De voorzitter opent de zitting op 24/09/2024 om 18:57.
De gemeenteraad neemt kennis van de ontwerpnotulen, opgesteld door de algemeen directeur, van de vorige vergadering van 27 augustus 2024.
De gemeenteraadsleden nemen er nota van dat tot het einde van de huidige vergadering opmerkingen kunnen gemaakt worden betreffende de redactie van de notulen.
Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en in het bijzonder de artikelen 30 tot en met 45.
Het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en in het bijzonder de artikelen 5 tot en met 8 en 11 tot en met 13.
De beslissing van de gemeenteraad van 25 juni 2024 betreffende de goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2023 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
Het besluit van de gouverneur van 19 augustus 2024 tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2023 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
De gemeente ontving op 19 augustus 2024 een brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur, houdende het besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2023 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
Overeenkomstig artikel 332,§1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur dient dit besluit ter kennis gebracht te worden van de gemeenteraad.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit, overeenkomstig artikel 332,§1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur, kennis te nemen van het besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2023 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
Het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en uitvoeringsbesluiten, specifiek artikel 263.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/6 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
Om te verzekeren dat de raadsleden op de hoogte blijven van de voortgang van het beleid ondanks het wegvallen van de budgetwijzigingen dient een opvolgingsrapportering voorgelegd te worden aan gemeente- en de OCMW-raad. De opvolgingsrapportering over het eerste semester van 2024 dient voor het einde van het derde kwartaal van het boekjaar te gebeuren (artikel 263 Decreet Lokaal bestuur).
Deze opvolgingsrapportering bevat minstens de volgende elementen:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's (zie jaarrekening 2023).
Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van 2024, in het kader van artikel 263 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en uitvoeringsbesluiten inzonderheid artikel 41, 10°, b betreffende de delegatie van bevoegdheden aan het college van burgemeester en schepenen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en uitvoeringsbesluiten.
De beslissing van de gemeenteraad van 23 november 2021 betreffende "Geluidsschermen E40 te Oud-Heverlee - Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst voor de plaatsing van schermen langs een gewestweg".
De beslissing van de gemeenteraad van 29 november 2022 betreffende "geluidsschermen E40 te Oud-Heverlee - Goedkeuring bijakte voor de plaatsing van schermen langs een gewestweg.
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/6 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams gewest en de gemeente Oud-Heverlee met betrekking tot het project "De bouw van geluidswerende schermen langs de autosnelweg E40 tussen kilometerpunt 20.250 en 21.025", werd goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 23 november 2021. Het Vlaams Gewest en de gemeente Oud-Heverlee verbonden zich ertoe schermen te bouwen langs gewestwegen, om de geluidshinder die afkomstig is van het wegverkeer, te verminderen en zo de verkeersleefbaarheid te verhogen, op de plaatsen waar het wegverkeerslawaai onvoldoende kan worden verminderd door een stille wegverharding of een snelheidsbeperking.
Het Vlaams Gewest heeft als bouwheer voor de werken "E314 Wilsele – Aarschot: aanleggen van een spitsstrook. Fase 3: realisatie spitsstrook" een aannemer aangesteld, TM BAM contractors – Viabuild , met maatschappelijke zetel te 1120 Brussel, Antoon van Osslaan 1, bus 2 vertegenwoordigd voor Stadsbader Contractors bv door Jan Folens Executive Director en voor Viabuild nv door Marc Lauwers, COO. Tijdens deze werken worden tevens de geluidsschermen geplaatst.
Aangezien een deel van de uit te voeren werken voor plaatsing van de geluidsschermen voor rekening van de gemeente Oud-Heverlee dient te worden uitgevoerd, werd een bijakte opgemaakt aan de overeenkomst van het Vlaams Gewest met de aannemer waarin de medefinanciering door de gemeente Oud-Heverlee geregeld wordt. Deze bijakte werd door de gemeenteraad goedgekeurd op 29 november 2022.
Het gemeentelijk aandeel in de werken werd geraamd op 92.547,04 euro excl. BTW, of 111.981,92 euro incl. BTW.
De werken zelf werden uitgevoerd in 2022.
De gemeente ontving in augustus 2024 van het Vlaams gewest de vorderingsstaat nr. 14 SEI (periode 01-04-22 tot 30-04-22) en van de aannemer TM BAM Contractors - Viabuid de bijhorende factuur. De vorderingsstaat/factuur bedraagt 164.866,91 euro BTWe of 199.488,96 euro BTWi. De meerkost t.o.v. de raming betreft de prijsherziening cf. de herzieningsformule, voorzien in het bestek.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt vorderingsstaat 14 SEI voor wat het gemeentelijk aandeel - plaatsing geluidsschermen t.h.v. de Fonteinstraat goed voor het bedrag van 164.866,91 euro BTWe, zijnde 199.488,96 euro BTWi.
Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/6 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
Het is wenselijk een bestelwagen (materieel vast actief) van de gemeente buiten gebruik te stellen en te vervreemden.
Het betrokken voertuig, Ford Transit, was in gebruik door de dienst infrastructuur sinds 2009.
Artikel 1: De gemeenteraad beslist volgend materieel vast actief buiten gebruik te stellen en te vervreemden. Het actief zal uit de boekhoudkundige inventaris uitgeboekt worden.
- Ford Transit lichte vrachtwagen, chassisnummer WF0FXXTTFF8S52597, eerste indienstname 06/02/2009, nummerplaat 298AHN.
Het decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 432, alinea 3, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De gemeente Oud-Heverlee is aangesloten bij Fluvius Opdrachthoudende vereniging.
Bij aangetekend schrijven werd de gemeente Oud-Heverlee opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging die plaats vindt op 13 november 2024 om 18.30 op digitale wijze.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit om goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging van 13 november 2024 met als agendapunten:
Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2025 alsook van het door de raad van bestuur opgestelde budget 2025.
Statutaire benoemingen.
Statutaire mededelingen.
Artikel2: De gemeenteraad van Oud-Heverlee besluit om Adinda Claessen aan te duiden als vertegenwoordiger en betrokken vertegenwoordiger op te dragen haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissing en ze onder meer ter kennis te brengen aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging.
Het decreet over het lokaal bestuur en in het bijzonder artikel 40 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad en titel 3 inzake de intergemeentelijke samenwerking.
De statuten van de dienstverlenende vereniging Cipal.
Artikel 432 van het decreet lokaal bestuur dat bepaalt dat de vertegenwoordigers op de algemene vergadering rechtstreeks door de gemeenteraden aangewezen worden uit hun leden.
De gemeente Oud-Heverlee is deelnemer van de dienstverlenende vereniging Cipal (hierna kortweg “Cipal”).
De gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2022 waarbij Gerrit Versyck, gemeenteraadslid, werd aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente Oud-Heverlee op alle gewone/buitengewone jaarvergaderingen van de dienstverlenende verenging Cipal tijdens de verdere legislatuur 2019-2024.
De oproeping van 6 september 2024 van de dienstverlenende Vereniging Cipal, met bijhorende agenda voor de digitale algemene vergadering van 7 november 2024 om 16 uur.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Gerrit Versyck als vertegenwoordiger van de gemeente Oud-Heverlee aan te duiden voor de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging Cipal op 7 november 2024. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.
Artikel 2: De gemeenteraad besluit om het mandaat voor de algemene vergadering vast te stellen en de vertegenwoordiger opdracht te geven de agendapunten goed te keuren.
Agenda volgt nog.
Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.
Het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraadsbeslissing van 28 april 2020 betreffende de aanduiding van de vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen en bepaling van het mandaat.
De statuten van TMVS div.
De uitnodiging voor de Buitengewone Algemene Vergadering van TMVS div op 26 november 2024. De vergadering zal fysiek plaatsvinden met digitale inbelmogelijkheid via ZOOM.
De gemeente Oud-Heverlee is sedert 1 februari 2019 toegetreden tot TMVS div, met CREAT als werk- en merknaam.
TMVS biedt expertise rond aankoop, zodanig dat de wetgeving op overheidsopdrachten wordt gebundeld met interessante aankoopvolumes naar de publieke actoren toe, met als doel de focus op eigen complexe technisch-administratieve en maatschappelijke opdrachten.
Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering TMVS dv van 26 november 2024 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten :
Varia
Artikel 2: De gemeenteraad draagt Mattias Bouckaert, vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Algemene Vergadering van TMVS dv vastgesteld op 26 november 2024, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal :
gestuurd worden.
Het decreet over het lokaal bestuur.
Decreet van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking.
De gemeenteraadsbeslissing van 26 februari 2019 houdende de aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiging op de algemene vergaderingen van KANVAZ.
De uitnodiging van KANVAZ tot deelname aan de algemene vergadering op 25 september 2024 om 19 uur.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit Sarah D'Hertefelt af te vaardigen voor de algemene vergadering van 25 september 2024 van KANVAZ te bepalen en haar opdracht te geven om de agendapunten goed te keuren:
Agenda
Artikel 2: De gemeenteraad besluit om de huidige beslissing ter kennis te brengen aan KANVAZ.
Decreet lokaal bestuur;
De deelname van de gemeente in de opdrachthoudende vereniging EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant;
De statuten van EcoWerf zoals goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 15 december 2021;
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 maart 2019, bekrachtigd door de gemeenteraad van 26 maart 2019, waarbij mevrouw Hanna Van Steenkiste werd aangeduid als gemeentelijk vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van EcoWerf.
Uitnodiging voor de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf op 20 november 2024 om 19:30 uur in de kantoren van EcoWerf (vergaderzaal De Vunt), Aarschotsesteenweg 210 te 3012 Leuven.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit om mevrouw Hanna Van Steenkiste te mandateren om de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf, Intergemeentelijke milieubedrijf Oost-Brabant van 12 juni 2024 goed te keuren
Artikel 2: De gemeenteraad besluit om mevrouw Katrien Timmermans aan te duiden als plaatsvervanger.
Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en met het in kennis stellen daarvan aan EcoWerf.
Het decreet lokaal bestuur
De wet van 8 april 1965 tot de instelling van arbeidsreglementen
De gemeenteraadsbeslissing van 29 augustus 2023 waarbij het arbeidsreglement van de gemeentelijke academie De Vonk werd aangepast.
Het bestaande arbeidsreglement werd geactualiseerd. Het ontwerp werd besproken op het ABOC van 19 augustus 2024.
Een goede schoolorganisatie steunt op duidelijke afspraken tussen het personeel en het schoolbestuur.
Alle personen die onder gezag arbeid verrichten in het deeltijds kunstonderwijs moeten worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.
Het decreet rechtspositie en het decreet kunstonderwijs bieden voldoen ruimte om lokaal en autonoom concrete afspraken te maken rond rechten en plichten van het personeel en het schoolbestuur.
In de bijlage worden de wijzigingen aangeduid.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit om het bestaande arbeidsreglement voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeentelijke muziekacademie De Vonk, te wijzigen met ingangsdatum 1 september 2024.
Art.1 Dit arbeidsreglement is een reglement van inwendig bestuur en heeft een afdwingbaar karakter.
Art.2 Dit arbeidsreglement is ondergeschikt aan dwingende wetsbepalingen en hun uitvoeringsbesluiten.
Art.3 De arbeidsvoorwaarden die een gevolg zijn van andere wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen dan deze opgesomd in dit arbeidsreglement blijven onverkort gelden. Het gaat onder meer over de rechten en plichten opgesomd in het Decreet Rechtspositie voor de personeelsleden gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs en Vorming.
Art.4 Dit reglement is van toepassing op het gesubsidieerd personeel zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd Decreet Rechtspositie) met name:
tewerkgesteld in een ambt van een van volgende categorieën:
die tewerkgesteld zijn in de Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord van Oud-Heverlee met inbegrip van
Art.5 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
De hoofdinstelling:
* Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord Oud-Heverlee
Armand Verheydenstraat 19, 3053 Haasrode
De vestigingsplaatsen:
* Dorpsstraat 85, 3050 Oud-Heverlee
* Bierbeekstraat 4, 3052 Blanden
* Beekstraat 13, 3051 Sint-Joris-Weert
* Ontmoetingscentrum Armand Verheydenstraat, 3053 Haasrode
* Schoolstraat 37, 3360 Bierbeek
*Prosperdreef 9, 3054 Vaalbeek (bijzondere vestigingsplaats orgelklas)
*Kerk Blanden, Kartuizerstraat 3052 Blanden
Art.6 Het schooljaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus.
Art.7 De lessen kunnen op alle dagen van de week georganiseerd worden.
Art.8 De normale openingsuren van de academie zijn de volgende:
Dagen |
Uren |
|
Maandag |
van 9.00u |
tot 22.00u |
Dinsdag |
van 9.00u |
tot 22.00u |
Woensdag |
van 9.00u |
tot 22.00u |
Donderdag |
van 9.00u |
tot 22.00u |
Vrijdag |
van 9.00u |
tot 22.00u |
Zaterdag |
van 8.30u |
tot 17.00u |
Art.9 De directeur stelt het lessenrooster op.
Art.10 De directeur maakt een eerste ontwerp van de individuele uurroosters van de personeelsleden op. Hij/zij streeft hierbij naar een optimale afstemming op de noden van de organisatie rekening houdend met het comfort en de vragen van de personeelsleden.
Art.11 De directeur verdeelt de leerlingen over de uren leraar. Op basis hiervan stelt iedere leraar het definitieve individuele uurrooster op, met inbegrip van rustpauzes.
Art.12 De leerkrachten kunnen maximaal vijf uur lesgeven zonder pauze. Wie meer dan vijf uur lesgeeft op eenzelfde dag, houdt na hoogstens vier uur minstens een half uur pauze. Bovendien mag de arbeidsduur niet meer bedragen dan 10 uur per dag.
Wie zicht verplaatst tussen de vestigingsplaatsen, neemt daarvoor minstens een half uur pauze. (Dit geldt niet voor de verplaatsing tussen beide vestigingsplaatsen te Haasrode).
Art.13 Alle uurroosters die voorkomen of kunnen voorkomen in de academie maken integraal deel uit van het arbeidsreglement. Ze worden opgenomen in de schoolorganisatie en zijn raadpleegbaar via het secretariaat van de academie. Elk personeelslid ontvangt een exemplaar van zijn individuele uurrooster dat vanaf dan bindend wordt voor beide partijen. Bij elke wijziging hiervan ontvangt het betrokken personeelslid een aangepaste versie.
Art.14 Het personeelslid leeft zijn individueel uurrooster stipt na. De afstand of de verplaatsing zijn, behoudens overmacht, geen rechtvaardiging voor afwezigheden of te laat komen. Net als de andere lestijden wordt ook de opdracht samen school maken op de academie gepresteerd.
Art.15 De personeelsleden mogen hun lessen of activiteiten niet inkorten, verplaatsen of verwisselen met die van hun collega’s of ze op een andere dan de gebruikelijke plaats geven, zonder voorafgaande toestemming van de directeur. Zie ook hoofdstuk 7 ‘Lesverplaatsingen’.
