- Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (BS 12 augustus 2019)
- Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening
- Vlaamse codex ruimtelijke ordening
- Omgevingsvergunningsdecreet, in bijzonder artikel 31 dat het volgende bepaalt:
- Omgevingsvergunningsbesluit, in bijzonder artikel 47 dat het volgend bepaalt:
- Toelichting bij bovengenoemd omgevingsvergunningsdecreet en -besluit:
Op 22 december 2023 werd door betrokkene, een omgevingsvergunningsaanvraag tot het verkavelen van het binnengebied, aanleg van wegenis, een park met speelinfrastructuur en waterinfiltratievoorzieningen ingediend.
De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op 24 mei 2024.
Het dossier ging in openbaar onderzoek van 30 mei 2024 tot en met 28 juni 2024. Binnen deze periode werden 18 schriftelijke bezwaren, één schriftelijk gebundeld bezwaar, geen mondelinge bezwaren en 26 digitale bezwaren ingediend. Eén bezwaar werd laattijdig ingediend.
De uiterlijke beslissingsdatum voor dit dossier is 20 november 2024.
De gemeenteraad dient in zitting van 12 november 2024 een uitspraak te doen inzake de voorgestelde zaak van de wegen.
Als bijlage kan het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 23 oktober 2024 teruggevonden worden.
Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project door het college van burgemeester en schepenen dient te gebeuren nadat het dossier werd voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert om de voorliggende aanvraag goed te keuren (zie verslag GOA in de bijlagen).
Artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit stelt dat de gemeenteraad kennis dient te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
De gemeenteraad dient een besluit te nemen over de zaak van de wegen. Indien deze niet wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag, kan er geen geldige omgevingsvergunning worden afgeleverd (artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning).
Korte omschrijving
De gemeenteraad beslist om het wegenistracé zoals voorzien in het rooilijnplan bij de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2023167453 goed te keuren onder voorwaarden en gaat akkoord met de voorgestelde kosteloze grondafstand.
Voorgeschiedenis
- Op 22 december 2023 werd een omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2023167453 (202319) ingediend tot het verkavelen van het woonuitbeidingsgebied (WUG) Haasrode voor 160 woonentiteiten en de aanleg van wegenis ingediend op een terrein, gelegen in het binnengebied tussen Blandenstraat, Milsestraat en Kerkstraat, 3053 Haasrode, kadastraal bekend: afdeling 4 sectie C nrs. 16, 17A, 18A, 19N, 19K, 19W, 19P, 19Z, 19V, 20A, 21A, 22P, 22V3, 22Z3, 22B4, 22S4, 48C, 49E2, 49B2, 49D2, 49C2, 49/2 , 49A2, 61D, 61F, 61C, 61E, 61G, 62, 63M, 63N, 64 en 71H4.
De aanvraag gaat gepaard met een kosteloze grondafstand ten gevolge van de realisatie van nieuwe wegenis en de opheffing van delen van de bestaande buurtwegen nrs. 68, 69, 70, 71 en 102.
- Principieel akkoord van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant – verleend op 9 maart 2006 - ontwikkeling van de eerste fase van het woonuitbreidingsgebied Haasrode Centrum – niet uitgevoerd.
- Principieel akkoord van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant – verleend op 10 januari 2013 – voor de aansnijding van het binnengebied Haasrode Centrum ter realisatie van 128 woongelegenheden in twee fasen:
- Omgevingsvergunningsaanvraag tot verkaveling ‘Haasrode Centrum’ (73 loten) – het verkavelen van gronden in het binnengebied te Haasrode, gelegen tussen de Kerk,- Milse- en Blandenstraat (fase 1) – OMV_2018109262-OMV/2018/106/VV – geweigerd op 12 maart 2019.
- Op 31 maart 2022 heeft de deputatie geen nieuw PRIAK verleend omwille van staking van stemmen in de deputatie aangezien het woonuitbreidingsgebied al was vrijgegeven via het nog geldende principieel akkoord van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 10 januari 2013.
Feiten en context
- De omgevingsvergunningsaanvraag is gelegen in woonuitbreidingsgebied en gedeeltelijk in woongebied volgens het gewestplan Leuven.
- De omgevingsvergunningsaanvraag is niet gelegen binnen het plangebied van een algemeen plan van aanleg (APA), een bijzonder plan van aanleg (BPA) of een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
- De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde en niet vervallen verkaveling.
