder geconcretiseerd in een masterplan per periode van 24 jaar in de zin van het decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg van 9 juni 2023.  

Het voorwerp, ofwel de concrete activiteiten waarmee de vzw haar belangeloos doel verwezenlijkt, zijn onder meer:

  • Het opmaken van operationele plannen met een projectenprogramma voor perioden van 6 jaar ter realisatie van het belangeloos doel.
  • Het opzetten van thematische en projectmatige overlegstructuren met alle partners die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijking van het belangeloos doel.
  • De logistieke, communicatieve, financiële en technische ondersteuning van leden bij de realisatie van de doelstellingen van het masterplan en/of de uitvoering van projecten uit het operationeel plan.
  • Het ontwikkelen van eigen expertises en competenties via eigen personeel die maximaal complementair zijn met deze van de leden en ter beschikking stellen van deze expertises en competenties aan de leden voor de realisatie van de doelstellingen of de uitvoering van projecten.
  • Het uitvoeren in eigen beheer van projecten ter realisatie van de doelstellingen en/of de eigen uitvoering van projecten uit het operationeel plan.
  • Het organiseren van een brede maatschappelijke werking in het werkingsgebied en onmiddellijk omgeving en het organiseren van een integrale toegankelijkheid.
  • Het laten floreren van de vrijwilligerswerking en de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties actief binnen het werkingsgebied.
  • Communicatie naar het ruime publiek.
  • Het benutten en stimuleren van het wetenschappelijk onderzoek in het werkingsgebied via een onderzoeksroadmap in overleg met een wetenschappelijke raad en het organiseren van monitoring.
  • Het werven van private fondsen en het binnenhalen van overheidsfondsen voor realisatie van de doelstellingen en/of voor de rechtstreekse financiering van projecten.
  • De kennisuitwisseling en gewestgrensoverschrijdende afstemming met het Waals Gewest, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met als oogmerk de ontwikkeling van een gewestgrens­overschrijdend park Brabantse Wouden.
  • De kennisuitwisseling met andere Vlaamse parken, het Vlaamse parkenbureau en buitenlandse Nationale Parken.
  • Het gebruiken van en toezien op het gebruik van de namen ‘Vlaams Park Brabantse Wouden’ of ‘Nationaal Park Brabantse Wouden’ in overeenstemming met artikel 18 van het decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg van 9 juni 2023 en van de naam of titel ‘Brabantse Wouden’ in het algemeen.

§2. Daarnaast kan de vzw alle activiteiten ontplooien die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van haar belangeloos doel, met inbegrip van bijkomstige commerciële en winstgevende activiteiten waarvan de opbrengsten altijd volledig zullen worden bestemd voor de verwezenlijking van haar doel.

Zij mag rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de oprichters, de leden, de bestuurders of enig andere persoon behalve voor het in de statuten bepaald belangeloos doel. Elke verrichting in strijd met dit verbod is nietig.

Artikel 4. Duur van de vzw

De vzw is opgericht voor onbepaalde duur en kan op elk moment ontbonden worden.

II. LIDMAATSCHAP

Artikel 5. Werkende leden en toegetreden leden

De vzw bestaat uit werkende en toegetreden leden.  De stichtende leden worden als werkende leden gekwalificeerd in de zin van deze statuten.

Artikel 6. Aantal leden

Het aantal werkende en toegetreden leden is onbeperkt met een minimum van drie leden.

Artikel 7. Lidmaatschap van leden

§1.

Als werkend lid kunnen volgende rechtspersonen worden toegelaten :

  • De gemeenten op wier grondgebied het Nationaal Park  gelegen is,
    • De eigenaars en/of beheerders van terreinen binnen het werkingsgebied voor zover ze eigenaar zijn van meer dan 200 ha en ze hun beheer langdurig afgestemd hebben op de doelstellingen van het Nationaal Park.
    • Rechtspersonen die activiteiten ontplooien binnen het werkingsgebied die positief kunnen bijdragen aan één of meerdere doelstellingen uit het Masterplan.

Alle werkende leden treden toe tot de samenwerkingsovereenkomst tussen de stichtende leden en onderschrijven uitdrukkelijk en schriftelijk de daarin opgenomen “doelstellingen voor de Brabantse Wouden”.

Als toegetreden lid kunnen volgende rechtspersonen worden toegelaten :

  • Actoren wier medewerking nuttig is voor de realisatie van de doelstellingen van het Nationaal Park,
  • Projectmatige partners in functie van de realisatie van bepaalde deelaspecten van het Masterplan,
  • Onderzoekspartners. 

§2.

Kandidaat-leden kunnen alleen uitgenodigd worden tot lidmaatschap van de vzw door het Bestuursorgaan of door de Algemene Vergadering.

De Algemene Vergadering beslist autonoom over de finale aanvaarding van de kandidaat als lid. Deze beslissing moet gemotiveerd worden. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk.

§3. Paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op de stichtende leden. Het lidmaatschap van de stichtende leden die ook werkende leden zijn in de zin van deze statuten staat vast bij de oprichting van de vzw.

§4 In afwijking van vorige paragrafen kan een actieve beroepslandbouwer als vertegenwoordiger van de landbouwsector deel uitmaken van de Algemene Vergadering als toegetreden lid zonder stemrecht.  Dit afwijkend lidmaatschap eindigt van rechtswege uiterlijk 2 jaar na oprichting van de vzw, waarna de vertegenwoordiging van de landbouwsector zal dienen te verlopen volgens de bepalingen van de paragrafen 1 en 2..

Artikel 8. Rechten en plichten van leden 

Toegetreden en werkende leden hebben enkel de rechten en plichten die in deze statuten of in de wetgeving worden omschreven.

De volheid van lidmaatschap, met inbegrip van stemrecht op de Algemene Vergadering, komt uitsluitend toe aan de werkende leden.  De toegetreden leden hebben een adviserende rol.

Werkende en toegetreden leden erkennen en aanvaarden de doelstellingen, de statuten, de reglementen, de beslissingen, richtlijnen, gedragscodes en eventuele charters van de vzw.

De werkende en toegetreden leden, kunnen op de zetel van de vereniging het register van de leden raadplegen. Daartoe richten zij een schriftelijk verzoek aan het Bestuursorgaan met wie zij een datum en het uur van de raadpleging van het register overeenkomen. Dit register kan niet worden verplaatst. De vzw kan het register van de leden in elektronische vorm bijhouden, onder de voorwaarden bepaald in het Wetboek vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019 (hierna WVV).

 

Artikel 9. Financiering door werkende leden

De vzw wordt gefinancierd door haar werkende leden in lijn met het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg en besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2013 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken.

Tussen de werkende leden wordt daartoe periodiek een samenwerkingsovereenkomst afgesloten waarvan de periodiciteit is afgestemd op de BBC cyclus van de gemeenten.

De toegetreden leden zijn niet verplicht een jaarlijkse financiële bijdrage te doen maar kunnen daar spontaan toe beslissen of daartoe worden uitgenodigd door de Algemene Vergadering.

De werkende leden van de vzw die de door hen verschuldigde bijdrage niet betalen, worden geacht ontslag te nemen als werkend lid van de vzw.  Het ontslag geeft geen recht op terugbetaling van reeds betaalde bedragen.

Artikel 10. Ontslagneming van leden

Het lidmaatschap van leden neemt een einde:

1)      Door vrijwillig ontslag, per brief of e-mail gericht aan het Bestuursorgaan;

2)      Door uitsluiting door de Algemene Vergadering volgens de regels voorzien in het WVV;

3)      Het weigeren van betaling van de verschuldigde bijdrage bedoeld in art. 9;

4)      Van rechtswege, zodra een lid de hoedanigheid verliest of niet meer voldoet aan de voorwaarden krachtens dewelke deze persoon in de vzw wordt opgenomen;

De ontslagneming vanwege een lid gaat onmiddellijk in.

Artikel 11. Schorsing van leden

Als een lid in strijd handelt met de doelstellingen van de vzw, kan het Bestuursorgaan het lidmaatschap schorsen in afwachting van de Algemene Vergadering waarop beslist wordt over de beëindiging van het lidmaatschap. 

Artikel 12. Uitsluiting van leden

Het lidmaatschap van een lid kan op elk moment worden beëindigd door een bijzonder besluit van de Algemene Vergadering, bijeengeroepen door haar voorzitter of op verzoek van het Bestuursorgaan of op verzoek van minstens 1/5 van de vertegenwoordigers van de werkende leden, met naleving van de aanwezigheids- en meerderheids-vereisten voorgeschreven voor een statutenwijziging.

De uitsluiting wordt geagendeerd met alleen de naam. Het lid wordt door de voorzitter van de Algemene Vergadering geïnformeerd over de motieven voor de uitsluiting. Het lid moet worden gehoord op de Algemene Vergadering en kan zich laten bijstaan door een advocaat.

Artikel 13. Uitsluiting van rechten op het bezit van de vzw 

Geen enkel werkend of toegetreden lid, noch de erfgenamen of rechthebbenden kunnen enige aanspraak laten gelden of uitoefenen op het bezit van de vzw.

Ze kunnen evenmin de betaalde bijdragen terugvorderen.

Deze uitsluiting van rechten op het bezit van de vzw geldt te allen tijde: tijdens het lidmaatschap, bij beëindiging van het lidmaatschap om wat voor reden dan ook, bij ontbinding van de vzw, enz.

III. ALGEMENE VERGADERING

Artikel 14. Samenstelling van de Algemene Vergadering

De Algemene Vergadering bestaat uit de werkende en toegetreden leden.

De samenstelling wordt als volgt geregeld:

  • Provincie Vlaams-Brabant: vertegenwoordigd door 4 leden van de Deputatie.
  • Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB): de Vlaamse minister bevoegd voor de omgeving en de natuur of de administrateur-generaal van het ANB en 2 leden aangeduid door de administrateur-generaal van het ANB.
  • De Vrienden voor Heverleebos en Meerdaalwoud vzw: vertegenwoordigd door 2 gemandateerde vertegenwoordigers.
  • De Koninklijke Schenking: vertegenwoordigd door 1 gemandateerde vertegenwoordiger.
  • De gemeenten : vertegenwoordigd door een gemandateerd gemeenteraadslid.
  • Overige leden: vertegenwoordigd door de voorzitter van de organisatie of rechtspersoon of een door de organisatie of rechtspersoon gemandateerde vertegenwoordiger.

Voor elke vertegenwoordiger wordt door de rechtspersonen een vaste plaatsvervanger aangeduid.  Voor wat de gemeenten betreft zijn deze vaste plaatsvervangers eveneens gemeenteraadslid.

De Algemene Vergadering kiest haar voorzitter en diens vaste plaatsvervanger uit de vertegenwoordigers van de Provincie Vlaams-Brabant.

Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter en de vaste plaatsvervanger wordt de Algemene Vergadering voorgezeten door een werkend lid aangewezen door de voorzitter.

