Terug
Gepubliceerd op 28/04/2025

Besluit  college van burgemeester en schepenen

do 24/04/2025 - 14:00

581.16 - Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer: 20250430-20250930 - Neerijsebaan 14 te 3051 Sint-Joris-Weert - Stelling

Aanwezig: Bart Clerckx, burgemeester-voorzitter
Francis Van Biesbroeck, Patrice Lemaitre, Katrien Timmermans, Tom Teck, Tine Eerlingen, schepenen
Marijke Pertz, algemeen directeur
Juridische gronden

Onverminderd de bepalingen van :

- Het koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, inzonderheid artikel 78.

- Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976, waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.

- Het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en de verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

- Het decreet van 16 mei 2008, betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

- De algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie.

- De beslissing van de gemeenteraad van 28 januari 2025 aangaande de omschrijving van het begrip dagelijks bestuur.

Feiten en context

Aanvraag voor inname openbaar domein:

Aannemer: /

Locatie: Neerijsebaan 14, 3051 Sint-Joris-Weert

Periode: 30/04/2025 tot en met 30/09/2025 (3 à 4 weken effectieve inname)

Reden: Stelling

Argumentatie

De dienst infrastructuur heeft advies gegeven.

Besluit

Artikel 1: Op voorwaarde dat:

  • De nodige (veiligheids)instanties in kennis worden gesteld van de genomen maatregelen.
  • De adviezen van andere betrokken actoren in rekening werden gebracht.
  • De inname niet conflicteert met andere innames.

Besluit het college van burgemeester en schepenen volgende tijdelijke maatregelen, zoals vermeld in het afgeleverde advies van de dienst infrastructuur, goed te keuren voor de periode van 30 april 2025 tot en met 30 september 2025:

AARD VAN DE INNAMES:

De gemeente Oud-Heverlee geeft een gunstig advies voor het plaatsen van een stelling op volgende voorwaarden:

De nodige veiligheidsmaatregelen dienen getroffen te worden ter bescherming van de voetgangers, evenals alles vrijwaren van stof.

Een vrije doorgang van 1m vrijwaren.

Bij schade en ongevallen veroorzaakt bij het plaatsen van de stelling, aan derden of aan het openbaar domein, wordt de plaatser van de stelling verantwoordelijk gesteld.

De stelling voorzien van een plafond dat tenminste 2,10 m hoog is.

De stelling moet echter niet voorzien zijn van een plafond indien de trottoir voldoende breed is, zodanig dat de voetgangers op een veilige wijze naast de stelling het bestaande trottoir door kunnen en beschikken over een obstakelvrije ruimte van 0.80 m.

De stelling dient bij nacht te worden voorzien van goedwerkende rood-witte lampen of oranje knipperlichten.

Langs beide zijden van de stelling dient een A31 te worden aangebracht.

De stelling moet 0.35m verwijderd staan van de buitenzijde van de boordsteen.

Er mogen geen delen van de stelling over de rijbaan uitsteken tot op een hoogte van 4,50m gemeten vanaf de rijstroken.

BIJKOMENDE VOORWAARDEN:

Iedere werfzone wordt aan- en afgemeld door verkeersborden A31 en F47 met onderbord ‘verantwoordelijke van de signalisatie’ en diens telefoonnummer.

Ter hoogte van de werfzone, plaatsen van een verkeersbord D1, met onderbord “Fietsers op de rijweg” .

De stelling dient, bij nacht, voldoende verlicht te zijn met goedwerkende oranje – gele knipperlichten.

Artikel 2: De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden voorgeschreven bij Koninklijk Besluit van 1 december 1975, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 27 april 1976 en volgende inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer. Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Dit geldt evenzo voor de in dit Ministerieel Besluit vernoemde verlichtingstoestellen.

Artikel 3: De inbreuken op deze verordening zullen worden beteugeld met politiestraffen, voor zover een wet of een algemene- of provinciale verordeningen geen andere straffen voorziet.

Artikel 4: Een afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de griffie van de politierechtbank van het kanton en aan deze van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement.

Artikel 5: Dit besluit wordt van kracht de dag waarop het bekend is gemaakt en het blijft van kracht tot het einde der werken of evenement.

Artikel 6: Een kopij van dit besluit dient gedurende de volledige duur van de werken of het evenement op de locatie aanwezig te zijn.

Artikel 7: Een aanvraag tot verlenging van de politieverordening dient minstens 1 week op voorhand te worden aangevraagd.

Artikel 8: Onderstaande instanties en/of personen dienen op voorhand door de aanvrager te worden verwittigd: de omwonenden.