- Op 24 mei 2024 werd de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van de gronden volledig en ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde dus vóór 6 juli 2024 zodat de aanvraag moet behandeld worden volgens de oude regeling.
- Het projectgebied is gelegen in het centrum van Haasrode.
- Het projectgebied heeft een meervoudige vorm met aan de buitenrand de aanwezigheid van private bouwkavels bestaande uit voornamelijk eengezinswoningen, een aantal meergezinswoningen, handelsruimten, horeca en diensten.
- Op 10 januari 2013 werd een principieel akkoord (PRIAK) afgeleverd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant, hiermee werd het WUG vrijgegeven.
- Op 28 september 2021 werd het masterplan “Oose Poelen” door de gemeenteraad goedgekeurd.
- Het masterplan werd omgezet in een beeldkwaliteitsplan.
- Het dossier werd voorgelegd bij de GECORO op 25 april 2023 en op 25 maart 2024.
- Een Kwaliteitskamer werd naar aanleiding van het ingediende dossier georganiseerd op 18 april 2024.
- Op 27 augustus 2024 heeft de gemeenteraad de Beleidsmatige Gewenste Ontwikkeling (BGO) voor het grondgebied Oud-Heverlee goedgekeurd, voorliggend project valt onder ‘siginificante projecten’.
- De Blandenstraat is een gemeenteweg voorzien van asfalt verharding.
- De Milsestraat is een gemeenteweg voorzien in asfalt verharding met aan beide zijden verhoogde voetpaden.
- De Kerkstraat is een gemeenteweg voorzien in betonverharding met aan beide zijden verhoogde voetpaden.
- Voor het gedeelte van de voetwegen nr. 68, nr. 70 werd op 12/09/2016 een rooilijnplan voor de gedeeltelijke verlegging van de voetwegen goedgekeurd. De verlegging werd tot op vandaag niet gerealiseerd. De aanvrager wenst de buurtwegen af te schaffen. Door het toevoegen van een tragewegennet doorheen het binnengebied worden bestaande verbindingen heraangelegd en zullen deze vlotter toegankelijk zijn voor fietsers- en voetgangers.
- Het terrein van de aanvraag kent een sterk terreinniveauverschil. Het terrein helt af van de Kerkstraat – Blandenstraat (west) naar het noordoostelijke deel van het projectgebied.
- Op het terrein zijn nog twee ondergrondse kelders en riolering aanwezig en dienen bomen te worden gerooid.
- De aanvraag voorziet in de realisatie van 160 kavels voor woonentiteiten waarvan 32 i.f.v. sociale woningen op een terrein gelegen in het binnengebied tussen de Blandenstraat, Kerkstraat en Milsestraat, te bereiken via twee nieuw aan te leggen insteekwegen:
- De realisatie van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelen van de gronden zal de aanleg inhouden van een duurzame wegverharding en nutsvoorzieningen in de nieuw ontworpen insteekwegen. De aanvraag bevat een meetstaat met technische gegevens voor de aanleg van wegenis, parkings, DWA-riolering, infiltratiebekkens, wadi’s aanleg van groenvoorzieningen en spelelementen opgemaakt door studiebureau en beëdigd landmeter (LAN40153) Jonckheere.
- De aanvrager voorziet in de opheffing van voetwegen nr. 68, 69, 70, 71 en 102 binnen de zone van het projectgebied. De functionele aansluiting en de functionele verbinding van deze buurtwegen blijft behouden volgens het huidige tracé. Binnen het projectgebied worden de buurtwegen verlegd in de nieuwe wegbedding van paden en wegen. Het rooilijnplan bij de huidige omgevingsvergunningsaanvraag voorziet in een herontwikkeling van het braakliggend woonuitbreidingsgebied. De op te heffen buurtwegen worden via het nieuwe rooilijnplan gereorganiseerd en worden in overeenstemming gebracht met het verkavelingsplan. In het verkavelingsplan wordt er gewaarborgd dat alle bestaande verbindingen behouden blijven.
- Samenvatting wegeniswerken:
- De kosteloze grondafstand is voorzien binnen de contour van het plangebied met een oppervlakte van 38.394 m².
- De aanvrager voorziet dat geen meer- of minwaarde volgens art. 28 van het gemeentewegendecreet dient te worden berekend.