Minstens de helft van de stemgerechtigde vertegenwoordigers binnen de Algemene Vergadering zal bestaan uit vertegenwoordigers van de gemeenten.  Indien aan deze verhouding niet meer is voldaan door bijvoorbeeld fusies van gemeenten, uittreding van gemeenten of toetreding van overige werkende leden zullen de statuten worden aangepast teneinde te kunnen blijven voldoen aan deze bepaling.

Wijzigingen inzake bevoegdheidsregeling van de leden of hun vertegenwoordigers, naamgeving of reorganisatie van de leden zijn niet te beschouwen als een wijziging van de samenstelling van de Algemene Vergadering en leiden niet tot een wijziging van de statuten.

Artikel 15. Bevoegdheden van de Algemene Vergadering

De Algemene Vergadering is exclusief bevoegd voor de inhoudelijke besluitvorming over de doelstellingen en de projecten van de vzw. Met andere woorden, de inhoudelijke sturing van de vzw wordt voorbehouden aan de Algemene Vergadering.

De volgende exclusieve bevoegdheden worden verder ook uitsluitend door de Algemene Vergadering uitgeoefend:

1)      De wijziging van de statuten

2)      De bekrachtiging en de afzetting van de bestuurders

3)      Indien van toepassing: de benoeming en de afzetting van de commissarissen en het bepalen van hun eventuele bezoldiging

4)      De goedkeuring van de jaarrekening en van de begroting

5)      De kwijting aan de bestuurders en de commissarissen, alsook, in voorkomend geval, het instellen van de verenigingsvordering tegen de bestuurders en de commissarissen

6)      De ontbinding van de vereniging, na goedkeuring door minimaal 4/5e van de gemeenteraden

7)      De aanvaarding van een lid en de uitsluiting van een lid

8)      De omzetting van de vzw in een IVZW, een coöperatieve vennootschap erkend als sociale onderneming of in een erkende coöperatieve vennootschap sociale onderneming, na goedkeuring door minimaal 4/5e van de gemeenteraden

9)      Het doen of aanvaarden van een 'inbreng om niet' van een algemeenheid

10)   Alle andere gevallen waarin de wet of de statuten dat vereisen

Artikel 16. Vergaderingen van de Algemene Vergadering

De Algemene Vergadering wordt minstens 4 maal per jaar samengeroepen door haar voorzitter of diens vaste plaatsvervanger, waarvan één vergadering uiterlijk 6 maanden na afsluiting van het boekjaar moet plaatsvinden.

Telkens het belang van de vzw het vergt, kan haar voorzitter of diens vaste plaatsvervanger een Buitengewone Algemene Vergadering samenroepen.

Haar voorzitter of diens vaste plaatsvervanger is er toe gehouden een Buitengewone Algemene Vergadering samen te roepen op aanvraag van minstens één vijfde van de vertegenwoordigers van de werkende leden.

Artikel 17. Uitnodiging en agenda van de Algemene Vergadering

Haar voorzitter of diens vaste plaatsvervanger roept de leden, de bestuurders en desgevallend de commissaris tot de gewone of Buitengewone Algemene Vergadering op door middel van een brief of een e-mail die de agenda vermeldt.

De uitnodiging voor de gewone of buitengewone Algemene Vergadering wordt verzonden minstens 45 kalenderdagen vóór de datum van de vergadering 

Indien een Buitengewone Algemene Vergadering gevraagd wordt door minstens één vijfde van de leden wordt de vergadering uiterlijk 21 kalenderdagen na het verzoek bijeengeroepen.

De uitnodiging bevat de datum, uur en plaats van de Algemene Vergadering, evenals een ontwerp van agenda.  De vergadering kan digitaal georganiseerd worden.

Eventuele vergaderstukken worden ten laatste 15 kalenderdagen voor de Algemene Vergadering overgemaakt.

Aan de leden, de bestuurders en desgevallend de commissarissen die erom verzoeken wordt onverwijld en kosteloos een kopie verzonden van de stukken die krachtens het WVV aan de Algemene Vergadering moeten worden voorgelegd.

Enkel de punten die op de agenda vermeld staan, kunnen besproken worden op de vergadering. Op verzoek van elk lid kunnen aan deze dagorde evenwel agendapunten worden toegevoegd. Dit verzoek moet uiterlijk 30 kalenderdagen voor het tijdstip van de Algemene Vergadering aan haar voorzitter bezorgd worden.

Artikel 18. Aanwezigheidsquorum op de Algemene Vergadering

De Algemene Vergadering kan geldig beraadslagen indien de helft van de vertegenwoordigers van de werkende leden of hun vaste plaatsvervanger aanwezig is, behalve wanneer het WVV of deze statuten het anders bepalen.

Artikel 19. Verloop van de Algemene Vergadering

De leden beraadslagen over de doelstellingen en de projectvoorstellen voor de komende periode en ze evalueren de lopende of afgeronde projecten van de voorbije periode. 

De leden beraadslagen over aanpassingen, aanvullingen, wijzigingen aan de doelstellingen van het masterplan en/of aanpassingen, aanvullingen, wijzigingen aan de projecten van het operationeel plan.

De bestuurders geven antwoord op de vragen die hun door de leden, vooraf of tijdens de vergadering, mondeling of schriftelijk, worden gesteld en die verband houden met de agendapunten. Zij kunnen, in het belang van de vzw, weigeren op vragen te antwoorden wanneer de mededeling van bepaalde gegevens of feiten de vereniging schade kan berokkenen of in strijd is met de door de vereniging aangegane vertrouwelijkheidsclausules.

In voorkomend geval, geeft de commissaris antwoord op de vragen die hem door de leden, vooraf of tijdens de vergadering, mondeling of schriftelijk, worden gesteld en die verband houden met de agendapunten waarover hij verslag uitbrengt. Hij kan, in het belang van de vereniging, weigeren op vragen te antwoorden wanneer de mededeling van bepaalde gegevens of feiten de vereniging schade kan berokkenen of in strijd is met zijn beroepsgeheim of met door de vereniging aangegane vertrouwelijkheidsclausules. Hij heeft het  recht ter algemene vergadering het woord te voeren in verband met de vervulling van zijn taak.

De bestuurders en de commissaris kunnen hun antwoord op verschillende vragen over hetzelfde onderwerp groeperen. 

Artikel 20. Stemming op de Algemene Vergadering

Op de Algemene Vergadering wordt het stemrecht van de leden als volgt geregeld:

  • Enkel de werkende leden beschikken over een stemrecht. De toegetreden leden hebben een adviserende rol.
  • Elke vertegenwoordiger van een werkend lid, of bij diens afwezigheid zijn vaste plaatsvervanger, beschikt over één stem.
  • Behalve waar het WVV of de statuten anders bepalen, worden beslissingen genomen bij gewone meerderheid van de geldige stemmen van de aanwezige werkende leden.
  • Bij gelijkheid van stemmen wordt het voorstel geacht verworpen te zijn.

De Algemene Vergadering kan over statutenwijzigingen alleen dan op geldige wijze beraadslagen en besluiten, wanneer de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping en wanneer ten minste twee derde van de leden op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

Is deze laatste voorwaarde niet vervuld, dan is een tweede bijeenroeping nodig en de nieuwe vergadering beraadslaagt en besluit op geldige wijze, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. De tweede vergadering mag niet binnen vijftien dagen volgend op de eerste vergadering worden gehouden.

Een wijziging is alleen dan aangenomen, wanneer zij 4/5e van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen waarbij onthoudingen noch in de teller noch in de noemer worden meegerekend.

De stemming kan gebeuren door afroeping, door handopsteking of, op vraag van 1/4e van de leden die aanwezig of vertegenwoordigd zijn, door geheime stemming.

Artikel 21. Proces-verbaal van de Algemene Vergadering

De beslissingen van de Algemene Vergadering worden opgenomen in een proces-verbaal, dat ondertekend wordt door haar voorzitter of diens vaste plaatsvervanger én door een  aan te stellen secretaris die geen lid moet zijn van de Algemene Vergadering.

De processen-verbaal worden bezorgd aan alle leden en aan de algemeen directeurs van de gemeenten.

De processen-verbaal worden bewaard op de maatschappelijke zetel, waar de leden er kennis van kunnen nemen. Derden die inzage wensen in de notulen, dienen hiertoe een gemotiveerd verzoek te richten aan het Bestuursorgaan, dat autonoom beslist over het verzoek.

IV. BESTUUR EN VERTEGENWOORDIGING

Artikel 22. Samenstelling van het Bestuursorgaan

De vzw wordt bestuurd door een Bestuursorgaan bestaande uit minimum twaalf bestuurders door de Algemene Vergadering bij gewone meerderheid aangesteld.

Het mandaat wordt kosteloos uitgeoefend. De kosten die zij maken in het kader van de uitoefening van hun bestuursmandaat worden op voorlegging van de nodige bewijsstukken vergoed.

De samenstelling wordt als volgt geregeld:

  • Twee bestuurders voorgedragen door de Provincie Vlaams-Brabant.
  • Twee bestuurders voorgedragen door de administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos.
  • Twee bestuurders voorgedragen door De Vrienden voor Heverleebos en Meerdaalwoud vzw.
  • Zes bestuurders voor het geheel van de gemeenten die werkend lid zijn.  Deze bestuurders zijn gemeenteraadsleden.

Alle bestuurders hebben een mandaat voor 6 jaar dat afgestemd wordt op de BBC-cyclus van de gemeenten.  Het mandaat van bestuurder is hernieuwbaar.

Voor elke bestuurder wordt een vaste plaatsvervanger aangeduid.  Deze kan de vergaderingen bijwonen bij afwezigheid van de bestuurder.  De plaatsvervangers ontvangen de uitnodigingen, agenda en vergaderstukken voor de vergadering evenals het verslag van de vergaderingen.  Voor wat de gemeenten betreft, zijn deze vaste plaatsvervangers eveneens gemeenteraadslid.

Het Bestuursorgaan wordt voorgezeten door één van beide bestuurders van het Agentschap voor Natuur en Bos.

Het mandaat van bestuurder eindigt wanneer een bestuurder gedurende één jaar niet heeft deelgenomen aan de vergaderingen van het Bestuursorgaan, alsook door het verstrijken van het mandaat of door overlijden, door vrijwillig ontslag, door afzetting door de Algemene Vergadering, of van zodra een lid de hoedanigheid verliest of niet meer voldoet aan de voorwaarden krachtens dewelke deze persoon als bestuurder werd aanvaard.

Wijzigingen inzake bevoegdheidsregeling van de leden of hun vertegenwoordigers,  naamgeving of reorganisatie van de werkende of toegetreden leden of hun vertegenwoordigers, zijn niet te beschouwen als een wijziging van de samenstelling van het Bestuursorgaan en leiden niet tot een wijziging van de statuten.

Artikel 23. Bevoegdheden van het Bestuursorgaan

Het Bestuursorgaan is bevoegd om alle handelingen van intern bestuur te verrichten die nodig of dienstig zijn voor de verwezenlijking van het voorwerp van de vzw, met uitzondering van de handelingen waarvoor volgens de wet of volgens deze statuten de Algemene Vergadering exclusief bevoegd is.