Art.16
Art.17 Er kan twee keer per schooljaar een pedagogische studiedag en één keer per jaar een academie-overschrijdende pedagogische studiedag worden georganiseerd voor alle personeel of voor een groep van personeelsleden. Deze kunnen worden georganiseerd buiten de normale aanwezigheid van leerlingen. Deze studiedagen worden bij het begin van het schooljaar per dienstorder bekend gemaakt. De lessen worden dan geschorst voor alle leerlingen of voor een groep van leerlingen. Deze data kunnen in uitzonderlijke gevallen na vakbondsonderhandeling wijzigen of pas later bekend worden gemaakt.
Art.18 Elk personeelslid is verplicht de personeelsvergaderingen, oudercontacten en pedagogische studiedagen bij te wonen, tenzij het dienstorder anders bepaalt.
Art.19 De opvolging van leerlingen in het kader van leren in een alternatieve leercontext kan buiten het uurrooster van de academie en afwijkend van het individuele uurrooster van het personeelslid worden georganiseerd, ook tijdens het weekend, ’s avonds of op feestdagen. Tussen het personeelslid en de verantwoordelijke van de alternatieve leercontext wordt systematisch overleg gepleegd over het leerproces van de leerling.
Art.20 Openbare voorstellingen en andere uitvoeringen, opendeurdagen en schoolfeesten met leerlingenactiviteiten kunnen buiten het uurrooster van de academie en afwijkend van het individuele uurrooster van het personeelslid worden georganiseerd. In dat geval kan het personeelslid gedurende maximaal vier dagen per jaar in geval van een voltijdse opdracht en maximaal twee dagen per jaar in geval van een deeltijdse opdracht verplicht worden om aan deze activiteiten deel te nemen. Deelname aan andere activiteiten gebeurt op vrijwillige basis. De data van bovengenoemde activiteiten worden meegedeeld vóór 31 oktober van het betreffende schooljaar.
Art.21 §1. Behoudens verplichte deelname aan voornoemde vergaderingen en activiteiten, kunnen aan personeelsleden ook andere opdrachten buiten de normale aanwezigheid van leerlingen worden geëist buiten de jaarlijkse vakantieperiodes, indien deze opdrachten werden onderhandeld in het ABC. Deze andere opdrachten worden jaarlijks vóór 1 december aan de personeelsleden meegedeeld bij dienstorder. Het personeelslid is verplicht om deze onderhandelde opdrachten uit te voeren, tenzij het dienstorder anders bepaalt.
§2. Aan elk personeelslid kunnen instellingsgebonden opdrachten worden toegewezen als deze zijn opgenomen in de lijst van instellingsgebonden opdrachten die het schoolbestuur heeft vastgelegd na onderhandeling in het ABC.
Art.22 De duur van de jaarlijkse vakantie wordt geregeld conform de bepalingen van de onderwijsreglementering:
1° de zomervakantie begint op 1 juli en eindigt op 31 augustus;
2° de herfstvakantie begint op de maandag van de week waarin 1 november valt en duurt één week. Als 1 november op een zondag valt, dan begint de herfstvakantie op 2 november;
3° de kerstvakantie begint op de maandag van de week waarin 25 december valt en duurt twee weken. Als 25 december op een zaterdag of een zondag valt, dan begint de kerstvakantie op de maandag na 25 december;
4° de krokusvakantie begint op de zevende maandag voor Pasen en duurt één week;
5° de paasvakantie begint op de eerste maandag van april en duurt twee weken. Als Pasen in maart valt, dan begint de paasvakantie op de maandag na Pasen. Als Pasen na 15 april valt, dan begint de paasvakantie op de tweede maandag voor Pasen.
Art.23 Als ze niet tijdens een vakantieperiode vallen, is er bovendien vakantie op de volgende dagen:
1° 1 november;
2° 11 november;
3° 25 december;
4° Pasen;
5° paasmaandag;
6° 1 mei;
7° Hemelvaartsdag;
8° Pinksteren;
9° pinkstermaandag.
Art.24 Per schooljaar legt het schoolbestuur twee facultatieve vakantiedagen vast. Deze facultatieve vakantiedagen worden aan de personeelsleden meegedeeld via een dienstorder.
Art.25 De lessen kunnen de dag voor, van en na de parlementaire, provinciale of gemeentelijke verkiezingen of een volksraadpleging worden geschorst wanneer de lokalen naar aanleiding van deze activiteit zijn gebruikt. De directeur brengt de personeelsleden hiervan per dienstorder op de hoogte.
Art. 25bis De volgende personeelsleden kunnen worden ingezet buiten de vestigingsplaatsen van de academie:
- leraren die zijn aangesteld ten behoeve van samenwerkingsinitiatieven met basisscholen, secundaire scholen of hogescholen: inzetbaar in alle scholen van het lokaal samenwerkingsinitiatief. Bedraagt de afstand tussen de hoofdvestigingsplaats van de academie en de school meer dan 25 kilometer, dan is het akkoord van het personeelslid nodig.
Het schoolbestuur van de academie waaraan het personeelslid geaffecteerd is, blijft werkgever van het personeelslid.
Art.26 De directeur is telkens wanneer de dienst het vereist, in één van de vestigingsplaatsen aanwezig, behoudens gerechtvaardigde afwezigheden in dienstverband.
Art.27 Tijdens de schoolvakanties moet de directeur de prestaties uitvoeren die noodzakelijk zijn om de goede werking van de academie te garanderen, maar tijdens de zomervakantie moet een vakantieperiode van zes weken gegarandeerd zijn, waarvan een ononderbroken periode van vijf weken op te nemen tussen 6 juli en 15 augustus.
Art.28 Voor de ambten van leraar en begeleider is het aantal lestijden vereist voor een ambt met volledige prestaties als volgt vastgesteld:
In de domeinen Muziek en Woordkunst-drama:
in de eerste, tweede en derde graad: 22 lestijden;
in de vierde graad en in de kortlopende studierichtingen: 20 lestijden;
een lestijd duurt zestig minuten.
Art.29 Elk personeelslid verzekert zijn opdracht zoals vastgelegd door het schoolbestuur. De wekelijkse opdracht van een personeelslid dat deeltijds presteert, bedraagt een evenredig deel van het in voorgaand artikel vermeld aantal lestijden. De wekelijkse opdracht bestaat uit lesopdracht en/of opdracht begeleider en/of opdracht pedagogische coördinatie en/of opdracht aanvangsbegeleiding en/of opdracht samen school maken en/of opdracht ter ondersteuning van de kerntaak en/of opdracht leeractiviteiten op maat en/of opdracht kunstkuur.
Art.30 Het personeelslid moet 10 minuten voorafgaandelijk aan de les aanwezig zijn, en na het beëindigen van de les indien de opdracht dit vereist, behalve voor wie van een andere lesplaats komt.
Art.31 Personeelsleden die buiten het individuele uurrooster verplicht aanwezig moeten zijn op vergaderingen of andere activiteiten, kunnen deze tijd niet compenseren. Deze vergaderingen en activiteiten maken deel uit van de normale werking van een academie voor deeltijds kunstonderwijs.
Art.32 Extra-murosactiviteiten
Art.33 De schoolvakanties zijn in principe vakantiedagen voor leraars en begeleiders.
In functie van de goede werking van de academie kan echter op hen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het ABC, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn.
Art.34 Het personeelslid verzekert toezicht voor minderjarige leerlingen tot 10 minuten na het einde van de les, behalve voor wie zich moet verplaatsen naar een andere vestigingsplaats. Indien de leerling niet wordt opgehaald, contacteert het personeelslid het secretariaat en/of de ouders van de leerling.
Art.35 Prestatiestelsel administratief medewerkers
Art.36 Personeelsleden die buiten het individuele uurrooster verplicht aanwezig moeten zijn op vergaderingen of andere activiteiten buiten de jaarlijkse vakantieperiodes, kunnen deze tijd compenseren binnen het individuele uurrooster en dit in samenspraak met de directeur.
Art.37
Art.38 Prestatiestelsel ICT-coördinator
Art.39 Het leveren van de prestaties is niet noodzakelijk gebonden aan de periode van normale aanwezigheid van de leerlingen.
Art.40 Personeelsleden die buiten het individuele uurrooster verplicht aanwezig moeten zijn op vergaderingen of andere activiteiten buiten de jaarlijkse vakantieperiodes, kunnen deze tijd compenseren binnen het individuele uurrooster en dit in samenspraak met de directeur.
Art.41 De schoolvakanties zijn in principe vakantiedagen voor de ICT-coördinatoren.
In functie van de goede werking van de academie kan echter op hen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het ABC, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn.
Art.42 Bij te laat komen moet het personeelslid zich vooraf aanmelden bij de directeur of in geval van zijn/haar afwezigheid, op het secretariaat.
Art.43 Bij vroegtijdig verlaten van de arbeidsplaats verwittigt het personeelslid onmiddellijk de directeur of ingeval van zijn/haar afwezigheid, het secretariaat, en motiveert hij zijn/haar vertrek.
Art.44 Bij afwezigheid, om welke reden dan ook, verwittigt het personeelslid zo spoedig mogelijk de directeur of in geval van zijn/haar afwezigheid, het secretariaat, minstens vóór het begin van de lessen en met vermelding van de reden en van de waarschijnlijke duur van de afwezigheid.
Art.45 De directeur meldt elke onwettige afwezigheid van een personeelslid schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen. Het personeelslid ontvangt een kopie van dit schrijven.
Art.46 Behoudens overmacht, overhandigt het personeelslid aan zijn vervanger het nodige om de continuïteit van de lessen te kunnen verzekeren.
Art.47 Bij afwezigheid wegens ziekte is het personeelslid gehouden de op hem/haar toepasselijke reglementering inzake ziekteverloven correct na te leven.
Art.48 §1. Ingeval van ziekte verwittigt (of laat verwittigen) het personeelslid onmiddellijk de directeur en het secretariaat telefonisch of per mail voor de aanvang van zijn opdracht, en indien mogelijk uiterlijk om 11.30u.
§2. Is het personeelslid de directeur zelf, dan verwittigt hij zijn schoolbestuur op de wijze als in §1 vermeld.
Art.49 Bij verlenging van het ziekteverlof verwittigt het personeelslid de directeur ten laatste op de vooravond van de dag waarop het lopende verlof verstrijkt. Is het personeelslid de directeur zelf, dan verwittigt hij zijn schoolbestuur zoals hier vermeld.
Art.50 Bij vervroegde terugkeer uit ziekteverlof verwittigt het personeelslid de directeur ten laatste op de vooravond van de dag waarop het personeelslid vervroegd terugkeert uit ziekteverlof. Is het personeelslid de directeur zelf, dan verwittigt hij zijn schoolbestuur zoals hier vermeld.
Art.51 Het schoolbestuur of de directeur kan vanaf een afwezigheid van één dag wegens ziekte een controleonderzoek aanvragen. Indien het initiatief uitgaat van de directeur, stelt hij het schoolbestuur hiervan op de hoogte. Het personeelslid moet zich aan het controleonderzoek onderwerpen. Het controleonderzoek omvat alle medische, gespecialiseerde, klinische en radiologische onderzoeken. Het controleonderzoek is kosteloos voor de werknemer.
De beroepsmogelijkheden voorzien in het Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1993 betreffende de controle op de afwezigheid wegens ziekte zijn onverminderd van toepassing.
Art.52
- de onderwijsreglementering;
- het reglement inzake modaliteiten van aanvraag en toekenning van verlofstelsels goedgekeurd door de gemeenteraad.
Art.52bis Als aan een personeelslid een flexibele werkregeling is toegestaan volgens artikel 17novies van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, dan geldt een opzeggingstermijn van minstens veertien dagen voor de aanvraag van een eventuele vervroegde stopzetting. Eventuele vakantiedagen schorten deze periode op.
Art.53 Het personeelslid dient telkens bij de aanvang en het einde van de arbeidsprestaties zijn aanwezigheid te registreren, door het ondertekenen van een aanwezigheidslijst.
Art.54 De prestaties van het personeel worden vastgesteld aan de hand van de uur- en/of toezichtroosters en de aanwezigheidslijst, de afwezigheden aan de hand van een afwezigheidsregister.
Art.55
Art.56
Art.57 Het personeelslid kan zijn individueel salarisdossier raadplegen via ‘Mijn Onderwijs Personeel’.
Art.58 Het schoolbestuur vergoedt de kosten van het woon-werkverkeer van het personeelslid volgens de reglementaire bepalingen ter zake.
Art.59
Art.60 Het personeelslid mag leerlingen die onder zijn toezicht staan, geen opdrachten geven die los staan van de lesactiviteit en waarvoor de leerling zich buiten de academie moet begeven.
Art.61 Het personeelslid mag aan minderjarige leerlingen geen toestemming geven om de academie vroegtijdig te verlaten, ook niet tijdens lesonderbrekingen, tenzij de directeur hiermee instemt of per dienstorder andere richtlijnen worden meegedeeld hieromtrent. In voorkomend geval maakt het personeelslid de nodige afspraken met de ouders.
Art.62 In geval van extra-murosactiviteiten leeft het personeelslid de bepalingen na beschreven in artikel 30. Het personeelslid maakt met de directeur en desgevallend de ouders afspraken inzake voldoende begeleiding van de minderjarige leerlingen, de bereikbaarheid van het personeelslid, de verplaatsing van en naar de activiteit.
Art.63 Het personeelslid dat zijn taak wegens dringende redenen moet onderbreken, zorgt ervoor dat de leerlingen niet zonder toezicht blijven en verwittigt de directeur.
Art.64 Wanneer zich een ongeval of ernstig feit voordoet met een leerling, verwittigt het personeelslid dat met het toezicht belast is, zo spoedig mogelijk de directeur.
De directeur neemt onmiddellijk alle nodige maatregelen en verwittigt desgevallend de ouders van de betrokken leerling. Bij afwezigheid van de directeur laat het personeelslid niet na zelf de nodige maatregelen te nemen. De directeur heeft de verantwoordelijkheid het college van burgemeester en schepenen van het ongeval of ernstig feit in kennis te stellen.
Art.65 Een lesverplaatsing is elke leeractiviteit die verplaatst wordt naar een ander tijdstip in de loop van het schooljaar binnen het door de academie vastgelegde uurrooster. Lessen kunnen in principe niet worden verplaatst naar een vakantiedag of wettelijke feestdag, behoudens op expliciete vraag van zowel de leerlingen als de leerkracht.
Art.66 Een lesverplaatsing heeft steeds een uitzonderlijk karakter en kan alleen worden toegestaan omwille van actieve deelname aan:
individueel artistieke of pedagogische redenen (repetities, uitvoeringen, opnames, workshops,...),
professionaliseringsactiviteiten
jury’s van evaluatiemomenten
of om uitzonderlijke persoonlijke redenen.
Art.67 Het contingent van het toegelaten aantal te verplaatsen lessen voor artistieke of pedagogische activiteiten is per leraar bepaald op maximaal 10 % van zijn jaaropdracht, hetgeen overeenstemt met vier maal zijn wekelijkse lesopdracht. Uitzonderlijk kan in overleg met de directeur hierop een afwijking worden toegestaan.
Art.68 Lesverplaatsingen die de continuïteit van het leerproces van de leerling in het gedrang brengen worden niet toegestaan. Lesverplaatsingen van meer dan veertien opeenvolgende kalenderdagen zijn pedagogisch en organisatorisch niet verantwoord, behoudens tussenliggende schoolvakanties. Bij langdurige en regelmatig terugkerende lesverplaatsingen moet gebruik worden gemaakt van een reglementair voorzien verlofstelsel.