De aanvrager verwijst hiervoor naar een antwoord op een parlementaire vraag bij de Vlaamse Minister voor Mobiliteit en Openbare Werken van 4 februari 2022 waarin wordt gesteld dat een meer- of minwaardeberekening niet van toepassing is als de gemeente de last van een kosteloze grondafstand oplegt. Een rooilijnplan moet geen berekening bevatten van de meer- en minderwaarde wanneer de gemeente een last gratis grondafstand zal opleggen. De woorden “in voorkomend geval” in artikel 16, §3 dienen zo te worden geïnterpreteerd dat het rooilijnplan geen berekening moet bevatten van de meer- of minwaarde indien de grond(en) gratis zullen worden afgestaan aan de gemeenten.
- Uit de rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen volgt dat er niet steeds sprake is van een meer- of minwaarde. Artikel 16, §3, 1° van het Decreet Gemeentewegen spreekt enkel over “een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen”. Er is dus niet sowieso sprake van meer- of minwaarden die gepaard gaan met de aanleg of opheffing van wegenis (Vgl. RvVb 28 maart 2024, nr. RvVb-A-2324-0582).
- De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 30 mei 2024 tot en met 28 juni 2024. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen petitielijsten, 18 schriftelijke bezwaren, één schriftelijke gebundeld bezwaar, geen mondelinge bezwaren en 26 digitale bezwaren ingediend. Eén bezwaar werd laattijdig ingediend. Van de bezwaren zijn er 30 die betrekking hebben op het wegenisdossier of in verband kunnen gebracht worden met de beoordelingsgronden opgesomd in art. 3 en 4 en desgevallend het art. 6 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019. Als bijlage bij het gemeenteraadsbesluit gaat een samenvatting van de bezwaarschriften handelend over het luik voorzieningen, verkeersveiligheid/mobiliteit, groen, hinder/overlast/leefbaarheid, waterhuishouding en overige.
Adviezen
Externe adviezen:
- Er werd op 24 mei 2024 een eerste Advies gevraagd aan Fluvius. Op 18 juni 2024 heeft de adviesinstantie een ongunstig advies uitgebracht. Naar aanleiding van het advies werd een nieuwe projectinhoudversie ingediend (PIV5) met aanvullende berekening. Op 9 juli 2024 werd een nieuw advies aan Fluvius gevraagd die op 30 juli 2024 opnieuw een ongunstig advies uitbracht. Op 18 oktober 2024 hebben we een nieuw advies, ditmaal gunstig met voorwaarden, ontvangen van Fluvius.
- Er werd op 24 mei 2024 advies gevraagd aan departement Mobiliteit en Openbare Werken. Op 2 juli werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
- Er werd op 24 mei 2024 advies gevraagd aan De Watergroep, Op 28 mei 2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
- Er werd op 24 mei 2024 advies gevraagd aan Wyre. Op 17 juni 2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
- Er werd op 24 mei 2024 advies gevraagd aan Proximus. Op 17 juni 2024 werd een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
Interne adviezen:
- Er werd op 29 mei 2024 advies gevraagd aan de Milieuadviesraad. Op 22 juni 2024 werd een voorwaardelijk advies uitgebracht.
- Er werd op 29 mei 2024 advies gevraagd aan de dienst Infrastructuur – mobiliteit. Op 1 juli 2024 werd een voorwaardelijk advies uitgebracht.
- Er werd op 29 mei 2024 advies gevraagd aan de Verkeersraad. Op 17 juni 2024 werd een voorwaardelijk advies uitgebracht.
- Behandeling bezwaarschriften kan als volgt worden beantwoordt:
Zie bijlage bij gemeenteraadsbeslissing voor een overzicht van de bezwaarschriften die betrekking hebben op, voorzieningen, verkeersveiligheid/mobiliteit, groen, hinder/overlast/leefbaarheid, waterhuishouding en overige.
- De aanvrager verwijst naar een uitspraak bij een parlementaire vraag van 4 februari 2022, dit is geen rechtsgeldige regelgeving noch omgezet in het gemeentewegendecreet (GWD).
Volgens het decreet moet een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg gebeuren overeenkomstig artikel 28 en dit is ook van toepassing bij een opheffing van gemeentewegen, bijgevolg ook buurt- en voetwegen.
Artikel 28 (01/09/2019- ...)
§ 1. De aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg geeft aanleiding tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is.