Het Bestuursorgaan is ertoe gehouden te werken binnen het inhoudelijke en budgettaire kader dat door de Algemene Vergadering wordt uitgezet voor de inhoudelijke doelstellingen en projecten bedoeld in art. 15.

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit collegiaal bestuur, met name overleg en toezicht, kunnen de bestuurders de bestuurstaken onder elkaar verdelen. Die taakverdeling kan niet aan derden tegengeworpen worden, zelfs niet nadat ze zijn openbaar gemaakt. Niet-naleving ervan brengt wel de interne aansprakelijkheid van de betrokken bestuurder(s) in het gedrang.

Het Bestuursorgaan kan een deel van zijn bestuursbevoegdheden delegeren aan één of meerdere derden niet-bestuurders, zonder dat deze overdracht evenwel betrekking kan hebben op het algemeen beleid van de vzw of de algemene bestuursbevoegdheid van het Bestuursorgaan.

Het Bestuursorgaan vaardigt alle interne reglementen uit die hij nodig oordeelt. Dergelijk intern reglement kan geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met het WVV of de statuten. Het intern reglement en elke wijziging daarvan worden aan de leden meegedeeld overeenkomstig artikel 2:32 WVV.

De recentste versie van het intern reglement ligt steeds ter inzage op de zetel van de vzw. Indien het Bestuursorgaan het intern reglement wijzigt, is ze verplicht dit op de agenda en in de notulen van het Bestuursorgaan op te nemen.

Artikel 24. Externe vertegenwoordigingsmacht van het Bestuursorgaan

Het Bestuursorgaan vertegenwoordigt als college de vzw in alle handelingen in en buiten rechte.

Hij vertegenwoordigt de vzw door de meerderheid van zijn leden.

Onverminderd de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuursorgaan als college, wordt de vzw in en buiten rechte eveneens vertegenwoordigd door drie bestuurders die gezamenlijk handelen.  Deze drie bestuurders zijn elk voorgedragen door een ander werkend lid en minstens één bestuurder is een vertegenwoordiger van een gemeente.

Het Bestuursorgaan of de bestuurders die de vzw vertegenwoordigen, kunnen gevolmachtigden van de vzw aanstellen. Alleen bijzondere en beperkte volmachten voor bepaalde of een reeks bepaalde rechtshandelingen zijn geoorloofd. De gevolmachtigden verbinden de vzw binnen de perken van de hun verleende volmacht waarvan de grenzen wel tegenwerpelijk zijn aan derden overeenkomstig wat geldt inzake lastgeving.

Artikel 25. Bekendmakingsvereisten van het Bestuursorgaan

De benoeming van de leden van het Bestuursorgaan en van de personen gemachtigd om de vzw te vertegenwoordigen en hun ambtsbeëindiging worden openbaar gemaakt door neerlegging in het verenigingsdossier ter griffie van de ondernemingsrechtbank en publicatie van een uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Uit die stukken moet in ieder geval blijken of de personen die de vzw vertegenwoordigen, de vzw ieder afzonderlijk, gezamenlijk, dan wel als college verbinden alsook de omvang van hun bevoegdheden.

Artikel 26. Vergaderingen van het Bestuursorgaan

Het Bestuursorgaan vergadert na oproeping door haar voorzitter zo dikwijls als het belang van de vzw het vereist, en op vraag van een bestuurder, gericht aan de voorzitter van het Bestuursorgaan.

De oproeping gebeurt per e-mail, minimum 7 dagen voor het tijdstip van de samenkomst van het Bestuursorgaan. De oproeping bevat de datum, uur en plaats van de samenkomst van het Bestuursorgaan, evenals de agenda. De agenda wordt opgesteld door de voorzitter van het Bestuursorgaan.  De vergaderingen kunnen fysiek of digitaal doorgaan.

Artikel 27. Aanwezigheidsquorum en stemming door het Bestuursorgaan

Het Bestuursorgaan kan slechts geldig beraadslagen en besluiten als ten minste een meerderheid van de bestuurders aanwezig is op de fysieke of digitale vergadering.

De besluiten binnen het Bestuursorgaan worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige bestuurders. Bij gelijkheid van stemmen, wordt het voorstel geacht verworpen te zijn.

Artikel 28. Schriftelijke procedure

Voor dringende aangelegenheden kan het Bestuursorgaan beslissingen nemen via schriftelijke procedure per mail.  Besluiten van het Bestuursorgaan kunnen in dat geval bij eenparig schriftelijk akkoord van de bestuurders genomen worden.

Artikel 29. Verslag van het Bestuursorgaan

Er wordt verslag genomen van de beslissingen van het Bestuursorgaan, dat bewaard wordt op de maatschappelijke zetel van de vzw.

Elke bestuurder en elk lid hebben recht op inzage van de verslagen.

De verslagen van het Bestuursorgaan worden ondertekend door de voorzitter, de secretaris aangesteld via intern reglement en de bestuurders die erom verzoeken. 

De verslagen worden onverwijld bezorgd aan de algemeen directeurs van de gemeenten.

Kopieën voor derden worden ondertekend door één of meer vertegenwoordigingsbevoegde leden van het Bestuursorgaan.

Artikel 30. Tegenstrijdig belang

Wanneer het Bestuursorgaan een beslissing moet nemen of zich over een verrichting moet uitspreken die onder zijn bevoegdheid valt, waarbij een bestuurder een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van de vzw, moet de betrokken bestuurder dit meedelen aan de andere bestuurders vóór het Bestuursorgaan een besluit neemt. Zijn verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang worden opgenomen in het verslag van de vergadering van het Bestuursorgaan die de beslissing moet nemen. Het is het Bestuursorgaan niet toegelaten deze beslissing te delegeren.

De bestuurder met een belangenconflict mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van het Bestuursorgaan over deze beslissingen of verrichtingen, noch aan de stemming in dat verband.

Wanneer de meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders een belangenconflict heeft, dan wordt de beslissing of de verrichting aan de Algemene Vergadering voorgelegd; ingeval de Algemene Vergadering de beslissing of de verrichting goedkeurt, kan het Bestuursorgaan ze uitvoeren.

Deze procedure is niet van toepassing wanneer de beslissingen van het Bestuursorgaan betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.

V. HET DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 31. Het dagelijks bestuur

Het Bestuursorgaan kan beslissen een dagelijks bestuur aan te stellen; het is daartoe niet verplicht.

Het dagelijks bestuur omvat zowel de handelingen en de beslissingen die niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven van de vereniging, als de handelingen en de beslissingen die, ofwel om reden van hun minder belang dat ze vertonen, ofwel omwille van hun spoedeisend karakter, de tussenkomst van het Bestuursorgaan niet rechtvaardigen.

Het Bestuursorgaan kan het dagelijks bestuur van de vereniging, alsook de vertegenwoordiging van de vereniging wat dat bestuur aangaat, opdragen aan een of meer personen.

Als het om meerdere personen gaat, zullen deze personen als college handelen, zowel wat het intern dagelijks bestuur als de externe vertegenwoordigingsmacht voor dat dagelijks bestuur betreft.

De personen belast met het dagelijks bestuur kunnen niet zonder toestemming van het Bestuursorgaan beslissingen nemen en/of rechtshandelingen stellen die verband houden met de vertegenwoordiging van de vzw in het kader van het dagelijks bestuur bij transacties die 10 000 EUR te boven gaan. Deze kunnen niet worden tegengeworpen aan derden, zelfs niet nadat ze openbaar zijn gemaakt. Niet-naleving ervan brengt wel de interne aansprakelijkheid van de betrokken vertegenwoordigers in het gedrang.

Het Bestuursorgaan is belast met het toezicht op het dagelijks bestuur.

De benoeming van de personen, belast met het dagelijks bestuur, en hun ambtsbeëindiging worden openbaar gemaakt door neerlegging in het verenigingsdossier ter Griffie van de Ondernemings-rechtbank en publicatie van een uittreksel in de Bijlagen bij het Belgisch  Staatsblad. Uit die stukken moet in ieder geval de omvang van hun bevoegdheden blijken en of de personen die de vzw vertegenwoordigen inzake dagelijks bestuur, de vzw ieder afzonderlijk, gezamenlijk, dan wel als college verbinden.

VI. AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS

Artikel 32. Aansprakelijkheid van bestuurders

De bestuurders en dagelijks bestuurders (en alle andere personen die ten aanzien van de vzw werkelijke bestuursbevoegdheid hebben gehad) zijn tegenover de vzw aansprakelijk voor fouten begaan in de uitoefening van hun opdracht. Dit geldt ook tegenover derden voor zover de begane fout een buitencontractuele fout is. Deze personen zijn evenwel slechts aansprakelijk voor beslissingen, daden of gedragingen die zich kennelijk buiten de marge bevinden waarbinnen normaal voorzichtige en zorgvuldige bestuurders, geplaatst in dezelfde omstandigheden, redelijkerwijze van mening kunnen verschillen.

Aangezien het Bestuursorgaan een college vormt, is hun aansprakelijkheid voor de beslissingen of nalatigheden van dit college hoofdelijk.

Wat fouten betreft waaraan zij geen deel hebben gehad, zijn zij evenwel van hun aansprakelijkheid ontheven indien zij de beweerde fout hebben gemeld aan het collegiaal bestuursorgaan. Deze melding, evenals de bespreking waartoe zij aanleiding geeft, wordt opgenomen in de notulen.

Deze aansprakelijkheid, samen met elke andere schadeaansprakelijkheid die voortvloeit uit het WVV of andere wetten of reglementen is beperkt tot de in artikel 2:57 van het WVV opgenomen bedragen.

De vzw sluit een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af ten gunste van haar bestuurders.

VII. BOEKHOUDING

Artikel 33. Boekjaar

Het boekjaar van de vzw begint op 01 januari en eindigt op 31 december. Het eerste boekjaar begint uitzonderlijk op de dag van de oprichting en zal eindigen op 31 december 2024.

Artikel 34. Boekhouding

De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de bepalingen in het WVV en de betreffende uitvoeringsbesluiten.

Het Bestuursorgaan legt de jaarrekening van het voorgaande boekjaar en de begroting ter goedkeuring voor aan de jaarlijkse Algemene Vergadering.

Nadat het Bestuursorgaan verantwoording aflegde voor het beleid in het voorgaande jaar, spreekt de Algemene Vergadering zich uit over de kwijting aan de bestuurders. Dit gebeurt bij afzonderlijke stemming. Deze kwijting is alleen dan rechtsgeldig, wanneer de ware toestand van de vzw niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de jaarrekening, en, wat de extrastatutaire of met het WVV strijdige verrichtingen betreft, wanneer deze bepaaldelijk zijn aangegeven in de oproeping.

De jaarrekening wordt binnen de dertig dagen na goedkeuring door de Algemene Vergadering neergelegd in het dossier op de Griffie van de Ondernemingsrechtbank. Voor zover van toepassing wordt de jaarrekening neergelegd bij de Nationale Bank overeenkomstig het WVV en de betreffende uitvoeringsbesluiten.