Art.69 De leraar legt in samenspraak met de leerlingen datum en uur van de inhaalles vast en legt dit ter goedkeuring voor aan de directeur. Lessen kunnen niet worden verplaatst naar een vakantiedag of wettelijke feestdag.
Art.70 De inhaalles moet binnen een periode van veertien kalenderdagen vóór of na het oorspronkelijke lesuur worden gegeven, met inachtneming van een redelijke spreiding, tenzij hier in overleg met de directeur een afwijking is toegestaan.
Art.71 Een verplaatste les heeft de gebruikelijke duurtijd. Bij een lesverplaatsing wordt bij voorkeur de samenstelling van de groep gerespecteerd.
Art.72 Aanvraagprocedure
Art.73 De leraar van wie de lesverplaatsing is toegestaan, brengt de leerlingen en de ouders van de minderjarige leerlingen schriftelijk of elektronisch op de hoogte van de lesverplaatsing.
Art.74 Leraars die het oneens zijn met de beslissing van de directeur, kunnen zich wenden tot het college van burgemeester en schepenen.
Art.75 De rechten en plichten die van toepassing zijn met betrekking tot functiebeschrijvingen, functioneringsgesprekken en evaluaties zijn beschreven in:
hoofdstuk Vbis en Vter van het Decreet Rechtspositie;
in de algemene afspraken (‘evaluatiereglement’) die het schoolbestuur na onderhandeling in het ABC heeft vastgelegd. Dit ‘evaluatiereglement’ is opgenomen in bijlage 6 en maakt integraal deel uit van het arbeidsreglement. Elk personeelslid ontvangt er een kopie van.
Art.76 Elk personeelslid ontvangt een functiebeschrijving voor zijn ambt en voert zijn kerntaken uit zoals beschreven in die functiebeschrijving. Personeelsleden worden gecoacht en begeleid. Indien het personeelslid uitgenodigd wordt op een eerste formeel functioneringsgesprek, wordt hiervan een verslag opgemaakt met inbegrip van de persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen voor dit personeelslid. Het personeelslid leeft de concrete afspraken na die gemaakt zijn naar aanleiding van het eerste formeel functioneringsgesprek, tijdens de coaching of begeleiding en/of het evaluatiegesprek.
Art.77 Het evaluatiedossier met de functiebeschrijving per ambt, desgevallend het verslag van het eerste formeel functioneringsgesprek, de verslagen van de eventueel er nog op volgende functioneringsgesprekken, de verslagen van andere acties in verband met coaching en de evaluatieverslagen worden in de academie bewaard door de directeur (eerste evaluator), het evaluatiedossier van de directeur wordt bewaard door de algemeen directeur. Ook de eventuele schriftelijke opmerkingen van het personeelslid bij deze verslagen, maken hiervan deel uit. De directeur/ algemeen directeur is gehouden door het ambtsgeheim.
Art. 78bis
Art.78 De opzeggingstermijnen voor de tijdelijk aangestelde personeelsleden in een wervingsambt die nog geen rechten hebben voor een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur zijn vastgelegd in de artikelen 21, 24 tot en met 29 en in de artikelen 60 en 61 van het Decreet Rechtspositie.
Art.79 De opzeggingstermijnen voor de tijdelijk aangestelde personeelsleden met recht op een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur zijn vastgelegd in de artikelen 21, 60 tot en met 62bis en 64 van het Decreet Rechtspositie.
Art. 79bis Het volgen van nascholing is een recht en een plicht voor elk personeelslid. Het schoolbestuur stelt voor de academie jaarlijks een professionaliseringsplan op zoals bepaald in artikel 8 van het decreet van 8/5/2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs. Het volgen van professionalisering is voor elk personeelslid een kerntaak die in de functiebeschrijving wordt opgenomen. Personeelsleden maken hun concrete wensen tot professionalisering kenbaar aan hun (eerste) evaluator.
Art.80 De opzeggingstermijnen voor de vast benoemde personeelsleden in een wervingsambt zijn vastgelegd in de artikelen 60 tot en met 62bis en 64 van het Decreet Rechtspositie.
Art.81 De opzeggingstermijnen voor een tijdelijk aangestelde directeur zijn vastgelegd in artikel 42 van het Decreet Rechtspositie.
Art.82 De opzeggingstermijnen voor een vast benoemde directeur zijn vastgelegd in de artikelen 43ter, 60 tot en met 62bis en 64 van het Decreet Rechtspositie.
Art.83 Volgende ernstige tekortkomingen maken het voortduren van de tijdelijke aanstelling van bepaalde duur onmiddellijk en definitief onmogelijk, onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de Kamer van Beroep, en zonder dat deze lijst limitatief is:
herhaalde niet-naleving van de strikte uurregeling,
ongewettigde afwezigheid,
opzettelijke wanprestatie,
beledigingen of verwijten,
druggebruik, alcoholintoxicatie en dronkenschap tijdens de diensturen,
diefstal,
geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag,
bedrog,
weigering om toevertrouwde taken en opdrachten uit te voeren,
elk feit dat tegenstrijdig is met de goede zeden,
overtreden van veiligheidsvoorschriften,
opzettelijk schade toebrengen aan het gemeentebestuur, de academie of de infrastructuur van de academie, met inbegrip van het bewust binnenbrengen of verspreiden van een virus op de informaticaserver of elke poging om de veiligheidssystemen van de informatica te schenden,
het kraken of kopiëren van websites;
overbrengen aan derden van gegevens die beschermd zijn door ambtsgeheim,
het regelmatig bezoeken of verspreiden, op om het even welke manier, van beelden of teksten met een racistisch of pornografisch karakter binnen de gemeentelijke inrichtingen, met inbegrip van de informaticaserver;
het verspreiden van lasterlijke feiten;
...
Art.84 De beroepsprocedure tegen het ontslag om dringende redenen is vastgelegd in artikel 25 (wervingsambten) en artikel 42, §6 (bevorderingsambten) van het Decreet Rechtspositie en in artikel 8bis van het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra.
Art.85 Preventieve schorsing
Art.86 Een vast benoemd personeelslid, een personeelslid tijdelijk aangesteld van doorlopende duur of een in de academie gereaffecteerd of wedertewerkgesteld personeelslid wordt op verslag van de algemeen directeur door het schoolbestuur onderworpen aan een tuchtonderzoek met een eventuele tuchtsanctie tot gevolg indien het handelt in strijd met de bepalingen inzake rechten en plichten van het personeel zoals voorzien in het Decreet Rechtspositie, het Decreet Lokaal Bestuur /de Nieuwe Gemeentewet en dit arbeidsreglement.
Art.87 De mogelijke tuchtstraffen zijn vastgelegd in de artikelen 64 tot en met 66 van het Decreet Rechtspositie.
Art.88 Het orgaan dat bevoegd is om een (voorstel tot) tuchtstraf uit te spreken (bepaald in artikel 68 van het Decreet Rechtspositie) oordeelt autonoom over de zwaarte van de (voorgestelde) tuchtstraf. Het respecteert hierbij de motiveringsplicht van bestuurshandelingen in openbare dienst.
Art.89 De beroepsprocedure tegen de preventieve schorsing en tegen een tuchtstraf is vastgelegd in de artikelen 67bis en 72 van het Decreet Rechtspositie en de artikelen 13 tot en met 19 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra.
Art.90 Het schoolbestuur is houder van een bestand van persoonsgegevens. De verzamelde gegevens worden gebruikt om een personeelsbestand aan te leggen.
Art.91 Het dossier van het personeelslid omvat een administratief dossier en desgevallend een tuchtdossier.
Art.92 Het schoolbestuur of de personen die door het schoolbestuur zijn belast met het houden van het dossier en iedere andere persoon die het betreffende dossier mag inkijken, zijn gehouden door het ambtsgeheim.
Art.93 Het personeelslid kan na afspraak met de dienst onderwijs van de gemeente Oud-Heverlee kennisnemen van de inhoud van zijn/haar dossier en kan een aanpassing vragen van eventuele fouten. Contact dient opgenomen te worden met onderwijs@oud-heverlee.be of 016 38 88 20.
Het personeelslid kan zich hierbij door een raadsman of vakbondsafgevaardigde laten bijstaan of vertegenwoordigen. De documenten moeten ter plaatse blijven. Op eenvoudig verzoek heeft het personeelslid recht op een afschrift, eventueel tegen kostprijs.
Art.94 Het administratief dossier bestaat uit de documenten (beslissingen, brieven, stukken,...) betreffende de loopbaan die door het ministerie van Onderwijs en Vorming of in het kader van de sociale wetgeving kunnen worden opgevraagd aangaande de indiensttreding, de opdrachtwijziging, de vaststelling van opdracht, de uitdiensttreding, de dienstonderbrekingen, de cumulatie en het pensioen.
Art.95 Het personeelslid verschaft het schoolsecretariaat alle inlichtingen die noodzakelijk zijn voor inschrijving in of wijziging aan het administratief dossier.
Art.96 Het schoolbestuur, de directeur en het personeelslid voegen steeds alle relevante stukken toe aan het administratief dossier.
Art.97 Het personeelslid deelt aan het schoolbestuur en het schoolsecretariaat schriftelijk elke wijziging mee in zijn persoonlijke toestand die verband houdt met de aanstellingsbeslissing of met de bezoldigingsregeling, inzonderheid wijzigingen in de burgerlijke staat, de nationaliteit, de bekwaamheidsbewijzen, de samenstelling van het gezin, de woonplaats, de cumulaties en het bezit van burgerlijke en politieke rechten. Deze inlichtingen moeten vooraf of uiterlijk zeven kalenderdagen na het intreden van de wijzigingen meegedeeld worden en zo spoedig mogelijk gestaafd worden met de vereiste officiële documenten. Een kopie van deze officiële documenten wordt bewaard in het administratief dossier.
Art.98 Wanneer de dossiers die bestemd zijn voor het ministerie van Onderwijs en Vorming voorzien in een afschrift voor het personeelslid, wordt dit afschrift hem/haar onverwijld bezorgd.
Art.99 Het tuchtdossier omvat de stukken die worden opgesteld en verzameld met het oog op de toepassing van de tuchtregeling.
Art.100 Zo nodig kunnen bepaalde stukken uit het administratief dossier en/of het evaluatiedossier overgebracht worden naar het tuchtdossier.
Art.101 De stukken worden genummerd en in chronologische volgorde gerangschikt. Er wordt een inventaris toegevoegd. Het schoolbestuur legt aan het personeelslid elk stuk dat in zijn tuchtdossier wordt opgenomen, voor ondertekening ter kennisneming voor.
Art.102 De doorgehaalde tuchtstraffen worden na de decretaal voorziene termijn definitief uit het tuchtdossier verwijderd.
Art.103
Art.104
Art.105 Het personeelslid erkent het gezag van het schoolbestuur, van zijn afgevaardigden en van de directeur van de academie. Het personeelslid is gehoorzaamheid en respect verplicht aan deze instantie/personen.
Art.106 De directeur en de personeelsleden moeten zich loyaal opstellen ten opzichte van de academie en het bestuur in aanwezigheid van elkaar, leerlingen, ouders of derden.
Art.107 Het personeelslid mag de gemeenteraadsleden niet belemmeren om de onderwijsinstelling te bezoeken overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de gemeente. Gemeenteraadsleden hebben niet het recht om bij deze gelegenheid opmerkingen te maken aan het personeelslid, opdrachten of onderrichtingen te geven of leerlingen te ondervragen.
Art.108 Het personeelslid mag de gemeenteraadsleden niet verhinderen om inzage te krijgen van elke akte en elk stuk betreffende het bestuur van de onderwijsinstelling (ongeacht de drager), overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de gemeente.
Art.109 Het personeelslid staat onder toezicht van de directeur en moet handelen volgens de instructies en opdrachten die hij/zij van de directeur ontvangt. Het personeelslid mag niet verhinderen dat de directeur de klassen bezoekt zo dikwijls als hij nodig acht.
Art.110 De directeur is door het schoolbestuur belast met de leiding over de academie, met de uitvoering van de beslissingen van de gemeentelijke overheden en met de toepassing van de wets- en reglementaire bepalingen en de dienstorders met betrekking tot de academie. Hij is ook bevoegd om de kwaliteit van de geleverde prestaties te controleren. Dit houdt ook de bevoegdheid in om de aan- en afwezigheden te controleren, de taken te verdelen, orde en tucht te handhaven.
Art.111 Bij afwezigheid van de directeur wordt zijn opdracht waargenomen door een personeelslid dat door het schoolbestuur als verantwoordelijke wordt aangeduid. In geval van afwezigheid wegens ziekte of het opnemen van een reglementair verlof door de directeur wordt hij vervangen door een persoon die door het schoolbestuur tijdelijk aangesteld wordt in het ambt van directeur.
Art.112 Het schoolbestuur kan na overleg en rekening houdend met de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet/het Decreet Lokaal Bestuur bepaalde taken en verantwoordelijkheden delegeren aan de directeur. Het schoolbestuur steunt de directeur in zijn gezag.
Art.113 De directeur moet tegenover de personeelsleden de nodige objectiviteit, respect en redelijkheid aan de dag leggen.
Art.114 Het personeelslid richt zich in principe via de directeur tot het schoolbestuur, die zo nodig zijn advies aan de vraag of het voorstel van het personeelslid toevoegt. De directeur bezorgt deze vraag of dit voorstel aan het schoolbestuur binnen zeven kalenderdagen, de schoolvakanties uitgezonderd, na ontvangst van de vraag of het voorstel.
Art.115 Het schoolbestuur en de directeur steunen het gezag van het personeel ten aanzien van de leerlingen en hun ouders.
Art.116 Het schoolbestuur en de directeur van de academie laten ruimte voor de eigen persoonlijkheid van elk personeelslid, in zoverre deze de realisatie van het artistiek pedagogisch project, het schoolwerkplan en het goed functioneren van de academie niet in de weg staat.
Art.117 De directeur meldt elke door hem vastgestelde overtreding van dit reglement schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen. Het personeelslid ontvangt een kopie van dit schrijven.
Art.118 Het personeelslid moet zich in zijn dienstrelaties en in de omgang met de leerlingen, de ouders van de leerlingen en het publiek op een correcte wijze gedragen. Het personeelslid moet alles vermijden wat het vertrouwen van het publiek kan schaden of afbreuk kan doen aan de eer of de waardigheid van zijn functie in het onderwijs.
Art.119 Het personeelslid verleent aan de leerlingen / ouders de nodige informatie, openheid en samenwerking.
Art.120 Het personeelslid respecteert in zijn omgang met de leerlingen internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder.
Art.121 Het personeelslid is mede verantwoordelijk voor de pedagogische kwaliteit van de academie.
Art.122 Het personeelslid geeft blijk van een individuele bekommernis voor alle leerlingen en doet in hun belang aanbevelingen aan de directeur. Het personeelslid moedigt de persoonlijke en collectieve inspanningen van de leerlingen aan en zet zich in voor het welzijn van alle leerlingen.
Art.123 De relaties met de ouders zijn gegrondvest op het wederzijds en gezamenlijk nastreven van het ontwikkelings- en opvoedingswelzijn van de leerling.