De vergoeding voor waardevermindering is verschuldigd door de gemeente aan de eigenaar van de grond in kwestie. De vergoeding voor waardevermeerdering is verschuldigd door de eigenaar van de betrokken grond en komt ten goede aan de gemeente.
Het eerste en het tweede lid gelden met behoud van de toepassing van artikel 13, § 5.
§ 2. De waardevermindering of de waardevermeerdering wordt vastgesteld door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente. Bij betwisting door de eigenaar wordt de waardevermindering of de waardevermeerdering vastgesteld door een college dat bestaat uit de landmeter-expert die de gemeente heeft aangesteld en een landmeter-expert die de eigenaar aanstelt.
Bij de berekening van de waardevermindering of de waardevermeerdering wordt onder meer rekening gehouden met het verschil in venale waarde, de gelijke behandeling van burgers voor de openbare lasten opgelegd in het kader van het algemeen belang, de bestaande openbare en private erfdienstbaarheden, en de vigerende overheidsbesluiten over het grondgebruik.
De waardevermeerdering wordt geacht nihil te zijn als de gemeenteweg in de feiten verdwenen is, omdat infrastructuren door of in opdracht van de overheid zijn aangelegd of omdat de gemeenteweg werd bebouwd krachtens een rechtsgeldige, niet-vervallen vergunning die werd verleend vóór 1 september 2019.
Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren.
§ 3. De gemeenteraad kan de principes en bepalingen van paragraaf 2 verder verfijnen en aanvullen in een algemeen reglement of richtkader, waarbij het recht op tegenspraak wordt gewaarborgd.
§ 4. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor vergunningverlenende overheden tot het opleggen van de last tot gratis overdracht van in een vergunningsaanvraag vermelde openbare wegen en aanhorigheden en van de gronden waarop die worden of zullen worden aangelegd, vermeld in artikel 75, derde lid, van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Op basis van artikel 28, §2, vierde lid van het GWD kan gesteld worden dat indien een kosteloze grondafstand wordt gerealiseerd de waardevermeerdering wordt geneutraliseerd en hiervoor geen kost verschuldigd is aan de gemeente.
- Overeenkomstig artikel 31, §1, tweede lid van het Omgevingsvergunningsdecreet spreekt de gemeenteraad zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein.
- Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
- Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de gemeenteraad niet kan beslissen over de omgevingsvergunningsaanvraag zelf.
- De gemeenteraad dient te oordelen op grond van motieven die te maken hebben met een doordacht gemeentelijk wegennet, waarbij de inpasbaarheid van de nieuwe “wegenis” in het globale gemeentelijke wegennet beoordeeld moet worden.
- Omwille van de goede ruimtelijke ordening ter realisatie van een kwalitatieve woonontwikkeling in het WUG van Haasrode moet er voorzien worden in een nieuwe interne ontsluiting, nieuwe insteekwegen, aanleg van groene- en blauwe dooradering en wordt er geadviseerd om de 38.394 m² zoals ingetekend op het B41_ROOILIJNPLAN_OT.pdf kosteloos toe te voegen aan het openbaar domein. Deze last wordt opgelegd om ter compensatie van betaling van een meerwaarde ten gevolge van de afschaffing van de buurtwegen te voorzien in de gratis grondafstand van deze wegenis.
- Het voornemen tot opheffen van de voetweg wordt hierna getoetst aan de artikelen 3 (doelstellingen) en 4 (principes) van het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019. Zo moet de beslissing steeds worden gemotiveerd in het algemeen belang en is het verplaatsen van een gemeenteweg enkel een optie wanneer het behoud op de huidige bedding niet gegarandeerd kan worden.
- De aanvrager voorziet het realiseren van een nieuwe woonwijk met 160 woonentiteiten in het binnengebied van Haasrode centrum. Het projectgebied omvat de aanleg van nieuwe interne wegenis en ontsluitingen. De bestaande oost-west verbinding van voetweg nr. 68 blijft behouden binnen het nieuwe wegtracé, ook de noord-zuidverbinding zal opnieuw worden gerealiseerd. Deze zijn beide belangrijke verbindingen voor de buurt. Al de aansluitingen van de voetwegen op het bestaande netwerk blijven behouden. De interne ontsluitingen zorgen voor een optimale doorwaadbaarheid en een betere toegankelijkheid, dit doordat gekozen wordt voor kwalitatieve materialen als ondergrond en de verbreding van de meeste paden naar 2m waardoor kruisen met bv. twee fietsen makkelijker kan verlopen.