Artikel 35. Toezicht door een commissaris

Zolang de vzw voor het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de criteria van ‘kleine vzw’ zoals omschreven in artikel 1:28 §1 WVV overschrijdt, is de vzw niet verplicht een commissaris te benoemen.

Zodra de vzw wel meer dan één van de criteria overschrijdt, moet ze één of meer commissarissen belasten met de controle van de financiële toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid in het licht van de wet en van de statuten en van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld.

De commissaris wordt door de Algemene Vergadering benoemd onder de leden van het Instituut van bedrijfsrevisoren voor een termijn van 1 jaar. De Algemene Vergadering bepaalt ook de bezoldiging van de commissaris en spreekt zich tevens uit over de kwijting van de commissaris.

VIII. ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 36. Vrijwillige ontbinding van de vzw

De vzw kan op elk ogenblik door de Algemene Vergadering worden ontbonden.

De Algemene Vergadering wordt samengeroepen ter bespreking van voorstellen inzake de ontbinding van de vzw, voorgelegd door het Bestuursorgaan of door minstens 1/5 van alle leden.

Om op een geldige manier te beraadslagen en te beslissen over de ontbinding van de vzw, moet minstens 2/3 van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de Algemene Vergadering. De beslissing tot ontbinding moet genomen worden met een bijzondere meerderheid van 4/5 van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen.

In de vzw's die één of meer commissarissen moeten aanstellen, wordt het voorstel tot ontbinding toegelicht in een door het bestuursorgaan opgesteld verslag, dat wordt vermeld in de agenda van de Algemene Vergadering die zich over de ontbinding moet uitspreken. Bij dat verslag wordt een staat van activa gevoegd cfr. artikel 2.110, §2 WVV. Wanneer één van deze beide verslagen ontbreken, is het besluit van de Algemene Vergadering nietig.

Ingeval het voorstel tot ontbinding wordt goedgekeurd, benoemt de Algemene Vergadering 1 vereffenaar, waarvan zij de opdracht omschrijft.

Vanaf de beslissing tot ontbinding vermeldt de vzw altijd dat zij “vzw in vereffening” is overeenkomstig het WVV.

Een vzw in vereffening mag haar naam niet wijzigen en slechts onder de voorwaarden bepaald in artikel 2:117 WVV haar zetel verplaatsen.

Artikel 37. Bestemming van het vermogen van de vzw na ontbinding

In geval van ontbinding en vereffening, beslist de Algemene Vergadering over de bestemming van het vermogen van de vzw. In elk geval wordt het bestemd aan een vereniging met een gelijkaardig belangeloos doel die gevestigd moet zijn en een werking moet hebben binnen de contouren van het werkingsgebied.

Artikel 38. Bekendmakingsvereisten

Alle beslissingen betreffende de ontbinding, de vereffeningsvoorwaarden, de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars, de afsluiting van de vereffening en de bestemming van het actief worden neergelegd in het verenigingsdossier ter Griffie van de Ondernemingsrechtbank, en bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad overeenkomstig het WVV en haar uitvoeringsbesluiten.

IX. SLOT

Artikel 39. Slot

Voor alle gevallen die niet geregeld zijn door deze statuten, zijn de bepalingen van het WVV en de (toekomstige) uitvoeringsbesluiten van toepassing.

Artikel 3: De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stichtende leden goed:

Samenwerkingsovereenkomst
Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen

Park Brabantse Wouden

Tussen enerzijds :

de provincie Vlaams-Brabant, vertegenwoordigd door de deputatie, voor wie optreden Bart Nevens, Gedeputeerde-verslaggever en Hilde Torfs, directeur Ruimte, in uitvoering van het besluit van de provincieraad d.d. xxx 2024.     

hierna genoemd ‘de PROVINCIE';

en

De Vlaamse overheid, vertegenwoordigd door haar regering, alhier in de persoon van Goedele Van der Spiegel, administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos, intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid, met zetel te 1000 Brussel, Havenlaan 88 bus 75,

hierna genoemd ‘het ANB’

en

de Vrienden voor Heverleebos en Meerdaalwoud vzw, gevestigd te Leuven, Waversebaan 66, en vertegenwoordigd door Jan Horemans en Bart Vercoutere, in uitvoering van het besluit van de Raad van Bestuur d.d. xxx 2024     
hierna genoemd ‘de VHM’

en

de Koninklijke Schenking, zelfstandige openbare instelling, vertegenwoordigd door Fabrice Carton, afgevaardigd-beheerder, in uitvoering van het besluit van de Raad van Bestuur d.d. xxxx 2024

hierna genoemd ‘de KS’

deze partijen hierna samen genoemd ‘de KERNPARTERS’ en de volgende gemeenten:

de gemeente Beersel, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Bertem, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Bierbeek, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de stad Halle, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Hoeilaart, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Huldenberg, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Kortenberg, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de stad Leuven, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Linkebeek, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

de gemeente Overijse, vertegenwoordigd door de Burgemeester en Algemeen Directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024 en het delegatiebesluit van 12.08.2020

de gemeente Tervuren, vertegenwoordigd door de xxx, handelend in uitvoering van de beslissing van gemeenteraad d.d. xxx 2024

deze partijen hierna samen genoemd ‘de GEMEENTEN’

alle partijen bij deze overeenkomst samen genoemd ‘de PARTIJEN’

 

Na het volgende te hebben uiteengezet

In het Regeerakkoord 2019-2024 is de oprichting van Nationale parken Vlaanderen en landschapsparken als doelstelling opgenomen. Conform de Beleidsnota Omgeving 2019-2024 richt minister Demir, Vlaams minister bevoegd voor Omgeving, minstens vier Nationale parken op met een unieke belevingswaarde, waarbij natuurwaarden, recreatie en toerisme, landschap en erfgoedwaarden elkaar versterken tegen 2024.

Op 19 april 2021 lanceerde de Vlaamse Overheid de oproep voor kandidaat Nationale Parken en Landschapsparken.  Deze oproep vindt ondertussen zijn regelgevend kader in het Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene Landschapszorg van 9 juni 2023.

Op 15 september 2021 werd door de KERNPARTNERS, met steun van de GEMEENTEN en met een steunbrief van ca 40 bondgenoten een kandidatuur Nationaal Park Brabantse Wouden ingediend onder de vorm van een conceptnota.

In de maanden april en mei 2023 werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de partijen bij de huidige overeenkomst met een principieel engagement tot toetreding na erkenning tot de vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen, verder VZW NPBWV genoemd.

Op 31 mei 2023 werd het definitieve kandidaatdossier Brabantse Wouden ingediend bij de Vlaamse Overheid.

Op 31 augustus 2023 bracht de onafhankelijke jury een positief advies uit over de kandidatuur Brabantse Wouden.

Op 13 oktober 2023 werd het Nationaal Park Vlaanderen ‘Brabantse Wouden’ door de Vlaamse Regering erkend conform artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.  De erkenning geldt voor onbepaalde duur.  De volledige financiering ten belope van maximaal 608 000 € per jaar werd daarbij principieel toegezegd.

Door een oprichtingscoalitie bestaande uit vertegenwoordigers van de PARTIJEN bij huidige overeenkomst werden in de periode november 2023 – januari 2024 ontwerp statuten opgemaakt voor de VZW NPBWV.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, zal uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van het hoger vermelde erkenningsbesluit voor het Nationaal Park Vlaanderen Brabantse Wouden een parkbureau aanduiden als vermeld in artikel 12 van het decreet van 9 juni 2023 houdende de Vlaamse Parken en de algemene landschapszorg.

ln deze Overeenkomst willen PARTIJEN aanvullend op de statuten van de VZW NPBWV een aantal aspecten van hun samenwerking bevestigen.

Definities

Brabantse Wouden – majestueus nationaal park, verder BW afgekort : Het samenhangende gebied van ca 33 000 ha, volledig gelegen op Vlaams grondgebied en gelegen op het grondgebied van meer dan 12 gemeenten en van de provincie Vlaams-Brabant.  Het omvat namelijk een NATUURKERN, het eigenlijke Nationaal Park in de juridische betekenis waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, binnen een ruime LANDSCHAPPELIJKE ZONE, die niet tot het Nationaal Park in de juridische zin behoort.  Dit gebied vormt het voorwerp van deze overeenkomst.      
Omwille van de landschappelijke samenhang en ecologische integriteit is het de ambitie delen van Wallonië en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te laten aansluiten bij dit Nationaal Park.  Dit vereist een gebiedswerking in de beide andere gewesten, zo mogelijk een (gedeeltelijke) erkenning als Nationaal Park in die gewesten of, bij gebrek daaraan, een voldoende hoog beschermingsniveau voor de NATUURKERN.  Deze overeenkomst omvat geen bepalingen over deze intergewestelijke ambitie. Voor deze intergewestelijke ambitie werd een afzonderlijke intentieovereenkomst afgesloten tussen de 3 gewesten en 2 betrokken provinciebesturen.

Masterplan : Visiedocument gedragen door de partners, waaronder minstens de deelnemers aan deze samenwerkingsovereenkomst, omvattend:

  • Het masterplan in de strikte zin, zijnde de visie / doelstellingen die nagestreefd zullen worden in BW over een periode van 24 jaar;
    • Een operationeel plan met projecten op te starten tijdens de eerste 6 jaar werking en bijhorend financieel plan;
    • De bestuursstructuur, ic de organisatie-, overleg- en besluitvormingsstructuren om dit waar te maken.

Parkteam : Het personeelsteam aangesteld en tewerkgesteld door en werkend in opdracht van de VZW NPBWV. De Vlaamse overheid voorziet vanaf 1 januari 2024 in een substantiële bijdrage in de financiering van het personeel en de werking, namelijk voor een vaste equipe van 3 VTE aangevuld met een variabele equipe van max. 3 VTE. Deze equipe kan bijkomend worden aangevuld met terbeschikkingstellingen vanuit Vlaamse of provinciale entiteiten, of via projectmatige of andere vormen van externe financiering.

Natuurkern : Vormt het hart van BW en is ook het Nationaal Park in zijn juridische betekenis waarvoor de erkenning werd bekomen.  Het bestaat uit meerdere deelkernen met volgende bestemming volgens Gewestplan: natuurgebied en reservaatgebied, bosgebied, parkgebied, buffergebied, valleigebied of waterweg, militair domein of een gelijkwaardige bestemming op basis van een goedgekeurd Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) of is aangeduid als speciale beschermingszone (SBZ). 

Landschappelijke zone : Het deel van BW dat niet behoort tot de NATUURKERN en dat geen statuut Nationaal Park heeft en dat bestaat uit landbouwgebieden, bewoond weefsel, ... en dat een voedende, beschermde, bufferende en verbindende matrix vormt voor en tussen de onderdelen van de NATUURKERN.  Het MASTERPLAN zal belangrijke doelstellingen en projecten omvatten voor deze zone.  Binnen deze zone duiden we Zoekzones voor Natuurontwikkeling en Verbindende Landschappen aan met oog op buffering en uitbreiding respectievelijk verbinding van de deelzones van de NATUURKERN.  De inspanningen op vlak van versterking van natuur en aanleg van nieuwe natuur worden binnen deze beide zones en binnen de NATUURKERN geconcentreerd.