Art.124 De directeur zorgt voor de nodige informatiekanalen (schoolagenda, rapport, ...) en zorgt er ook voor dat oudercontacten worden georganiseerd waarop ouders en personeelsleden elkaar op geregelde tijdstippen kunnen ontmoeten.
Art.125 Het personeelslid mag geen onregelmatig ingeschreven leerlingen aanvaarden, tenzij de directeur dit uitdrukkelijk goedkeurt.
Art.126 Het personeelslid laat in de gebouwen van de academie geen personen toe die vreemd zijn aan de academie zonder de toestemming van de directeur.
Art.127
Art.128 Het personeelslid doet geen beroep op externen (gastsprekers, ouders...) zonder toestemming van de directeur.
Art.129 Het personeelslid werkt constructief mee aan de externe controles voorzien door het Ministerie van onderwijs en vorming en andere overheidsinstellingen. Het personeelslid maakt controle mogelijk en verleent zijn medewerking aan de opgelegde acties of onderzoeksverrichtingen.
Art.130 De directeur agendeert na een doorlichting het doorlichtingsverslag binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst en bespreekt het integraal op een personeelsvergadering. Het doorlichtingsverslag ligt ter inzage op het bureel van de directeur.
Art.131 Het personeelslid streeft ernaar om tekortkomingen, vastgesteld bij externe controles, weg te werken.
Art.132 Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de pedagogische begeleiders en andere personen waarop het schoolbestuur een beroep doet, voor zover hun optreden conform is met hun opdracht. In geval van een conflict wordt dit voorgelegd aan de directeur en/of het schoolbestuur.
Art.133 Elk personeelslid kan slechts persoonsgegevens verwerken in opdracht van het schoolbestuur en binnen de werking van de academie(administratie). Het personeelslid mag niet individueel beslissen om (bijkomende) persoonsgegevens te verwerken voor een doeleinde dat niet eerder door een wettelijke bepaling of het schoolbestuur werd vastgelegd.
Elke betwisting wordt aan het schoolbestuur voorgelegd.
De functionaris gegevensbescherming van het schoolbestuur, (zie bijlage 5) ziet toe op de naleving van de regelgeving inzake privacy en gegevensbescherming. Hij/zij rapporteert bij het schoolbestuur. Hij/zij informeert en adviseert de personeelsleden over hun verplichtingen bij de verwerking van persoonsgegevens. Binnen de academie is er een aanspreekpunt (zie bijlage 5) dat in contact staat met de functionaris voor gegevensbescherming van het schoolbestuur en betrokken wordt in het informatieveiligheidsbeleid van het schoolbestuur (wat onderwijs betreft).
Art.134 Het personeelslid dat uit hoofde van zijn taak toegang heeft tot persoonsgegevens, hetzij van personeelsleden, hetzij van leerlingen, ziet erop toe dat deze gegevens worden bijgewerkt en dat onjuiste, onvolledige of niet ter zake dienende gegevens worden verbeterd of verwijderd.
Het personeelslid respecteert het beleid inzake toegangsrechten en paswoorden.
Het personeelslid zorgt ervoor dat de toegang tot de verwerking beperkt blijft tot personen die uit hoofde van hun taak of voor de behoeften van de dienst rechtstreeks toegang hebben tot de geregistreerde informatie. Het personeelslid zorgt ervoor dat de persoonsgegevens alleen worden meegedeeld aan de personen die wettelijk gerechtigd zijn toegang te hebben.
Art.135 §1. Het is het personeelslid verboden feiten bekend te maken die het kent uit hoofde van zijn ambt of die hem zijn toevertrouwd, uitgezonderd de feiten die het personeelslid om deontologische of wettelijke redenen kan of moet melden aan een externe begeleider, een vertrouwensarts, het jeugdbeschermingscomité of de gerechtelijke instanties.
§2. Indien het personeelslid niet onder het ambtsgeheim valt, ondertekent het een vertrouwelijkheidsverklaring.
Art.136 §1. Het is verboden om privacygegevens van leerlingen en/of personeelsleden kenbaar te maken en/of door te geven aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling , of in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening.
Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur en art. 84, §1 Nieuwe Gemeentewet. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele personeelsdossiers vallen hier niet onder).
Bij de uitoefening van het inzagerecht kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden. In voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming.
§2. Het personeelslid dat kennis neemt van een datalek, zoals een identiteitsdiefstal of schending van een geheimhoudingsplicht, meldt dit onmiddellijk aan het aanspreekpunt informatieveiligheid binnen de academie (zie bijlage 5).
Art.137 §1. De academie kan foto’s waar personeelsleden herkenbaar en centraal op afgebeeld zijn, slechts publiceren na ondubbelzinnige toestemming van het personeelslid.
Het personeelslid kan deze toestemming steeds herroepen.
§2. Het schoolbestuur informeert de personeelsleden over hoe het met hun persoonsgegevens omgaat via de privacyverklaring voor personeelsleden.
Art.138 Aan de vestiging in Haasrode (Verheydenstraat 19) is camerabewaking voorzien. Bijlage 9 bij dit arbeidsreglement is een reglement inzake deze camerabewaking, opgesteld met de bedoeling om de organisatie, verantwoordelijkheden en procedures inzake het cameratoezicht op de gebouwen die het lokaal bestuur in gebruik heeft, transparant te maken met het oog op een integer gebruik van de bewakingscamera’s en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de gefilmde personen.
Art. 138bis Bewakingscamera’s
De academie maakt gebruik van bewakingscamera’s ter preventie van vandalisme en diefstal. De plaatsen die onder camerabewaking staan, worden duidelijk aangeduid met een pictogram. Deze beelden worden in principe maximaal 4 weken bewaard. Personeelsleden die werden gefilmd, kunnen deze beelden opvragen op voorwaarde dat de vraag voldoende gedetailleerd is.
Art.139 Het personeelslid mag geen giften, geschenken, beloningen of andere voordelen die zijn integriteit kunnen aantasten, vragen, eisen of aannemen.
Art.140 Het personeelslid mag zijn gezag niet aanwenden voor politieke of commerciële doeleinden.
Art.141 Het personeelslid geeft blijk van respect voor de religieuze, filosofische of politieke overtuiging van de leerlingen en hun ouders.
Art.142 De verkoop van goederen is verboden, behoudens schriftelijke goedkeuring door het schoolbestuur.
Art.143 Mededelingen waarvan derden vragen ze te verspreiden onder of via de leerlingen worden alleen verdeeld met toestemming van de directeur. De directeur wint indien nodig het advies in van het college van burgemeester en schepenen.
Art.144 Alle teksten die het personeelslid wil verspreiden in de academie, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd.
Art.145 Een geldomhaling in de academie door het personeelslid kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring van de directeur.
Art.146 Het personeelslid dat deelneemt aan kunstmanifestaties buiten de academie en daarbij de naam van de academie wil gebruiken, moet daarvoor de schriftelijke toestemming van de directeur bekomen.
Art.147 Activiteiten die personeelsleden op eigen initiatief organiseren voor een bepaalde leerlingengroep, vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Het personeelslid dient dit duidelijk te communiceren naar de leerlingen/ouders toe.
Art.148
Art.149 Het schoolbestuur onderschrijft een verzekeringspolis burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand voor haar personeelsleden en dit volgens de normale gangbare voorwaarden van dergelijke verzekeringspolis.
Hierdoor is het personeelslid in het kader van de uitoefening van zijn opdracht verzekerd als zijn professionele burgerlijke aansprakelijkheid, op basis van de artikelen 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek, in het gedrang komt of als het personeelslid gevat wordt door een juridische procedure. Als het personeelslid zelf, ten laste van een derde die niet het schoolbestuur is of een van haar leden, een vordering tot schadevergoeding instelt voor fysieke of materiële schade of de daaruit voortvloeiende morele schade opgelopen in of ten gevolge van de uitoefening van zijn ambt, dan staat het schoolbestuur in voor de juridische bijstand.
Op eenvoudig verzoek kan het personeelslid de polis inkijken.
Het schoolbestuur neemt de kosten die normaal voortvloeien uit deze verplichtingen, voor zijn rekening.
Art.150 Het personeelslid laat zijn persoonlijke bezittingen niet onbeheerd achter. Het schoolbestuur is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke diefstallen.
Art.151 Het personeelslid doet, binnen zijn verantwoordelijkheid, het academiereglement door de leerlingen naleven en zorgt voor orde en tucht op een manier die verenigbaar is met de menselijke waardigheid.
Art.152 Het personeelslid beoordeelt objectief de laakbare daden of houdingen van de leerlingen. Sancties worden opgelegd conform het academiereglement en moeten pedagogisch verantwoord zijn.
Art.153 Het personeelslid verwittigt de directeur ingeval van ernstige inbreuken op het academiereglement die hij/zij vaststelt bij de leerlingen en hun ouders.
Art.154
Art.155
Art. 155bis
Alle afspraken in verband met het recht op deconnectie zijn opgenomen in bijlage 8 bij dit arbeidsreglement.
Art.156 De keuze en de aankoop van leerboeken, cursussen, didactisch materiaal, instrumenten en andere arbeidsmiddelen gebeuren door het schoolbestuur op voorstel van de directie, na overleg met het betrokken personeelslid en in voorkomend geval in overeenstemming met de toepasselijke reglementering en/of op advies van de preventieadviseur.
Art.157 Het personeelslid dat een bestelling of andere extra onkosten wenselijk acht, legt een aanvraag voor aan de directeur. De eventuele bestelling of terugbetaling van extra onkosten gebeurt overeenkomstig de interne richtlijnen en betreffende regelgeving. De middelen waarvoor het schoolbestuur de kosten draagt, blijven uiteraard eigendom van het schoolbestuur.
Art.158 De financieel directeur is verantwoordelijk voor de girale inning van de gelden die door de leerlingen en/of de ouders worden betaald. De algemeen directeur of zijn gemachtigde is verantwoordelijk voor de chartale inning van de gelden die door de ouders worden betaald. De directeur of een ander personeelslid kan, na delegatie en conform de regels van het organisatiebeheersingssysteem, worden belast met deze inningsbevoegdheden.
Art.159 Het personeelslid respecteert te allen tijde de geldende auteursrechten, naburige rechten en reprografierechten.
Art.160
Art.161
Art.162
Art.163
1) voor zover dit verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling, plaatsvindt in het kader van de normale activiteiten van de instelling, beveiligd wordt door passende maatregelen en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk.
2) voor zover dit verantwoord is door de nagestreefde, niet-winstgevende doelstelling en op voorwaarde dat het gebruik plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van een onderwijsinstelling, in haar gebouwen of elders, of door middel van een beveiligde elektronische omgeving die alleen toegankelijk is voor de leerlingen of studenten en het onderwijzend personeel van de onderwijsinstelling.
Art.164
Art.165 Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de personeelsleden en stagiairs in de academie en werkt hiervoor een beleid uit.
Art.166 Het schoolbestuur heeft een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk met ten minste één preventieadviseur.
De namen van de leden van de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement.
Art.167 Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het uitwerken van een dynamisch risicobeheersingssysteem in samenwerking met de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en de leden van de hiërarchische lijn. Het personeelslid volgt de richtlijnen op die hieruit voortvloeien.
Art.168 De directeur houdt, als lid van de hiërarchische lijn en in overleg met de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming, toezicht op de toepassing van het beleid en reglementering inzake veiligheid, gezondheid en welzijn in de academie.
Art.169
Art.170 Het personeelslid neemt deel aan de vormingen die het schoolbestuur organiseert over de risico’s en preventiemaatregelen die van toepassing zijn in de academie.
Art.171 Het schoolbestuur is aangesloten bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
De naam en de contactmogelijkheden van de preventieadviseur-psychosociale aspecten of van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waartoe de preventieadviseur psychosociale aspecten behoort zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement, evenals de naam en contactmogelijkheden van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.
Art.172 Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de leden van de gemeentelijke interne en de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en van andere personen die van het schoolbestuur een opdracht hebben gekregen in het kader van de welzijnswet, de codex over de wet welzijn en het ARAB (algemeen reglement voor arbeidsbescherming).
Art.173 Het schoolbestuur duidt per vestigingsplaats een of meerdere hulpverleners inzake eerste hulp bij ongevallen aan. De namen van deze hulpverleners per vestigingsplaats en de plaats van de EHBO-koffer zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement.
Art.174 Een personeelslid of leerling dat een letsel in dienstverband oploopt, kan zich wenden tot de hulpverlener inzake eerste hulp bij ongevallen.
Art. 174bis Het personeelslid leeft de bij dienstorder meegedeelde verplichtingen van het schoolbestuur na met betrekking tot het milieubeleid: onder meer recyclage, zuinig energie- en waterverbruik, scheiding van afval, gebruik van giftige of gevaarlijke stoffen.
Art.175 Het personeelslid dat door het schoolbestuur als onderworpen is opgegeven is verplicht in te gaan op het verzoek zich te melden voor het gezondheidstoezicht.
Art.176 Het personeelslid, of mits zijn toestemming de behandelende arts, mag rechtstreeks een spontane raadpleging bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer aanvragen naar aanleiding van gezondheidsklachten toe te schrijven aan zijn arbeidssituatie.
Art.177 Het personeelslid deelt elk gebruik van geneesmiddelen en elke wijziging in hun lichamelijke en/of geestelijke gezondheidstoestand onmiddellijk aan de directeur mee als die een gevaar kunnen opleveren
voor de veiligheid van de leerlingen en/of derden;
bij de bediening van toestellen, machines en/of voertuigen als het gaat om een personeelslid dat door zijn functie instaat voor de bediening van toestellen, machines en/of voertuigen.
Art.178 De werkgever is verplicht de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer te verwittigen wanneer:
een personeelslid klaagt over ongemakken of tekenen van aandoening die kunnen worden toegeschreven aan zijn arbeidsomstandigheden;
de werkgever vaststelt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van het personeelslid de risico’s verbonden aan de werkpost onmiskenbaar verhoogt.
Art.179 Binnen de volledige academie, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimten is het verboden:
- te roken,
- alcohol te gebruiken,
- drugs en/of roesopwekkende middelen te gebruiken.
- Het is ook verboden te roken binnen een straal van 10 meter aan de in- en uitgang van de academie.
Art.180 Het rookverbod is eveneens van kracht buiten de openingsuren van de academie en tijdens de vakantieperioden.
Art.181 Het personeelslid mag zich niet aanbieden in de academie indien hij onder invloed verkeert van alcohol, drugs of roesopwekkende middelen.
Art.182 De bepalingen van artikel 179 en 181 zijn eveneens van toepassing tijdens extra-murosactiviteiten.
Art.183 Het personeelslid moet handelen conform de richtlijnen van het schoolbestuur inzake drug- en alcoholbeleid. Deze richtlijnen worden meegedeeld bij dienstorder.
Art.184 Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 10, kan het personeelslid bij overtreding van de bepalingen vermeld in art. 179 tot en met art. 183 als volgt gesanctioneerd worden:
- mondelinge opmerking door de directeur/ algemeen directeur;
- schriftelijke neerslag van de overtreding opnemen in het personeelsdossier van het betrokken personeelslid;
- schriftelijke melding van de overtreding(en) aan het schoolbestuur.
