Het decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 2; “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
Het decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003.
De kaderrichtlijn water: RICHTLIJN 2000/60/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.
De overstromingsrichtlijn: RICHTLIJN 2007/60/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 oktober 2007 over beoordeling en beheer van overstromingsrisico's.
De beleidsverklaring 2019-2024;
Het strategisch meerjarenplan 2020-2025,dat op 17 december 2019 door de gemeenteraad werd goedgekeurd, onder meer met de volgende beleidsdoelstellingen
- BD000003 Een groene, klimaatbestendige en verkeersveilige gemeente.
- BD000004 Duurzame, energiezuinige en multifunctionele gebouwen.
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/6, meer bepaald acties:
De beslissing van de gemeenteraad van 28 september 2021 om in te tekenen op het Vlaams Lokaal Energie- en Klimaatpact;
De unanieme goedkeuring door de gemeenteraad van 26 maart 2024 van het energie- en klimaatactieplan in uitvoering van de Burgemeestersconvenant 2030.
Dit plan is tot stand gekomen door middel van een participatief proces met de verschillende stakeholders die betrokken zijn bij het watersysteem in de gemeente Oud-Heverlee.
Knelpunten op vlak van wateroverlast in Oud-Heverlee zijn voornamelijk gerelateerd aan oppervlakkige afstroming van hemelwater, opstuwing vanuit rioleringsstelsels door afstroming van (on)verharde oppervlakken en wateroverlast vanuit de waterlopen.
De visie rond duurzaam hemelwater- en droogtebeheer in Oud-Heverlee werd opgebouwd volgens de principes van de Ladder van Lansink. Als uitgangspunt dient afstroming van hemelwater zo veel mogelijk vermeden te worden. Wanneer er toch afstroming is, dient ingezet te worden op het ter plaatse houden (waterconservering) en hergebruiken van het afstromend water. Wanneer niet al het afstromend water hergebruikt kan worden, moet infiltratie ervoor zorgen dat het water uit het riolerings- of waterlopensysteem gehouden wordt en in de bodem kan dringen om de grondwatertafel aan te vullen. Pas in laatste instantie kan gekeken worden naar het bufferen en vertraagd afvoeren van het water.
Vertrekkende vanuit de omgevingsanalyse, de aanwezige knelpunten, de bestaande maatregelen en de geplande projecten werd de visie rond duurzaam hemelwater- en droogtebeheer in Oud-Heverlee verder geconcretiseerd per deelzone. De deelzones werden afgebakend op basis van de natuurlijke afstroming van het hemelwater. In totaal werden er vijf deelzones afgebakend in Oud-Heverlee:
(1) Paddenpoel – Nethen,
(2) Leigracht - Dijle,
(3) Vaalbeek,
(4) Leibeek - Dijle,
(5) Beek – Herpendaalbeek - Merenloop.
Per deelzone werd getracht om oplossingen voor de knelpunten te formuleren en om potentiële locaties voor (bron)maatregelen aan te duiden zodat het hemelwater lokaal vastgehouden kan worden.
De voorgestelde algemene en deelzone specifieke maatregelen in deze visie werden verder vertaald naar acties. Per actie werd een prioriteit toegekend. De mate waarin een oplossing bijdraagt tot het verhogen van de veerkracht of de realisatie van een groenblauw netwerk vormt een belangrijk criterium bij de afweging of prioritering van verschillende oplossingen. Ook de mate van het engagement van de gemeente speelt mee bij de prioritering. Het is belangrijk dat de voorgestelde actielijst en prioritering haalbaar zijn en kan gerealiseerd worden.
Het gaat hier niet alleen over het ontwerp van wegen en de aanleg van gescheiden of geperforeerde rioleringen, maar ook over de ontharding van pleinen en straten, het sensibiliseren van inwoners, ruimtelijke ordening, handhaving) en herinrichting van groenzones. Daarbij houden we telkens vast aan hetzelfde principe: we moeten het probleem bij de bron aanpakken en ervoor zorgen dat hemelwater zoveel mogelijk in de bodem kan infiltreren daar waar het neervalt. Want water dat afstroomt naar rioleringen en bekent kan bij hevige regenval voor wateroverlast zorgen. En als hemelwater niet in de bodem kan doordringen, zakt ook het grondwaterpeil en dat is dan weer erg nadelig voor plant, dier en mens, zeker in droge(re) periodes.
De voorgestelde acties uit het hemelwater- en droogteplan dienen waar nodig verder verfijnd, doorgerekend, geconcretiseerd en uitgevoerd te worden in verdere vervolgtrajecten. Voor acties op het terrein worden de nodige ontwerpen opgemaakt en wordt ook de burger nauw betrokken.
Voor de inhoud en de vorm van een hemelwaterplan wordt verwezen naar de handleiding van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW). Er is geen budgettair luik in deze handleiding voorzien.
Artikel 1: De gemeenteraad beslist om het ontwerp hemelwater- en droogteplan en de bijhorende bijlages goed te keuren.