Partners : Actoren, andere dan de PARTIJEN bij deze overeenkomst, wiens medewerking nuttig is voor de realisatie van de doelstellingen van BW en die betrokken zullen worden in themagroepen, projectgroepen, de initiatiefgroep en, bij aanvaarding door de algemene vergadering in de algemene vergadering

Artikel 1. Voorwerp van deze overeenkomst.

Deze samenwerkingsovereenkomst (hierna, SO) regelt de samenwerking tussen de PARTIJEN aanvullend op de statutaire bepalingen van de oprichtingsakte waarbij deze laatste ten allen tijde primeren.  Ze omvat :

  • De hoofdoelstellingen voor de Brabantse Wouden en Werkwijze,
  • De financiering door de PARTIJEN rekening houdend met de BBC cyclus,
  • Afspraken over de informele stuur- en overlegstructuren aanvullend op hetgeen geregeld is in de statuten.

Deze SO vervangt, op datum van haar goedkeuring, de eerdere samenwerkingsovereenkomst die werd gesloten tussen PARTIJEN in de periode april – mei 2023 voorafgaand aan de definitieve indiening van de kandidatuur.

Artikel 2. Hoofddoelstellingen voor Brabantse Wouden en werkwijze

2.1       Samenhang en ondeelbaarheid
PARTIJEN erkennen de samenhang en integriteit van BW, bestaande uit de NATUURKERN met een oppervlakte van ca 10 000 ha, en de LANDSCHAPPELIJKE ZONE errond (ca 23 000 ha) die een voedende, beschermende, bufferende en verbindende functie heeft en een multifunctionele rol vervult (wonen, werken, recreëren).  De kaart in bijlage I geeft indicatief het onderscheid tussen beide zones weer.

PARTIJEN wensen samen te werken voor het volledige gebied (33 000 ha) en hebben daarvoor één ondeelbaar MASTERPLAN opgemaakt en één enkele bestuursstructuur opgezet zonder afbreuk te doen aan de eigenheid en specifieke aanpak in beide deelzones.

PARTIJEN benoemen het volledige BW in externe communicatie “Brabantse Wouden, majestueus Nationaal Park” terwijl strikt genomen enkel de NATUURKERN met een oppervlakte van ca 10 000 ha de erkenning Nationaal Park geniet.

2.2.      Rechtsgevolgen
PARTIJEN bevestigen dat de erkenning als Nationaal Park of de werking van de VZW NPBWV geen verplichtingen of geen beperkende maatregelen genereert bovenop de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen BW of voor de gebruikers ervan, behoudens anders overeengekomen.

PARTIJEN bevestigen dat de erkenning als Nationaal Park door de Vlaamse Regering, de werking van de VZW NPBWV en de uitvoering van het MASTERPLAN nooit afbreuk kunnen doen aan de autonome beheerbevoegdheid van de terreinbeheerders in de ruime zin van het woord.

Binnen de NATUURKERN zijn het ANB, de KS en de VHM naar beheerde oppervlakte de belangrijkste natuurbeheerders. Zij engageren zich positief in BW maar worden zoals alle andere terreinbeheerders in hun volledige autonomie bevestigd zoals voorgaande alinea bepaalt.

2.3.      Gemeentelijke en provinciale autonomie           
PARTIJEN bevestigen dat de erkenning als Nationaal Park, de werking van de VZW NPBWV en de uitvoering van het MASTERPLAN nooit afbreuk kunnen doen aan de gemeentelijke bevoegdheden, opdrachten of autonomie. De VZW NPBWV houdt bij het vervullen van haar opdrachten rekening met het lokaal beleid, dat autonoom gevoerd wordt door de GEMEENTEN.

PARTIJEN bevestigen dat de erkenning als Nationaal Park, de werking van de VZW NPBWV en de uitvoering van het MASTERPLAN nooit afbreuk kunnen doen aan de provinciale bevoegdheden, opdrachten of autonomie. De VZW NPBWV houdt bij het vervullen van haar opdrachten rekening met het lokaal beleid, dat autonoom gevoerd wordt door de PROVINCIE.

2.4       Doelstellingen, Masterplan en Statuut   
Onverminderd hetgeen bepaald is in de paragrafen 2.2 en 2.3. onderschrijven de PARTIJEN de doelstellingen die zullen worden nagestreefd voor BW zoals ze zijn weergegeven in bijlage II.

Deze doelstellingen werden verder uitgewerkt in het MASTERPLAN voor een looptijd van 24 jaar. Het MASTERPLAN en doelstellingen vormen echter geen Beleidsmatig Gewenste Ontwikkeling zoals bedoeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.  Ditzelfde geldt voor alle bijlagen bij het MASTERPLAN.

2.5       Programmatorische aanpak      
De doelstellingen bedoeld in par. 2.4 zullen programmatorisch worden gerealiseerd door de VZW NPBWV.  De VZW NPBWV heeft dan ook als taak het coördineren, afstemmen en initiëren van initiatieven en projecten in overeenstemming met de doelstellingen uit het MASTERPLAN.  Het Operationeel Plan omvat een ruim voorstel van projecten voor de eerste werkperiode van 6 jaar.

2.6       Financiering projecten  
De gefaseerde opstart van projecten is afhankelijk van het aantrekken van financiering en cofinanciering.  Onderhavige overeenkomst impliceert geen enkel engagement tot cofinanciering door de PARTIJEN mbt deze projecten.

Voor projecten die de bevoegdheden van de GEMEENTEN raken staat het de GEMEENTEN vrij al dan niet deel te nemen aan deze projecten.

2.7       Efficiënte samenwerking met PARTNERS         
Met het oog op een maximale efficiëntie zal de VZW NPBWV waar mogelijk steeds beroep doen op de capaciteit van PARTNERS.  Zodoende dienen in het PARKTEAM slechts die capaciteiten te worden ontwikkeld die niet kunnen geboden worden door PARTNERS en kan een maximale complementariteit en hefboom ten aanzien van de bestaande werkingen en partnerschappen worden bereikt.

2.8       Reciproke exclusiviteit

Het gebruik van de naam Nationaal Park Vlaanderen, Nationaal Park op zichzelf of als onderdeel van een ander onderscheidingsteken is via de regelgeving voorbehouden aan de door de Vlaamse Regering erkende Vlaamse parken en daaraan verbonden parkbureaus.

Net zoals het BW geen beleidsmatige noch juridische verantwoordelijkheden namens de PARTIJEN kan opnemen, dragen de PARTIJEN ook de verantwoordelijkheid om namens het BW te spreken over aan de VZW NPBWV.

PARTIJEN verklaren dat het Bestuursorgaan van VZW NPBWV exclusiviteit heeft om over en namens het BW te spreken. Verdere afspraken over communicatie met verwijzing naar de BW door PARTIJEN worden in het Bestuursorgaan gemaakt.

2.9       Toetreding PARTNERS tot VZW NPBWV

Het Bestuursorgaan en de Algemene Vergadering van de VZW NPBWV kunnen PARTNERS uitnodigen toe te treden tot de VZW NPBWV.  De Algemene Vergadering beslist over de aanvaarding van nieuwe leden.

Om als PARTNER kandidaat vast lid (en dus stemgerechtigd lid) te worden van de VZW NPBWV dient de PARTNER schriftelijk alle doelstellingen van de BW te onderschrijven zoals opgenomen in bijlage II.  .

Bijkomende vaste leden van de vzw NPBW treden toe tot de huidige overeenkomst op het moment van hun aanvaarding door de Algemene Vergadering van de vzw NPBW.  Dit gebeurt door de voorafgaande opmaak van een addendum bij deze overeenkomst die onder andere hun cofinanciering regelt naar de geest van artikel 3.  Dit addendum wordt bekrachtigd op de Algemene Vergadering.

Om als PARTNER kandidaat toegetreden lid (en dus niet stemgerechtigd lid) te worden van de VZW NPBWV volstaat het activiteiten te ontplooien binnen het werkingsgebied die positief kunnen bijdragen aan één of meerdere doelstellingen en het belangeloos doel van de vzw te onderschrijven.

 

2.10      Overgangsregeling voor de landbouwsector

PARTIJEN erkennen de bijzondere positie van de landbouw in de BW, als betrokken actor met een zeer grote impact in het landschap / de ruimte en als PARTNER voor de doelstellingen van de vzw NPBWV.

PARTIJEN stellen vast dat vandaag geen rechtspersoon namens de landbouwers uit de BW voorhanden is die de doelstellingen in bijlage II kan onderschrijven.

PARTIJEN waarderen echter de inspanningen van landbouwers om een rechtspersoon op te richten die kan gelden als vertegenwoordiger van landbouwers die zich positief willen engageren in en voor de BW. Zij zien kansen om samen positieve projecten op te zetten ten gunste van landbouw en van de BW.

Voor een periode van 2 jaar vanaf oprichting van de vzw NPBWV zal daarom een actieve landbouwer uit de BW als toegetreden lid deel uitmaken van de Algemene Vergadering (zonder stemrecht). 

Tevens zal een actieve landbouwer uit de BW als waarnemer uitgenodigd worden voor de vergaderingen van het Bestuursorgaan.

Hij (zij) wordt (worden) beschouwd als vertegenwoordiger(s) van een rechtspersoon in oprichting.

Van de vertegenwoordiger van de landbouwsector in het Bestuursorgaan wordt een zelfde engagement verwacht als van overige leden van het Bestuursorgaan: een voldoende discretie, constructieve opstelling, een actieve rol binnen de vzw NPBW, en het NPBW uitdragen, in dit geval in het bijzonder naar de landbouw.

De overgangsregeling dooft uit binnen na 2 jaar, waarna :

  • De landbouw vertegenwoordigd kan zijn als toegetreden lid of vast lid overeenkomstig de werkwijze die voor alle leden geldt en zoals neergelegd in art. 7§1 en 7§2 van de statuten
  • Bij positieve evaluatie een vertegenwoordiger van de op te richten rechtspersoon als waarnemer in het bestuursorgaan kan opgenomen blijven.

 

Artikel 3. Het budgettair engagement en inspanningsverbintenissen van partijen

3.1       Cofinanciering door GEMEENTEN        
De GEMEENTEN voorzien voor de boekjaren 2024 en 2025 in een jaarlijkse cofinanciering via een subsidie aan de VZW NPBW. Deze cofinanciering bedraagt over de GEMEENTEN heen gemiddeld 10.000 €/gemeente/jaar maar is gedifferentieerd over de GEMEENTEN volgens een afgerond tarief.  Dat afgerond tarief met 6 klassen is gebaseerd op een combinatie van het oppervlakteaandeel van de gemeenten binnen de BW én van het volledige inwoneraantal van de betreffende gemeenten.