Art.185 Het personeelslid neemt de nodige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de leerlingen bij activiteiten waaraan een gevaar of een risico verbonden is.
Art.186 Het personeelslid leeft de richtlijnen van het schoolbestuur na in verband met de risico’s en preventiemaatregelen die van toepassing zijn in de academie.
Art.187 Het personeelslid leeft de bepalingen in verband met brandveiligheid na en neemt deel aan alle initiatieven die het schoolbestuur neemt om het personeel vertrouwd te maken met evacuatie en het gebruik van blusmiddelen.
Art.188 Het personeelslid neemt de nodige veiligheidsmaatregelen en volgt desgevallend de instructies van het schoolbestuur wat betreft
- het dragen van aangepaste kledij,
- het dragen van beschermkledij,
- het gebruik van beschermingsmiddelen,
- het verbod om bijvoorbeeld hoofddeksels, sieraden, losse kledij, sjaaltjes,… te dragen,
om redenen van veiligheid.
Art.189 Het personeelslid dat slachtoffer is van elk arbeidsongeval of ongeval op weg naar en van het werk, al dan niet met arbeidsongeschiktheid tot gevolg, brengt onmiddellijk de directeur op de hoogte. Het personeelslid geeft een volledige beschrijving van de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voorgedaan.
Art.190 Bij een ongeval op het werk kan het personeelslid zich wenden tot de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of tot een geneesheer naar keuze.
De naam van de arbeidsongevallenverzekeraar is opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement.
Art.191 Begripsomschrijving
Psychosociale risico’s op het werk: de kans dat een of meerdere personeelsleden psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever impact heeft en die objectief een gevaar inhouden.
Art.192 Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt niet getolereerd omdat het strijdig is met de rechten van de personeelsleden en met de eerbied voor hun menselijke waardigheid en omdat het een overtreding van de wet is.
Art.193 Het personeelslid onthoudt zich van elke vorm van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag, waarvan hij of zij weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van een persoon en een ontoelaatbare schending inhoudt van die waardigheid. Elk personeelslid onthoudt zich bijgevolg van elke daad van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Art.194 De dader die vastgestelde inbreuken heeft gepleegd, wordt behandeld en gesanctioneerd overeenkomstig de bepalingen omtrent tucht (vast benoemde en TADD’er) en ontslag (gewone tijdelijke) zoals beschreven in het Decreet Rechtspositie.
Art.195 Het personeelslid heeft een meldingsplicht, via de aangestelde personeelsleden, wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat een leerling of een personeelslid slachtoffer is van grensoverschrijdend gedrag.
Art.196
Art.197 Informele psychosociale interventie
Art.198 Formele interventie
Art.199 De indiensttreding van het personeelslid is het gevolg van een aanstellingsbesluit. Het personeelslid ontvangt bij de indiensttreding een afschrift van:
- het aanstellingsbesluit;
- de beginselverklaring neutraliteit;
- het artistiek pedagogisch project;
- het arbeidsreglement, met inbegrip van de aanvullende verplichtingen en onverenigbaarheden;
- het academiereglement;
- de algemene veiligheidsrichtlijnen;
- de richtlijnen in geval van evacuatie;
- zijn functiebeschrijving
- de lijst met instellingsgebonden opdrachten
- de overeenkomst inzake aanvangsbegeleiding (bij starters).
Het schoolwerkplan en de goedgekeurde leerplannen die worden bijgehouden op het schoolsecretariaat, zijn ter beschikking van de personeelsleden.
Het personeelslid wordt geacht deze documenten te kennen, te aanvaarden en ze na te leven.
Art.200
Art.201 De adressen van de volgende bevoegde inspectiediensten zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit arbeidsreglement:
het Toezicht op de Sociale Wetten,
het Toezicht op het Welzijn op het werk
BIJLAGEN
Externe Directies Toezicht welzijn op het werk
Directie Limburg – Vlaams-Brabant
Directiehoofd : Leuckx Stefan
Elke woensdag van 9 u tot 16u30, zonder onderbreking
Tel : 02/ 233 41 90
E-mail: tww.limburg.vlaamsbrabant@werk.belgie.be
Koning Albertstraat 16B
3290 DIEST
Algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten
Voor algemene vragen om informatie over materies van het TSW:
Individueel onderhoud, neerlegging van een klacht en vragen om informatie over lopende dossiers:
Voor een individueel onderhoud of neerlegging van een klacht:
Voor een vraag om informatie over een dossier in behandeling bij het TSW:
Praktische inlichtingen
Tel : 02/ 233 44 60
E-mail : tsw.leuven@werk.belgie.be
Attaché-directiehoofd : Hans Vrebosch
Ambtsgebied : Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Boutersem, Diest, Geetbets, Glabbeek, Haacht, Herent, Hoegaarden, Holsbeek, Huldenberg, Keerbergen, Kortenaken, Kortenberg, Landen, Leuven, Linter, Lubbeek, Oud-Heverlee, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tervuren, Tielt-Winge, Tienen, Tremelo en Zoutleeuw
Adres:
Federaal administratief centrum
Philipssite 3A bus 8
3001 LEUVEN
FOD Sociale Zekerheid & Openbare instellingen van sociale zekerheid
Sociale inspectie Regio Leuven
Vrijdag van 9 u tot 12 u
Tel : 016/ 29 32 69
socinspvlaamsbrabant@minsoc.fed.be
RSZ-FAC (6de verdieping), Philipssite 3A (bus 7), 3000 LEUVEN
Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
Adviesverlening en begeleiding Preventie en Welzijn, Brouwersstraat 6, 3000 Leuven
Tel : 016/ 28 42 01
Preventieadviseur: Katty Vanreymenant (katty.vanreymenant@interleuven.be)
Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk
Preventieadviseur-arbeidsarts IDEWE : Eveline LINSSEN
eveline.linssen@idewe.be Tel: 016/ 39 04 38
Psychosociale risico’s waaronder, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Preventieadviseur psychosociale aspecten: IDEWE: Nele Roelandt
nele.roelandt@idewe.be Tel : 016/ 39 04 38
Eerste hulp
Namen van de verantwoordelijken voor EHBO per vestigingsplaats
- Haasrode: Directie / Chris Vanhoven
- Blanden: Ben Wijnants / Diana Solomonidou
- Oud-Heverlee: Liesbeth Vande Kerkhof
- Sint-Joris-Weert: Suzanne D’Hertefelt / Kristien Van der Staey
- Bierbeek: Ben Wijnants
- Vaalbeek: Joris Céoen
Plaats(en) van de EHBO-kist per vestigingsplaats
- Haasrode: kast leraarslokaal
- Blanden: kast muzieklokaal
- Oud-Heverlee: leraarslokaal
- Sint-Joris-Weert: kast leraarslokaal
- Bierbeek school ‘t Klavertje
Arbeidsongevallenverzekeraar
Gesubsidieerde personeelsleden
Departement Onderwijs – dienst arbeidsongevallen
Hendrik Consciencegebouw
Koning Albert II-laan 15, 1210 BRUSSEL
Niet-gesubsidieerde personeelsleden (via gemeentebestuur)
Ethias, Prins Bisschopssingel 73, 3500 HASSELT
Academie De Vonk Oud-Heverlee
Ondergetekende:............................................................................................. (naam en voornaam)
Les 1 |
|
Te verplaatsen lestijd |
Inhaalles |
Vak:................................................. |
|
Datum:............................................. |
Datum:.............................................. |
Aanvangsuur:..............Einduur:........... |
Aanvangsuur:...............Einduur:........... |
Plaats/lokaal:..................................... |
Plaats/lokaal:...................................... |
Les 2 |
|
Te verplaatsen lestijd |
Inhaalles |
Vak:................................................. |
|
Datum: zie les 1 |
Datum:.............................................. |
Aanvangsuur:..............Einduur:........... |
Aanvangsuur:..............Einduur:............ |
Plaats/lokaal:..................................... |
Plaats/lokaal:...................................... |
Les 3 |
|
Te verplaatsen lestijd |
Inhaalles |
Vak:................................................. |
|
Datum: zie les 1 |
Datum:.............................................. |
Aanvangsuur:..............Einduur:........... |
Aanvangsuur:..............Einduur:............ |
Plaats/lokaal:..................................... |
Plaats/lokaal:...................................... |
Les 4 |
|
Te verplaatsen lestijd |
Inhaalles |
Vak:................................................. |
|
Datum: zie les 1 |
Datum:.............................................. |
Aanvangsuur:..............Einduur:........... |
Aanvangsuur:..............Einduur:............ |
Plaats/lokaal:..................................... |
Plaats/lokaal:...................................... |
Les 5 |
|
Te verplaatsen lestijd |
Inhaalles |
Vak:................................................. |
|
Datum: zie les 1 |
Datum:.............................................. |
Aanvangsuur:..............Einduur:........... |
Aanvangsuur:..............Einduur:............ |
Plaats/lokaal:..................................... |
Plaats/lokaal:...................................... |
REDEN: (duidelijk omschreven motivering - verantwoordingsstuk bijvoegen)
.......................................................................................................................................................
Datum Handtekening
Antwoord directie: Bovenvermelde aanvraag voor lesverplaatsing wordt toegestaan/niet toegestaan
Datum Handtekening
- Omkaderingseenheden - Prestatie-eenheden voor administratieve opdracht - Deler voor bezoldigingsregeling |
Effectieve wekelijkse prestaties |
1 |
1 u |
2 |
2 u |
3 |
2 u 45’ |
4 |
3 u 45’ |
5 |
4 u 45’ |
6 |
5 u 45’ |
7 |
6 u 45’ |
8 |
7 u 30’ |
9 |
8 u 30’ |
10 |
9 u 30’ |
11 |
10 u 30’ |
12 |
11 u 15’ |
13 |
12 u 15’ |
14 |
13 u 15’ |
15 |
14 u 15’ |
16 |
15 u 15’ |
17 |
16 u |
18 |
17 u |
19 |
18 u |
20 |
19 u |
21 |
20 u |
22 |
20 u 45’ |
23 |
21 u 45’ |
24 |
22 u 45’ |
25 |
23 u 45’ |
26 |
24 u 45’ |
27 |
25 u 30’ |
28 |
26 u 30’ |
29 |
27 u 30’ |
30 |
28 u 30’ |
31 |
29 u 15’ |
32 |
30 u 15’ |
33 |
31 u 15’ |
34 |
32 u 15’ |
35 |
33 u 15’ |
36 |
34 u |
37 |
35 u |
38 |
36 u |
Informatieveiligheidsconsulent (Functionaris voor gegevensbescherming)
- Jill Muller : dpo@oud-heverlee.be
- Adviesverlening en Begeleiding
Consulent Informatieveiligheid/DPO
Brouwerstraat 6 3000 LEUVEN
Tel : 016/ 28 42 79
Aanspreekpunt informatieveiligheid academie
- Directie : directie@academiedevonk.be
016 39 41 81
Art.1
Art.2 De tweede evaluator bewaakt het proces, bewaakt de kwaliteit en waakt over de objectiviteit en de eenvormigheid van de evaluaties over de personeelsleden heen.
Art.3 Voor de evaluatoren wordt in het kader van het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken een opleiding voorzien zodat de evaluator voldoende competent is om met kennis van zaken en op een objectieve evenwichtige manier een oordeel uit te spreken over het presteren van het personeelslid. Daartoe wordt bij OVSG+ ingeschreven voor de opleiding voor evaluatoren.
Art.4
Art.5 De (eerste) evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en desgevallend naar de tweede evaluator.
Als functiebeschrijvingen hanteren we de modellen van OVSG (ambten leraar, directeur, begeleider, ICT-coördinator, administratief medewerker). We expliciteren daarnaast onderstaande instellingsgebonden opdrachten:
A. OPNEMEN VAN VERANTWOORDELIJKHEDEN DIE HET LES- OF KLASGEBEUREN OVERSCHRIJDEN
Administratie en materiaalbeheer
- In het belang van de leerling de eigen uurroosters mee opmaken en een optimale klasorganisatie en -administratie bewaken.
- Het didactisch materiaal (instrumentarium, apparatuur, bibliotheek, klasmeubilair, decor,…) mee beheren conform de afspraken binnen de onderwijsinstelling en desgevallend met aandacht voor het gedeeld gebruik.
Activiteiten
- Mee organiseren van klasoverschrijdende extra-murosactiviteiten en er actief aan meewerken, conform de afspraken binnen de onderwijsinstelling.
- Actief deelnemen en organisatorisch/artistiek meewerken aan activiteiten/projecten die door de onderwijsinstelling worden georganiseerd of waarbij ze betrokken is, inclusief voorbereiding, uitvoering en nazorg.
- Leerlingen speel- en vormingskansen bieden en hen hier optimaal in voorbereiden.
Overleg en participatie
- aanwezigheid op personeelsvergaderingen, tijdens vakgroepoverleg en werkgroepen, zoals vastgelegd bij dienstorder
Professionalisering
- Deelname aan twee pedagogische studiedagen. Deze kunnen ook gevolgd worden in een andere academie waar men les geeft.
- Bijdragen tot het lerend netwerk door expertise te delen, startende leraars mee te ondersteunen en stagiairs te begeleiden.
B. OPNEMEN VAN EEN OF ANDERE SPECIFIEKE ROL OF OPDRACHT
- Pedagogisch Coördinator
- Zorgcoördinator
- Aanvangsbegeleider
- Ondersteuner kerntaak van de leerkracht
- Contactpersoon alternatieve leercontext
- EHBO – hulpverlener
De taken en functies worden vastgelegd per dienstorder.
C. VERVANGEN VAN AFWEZIGE COLLEGA’S EN AANVULLEND TOEZICHT HOUDEN
- De continuïteit van de dienst garanderen of actief toezicht houden indien de situatie dit vraagt.
D. VERTEGENWOORDIGING IN SCHOOLEXTERNE ORGANEN
-Syndicaal afgevaardigde
-Afgevaardigde in de cultuurraad
Voor directie:
-Deel uitmaken van relevante overlegorganen (gemeente, OVSG, VerDi,…)
Opm:
Bij het verdelen van bovengenoemde instellingsgebonden opdrachten tussen alle personeelsleden wordt rekening gehouden met:
- Het principe van billijke verdeling.
- De aard van de kerntaken van de personeelsleden, het voltijds of deeltijds karakter ervan, de tijd die hieraan besteed wordt.
- De opdracht van de personeelsleden binnen de academie en of en in hoeveel andere instellingen zij nog werkzaam zijn.
- De mogelijkheden en competenties van de personeelsleden.
- De tijd die personeelsleden besteden aan hun vertegenwoordiging in officiële inspraakorganen.
Afspraken rond deze instellingsgebonden opdrachten worden bij het begin van het schooljaar vastgelegd.
Het onderwijs van steden en gemeenten is een openbare dienst en moet per definitie beantwoorden aan de principes van neutraliteit. Deze principes worden vastgelegd in een lokaal artistiek pedagogisch project, in het academiereglement en in het schoolwerkplan. Ook voor de onderwijspraktijk zijn ze richtinggevend.