Doordat het projectgebied een ruim aanbod aan trage verbindingen voorziet, blijft de doorwaadbaarheid gegarandeerd en zal deze op een aantal punten verbeteren.
- De aangevraagde opheffing van de voetwegen en de aanleg van nieuwe gemeentewegen komen neer op een wijziging van de gemeentewegen in het projectgebied die een kwalitatieve verkeersafwikkeling tot gevolg hebben, met tevens bijkomende verbindingen voor voetgangers en fietsers. Er gaat voldoende aandacht uit naar de uitbouw van een veilig wegennet.
- De aangevraagde wijzigingen dienen het algemeen belang omdat ze voorzien in een kwalitatieve ontsluiting van het nieuw ontwikkelde projectgebied.
- Het voornemen tot opheffing van een deel van voetwegen nr. 68, 69, 70, 71 en 102 werd getoetst aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en geeft uitvoering aan deze artikelen.
De gevraagde opheffing van de delen van de voetwegen 69 en 70 buiten de plancontour worden niet goedgekeurd en worden bijgevolg niet afgeschaft. Het gaat over de volgende delen:
Indien een afschaffing van deze delen buurtwegen nodig wordt geacht moet hiervoor een meerwaardeberekening worden toegevoegd, dit kan niet worden gecompenseerd door de gratis grondafstand zoals voorzien binnen de plancontour. De afschaffing van deze delen van de betrokken voetwegen wordt daarom niet goedgekeurd.
- De aanvrager dient over te gaan tot het voorzien van 6 elektrische deelwagens op de daarvoor aangeduide locaties op het inplantingsplan en de nodige bijhorende laadinfrastructuur incl. minimaal 4 laadpalen te realiseren.
- De aanvrager dient in overleg met de gemeente na te gaan of valbescherming ter hoogte van de bufferbekkens A-B-C en D noodzakelijk is omwille van de steilheid van de oevers en dit in functie van veiligheid. Indien nodig dienen de nodige maatregelen te worden genomen en valbescherming te worden voorzien op gevaarlijke plekken rond de bufferbekkens.
Volgende voorwaarden worden opgelegd aan de aanvrager, die bij vergunningverlening verplicht in de vergunning moeten worden opgenomen:
- De aanvrager dient de ondergrondse afvalcontainers te plaatsen conform de normen van Ecowerf;
- De aanvrager dient minimaal 6 elektrische publiek toegankelijke deelwagens te voorzien op de daarvoor aangeduide locaties op het inplantingsplan.
De aanvrager dient minimaal 4 laadpalen met telkens 2 oplaadpunten te voorzien op de daarvoor aangeduide locaties op het inplantingsplan.
De aanvrager staat de eerste 4 jaar garant voor het voorzien van de deelwagens binnen het projectgebied.
Al de deelwagens en laadpalen moeten voorzien worden ten laatste bij definitieve oplevering van het openbaar domein;
- De aanvrager bekijkt met de gemeente of valbescherming ter hoogte van de bufferbekkens nodig is en wordt verplicht om deze aan te brengen waar dit nodig wordt geacht;
- De aanvrager vervangt het hout van de terrassen in het productief landschap door een duurzaam, gerecycleerd materiaal (herbruikte tegels, herbruikte gevelsteen enz.);
- De aanvrager laat een plaatsbeschrijving opmaken van de percelen grenzend aan de aanvraag en dit vóór de aanvang der werken;
- De volgende voetwegdelen worden uit de goedkeuring van het rooilijnplan gesloten:
- De wegeniswerken dienen in eerste fase te worden aangevat en worden afgerond tot voorlopige oplevering alvorens over te gaan tot de verdere realisatie van het project;
- De overdracht van de wegenis is pas mogelijk wanneer de aanvrager volle eigenaar is van de wegenis en hiervan de nodige akten kan voorleggen;
- De aanvrager staat de totale oppervlakte van 38.394m² gratis en voor openbaar nut aan de gemeente af. De verkaveling wordt, voor wat de verkoop of vervreemding van de loten betreft, slechts uitvoerbaar nadat:
- Een attest van bouwrijpheid kan pas worden afgeleverd na voorlopige oplevering van de wegenis;
- Het openbaar domein wordt aangelegd als een woonerf. Er worden nieuwe insteekwegen voorzien, een intern trage wegennet aangelegd, voorzien 53 bezoekersparkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen. De gratis grondafstand en de aanleg van een nieuwe wegenis, ten behoeve van een omgevingsvergunning, wordt bijgevolg gunstig geadviseerd.