Deze cofinanciering van de GEMEENTEN, volgt onderstaand tarief :

2 500 € : Linkebeek

5 000 € : Bertem, Bierbeek, Hoeilaart

7 500 € : Huldenberg, Kortenberg, Oud-Heverlee

12 500 € : Beersel, Overijse, Tervuren

15 000 € : Halle

30 000 € : Leuven

Deze cofinanciering geldt per kalenderjaar voor 2024 (vanaf 01.01.2024) en 2025.

3.2       Cofinanciering door PROVINCIE           
De PROVINCIE voorziet voor de boekjaren 2024 en 2025 in een jaarlijkse cofinanciering via een subsidie aan de VZW NPBW.  Deze cofinanciering bedraagt 76.000 € per jaar.

Deze cofinanciering geldt per kalenderjaar voor 2024 (vanaf 01.01.2024) en 2025.

3.3.      Doel van de cofinanciering

De cofinanciering door de GEMEENTEN en de PROVINCIE getuigt van hun engagement voor het BW en is, samen met de basisfinanciering door de Vlaamse Overheid (jaarlijks maximaal 608 000 €)  vereist om een volwaardige werking van het PARKTEAM met 6 VTE te financieren.

Alle middelen die daarvoor niet vereist zijn, worden gebruikt voor cofinanciering van projecten met Vlaamse of Europese of private financiering die alle GEMEENTEN ten goede komen en waarover beslist wordt in de Algemene Vergadering.

3.4.      Cofinanciering door terreinbeheerders

De terreinbeherende Kernpartners, namelijk ANB, KS en VHM, stemmen het beheer van hun eigendommen binnen het werkingsgebied langdurig af op de doelstellingen van het Nationaal Park, de geldende Europese natuurdoelen en de soortenbeschermingsprogramma’s.  Zij engageren zich voor de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen stelt inzake beheer van de Natuurkern op basis van een beheerplan type III of IV.  Dit vereist de inzet van bijkomende mensen en middelen.

De inspanningen van deze terreinbeherende partners voor een passend natuurgericht beheer worden dan ook beschouwd als een cofinanciering.

 

Artikel 4. afspraken over de aanvullende parkbeheerstructuren

4.1.      Themagroepen

Om rond specifieke thema’s (biodiversiteit, landbouw, erfgoed, toerisme, maatschappelijke verbreding, ...) of projecten efficiënt en in kleinere groep met rechtstreeks betrokken PARTNERS te kunnen werken, zullen permanente en tijdelijke werkgroepen worden opgericht.  Het schema met de parkbeheerstructuren in bijlage III omvat daarvan een indicatief overzicht.

Elke administratie of organisatie die dat wenst, kan zich laten vertegenwoordigen in deze werkgroepen voor zover hij/zij een positieve bijdrage wenst te leveren aan de BW.

De GEMEENTEN bepalen wie hen in elke werkgroep vertegenwoordigd.

Deze werkgroepen worden getrokken door leden van het PARKTEAM, door vertegenwoordigers van de PARTIJEN of door PARTNERS met ondersteuning door het PARTKEAM.

 

4.2.      Initiatiefgroep

De Initiatiefgroep verzekert de inbreng van alle PARTNERS die zich positief willen engageren voor BW.  Zij maakt een synthese van alle inbreng in tijdelijke en permanente, thematische of projectmatige werkgroepen die binnen BW functioneren.

Elke administratie of organisatie die dat wenst kan zich laten vertegenwoordigen in de Initiatiefgroep voor zover hij/zij een positieve bijdrage wenst te leveren aan de BW.

De GEMEENTEN worden voor Initiatiefgroep uitgenodigd via de Algemeen Directeur.

De Initiatiefgroep bereidt de inhoudelijke agenda van de Algemene Vergadering voor.
De Initiatiefgroep vergadert in regel 4 keer per jaar.

De Initiatiefgroep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de VHM.

 

Artikel 5. afspraken over het bestuursorgaan

De PARTNERS komen overeen dat de GEMEENTEN in onderling overleg 6 bestuurders zullen voordragen als bestuurder aan de Algemene Vergadering op basis van de gemeenteraadsbesluiten die voor elke gemeente een kandidaat bestuurder voorstellen.

Op dezelfde wijze zijn de GEMEENTEN, in onderling overleg, bevoegd om te voorzien in voordrachten ter vervanging van zittende bestuurders namens de GEMEENTEN.  Op deze wijze kan, desgewenst, door de GEMEENTEN ook een rotatie van bestuurders namens de GEMEENTEN worden georganiseerd.

De door de gemeenteraden voorgestelde kandidaat bestuurders die niet als bestuurder worden aangesteld door de Algemene Vergadering zullen alle stukken van de vergaderingen van het Bestuursorgaan (agenda, vergaderstukken, verslag) ontvangen net zoals de aangestelde bestuurders.  Zij hebben het recht de vergaderingen van het Bestuursorgaan bij te wonen als waarnemer.

 

Artikel 6. Duurtijd en omzetting van deze overeenkomst

Deze overeenkomst treedt in werking bij de ondertekening van alle PARTIJEN en loopt tot uiterlijk 31.12.2025.

Artikel7. Te goeder trouw

PARTIJEN verbinden zich ertoe om te goeder trouw te handelen en in het bijzonder om alle overeenkomsten, documenten en akten uit te voeren en om alle redelijke handelingen te stellen of stappen te ondernemen die nodig of nuttig zijn voor de uitvoering te goeder trouw van deze overeenkomst.

Opgemaakt te Leuven in 17 exem

 

 

Bijlage II :  hoofddoelstellingen nationaal park

 

Onderstaande doelstellingen komen uit het Masterplan Brabantse Wouden, zoals meegedeeld aan de Vlaamse regering op 13 oktober 2023 en kunnen gerealiseerd worden door uitvoering van het masterplan en operationeel plan. De daarin opgenomen projecten vormen geen beslist beleid en eventuele uitvoering zal gebeuren met volle respect voor de zakelijke rechten die eigenaars en / of derden zouden hebben op onroerende goederen die in een project zouden betrokken zijn. Het Masterplan (incl de doelstellingen in deze bijlage) kan immers niet beschouwd worden als een document dat in al zijn doelstellingen en projecten goedgekeurd werd door alle partners of participanten.

Doestellingen voor Biodiversiteit en Klimaat

  • Het ANB, de VHM en Natuurpunt worden beschouwd als sterkste schouders die samen 75 % van de natuurkernzone (10 000 ha) reservaatwaardig zullen beheren.  Houtoogst en wildbeheer zijn daarbij afgestemd op het beheer van de habitats.  Bossen en natuurgebieden worden klimaatresiliënt omgevormd en beheerd. 
  • In deze natuurkernen worden stiltebeleving en duisternis als kwaliteiten beschouwd en worden enclaves opgeheven of ingebufferd.
  • Partijen streven de aanleg van ca 1 250 ha nieuwe natuur na, indicatief als volgt verdeeld :
    • Natuurinbreiding (600 ha) in natuurkernzones op basis van een actief aankoopbeleid door de sterkste schouders of zelfrealisatie door derden.
    • Natuurverbinding (400 ha): vertrekkend van bestaande natuurkorrels realiseren we 11 ecologisch functionele verbindingen tussen de verschillende natuurkernzones.  Deze ‘verbindende landschappen’ worden stapsgewijze gerealiseerd via een eerste zesjarige fase gebaseerd op zelfrealisatie (door landbouwers en eigenaars) gevolgd door een fase met inzet van overheidsinstrumenten.
    • Natuuruitbreiding (250 ha): in afgebakende zoekzones aansluitend bij de natuurkern-zones wordt, op basis van vrijwilligheid (zelfrealisatie, aankoop, ..), overleg en ondersteuning gestreefd naar 250 ha bijkomende natuur.
  • Via een slimme zonering wordt recreatie uitgefaseerd over 15 % van de oppervlakte van de natuurkernzone en beter beheerst over 10 % van de oppervlakte van de natuurkernzone.  Deze uitfasering en beheersing gaan gepaard met een gelijktijdige uitbouw van volwaardige alternatieven binnen, onder andere maar niet beperkt tot, de 1 250 ha bijkomende natuur.
  • In alle valleien (8 natte verbindingen) zal worden nagestreefd: een goede waterkwaliteit, oplossing van migratieknelpunten, openlegging van de waterloop waar technisch mogelijk, een zo ruim mogelijke sponswerking van de vallei (waterberging voor de afwaartse steden en gebieden), florerende populaties van typische doelsoorten ...
  • Wegen en spoorwegen worden ecologisch ontsnipperd op basis van een ambitieus ontsnipperingsplan.

 

Doestellingen voor Ruimte en Omgeving

  • De ruimtelijke uitdagingen in het Nationaal Park worden verder aangepakt via de Strategische Projecten (departement Omgeving) of, bij gebrek daaraan, via een vergelijkbare Strategische integrerende/coördinerende aanpak te organiseren door het parkbureau Brabantse Wouden.
  • De bouwshift die Vlaanderen naar voor schuift is voor de Brabantse Wouden een absolute topprioriteit.  De Brabantse Wouden ambiëren als proeftuin te functioneren en op dit vlak koploper te zijn.  Modellen om dit financierbaar te maken worden daartoe onderzocht.
  • Ruimtelijke en beeldkwaliteit zijn tastbaar in de Brabantse wouden en de gemeenten die dit wensen worden hierbij vanuit de Brabantse Wouden projectmatig ondersteund.
  • De zanden van de formatie van Brussel omvatten een immense waterbatterijdie in het licht van de klimaatverandering cruciaal wordt.  We herstellen deze immense waterbatterij door waterbeheer op landschapsschaal.  Dat vereist en omvat:
    • Een maximale inzet op waterinfiltratie (in infiltratiegebied) en vasthouden van water (in de valleien) in de natuurgebieden (ca 11 000 ha).
    • De vlakdekkende verbetering van de bodemstructuur en het biologisch bodemleven in het landbouwgebied (ca 10 000 ha) als brongerichte maatregel naast de verderzetting van een aantal effectgerichte maatregelen (erosiepoelen, KLE, ..).
    • Een doorgedreven ontharding en infiltratie in het bewoond weefsel en bodemstructuur-verbetering in tuinen. (ca 8 000 ha).
    • Het opnieuw leefbaar maken van alle waterlopen voor fauna en het opnieuw beleefbaar maken van waterlopen voor de mens.
    • Het herstel van alle, zo niet zoveel mogelijk, bronnen in de Brabantse Wouden.
  • De dorpen en het bewoond gebied worden fijnmazig groen en blauw dooraderd.  De Brabantse Wouden ondersteunen de gemeenten daartoe projectmatig op het publiek domein en sensibiliseren en ondersteunen bewoners bij hun acties op privaat domein.  Dit omvat een actief sensibiliserend én ondersteunend beleid voor meer bomen, meer biodiversiteit, meer ontharding en meer koolstofopslag in het bewoond weefsel, zowel in het publieke als private domein.