WETTELIJK KADER
Open voor iedereen
Scholen, centra en academies zijn toegankelijk voor iedereen die van hun aanbod wil genieten volgens artikel 6bis van de Schoolpactwet van 29 mei 1959. Dit artikel bepaalt dat een officiële school ‘een open karakter heeft door open te staan voor alle leerlingen, ongeacht de ideologische, filosofische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen’.
Belgische Grondwet en Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind
Scholen, centra en academies respecteren in hun werking de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind.
Democratisch burgerschap versterken
Scholen, centra en academies respecteren de principes van de democratische rechtsstaat en versterken deze door hun aanbod, door de manier waarop ze zich organiseren, door een participatieve cultuur te stimuleren en door zelf model te staan voor een democratische samenleving.
ACTIEF PLURALISME
Verbondenheid stimuleren
Scholen, centra en academies gaan uit van de gemeenschappelijke waarden, overtuigingen, aspiraties… die mensen met elkaar delen, over en door alle mogelijke verschillen heen.
Tegelijk spreken ze hun verwachtingen hieromtrent uit tegenover de leerlingen, ouders en cursisten. Ze maken in hun curriculum plaats voor gemeenschappelijke waarden. Door hun aanpak stimuleren ze de verbondenheid tussen mensen in hun eigen leer- en leefgemeenschap en in de samenleving.
Diversiteit erkennen en respecteren
Scholen, centra en academies erkennen en respecteren de diversiteit bij hun leerlingen en cursisten op het vlak van filosofische, levensbeschouwelijke en religieuze overtuiging, sociale, etnische en talige achtergrond, nationaliteit, huidskleur, gender en seksuele voorkeur. Tegelijk stellen ze duidelijk de verwachting dat leerlingen, ouders en cursisten de aanwezige verschillen eveneens respecteren, dat ze bereid zijn te luisteren naar elkaar en begrip opbrengen voor andere opvattingen.
Diversiteit als meerwaarde benutten
Voor het realiseren van hun doelen vertrekken scholen, centra en academies van de meerwaarde die diversiteit biedt. Als dat mogelijk en relevant is, spelen ze in op de verschillen tussen leerlingen en cursisten door hun aanpak en door het aanbieden van inhoud (curriculum). Ze doen dat onder meer door een kritische dialoog tussen levensbeschouwingen en overtuigingen te stimuleren.
LOKAAL VERANKERD, OPEN OP DE WERELD EN OP DE TOEKOMST
Lokale verankering
Scholen, centra en academies zijn sterk verweven met de lokale overheid en omgeving. Ze gaan actief op zoek naar samenwerking met andere scholen, buurtbewoners, (groot-)ouders, socio-economische partners of andere partners uit de wijk-, sport-, welzijns-, jeugd- en cultuursector.
Wereldburgerschap
Scholen, centra en academies zijn niet alleen verankerd in de lokale gemeenschap, maar ze staan ook open voor een wereld gekenmerkt door globalisering en internationalisering.
Duurzaamheid
Scholen, centra en academies erkennen de noodzaak om met het oog op de toekomst ecologisch duurzame en gezonde keuzes te maken en ze vertalen die overtuiging in hun aanbod en in hun manier van werken.
Artikel 1:
Dit reglement is opgesteld met de bedoeling om de organisatie, verantwoordelijkheden en procedures inzake het cameratoezicht op de gebouwen die het lokaal bestuur in gebruik heeft, transparant te maken met het oog op een integer gebruik van de bewakingscamera’s en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de gefilmde personen. Dit reglement is zowel op het ogenblik van goedkeuring van dit reglement als in de toekomst van toepassing,
Wettelijke verwijzingen
Artikel 2:
Doel van het cameratoezicht
2. Het is uitdrukkelijk geen doelstelling van het cameratoezicht (en bijgevolg verboden) om de niet-strafbare gedragingen van het personeel in het kader van de arbeidsrelatie te controleren.
3. Inzake het viseren van gedragingen van het personeel die strafbaar zijn conform het Belgisch Strafwetboek en de aanvullende strafwetten, mogen de beslissingen en beoordelingen door het lokaal bestuur niet uitsluitend gebaseerd worden op gegevens die via cameratoezicht verkregen werden.
Artikel 3: Organisatie van het cameratoezicht
a) Het personeel wordt geïnformeerd over de doelen en finaliteit van het cameratoezicht, de plaats waar camera’s worden geplaatst en de procedure inzake de bewaring van en de toegang tot het beeldmateriaal.
b) Bij indiensttreding ontvangen zij hiertoe schriftelijke richtlijnen, waar beveiliging van gebouwen via camerabewaking in wordt besproken.
a) In de onmiddellijke omgeving van de bewaakte plaats moet de camerabewaking worden aangekondigd door middel van een pictogram voorgeschreven door het koninklijk besluit van 10 februari 2008.
b) De pictogrammen worden aangevuld met de tekst „camerabewaking‟ rond de schoolgebouwen
a) Het cameratoezicht wordt uitsluitend gebruikt voor het voorkomen, vaststellen of opsporen van overlast of misdrijven tegen personen of eigendommen van de scholen van Oud-Heverlee.
b) Het cameratoezicht zal niet worden aangewend in het kader van de arbeidsrelatie (controle van de werkgever op de werknemer, controle van de arbeid van het personeel, e.a.).
c) Bij de plaatsing van de camera’s wordt zoveel als kan maximaal rekening gehouden met de privacy van het personeel.
a) Volgende medewerkers hebben toegang tot het beeldmateriaal:
De Algemeen Directeur en het diensthoofd HR / IT
b) Bij afwezigheid van deze personen, hebben hun respectievelijke plaatsvervangers toegang tot het beeldmateriaal.
c) Deze personeelsleden gaan vertrouwelijk en integer om met de kennis die zij hierdoor opdoen, in het bijzonder met betrekking tot de persoonlijke levenssfeer van de gefilmde personen.
d) In geval van overtreding zijn de strafbepalingen uit de camerawet en uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing.
e) Conform algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de artikelen 12 tot 20 kan de gefilmde persoon op elk moment kennis krijgen van de beelden die op hem betrekking hebben. Hiertoe kan de persoon een gedagtekend en ondertekend verzoek richten aan de Burgemeester/Voorzitter Vast Bureau en bij delegatie aan de Algemeen Directeur.
f) De persoon kan desgevallend onjuiste gegevens laten verbeteren en/of de verwijdering van of een verbod van aanwending van de persoonsgegevens bekomen, in zoverre deze gegevens, gelet op het doel van de verwerking, onvoldoende of niet ter zake dienend zijn of waarvan de registratie, de mededeling of de bewaring verboden zijn.
g) De persoon kan zich voor de uitoefening van deze rechten tot de gegevensbeschermingsautoriteit en Vlaamse Toezicht commissie (VTC).
Artikel 4: Bewaring en vernietiging van de beelden
Artikel 5. Geografische plaatsing camera’ s lokaal bestuur.
Benaming vestigingseenheid en omschrijving plaats camera
Sporthal : 2 camera’s
Academie De Vonk vestiging Haasrode : 3 camera’s
* Aan de VHL-sporthal met uitzicht op de grote parking, aan het paadje achter de sporthal richting speelplaats school.
* Op de personeelsparking achteraan het schoolgebouw
* Aan het einde van de oprit van de school, ter hoogte van het gebouw van de kleuterschool.
INLEIDING
Deconnectie heeft betrekking op alle personeelsleden, ongeacht hun functie, met het oog op het respecteren van de rust- en verlofperiodes en het bewaken van de balans tussen werk en privéleven.
In dit kader leggen we de afspraken vast rond het gebruik van digitale communicatiemiddelen in onze academie. Vanuit een bewustzijn van de impact van (de)connectiviteit op het psychosociaal welzijn, streven we een gezonde cultuur na wat betreft dit thema.
Digitale communicatiemiddelen zijn bedoeld als een hulpmiddel dat personeelsleden ondersteunt bij het uitoefenen van hun taken. We zetten maximaal in op de voordelen van deze digitale communicatiemiddelen en bewaken dat zij geen extra werkdruk veroorzaken.
Bij het opmaken van het lokale afsprakenkader betrekken wij het volledige academieteam (leraars, administratief medewerker, aanvangsbegeleider, coördinatoren).
Directie en personeelsleden spelen een cruciale rol in het toepassen, welslagen en naleven van dit afsprakenkader. Ze nemen hierbij een voorbeeldfunctie op naar alle actoren.
In dit afsprakenkader wordt vastgelegd hoe we de berichtenstroom beheersbaar houden, welke timing verwacht wordt in lezen en opvolgen van berichten, hoe we sociale media professioneel gebruiken en wat verwacht wordt qua digitale communicatie bij ziekte, overmacht, noodsituaties en vakantieperiodes.
VOOR PERSONEELSLEDEN
1. KANALEN & DUIDELIJKHEID
- Gebruik voor alle werk gerelateerde communicatie het ‘academiedevonk-adres’, ook naar je leerlingen.
- Een vraag waarvan je niet goed weet aan wie te richten? Richt je tot het centrale mailadres van de academie: secretariaat@academiedevonk.be. Van hieruit wordt doorgestuurd naar wie het aanbelangt.
- Bundel je boodschappen.
- Communiceer steeds zo gericht mogelijk aan wie het aanbelangt.
- Communiceer tijdig.
- Maak het onderwerp duidelijk en voeg evt toe: ‘ter info’ of ‘belangrijk’.
- Vermeld deadlines bovenaan in je mail.
- Verstuur mails naar een grote groep steeds in ‘bcc’.
- Stuur je een mail uit naam van de organisatie? Zet het secretariaat in cc.
2. TIMING
- Als leraar lees je uiterlijk op de dag van je lesopdracht je mails en volg je ze op.
- Als coördinator lees je minstens twee keer per week je mails en volg je ze op.
- Als secretariaat verwerk je mails tijdens de openingsuren en streef je ernaar om binnen de drie werkdagen antwoord te geven.
- Als directeur streef je ernaar om binnen de drie werkdagen antwoord te geven op mails.
- Op zaterdagnamiddagen, zondagen en feestdagen wordt niet verwacht dat op mails wordt gereageerd.
Is de communicatie dringend? Bel, SMS, spreek aan in de academie. Antwoord komt dan zo snel als mogelijk.
3. ZIEKTE / VERLOFSTELSEL / OVERMACHT / NOODSITUATIES
- Wanneer je ziek bent of een verlofstelsel opneemt, wordt niet verwacht dat je bereikbaar bent via mail.
- Wanneer je terugkeert uit ziekte of uit een verlofstelsel volg je het mailverkeer op uiterlijk de dag van de werkhervatting.
- In geval van overmacht of bij noodsituaties lees je zo snel als mogelijk mails en volgt op.
4. VAKANTIE
- Vakantieperiodes zijn digitaal-luwe periodes: om de rust van personeelsleden tijdens de vakantieperiode te garanderen veronderstellen we dat professionele digitale berichten in die periodes tot een minimum worden beperkt.
- Schoolvakanties en feestdagen:
* Als leraar of secretariaat hoef je je mails niet op te volgen.
* Als directeur hoef je je mails niet op te volgen, maar blijf je wel telefonisch bereikbaar voor dringende gevallen. Bij afwezigheid wordt ingesproken op de voicemail. Dit wordt opgevolgd zo snel als mogelijk.
* Ten laatste op de dag dat de werkopdracht hervat wordt lees je je mailberichten en volgt ze op.
- Zomervakantie:
* Teamgerichte communicatie wordt verstuurd ten laatste op 30 juni.
* Personeel, secretariaat en directie blijft bereikbaar tot 5 juli in functie van de organisatie van het volgende schooljaar. Berichten worden tot het uiterst strikte minimum beperkt.
* Vanaf 16 augustus is directie en secretariaat opnieuw bereikbaar voor het team en voor het schoolbestuur.
* Vanaf 23 augustus is directie en secretariaat opnieuw bereikbaar voor het team en voor leerlingen.
* Vanaf 23 augustus is iedereen opnieuw bereikbaar via mail.
* Een out of office wordt ingesteld bij iedereen tijdens deze lange periode van afwezigheid.
5. SOCIAL MEDIA
- Coördinator(en) communicatie, secretariaat en directie kunnen de Social Media van de academie (Instagram en Facebook) gebruiken.
- We gebruiken Social Media als academie om evenementen aan te kondigen, leerkrachten en/of instrumenten in de kijker te zetten, terug te blikken op activiteiten, promotie te voeren, inschrijvingen aan te kondigen.
- De chatfuncties worden NIET regelmatig opgevolgd.
- Als personeelslid kan je sociale media enkel gebruiken vanuit je eigen persoon. Je kan verwijzen naar de academie, maar respecteert hier ten allen tijde de deontologische code.
- GDPR moet altijd gerespecteerd worden!
6. TIPS
Hou mailboxen gescheiden.
Schakel pushmeldingen uit.
Schakel je out-of-office aan tijdens vakanties.
VOOR LEERLINGEN
Voor alle werk gerelateerde communicatie gebruiken we het mailadres van het personeelslid voornaam.naam@academiedevonk.be of secretariaat@academiedevonk.be of directie@academiedevonk.be
Is een leraar ziek, dan word je via mail op de hoogte gebracht. Pas wanneer we geen mailtje terugkrijgen, word je opgebeld of verwittigd via SMS.
Tijdens de openingsuren van het secretariaat is de academie telefonisch bereikbaar. Deze momenten zijn terug te vinden op de website. Het secretariaat schakelt door indien nodig.
Namens de gemeenteraad
Marijke Pertz Adinda Claessen
Algemeen directeur voorzitter van de gemeenteraad
Het decreet lokaal bestuur
Gemeenteraadsbesluit van 30 mei 2023 betreffende de aanpassing van het arbeidsreglement van de gemeentelijke basisscholen.
De noodzaak dringt zich op om het bestaande arbeidsreglement opnieuw te actualiseren.
Het ondertekende protocol van 17 april 2023 naar aanleiding van de vergadering van het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité met het oog op het aan te passen arbeidsreglement.
Een goede schoolorganisatie steunt op duidelijke afspraken tussen het personeel en het schoolbestuur.
Alle personen die onder gezag arbeid verrichten in het gemeentelijk onderwijs moeten worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.
Het decreet rechtspositie en het decreet basisonderwijs bieden voldoen ruimte om lokaal en autonoom concrete afspraken te maken rond rechten en plichten van het personeel en het schoolbestuur.
De aanpassingen zijn weergegeven in het document in bijlage.
Het ABOC werd georganiseerd op 19 augustus 2024.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit om het bestaande arbeidsreglement voor de personen die onder gezag arbeid verrichten in de gemeentelijke basisscholen: gemeentelijke basisschool De Lijsterboom, p/a Bierbeekstraat 4, 3052 Oud‑Heverlee, gemeentelijke basisschool De Hazensprong, A.Verheydenstraat 19, 3053 Oud-Heverlee te wijzigen.
Artikel 2: De gemeenteraad besluit het arbeidsreglement basisonderwijs goed te keuren, de ingangsdatum is 1 september 2024:
Art.1 Dit arbeidsreglement is een reglement van inwendig bestuur en heeft een afdwingbaar karakter.
Art.2 Dit arbeidsreglement is ondergeschikt aan dwingende wetsbepalingen en hun uitvoeringsbesluiten.