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt het wegenistracé goed zoals voorzien in het rooilijnplan dat werd ingediend in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag met kenmerk OMV_2023167463 (OMV/2023/175/VV) voor de verkaveling van het binnengebied voor 160 woningen waarvan 32 sociale woningen en bouw van wegenis op de percelen gelegen tussen de Blandenstraat, Milsestraat en Kerkstraat, kadastraal gekend als afdeling 4 sectie C nrs. 16, 17A, 18A, 19N, 19K, 19W, 19P, 19Z, 19V, 20A, 21A, 22P, 22V3, 22Z3, 22B4, 22S4, 48C, 49E2, 49B2, 49D2, 49C2, 49/2 , 49A2, 61D, 61F, 61C, 61E, 61G, 62, 63M, 63N, 64 en 71H4. Aan de verkavelaar worden volgende voorwaarden en lasten opgelegd:
- De aanvrager dient de ondergrondse afvalcontainers te plaatsen conform de normen van Ecowerf;
- De aanvrager dient minimaal 6 elektrische publiek toegankelijke deelwagens te voorzien op de daarvoor aangeduide locaties op het inplantingsplan.
De aanvrager dient minimaal 4 laadpalen met telkens 2 oplaadpunten te voorzien op de daarvoor aangeduide locaties op het inplantingsplan.
De aanvrager staat de eerste 4 jaar garant voor het voorzien van de deelwagens binnen het projectgebied.
Al de deelwagens en laadpalen moeten voorzien worden ten laatste bij definitieve oplevering van het openbaar domein;
- De aanvrager bekijkt met de gemeente of valbescherming ter hoogte van de bufferbekkens nodig is en wordt verplicht om deze aan te brengen waar dit nodig wordt geacht;
- De aanvrager vervangt het hout van de terrassen in het productief landschap door een duurzaam, gerecycleerd materiaal (herbruikte tegels, herbruikte gevelsteen enz.);
- De aanvrager laat een plaatsbeschrijving opmaken van de percelen grenzend aan de aanvraag en dit vóór de aanvang der werken;
- De volgende voetwegdelen worden uit de goedkeuring van het rooilijnplan gesloten:
- De wegeniswerken dienen in eerste fase te worden aangevat en worden afgerond tot voorlopige oplevering alvorens over te gaan tot de verdere realisatie van het project;
- De overdracht van de wegenis is pas mogelijk wanneer de aanvrager volle eigenaar is van de wegenis en hiervan de nodige akten kan voorleggen;
- De aanvrager staat de totale oppervlakte van 38.394m² gratis en voor openbaar nut aan de gemeente af. De verkaveling wordt, voor wat de verkoop of vervreemding van de loten betreft, slechts uitvoerbaar nadat:
- Een attest van bouwrijpheid kan pas worden afgeleverd na voorlopige oplevering van de wegenis;
- Het openbaar domein wordt aangelegd als een woonerf. Er worden nieuwe insteekwegen voorzien, een intern trage wegennet aangelegd, voorzien 53 bezoekersparkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen.
- De wegenis en rioleringswerken, alsook de groene ruimten, speelruimten en wadi’s moeten volledig door de verkavelaar ten laste worden genomen, hierbij inbegrepen de voorzieningen tot afvoer van de oppervlaktewaters;
- De wegenis- en baanbedding en de zone voor openbaar groen moeten kosteloos afgestaan worden aan de gemeente na voltooiing van de werken;
- De verkavelaar moet zorgen dat de leidingen voor gas, water, elektriciteit, teledistributie en telefooninfrastructuur en de openbare verlichting aanwezig zijn, zodat alle kavels zonder uitbreiding van het distributienet op het net kunnen aangesloten worden;
De kosten van de opgelegde werken en de akte van notaris vallen ten laste van de aanvrager.
Artikel 2:
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.
Artikel 3:
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:
Artikel 4:
De gemeenteraad duidt de burgemeester en algemeen directeur aan tot het ondertekenen van de akte van de grondafstand.