Doestellingen voor Landschap en Erfgoed

  • Brabantse wouden streeft naar de verdere opbouw van kennis over het erfgoed in het gebied.  De inventarisatieachterstand, vergeleken bij Vlaanderen, willen we inhalen met oog op het verruimen van de toegang tot subsidies en ondersteuning.  We rekenen daarvoor projectmatig op o.a. Regionale Landschappen, Monumentenzorg, het erfgoedforum, ...
    We onderzoeken de oprichting van een Intergemeentelijke Onroerend Erfgoed Dienst (IOED) Brabantse Wouden, met zoveel mogelijk gemeenten uit de BW, in het licht van de nieuwe erkenningsronde IOED 2026.    
    Het erfgoedforum dat voor de opmaak van de landschapsbiografie werd bijeengebracht met erfgoedvrijwilligers, heemkringen, erfgoedacademici in de ruime zin, en erfgoedadministraties wordt verder bij de Brabantse Wouden betrokken,
  • Voor de valorisatie (restauratie, behoud, waardering, ..) van het erfgoed in de Brabantse Wouden worden doorlopend projecten opgezet.  Dit omvat enerzijds projecten voor thematische valorisatie van specifieke types erfgoed (bvb holle wegen, bvb kapellen, bvb geologisch erfgoed, ...).  Anderzijds wordt actief gezocht naar functionele inschakeling van erfgoed binnen de ontsluiting en de beleving van de Brabantse Wouden.  Dit omvat o.a. de maximale koppeling van poorten en bezoekerscentra aan waardevolle, beleefbare erfgoedensembles (Abdij van Park, site Florival, site Groenendaal, ...) en de koppeling van attracties aan erfgoedobjecten (bvb watertorens, waterwinningsgalerij, ...)
  • Het beleefbaar maken van de erg rijke landschapsgeschiedenis van de Brabantse Wouden, zoals deze blijkt uit de landschapsbiografie, en de publieke ontsluiting van de vele erfgoedobjecten en erfgoedverhalen staan hoog op de agenda.
  • We zetten verder in op algemene landschapszorg in de Brabantse Wouden en ondersteunen oa de Regionale Landschappen daartoe. Naast de klassieke landschapsaanleg- en landschaps-herstelprojecten (oa aanleg en beheer van KLE in de ruimste zin) initiëren we ook projecten voor landschapsverfraaiing.  Bijvoorbeeld rond verwijdering van overbodige verhardingen, verwijderen van vervallen constructies, vervangen van landschapsvreemde drinkbakken, afsluitingen, schuilhokken en constructies allerhande door meer in het landschap inpasbare varianten gebaseerd op lokaal hout uit de Brabantse Wouden of andere gebiedseigen materialen.

Doestellingen voor Toerisme en Beleving

  • De Brabantse Wouden zullen zich vooral richten en profileren op wandelen (m.i.v. lange-afstandswandelen, hardlopen, ...) en fietsen (met naast recreatief fietsen en e-bike zeker ook sportiever varianten zoals MTB en gravel (owv heuvels)).  We werken verder aan een goed uitgebouwd wandel- en (sportief) fietsnetwerk als basis.  Uniform bewegwijzerd en met modern comfort en randinfrastructuur.  Door de mooiste gebieden maar uit de kwetsbaarste gebieden (kwetsbaar-heidskaart).  We gaan voor het principe van scheiden van routes (bvb MTB vs wandelen vs ruiters) waar dat mogelijk is.  Er is een aanbod voor ruiters en menners.  Er is evenwel geen aanbod voor gemotoriseerde recreatie.
  • Beleving van de waterlopen (belevingspaden langs riviertjes) en van water (spartelwater) vinden we belangrijk in de BW.  Ook voor hengelen en kano voorzien we plekken.  De volledige beleving van water wordt evenwel goed gezoneerd en volledig afgestemd op de ecologische kwetsbaarheid van de valleisystemen en de verruwing van de waterlopen als nature based solution voor het voorkomen van overstroming in afwaartse dorpen en steden.
  • De Brabantse Wouden voorzien in een gefaseerd toeristisch onthaal van bezoekers van voorbereiding tot ontdekking (Informerende fase, Beslissingsfase, Oriënterende fase, Ontdekkingsfase).
  • Alle belevingen, activiteiten en routes (wandelen, fietsen, ...) zullen georganiseerd worden vanuit slim gekozen toegangspoorten.  Daar zullen overzichtskaarten, informatie en gepaste randinfrastructuur aanwezig zijn.  Enkel deze vertrekpunten worden op kaarten, websites en  promotiemateriaal opgenomen.  Op alle andere plekken worden overzichtsborden weggehaald.
    We streven een modal shift van bezoekersmobiliteit naar openbaar vervoer en naar fiets na.  Dit vereist een mental shift bij terreinbeheerders én bezoekers.  De keuze van toegangspoorten is dus in de eerste plaats gebaseerd op de bereikbaarheid via openbaar vervoer en/of de aansluiting op fietssnelwegen.  
    Tot deze toegangspoorten behoren spooruitstappunten (langs de 4 spoorlijnen die de BW dwarsen), dorpsinstappunten (authentieke dorpen met horeca en voldoende hoge openbaar-vervoerbereikbaarheid) en recreatieve parkings (zo mogelijk bestaande parkings met mogelijkheid tot recreatief medegebruik).
  • Met het oog op deze modal en mental shift onderzoeken we de invoering van een gratis openbaarvervoerspas voor verblijfsrecreanten en het opzetten van een back to many fietsdeelsysteem en kiezen we voor een toeristische productontwikkeling die gebruik van openbaar vervoer stimuleert.
  • We voorzien in de BW 5 bezoekerscentra waar het natuur- en erfgoedverhaal gebracht wordt en die topattracties zijn of omvatten.  We streven daarbij een thematisering na.  Dit is verder uit te werken in Groenendaal, Tervuren, Abdij van Park Leuven, Florival en Halle.

We streven naar een grotere nabijheid van een aantal voorzieningen voor specifieke doelgroepen, die vandaag in de grote wouden voorkomen, dichter bij de dorpskernen en/of dichter bij horeca : Hondenlosloopzones, Kinderspeelplekken en speelbosjes, Multi-generationele wandelpaden, ...

Op deze wijze bekomen we minder autotrafiek, een grotere link met horeca, minder verstoring van de grote natuurcomplexen, een groter sociaal toezicht, eventueel een peterschap van deze voorzieningen door bvb een horecazaak, ...

  • Op vlak van verblijfsrecreatie en meerdaags toerisme zien we en ondersteunen we volgend ontwikkelingsperspectief:
    • Hotels: deze komen voornamelijk in de steden (Leuven, Brussel, Halle) voor. Een verlenging van de verblijfsduur wordt nagestreefd door koppeling stedelijk product aan Nationaal Park, koppeling verhaallijnen, aangepaste promotie.
    • B&B, vakantiewoningen, kleinschalige hotels: we rekenen op een spontane ontwikkeling van de markt die het groeipatroon van BW en bijhorende promotie volgt.  We zetten in dit segment in op ondersteuning van de fietsvriendelijkheid van deze voorziening en op ambassadeurschap (kennis over de BW).
    • Campings: er is ruimte voor een 3-tal goed draaiende campings.  Anderzijds zetten we het ingezette beleid van uitdoving en sanering verouderde campings en vroegere chaletzones verder.
    • Jeugdverblijven: er zijn reeds 11 jeugdverblijven. Aanvullend onderzoeken we de mogelijkheid van zomerbivakplekken voor jeugdgroepen.
    • We ondersteunen verbredingsinitiatieven als Glamping, Erfgoedlogies, Boerenbed waar dat nodig is waar dat inpasbaar is maar houden daarbij sterk rekening met ecologische kwetsbaarheid, de erfgoedwaarden, de integriteit van het landbouwgebied en bewonersrust.
    • Natuurbivakzones: we onderzoeken het potentieel van een gecombineerd concept waarbij kleinschalig kamperen (enkele tenten, enkele campers, enkele cabins) gecombineerd zou worden met open-BBQ-plekken en een vorm van spartelwater.  We kijken daarbij naar groenblauwe plekken dicht bij de dorpskernen en met een goede spreiding over het gebied in functie van oa lange-afstandsstappers.  Dit project wordt slechts uitgerold indien een goede beheer- en beheersstructuur kan worden opgezet om overlast te voorkomen.

Doelstellingen voor Landbouw

  • De streek wordt gekenmerkt door een traditionele, vaak gemengde, vaak familiale en sterk grondgebonden landbouw en dat willen we zo houden. 
  • De grondgebonden familiale landbouwers voorzien de inwoners en omwonenden van gezond, lokaal geproduceerd voedsel.  De BW ondersteunen, bundelen en versterken initiatieven die de lokale en duurzame productie én vermarkting van gezond voedsel met eerlijke prijzen voor de boer ten goede komen.  Daarbij kunnen aan bod komen: een positieve communicatie vanuit BW rond bestaande initiatieven, de ondersteuning en opschaling van initiatieven op vlak van lokale/regionale verwerking of verkoop, een label Brabantse wouden, ...
  • We geven areaalzekerheidaan de landbouwers door te werken op volgende sporen:
    • We onderschrijven als coalitiepartners de natuurambities in kwantitatief opzicht (aantal hectare), in ruimtelijk opzicht (de zones en zoekzones) en qua aanpak (de wijze waarop we dit willen realiseren). We overtuigen andere partners eenzelfde houding aan te nemen.  Op deze wijze ontstaat vandaag reeds de grootst mogelijke transparantie over de ruimte voor landbouw.  Dat is de sterkste basis om op termijn areaalzekerheid te geven aan landbouwers zodat die verder kunnen ondernemen en investeren.
    • We beschouwen zelfrealisatie van natuurdoelen door landbouwers, al dan niet met inpassing in hun GLB-verplichtingen, als een volwaardige invulling binnen de landschappelijke verbindingen en in het aaneengesloten landbouwgebied beschouwen we de landbouwers als de initiatiefnemers voor agrarische biodiversiteit.
    • De omgang met landbouwers vanuit de BW is gebaseerd op overleg en respect.  De landbouworganisaties zien we als partner binnen de overleg- en besluitvormings-structuren van het park.
    • We ontwikkelen een beleidsaanpak die een halt toeroept aan de sluipende verstedelijking, vertuining en verpaarding van het agrarisch gebied.
    • Wanneer groene RUP’s worden opgemaakt, nemen we herbestemmingen of herbevestigingen voor landbouw mee.
  • We ontwikkelen een ondersteunend beleidvoor landbouwers met als oogmerk de bodem-structuur in het landbouwgebied te verbeteren, oa door verhoging van het gehalte organische stof in landbouwbodems en tegengaan van bodemcompactie, De doelstelling hiervan is meervoudig:
    • Via koolstofopslag bijdragen aan de koolstofvastlegging (= klimaatmitigatie),
    • Het vochthoudend vermogen van landbouwbodems verhogen en zo de landbouw stressbestendiger maken voor hete droge zomers (= klimaatadaptatie),
    • Landbouwbodems beter laten infiltreren en zo de onderliggende waterbatterij beter voeden (= klimaatadaptatie),
    • Minder erosie waardoor minder hinder (modder, wateroverlast, waterkwaliteits­problemen rivier, ...) zal optreden en minder end-of-pipe-maatregelen nodig zijn.
  • Brabantse Wouden ondersteunt elke inpasbare vorm van (recreatief, artistiek, culinair, ...) gastheerschap door landbouwer of op het boerenbedrijf en neemt de meest gepaste initiatieven om dat te ondersteunen (ruimtelijk beleid, communicatie of promotie, logistieke ondersteuning, ...).