Art.3 De arbeidsvoorwaarden die een gevolg zijn van andere wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen dan deze opgesomd in dit arbeidsreglement blijven onverkort gelden. Het gaat onder meer over de rechten en plichten opgesomd in het Decreet Rechtspositie voor de personeelsleden gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs en Vorming.
Art.4 Dit reglement is van toepassing op het gesubsidieerd personeel zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd Decreet Rechtspositie) met name:
tewerkgesteld in een ambt van een van volgende categorieën:
die tewerkgesteld zijn in de gemeentelijke basisscholen van de gemeente Oud-Heverlee met inbegrip van de personeelsleden die in deze scholen tewerkgesteld zijn via reaffectatie of wedertewerkstelling.
Art.5 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Art.6 Het schooljaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus.
Art. 7 De lessen worden in aantal gelijkmatig gespreid over 9 halve dagen, van maandag tot en met vrijdag. De woensdagnamiddag is vrij.
Art. 8 De normale openingsuren van de school zijn de volgende:
Dagen |
Uren |
Uren |
|
Maandag |
van 8u30 |
tot 12u15 |
en van 12u45 |
Dinsdag |
van 8u30 |
tot 12u15 |
en van 12u45 |
Woensdag |
van 8u30 |
tot 12u20 |
|
Donderdag |
van 8u30 |
tot 12u15 |
en van 12u45 |
Vrijdag |
van 8u30 |
tot 12u15 |
en van 12u45 |
(’s Morgens ten vroegste aanvangen om 08.00 uur. ’s Avonds ten vroegste eindigen om 15.00 uur en ten laatste om 17.00 uur, dit is niet te begrijpen als de wekelijkse arbeidsduur van de personeelsleden)
Art.9 De rustpauzes worden, behoudens afwijkingen voorzien in de individuele uurroosters, als volgt toegekend:
Voormiddag: van 10u25 tot 10u45
Namiddag: van 14u20 tot 14u40
Art. 10 De middagpauze wordt, behoudens afwijkingen voorzien in de individuele uurroosters, als volgt toegekend: van 12u tot 13u.
Art. 11 De directeur stelt het lessenrooster op.
Art. 12 De directeur stelt het ontwerp van individuele uurroosters van de personeelsleden op, met inbegrip van de toezichtroosters en rustpauzes. Hij streeft hierbij naar een optimale afstemming op de noden van de organisatie rekening houdend met een billijke verdeling tussen de personeelsleden.
Art. 13 Alle uurroosters die voorkomen of kunnen voorkomen op school maken integraal deel uit van het arbeidsreglement. Ze worden opgenomen in bijlage 1 van dit arbeidsreglement / een aparte map uurroosters / schoolorganisatie. Elk personeelslid ontvangt een exemplaar van zijn individuele uurrooster dat vanaf dan bindend wordt voor beide partijen. Bij elke wijziging hiervan ontvangt het betrokken personeelslid een aangepaste versie. Het personeelslid ondertekent zijn individueel uurrooster of een aangepaste versie voor ontvangst.
Art. 14 Het personeelslid leeft zijn individueel uurrooster stipt na. De afstand of de verplaatsing zijn, behoudens overmacht, geen rechtvaardiging voor afwezigheden of te laat komen. Net als de andere lestijden wordt ook de opdracht samen school maken op school gepresteerd.
Art. 15 De wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld als volgt
- bestuurs- en onderwijzend personeel: maximum 26 klokuren;
- beleids- en ondersteunend personeel: 36 klokuren
- het paramedisch personeel: 32 klokuren
Art. 16
Art. 17 Elk personeelslid is verplicht de personeelsvergaderingen, oudercontacten en pedagogische studiedagen bij te wonen, tenzij het dienstorder anders bepaalt.
Art. 18 Opendeurdagen en schoolfeesten met leerlingenactiviteiten kunnen tijdens het weekend worden georganiseerd. In dat geval kunnen de personeelsleden gedurende maximaal 2 beurten per jaar verplicht worden om aan deze activiteiten deel te nemen.
Alle personeelsleden die minimaal een halftijdse opdracht in de school vervullen, moeten naar evenredigheid hun medewerking aan deze activiteiten verlenen. Indien een personeelslid in meerdere scholen fungeert overleggen de betrokken directeurs over de medewerking van dit personeelslid.
Deelname aan andere activiteiten tijdens weekends gebeurt op vrijwillige basis.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden worden de data van voornoemde activiteiten meegedeeld voor eind september.
Art. 19 Behoudens verplichte deelname aan voornoemde vergaderingen en activiteiten, kunnen van personeelsleden ook andere opdrachten buiten de normale aanwezigheid van leerlingen en buiten de jaarlijkse vakantieperiodes worden geëist, indien deze opdrachten werden onderhandeld in het ABOC. Deze andere opdrachten worden jaarlijks vóór 1 december aan de personeelsleden meegedeeld bij dienstorder. Het personeelslid is verplicht om deze onderhandelde opdrachten uit te voeren, tenzij het dienstorder anders bepaalt.
Art. 20 De lessen kunnen vijf halve dagen per schooljaar geschorst worden voor het houden van pedagogische studiedagen.
Art. 21 De duur van de jaarlijkse vakantie wordt geregeld conform de bepalingen van de onderwijsreglementering.
Art. 22 De normale rustdagen zijn de jaarlijkse vakantiedagen: herfst-, kerst-, krokus-, paas- en zomervakantie;
Art. 23 Er is bovendien vakantie op volgende dagen: 11 november, 1 mei, Paasmaandag, Hemelvaartsdag en de daaropvolgende dag en Pinkstermaandag, voor zover zij niet in een vakantieperiode vallen.
Art. 24 Per schooljaar legt het schoolbestuur twee facultatieve vakantiedagen vast. Deze facultatieve vakantiedagen worden ten laatste op 15 juni van het voorafgaande schooljaar vastgelegd in de jaarkalender en aan de personeelsleden meegedeeld via een dienstorder.
.
Art. 25 De lessen kunnen de laatste schooldag vóór de zomervakantie één halve dag geschorst worden om de school in staat te stellen opdrachten verbonden aan het einde van het schooljaar, zoals oudercontacten, te realiseren.
Art. 26 De lessen kunnen de dag na de parlementaire, provinciale of gemeentelijke verkiezingen worden geschorst wanneer de lokalen naar aanleiding van die verkiezingen gebruikt zijn voor het inrichten van stemopnemingsbureaus. De directeur brengt de personeelsleden hiervan per dienstorder op de hoogte.
Art. 27 Het schoolbestuur van de school waaraan het personeelslid geaffecteerd is, blijft werkgever van het personeelslid ook al wordt het ingezet in een school van de scholengemeenschap van een ander schoolbestuur.
Art. 28 Het schoolbestuur houdt bij het inzetten van het personeel rekening met volgende principes:
§1 het personeelslid wordt steeds aangesteld of geaffecteerd aan de school waar de betrekking reglementair wordt ingericht;
§2 de afstand over de openbare weg tussen de school van aanstelling of affectatie en de school waar het personeelslid wordt ingezet mag nooit meer dan 25 km bedragen. Dit geldt niet als het personeelslid instemt om over een grotere afstand ingezet te worden;
§3 er moet steeds rekening worden gehouden met de statutaire toestand van het personeelslid;
§4 de bepalingen inzake inzetbaarheid moeten worden, opgenomen in het aanstellingsbesluit en de functiebeschrijving.
Art. 29 De directeur is tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen én telkens wanneer de dienst het vereist, in één van de vestigingsplaatsen aanwezig, behoudens gerechtvaardigde afwezigheden in dienstverband.
Art. 30 De directeur kan worden ingezet voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
Art. 31 De directeur/adjunct-directeur met onderwijsopdracht en/of opdracht ICT-coördinator en/of zorgcoördinator moet de nodige regelingen treffen om deze taak naar behoren uit te oefenen.
Art. 32 Tijdens de schoolvakanties moet de directeur de prestaties uitvoeren die noodzakelijk zijn om de goede werking van de school te garanderen, maar tijdens de zomervakantie moet een vakantieperiode van zes weken gegarandeerd zijn, waarvan een ononderbroken periode van vijf weken op te nemen tussen 6 juli en 15 augustus.
Art. 33 De directeur coördinatie-scholengemeenschap krijgt een administratieve standplaats toegewezen in een school behorend tot de scholengemeenschap.
Art. 34 Hij/zij wordt belast met een coördinerende managementfunctie op het niveau scholengemeenschap.
Art. 35 De prestaties van de directeur coördinatie-scholengemeenschap worden vastgelegd volgens de afspraken van de scholengemeenschap (o.a. beschikbaarheid, overleg, …).
Art. 36 De directeur coördinatie- scholengemeenschap kan worden ingezet voor de vervulling van opdrachten voor en in andere scholen van de scholengemeenschap of voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
Art. 37 De directeur coördinatie-scholengemeenschap is behoudens gerechtvaardigde afwezigheden in dienstverband, tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen en telkens wanneer de dienst het vereist, in één van de vestigingsplaatsen.
Art. 38 Tijdens de zomervakantie heeft de directeur coördinatie-scholengemeenschap recht op zes weken vakantie, waarvan een ononderbroken periode van vijf weken, op te nemen tussen 6 juli en 15 augustus.
Art.39 De zorgcoördinator, de ICT-coördinator en de administratief medewerker en de beleidsondersteuner zijn inzetbaar voor de scholengemeenschap
Art.40 Ze kunnen ingezet worden voor de vervulling van opdrachten voor en in andere scholen van de scholengemeenschap of voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
Art.41 De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator / de ICT-coördinator/de beleidsondersteuner die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren.
Art.42 De wekelijkse opdracht van de zorgcoördinator / de ICT-coördinator/de beleidsondersteuner die deeltijds fungeert bedraagt steeds een evenredig deel van die 36 klokuren.
Er wordt steeds afgerond naar een volledig uur.
Art.43 Deze prestatieregeling kan niet beperkt blijven tot de periode van normale aanwezigheid van de leerlingen.
Art.44 De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor de zorgcoördinator / de ICT-coördinator/de beleidsondersteuner
In functie van de goede werking van de school kan echter op hen maximum
3 dagen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn.
Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden en worden jaarlijks voor 1 december meegedeeld.
Art.45 De wekelijkse opdracht van de administratief medewerker die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren.
Art.46 De wekelijkse opdracht van de administratief medewerker die deeltijds fungeert bedraagt een evenredig deel van die 36 klokuren. Er wordt steeds afgerond naar een volledig uur.
Art.47 Vakantieregeling administratief medewerker
Art.48 De personeelsleden verzekeren de hoofdopdracht zoals jaarlijks vastgelegd door het schoolbestuur. Deze hoofdopdracht bestaat uit de lesopdracht en/of beleidsondersteuning en/of bijzondere pedagogische taken.
De wekelijkse hoofdopdracht van personeelsleden met een voltijdse betrekking bedraagt voor volgende ambten als volgt:
• het ambt van kleuteronderwijzer: minimum 24 lestijden en maximum 26 lestijden.
• het ambt van onderwijzer in het gewoon lager onderwijs: minimum 24 lestijden en maximum 27 lestijden.
• het ambt van leermeester godsdienst, niet-confessionele zedenleer en lichamelijke opvoeding: minimum 24 lestijden en maximum 28 lestijden.
Art.49 De wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat voltijds is tewerkgesteld, bedraagt maximaal 26 klokuren te presteren binnen de normale aanwezigheid van de leerlingen.
Art.50 De wekelijkse schoolopdracht van het onderwijzend personeel dat deeltijds is tewerkgesteld, bedraagt ten hoogste een evenredig deel van de hierboven vermelde klokuren.
Art.51 De personeelsleden verzekeren het toezicht binnen de normale aanwezigheid van de leerlingen. Rekening houdend met de schoolopdracht die van ieder personeelslid kan worden gevraagd, wordt een billijke verdeling uitgewerkt door de directeur in samenspraak met de syndicale afgevaardigden in de school. De criteria voor de invulling van de toezichtopdrachten worden onderhandeld in het ABOC.
Art.52
Personeelsleden die buiten het individuele uurrooster verplicht aanwezig moeten zijn op vergaderingen of andere activiteiten kunnen deze tijd niet compenseren. Deze vergaderingen en activiteiten maken deel uit van de normale werking van de school.
Art.53 Een personeelslid van het onderwijzend personeel kan worden ingezet voor de vervulling van opdrachten voor andere scholen van de scholengemeenschap
Art.54 De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor het onderwijzend personeel.
Art.55 In functie van de goede werking van de school kan echter op hen maximum
3 dagen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn.
Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden en worden jaarlijks voor 1 december meegedeeld.
.
Art.56 Een personeelslid moet de nodige voorbereidingen treffen om de lessen stipt te kunnen laten aanvangen.
Art.57 De organisatie van extra-murosactiviteiten in opdracht, wordt geregeld door de directeur in overleg met de betrokken personeelsleden. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden wordt het tijdstip van deze activiteiten aan de personeelsleden meegedeeld voor eind september bij dienstorder.
Art.58 De organisatie van extra-murosactiviteiten op initiatief van een of meerdere personeelsleden kan enkel mits voorafgaandelijk akkoord van de directeur.
Art.59 Het personeelslid blijft tijdens de extra-murosactiviteiten verantwoordelijk voor het toezicht op de minderjarige leerlingen zowel tijdens de verplaatsing als tijdens de activiteit zelf.
Art.60 De stafmedewerker-scholengemeenschap krijgt een administratieve standplaats toegewezen in een school behorend tot de scholengemeenschap.
Art.61 De stafmedewerker-scholengemeenschap draagt actief bij tot het verhogen van het beleidsvoerend vermogen van de scholengemeenschap.
Art.62 De stafmedewerker-scholengemeenschap kan ingezet worden voor de vervulling van opdrachten voor en in andere scholen van de scholengemeenschap of voor de vervulling van opdrachten voor de totaliteit van de scholengemeenschap.
Art.63 De prestaties van de stafmedewerker-scholengemeenschap worden vastgelegd volgens de afspraken van de scholengemeenschap (o.a. beschikbaarheid, overleg, …).
Art.64 De wekelijkse opdracht van de stafmedewerker-scholengemeenschap die voltijds fungeert bedraagt 36 klokuren.
Art.65 De wekelijkse opdracht van de stafmedewerker-scholengemeenschap die deeltijds fungeert bedraagt een evenredig deel van 36 klokuren.
Art.66 Voor de functie van stafmedewerker-scholengemeenschap geldt de vakantieregeling van het onderliggend ambt.
Art.67 In functie van de goede werking van de school kan echter op hem/haar maximum 3 dagen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité. Maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn.
Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden en worden jaarlijks voor 1 december meegedeeld.
Art.68 De opdracht van de kinderverzorger bestaat uit het uitvoeren van verzorgende taken ten aanzien van jonge kleuters en dit ter ondersteuning van de kleuteronderwijzer(s).
Art.69 De wekelijkse opdracht van een voltijdse kinderverzorger bedraagt 32 klokuren.
Art.70 De wekelijkse opdracht van de kinderverzorger die deeltijds is tewerkgesteld, bedraagt ten hoogste een evenredig deel van de hierboven vermelde klokuren.