 

 

                        Bemerkingen en voorwaarden gemeenteraden en deputatie

De hogerstaande doelstellingen waren reeds gevoegd bij de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst zoals goedgekeurd door de gemeenteraden in de periode mei 2023, voorafgaand aan indiening van de finale kandidatuur. 

Zowel de gemeenteraadsbeslissingen als de inhoudelijke adviezen van gemeenteraden en schepencolleges maken onderdeel uit van het Masterplan en werden voor 31 mei 2023 als onderdeel van het masterplan ingediend.

Om deze reden is onderstaand een weergave gecompileerd van de randvoorwaarden of bemerkingen gemaakt door de gemeenteraden in de periode mei 2023, als onderdeel van deze bijlage ‘Doelstellingen”.

Voorwaarden of aandachtspunten die duidelijk door de tijd zijn ingehaald, zoals bijvoorbeeld het ontbreken van een sluitend juridisch kader op het ogenblik van deze gemeenteraden, zijn hierbij niet overgenomen.

 

Beersel

Gemeenteraad 26 april 2023 &  gemeenteraad van 31 mei 2023

  • Nood aan meer transparantie over het masterplan voor de gemeente Beersel zodat we als gemeente volledig geïnformeerd zijn over de effecten van het masterplan;
  • Garantie dat de erkenning als Nationaal Park zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het gebruik van omliggende agrarische percelen door onze landbouwers in Beersel op korte én lange termijn;
  • Streven dat het huidig areaal landbouwgrond in gebruik door Beerselse landbouwers op Beersels grondgebied maximaal wordt bewaard. Het college behoudt zijn bevoegdheid om al dan niet een vergunning tot bebossing in agrarisch gebied af te leveren.
  • Noodzaak om het aantal verbindende landschappen op Beersels grondgebied te bestuderen en te motiveren. Voor elke mogelijke verbinding moet er voorafgaandelijk overleg zijn met de desbetreffende Beerselse landbouwers. Concreet betekent dit dat de individuele landbouwers actief betrokken worden en inspraakrecht hebben bij de opmaak van de tweede landbouwimpactstudie voor verbindende landschappen.
  • Herbestemmen via RUP's (vanaf 2030) enkel mogelijk met akkoord van de gemeente.
  • Toetreding als gemeente tot de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst (IOED) en de bijdrage die hiervoor dient betaald te worden, wordt onder voorbehoud gehouden.

 

Bertem

Gemeenteraad van 30 mei 2023

  • Het is van belang dat de verdere uitwerking verloopt in nauw overleg met de verschillende actoren en specifiek met de landbouwsector, in alle openheid en met respect voor de bezorgdheden uit deze sector.
  • Aandacht dient besteed te worden aan een maximale reservering van het agrarisch gebied voor de beroepslandbouw en bescherming van het agrarisch areaal.
  • Bij inrichting van eventuele verbindende landschappen, is het van groot belang dat per verbinding de aard en de noodzaak ervan verder onderbouwd wordt en dat de impact voor de landbouw zorgvuldig in kaart wordt gebracht. Het is dan van primordiaal belang dat er samen wordt gewerkt met de betrokken landbouwers.

 

Bierbeek

Gemeenteraad van 4 mei 2023

  • Rekening houden met de bezorgdheden van de landbouwraad en Gemeentelijke Erfgoedraad van Bierbeek,
  • De lokale landbouwsector, de Gemeentelijke Erfgoedraad Bierbeek en IOED Portiva volwaardig en structureel betrekken in de verschillende fases van het project.
  • De uitwerking van de doelstellingen vermeld onder rubriek 3.5.3 van het ontwerp van Masterplan ‘We geven grondgebonden landbouwers areaalzekerheid’, in overleg met de landbouwsector en vertegenwoordigers van de lokale landbouwers dient ontwikkeld te worden.
  • In een eerste planfase dient de planologische ruimte voor de landbouw gegarandeerd door verder overleg met eigenaars en gebruikers én op basis van een opgemaakte LIS (landbouwimpactstudie) dat hand in hand gaat met de groene RUP’s waarbij er zowel rekening gehouden wordt met het individueel belang voor de landbouwer, als met het collectief belang van de voedselproductie en dat hierbij het HAG (herbevestigd agrarisch gebied) wordt gerespecteerd;
  • De bijkomende doelstellingen onder rubriek 3.5.3 van het ontwerp van Masterplan ‘We geven grondgebonden landbouwers areaalzekerheid’ met betrekking tot de opmaak van een ruimtelijk afsprakenkader voor de verbindende landschappen en de planologische herbevestigingen dienen uitgevoerd te worden waardoor de agrarische ruimte wordt gegarandeerd voor de verbindende landschappen

 

Halle

Gemeenteraad van 23 mei 2023

  • Garantie dat de erkenning als Nationaal Park zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het gebruik van omliggende agrarische percelen door onze landbouwers in Halle op korte én lange termijn;
  • Streven dat het huidig areaal landbouwgrond in gebruik door Halse landbouwers / ondernemers op Hals grondgebied maximaal wordt bewaard. Uitzondering kan gemaakt worden voor hen die hun landbouwactiviteit stopzetten;
  • Noodzaak om het aantal verbindende landschappen op Hals grondgebied te bestuderen via LIS (landbouwimpactstudie) en te motiveren. Voor elke mogelijke verbinding moet er voorafgaandelijk overleg zijn met de desbetreffende Halse landbouwers.
  • Herbestemming van gebieden via een RUP is enkel mogelijk met akkoord van de stad Halle.

 

Huldenberg

Gemeenteraad van 25 mei 2023

  • De gemeenteraad vraagt een maximale reservering van het agrarisch gebied voor de beroepslandbouw en bescherming van dit areaal door bij eventuele ruimtelijke structuurplannen de herbevestiging voor landbouw op gelijkaardige basis op te nemen als groene bestemmingen.
  • Eventuele beperkte inname van HAG moet ruim worden gecompenseerd.
  • Wat de verbindende landschappen betreft, is het van groot belang dat per verbinding de aard en de noodzaak ervan verder onderbouwd worden en dat de impact voor de landbouw zorgvuldig in kaart wordt gebracht. Het is van primordiaal belang dat er samen wordt gewerkt met de betrokken landbouwers door samen alternatieven te onderzoeken, verleggingen worden besproken en dat er in het algemeen in der minne wordt gewerkt. Dit is noodzakelijk om de leefbaarheid van onze landbouwbedrijven niet in het gedrang te brengen. De verbindingen moeten uitgewerkt worden rekening houdend met de gewenste ruimtelijke structuur AGNAS, erosiebestrijdingsplannen, eerder beslist beleid, etc. maar vooral ook met de landbouwimpact.
  • Om deze redenen is het dan ook noodzakelijk dat vertegenwoordigers van de landbouwsector opgenomen worden in de werking van het parkbureau en de bestuursorganen van de op te richten vzw. Op die manier is regelmatig en structureel overleg op een transparante manier verzekerd en zitten landbouwers mee op de eerste rij bij het bespreken van kaarten, plannen, beslissingen en teksten in de toekomst.

 

Leuven

Gemeenteraad van 22 mei 2023

  • In de Brabantse Wouden voorzien familiale landbouwers ons van lokaal en gezond voedsel. De grondgebonden landbouwers krijgen areaalzekerheid. De doelstellingen zijn in overeenstemming met de Leuvense voedselstrategie.
  • Wat de landbouw betreft vraagt de stad Leuven dat er regelmatig en structureel overlegd wordt met de landbouwsector, en met betrokken landbouwers over kaarten, plannen, beslissingen, teksten. De stad Leuven vraagt om minstens één vertegenwoordiger van de landbouwsector op te nemen in het bestuursorgaan van het Nationaal Park.

 

Oud-Heverlee

Gemeenteraad van 25 april 2023

  • Artikel 5 moet als een voorlopige structuur (en dus ook de samenstelling) aanzien worden
  • De bijlage moet als indicatief en voorlopig aanzien worden;
  • Er vloeit geen enkel financieel engagement voor de gemeente voort uit de acties opgenomen in bijlage 2 (korte inhoud masterplan).

 

Tervuren

Gemeenteraad van 27 april 2023

  • Voorbehoud bij het gebruik van 'herbevestigd agrarisch gebied' (HAG) als natuur(verbindings)gebied. De leefbaarheid van de getroffen landbouwbedrijven moet onderdeel zijn van de beraadslaging bij beslissingen ter uitbreiding of versterking van het Nationaal Park.

  

Provincie Vlaams-Brabant

Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 25 mei 2023

  • Het Masterplan is niet te beschouwen als een document dat in al zijn doelstellingen en projecten goedgekeurd moet worden door alle partners of participanten.
  • Het is geen “beslist beleid” of heeft geen beleidsstatuut, in het bijzonder niet de kaarten voor de verbindende landschappen die als streefbeelden zijn bijgevoegd.
  • Het is geen Beleidsmatig Gewenste Ontwikkeling zoals bedoeld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en kan niet gehanteerd worden bij de beoordeling van vergunningsaanvragen.
  • Het omvat geen verplichtingen of geen beperkende maatregelen bovenop de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen Brabantse Wouden of voor de gebruikers ervan, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen.
  • Het kan nooit afbreuk doen aan de autonome beheerbevoegdheid van de terreinbeheerders in de ruime zin van het woord, noch aan de gemeentelijke of  provinciale bevoegdheden, opdrachten of autonomie.
  • Het bevat een ruim voorstel van projecten voor de eerste werkperiode van 6 jaar en de gefaseerde opstart van deze projecten is afhankelijk van het aantrekken van financiering en cofinanciering én van het nog later te nemen engagement van gemeenten en andere partners om er al dan niet in te participeren.
  • Er zullen steeds voorafgaandelijke landbouwimpactstudies worden uitgevoerd bij inname en voorgenomen vegetatiewijziging van agrarisch gebied;

De deputatie onderschrijft alle andere bemerkingen en voorwaarden die werden geformuleerd met betrekking tot dit Masterplan door de lokale besturen..

Artikel 4: De gemeenteraad machtigt de Voorzitter van de Gemeenteraad en de Algemeen Directeur om de oprichtingsakte van vzw NPBWV en de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen, met dien verstande dat de Voorzitter van de Gemeenteraad haar handtekeningbevoegdheid delegeert aan de burgemeester, Bart Clerckx.

Artikel 5: De gemeenteraad stelt schepen Hanna Vansteenkiste, lid van onze raad, aan als vertegenwoordiger in de algemene vergadering en Adinda Claesen, voorzitter van onze raad,  als plaatsvervanger in de algemene vergadering.

Artikel 6: De gemeenteraad draagt schepen Kris Debruyne,  lid van onze raad, voor als kandidaat bestuurder