Art.71 Bij het toezicht binnen de normale aanwezigheid van de leerlingen treedt de kinderverzorger samen met de kleuteronderwijzer op. Rekening houdend met de opdracht van de kinderverzorger, wordt een billijke verdeling uitgewerkt door de directeur.
Art.72 Bij toezicht tijdens extra-murosactiviteiten treedt de kinderverzorger op samen met de kleuteronderwijzer.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden wordt het tijdstip van deze activiteiten meegedeeld bij dienstorder voor eind september.
Art.73 Personeelsleden die buiten het individuele uurrooster verplicht aanwezig moeten zijn op relevante vergaderingen of andere activiteiten, kunnen deze tijd niet compenseren. Deze vergaderingen en activiteiten maken deel uit van de normale werking van de school.
Voor personeelsleden die tewerkgesteld zijn in verschillende scholen vindt een overleg plaats tussen de betrokken directies.
Art.74 De schoolvakanties zijn vakantiedagen voor de kinderverzorgers.
Art.75 In functie van de goede werking van de school kan echter op hen maximum 3 dagen een beroep worden gedaan binnen de lijst van opdrachten bepaald na onderhandeling in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité, maar een ononderbroken vakantieperiode tussen 6 juli en 15 augustus moet gegarandeerd zijn.
Deze opdrachten worden billijk verdeeld tussen de personeelsleden en worden jaarlijks voor 1 december meegedeeld.
Art.76 Bij te laat komen moet het personeelslid zich vooraf aanmelden bij de directeur of in geval van zijn afwezigheid, op het secretariaat.
Art.77 Bij vroegtijdig verlaten van de arbeidsplaats verwittigt het personeelslid onmiddellijk de directeur of in geval van zijn afwezigheid, het secretariaat, en motiveert hij zijn vertrek.
Art.78 Bij afwezigheid, om welke reden dan ook, verwittigt het personeelslid zo spoedig mogelijk de directeur of in geval van zijn afwezigheid, het secretariaat, zo mogelijk vóór de aanvang van de opdracht en met vermelding van de reden en van de waarschijnlijke duur van de afwezigheid.
Art.79 De directeur meldt elke onwettige afwezigheid van een personeelslid schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen. Het personeelslid ontvangt een kopie van dit schrijven.
Art.80 Behoudens overmacht, overhandigt het personeelslid aan zijn vervanger het nodige om de continuïteit van de lessen te kunnen verzekeren.
Art.81 Bij afwezigheid wegens ziekte is het personeelslid gehouden de op hem/haar toepasselijke reglementering inzake ziekteverloven correct na te leven.
Art.82 Ingeval van ziekte verwittigt (of laat verwittigen) het personeelslid de directeur telefonisch of per mail, en dit voor de aanvang van de opdracht.
Art.83 Bij verlenging van het ziekteverlof verwittigt het personeelslid de directeur ten laatste op de vooravond van de dag waarop het lopende verlof verstrijkt.
Art.84 Bij vervroegde terugkeer uit ziekteverlof verwittigt het personeelslid de directeur ten laatste op de vooravond van de dag waarop het personeelslid vervroegd terugkeert uit ziekteverlof.
Art.85 Het schoolbestuur of de directeur kan vanaf een afwezigheid van één dag wegens ziekte een controleonderzoek aanvragen. Indien het initiatief uitgaat van de directeur, stelt hij het schoolbestuur hiervan op de hoogte. Het personeelslid moet zich aan het controleonderzoek onderwerpen. Het controleonderzoek omvat alle medische, gespecialiseerde, klinische en radiologische onderzoeken. Het controleonderzoek is kosteloos voor de werknemer.
De beroepsmogelijkheden voorzien in het Besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1993 betreffende de controle op de afwezigheid wegens ziekte zijn onverminderd van toepassing.
Art.86 Het personeel kan genieten van een persoonlijk(e) verlof, afwezigheid, loopbaanonderbreking, zorgkrediet of dienstvrijstelling volgens de modaliteiten vastgelegd in:
de onderwijsreglementering;
het reglement inzake modaliteiten van aanvraag en toekenning van verlofstelsels goedgekeurd door de gemeenteraad ………
Art.87 Een dienstvrijstelling dient door het personeelslid voor 1 mei aan het schoolbestuur aangevraagd te worden. Het college van burgemeester en schepenen kan ad hoc beslissen om aan personeelsleden een dienstvrijstelling toe te kennen.
Art.88
Art.89
Art.90
Art.91 Het personeelslid kan zijn/haar individueel salarisdossier raadplegen via ‘Mijn Onderwijs Personeel’.
Art.92 Het schoolbestuur vergoedt de kosten van het woon-werkverkeer van het personeelslid volgens de reglementaire bepalingen ter zake.
Art.93 Het schoolbestuur vergoedt, volgens de reglementaire bepalingen ter zake, de kosten indien een personeelslid in opdracht van het schoolbestuur tijdelijk onderwijs aan huis verstrekt
Art.94 Het personeelslid dat in opdracht van het schoolbestuur een occasionele dienstverplaatsing maakt met de eigen wagen, moto of bromfiets krijgt een kilometervergoeding gelijk aan het bedrag dat jaarlijks bepaald wordt voor de federale ambtenaren.
Het schoolbestuur vergoedt de verplaatsingskosten als personeelsleden in zijn opdracht van het schoolbestuur activiteiten buiten de gebruikelijke werkplaats bijwonen en daarvoor gebruik maken van het openbaar vervoer. De verplaatsingen per trein worden terugbetaald aan het tarief van een standaardbiljet 2de klas.
Art.95 Het personeelslid mag leerlingen die onder zijn toezicht staan, geen opdrachten geven die los staan van de lesactiviteit en waarvoor de leerling zich buiten de school moet begeven.
Art.96 Het personeelslid mag aan de leerlingen geen toestemming geven om de school vroegtijdig te verlaten, ook niet tijdens lesonderbrekingen, tenzij de directeur hiermee instemt of per dienstorder andere richtlijnen worden meegedeeld hieromtrent. In voorkomend geval maakt het personeelslid de nodige afspraken met de ouders.
Art.97 In geval van extra-murosactiviteiten leeft het personeelslid de bepalingen na die hierover beschreven staan in dit reglement. Het personeelslid maakt met de directeur en desgevallend de ouders afspraken inzake voldoende begeleiding van de minderjarige leerlingen, de bereikbaarheid van het personeelslid, de verplaatsing van en naar de activiteit.
Art.98 Het personeelslid dat zijn taak wegens dringende redenen moet onderbreken, zorgt ervoor dat de leerlingen niet zonder toezicht blijven en verwittigt de directeur.
Art.99 Wanneer zich een ongeval of een ernstig feit voordoet met een leerling, verwittigt het personeelslid dat met het toezicht belast is, zo spoedig mogelijk de directeur.
De directeur neemt onmiddellijk alle nodige maatregelen en verwittigt desgevallend de ouders van de betrokken leerling. Bij afwezigheid van de directeur laat het personeelslid niet na zelf de nodige maatregelen te nemen. De directeur heeft de verantwoordelijkheid het college van burgemeester en schepenen van het ongeval of ernstig feit in kennis te stellen.
Art.100
hoofdstuk Vbis en Vter van het Decreet Rechtspositie;
en in de algemene afspraken (‘evaluatiereglement’) die het schoolbestuur na onderhandeling in het OCSG/ABOC heeft vastgelegd. Dit ‘evaluatiereglement’ is opgenomen in bijlage 5 en maakt integraal deel uit van het arbeidsreglement. Elk personeelslid ontvangt er een kopie van.
Art.100 bis
Het volgen van nascholing is een recht en een plicht voor elk personeelslid. Het schoolbestuur stelt voor de school jaarlijks een professionaliseringsplan op zoals bepaald in art. 8 van het decreet 8/5/2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs. Het volgen van professionalisering is voor elk personeelslid een kerntaak die in de functiebeschrijving wordt opgenomen. Personeelsleden kunnen ook hun eigen concrete wensen tot professionalisering kenbaar maken aan hun (eerste) evaluator.
Art. 101
§1. Het tijdelijk personeelslid van bepaalde duur dat aan de vooravond van zijn TADD een beoordeling met werkpunten of een negatieve beoordeling ontvangt, kan hiertegen verhaal indienen bij het college van burgemeester en schepenen tot uiterlijk 7 kalenderdagen volgend op de schriftelijke mededeling van de beoordeling. Het verhaal wordt ingediend door middel van een gedateerd en ondertekend beroepsschrift dat aangetekend wordt ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Het beroepsschrift vermeldt op straffe van nietigheid ten minste het voorwerp van het beroep en de feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Er kunnen overtuigingsstukken worden bijgevoegd. Het personeelslid kan vragen om gehoord te worden.
§2. Het verhaal wordt behandeld door het college van burgemeester en schepenen dat beslist om de beoordeling met werkpunten/ de negatieve beoordeling te bevestigen of te vernietigen. De beslissing wordt voor het einde van het schooljaar schriftelijk/aangetekend ter kennis gebracht aan het personeelslid. Bij overschrijding van deze termijn wordt de beoordeling met werkpunten/de negatieve beoordeling geacht vernietigd te zijn.
. De opzeggingstermijnen voor de tijdelijk aangestelde personeelsleden in een wervingsambt die nog geen rechten hebben voor een tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur zijn vastgelegd in de artikelen 21, 24 tot en met 29 en in de artikelen 60 en 61 van het Decreet Rechtspositie.
Art 102
Volgende ernstige tekortkomingen maken het voortduren van de tijdelijke aanstelling van bepaalde duur onmiddellijk en definitief onmogelijk, onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de Kamer van Beroep, en zonder dat deze lijst limitatief is:
herhaalde niet-naleving van de strikte uurregeling,
ongewettigde afwezigheid,
opzettelijke wanprestatie,
beledigingen of verwijten,
druggebruik, alcoholintoxicatie en dronkenschap tijdens de diensturen,
diefstal,
geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag,
bedrog,
weigering om toevertrouwde taken en opdrachten uit te voeren,
elk feit dat tegenstrijdig is met de goede zeden,
overtreden van veiligheidsvoorschriften,
opzettelijk schade toebrengen aan het gemeentebestuur, de school of de infrastructuur van de school, met inbegrip van het bewust binnenbrengen of verspreiden van een virus op de informaticaserver of elke poging om de veiligheidssystemen van de informatica te schenden,
het kraken of kopiëren van websites;
overbrengen aan derden van gegevens die beschermd zijn door ambtsgeheim,
het regelmatig bezoeken of verspreiden, op om het even welke manier, van beelden of teksten met een racistisch of pornografisch karakter binnen de gemeentelijke inrichtingen, met inbegrip van de informaticaserver;
het verspreiden van lasterlijke feiten;
Art 103
De beroepsprocedure tegen het ontslag om dringende redenen is vastgelegd in artikel 25 (wervingsambten) en artikel 42, §6 (bevorderingsambten) van het Decreet Rechtspositie en in artikel 8bis van het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra.
Art 104
Preventieve schorsing
§1 In het geval dat een vast benoemd personeelslid, een personeelslid tijdelijk aangesteld van doorlopende duur of een in de school gereaffecteerd of weder tewerkgesteld personeelslid moet worden verwijderd in het belang van de dienst, spreekt het schoolbestuur een preventieve schorsing uit. Preventieve schorsing is enkel mogelijk tijdens de behandeling van een tuchtvordering of strafrechtelijke vervolging, indien het belang van de dienst zulks vereist.
§2 In het geval het schoolbestuur een ontslag om dringende redenen uitspreekt, wordt het betreffende tijdelijke personeelslid met onmiddellijke ingang preventief geschorst bij hoogdringendheid.
§3 Wanneer het personeelslid strafrechtelijk vervolgd wordt of wanneer het personeelslid tuchtrechtelijk vervolgd wordt wegens een ernstig vergrijp waarbij het personeelslid op heterdaad betrapt is of waarvoor er afdoende aanwijzingen zijn, kan het schoolbestuur beslissen om aan de preventieve schorsing een inhouding van salaris te koppelen conform artikel 67 van het Decreet Rechtspositie.
Art 105
Een vast benoemd personeelslid, een personeelslid tijdelijk aangesteld van doorlopende duur of een in de school gereaffecteerd of weder tewerkgesteld personeelslid wordt op verslag van de algemeen directeur door het schoolbestuur onderworpen aan een tuchtonderzoek met een eventuele tuchtsanctie tot gevolg indien het handelt in strijd met de bepalingen inzake rechten en plichten van het personeel zoals voorzien in het Decreet Rechtspositie, het Decreet Lokaal Bestuur/de gemeentewet en dit arbeidsreglement.
Art 106
De mogelijke tuchtstraffen zijn vastgelegd in de artikelen 64 tot en met 66 van het Decreet Rechtspositie.
Art 107
Het orgaan dat bevoegd is om een (voorstel tot) tuchtstraf uit te spreken (bepaald in artikel 68 van het Decreet Rechtspositie) oordeelt autonoom over de zwaarte van de (voorgestelde) tuchtstraf. Het respecteert hierbij de motiveringsplicht van bestuurshandelingen in openbare dienst.
Art 108
De beroepsprocedure tegen de preventieve schorsing en deze tuchtstraffen is vastgelegd in de artikelen 67bis en 72 van het Decreet Rechtspositie en de artikelen 13 tot en met 19 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra.
Art 109
Het schoolbestuur is houder van een bestand van persoonsgegevens. De verzamelde gegevens worden gebruikt om een personeelsbestand aan te leggen.
Art 110
Het dossier van het personeelslid omvat een administratief dossier en desgevallend een tuchtdossier.
Art 111
Het schoolbestuur of de personen die door het schoolbestuur zijn belast met het houden van het dossier en iedere andere persoon die het betreffende dossier mag inkijken, zijn gehouden door het ambtsgeheim.
Art 112
Het personeelslid kan tijdens volgende uren kennisnemen van de inhoud van zijn dossier en kan een aanpassing vragen van eventuele fouten: na afspraak met de dienst onderwijs van de gemeente (onderwijs@oud-heverlee.be of 016/38 88 20)
Het personeelslid kan zich hierbij door een raadsman of vakbondsafgevaardigde laten bijstaan of vertegenwoordigen. De documenten moeten ter plaatse blijven. Op eenvoudig verzoek heeft het personeelslid recht op een afschrift, eventueel tegen kostprijs.
Art 113
Het administratief dossier bestaat uit de documenten (beslissingen, brieven, stukken,...) betreffende de loopbaan die door het ministerie van Onderwijs en Vorming of in het kader van de sociale wetgeving kunnen worden opgevraagd aangaande de indiensttreding, de opdrachtwijziging, de vaststelling van opdracht, de uitdiensttreding, de dienstonderbrekingen, de cumulatie en het pensioen.
Art 114
Het personeelslid verschaft het schoolsecretariaat alle inlichtingen die noodzakelijk zijn voor inschrijving in of wijziging aan het administratief dossier.
Art 115
Het schoolbestuur, de directeur en het personeelslid voegen steeds alle relevante stukken toe aan het administratief dossier.
Art 116
Het personeelslid deelt aan het schoolbestuur en het schoolsecretariaat schriftelijk elke wijziging mee in zijn persoonlijke toestand die verband houdt met de aanstellingsbeslissing of met de bezoldigingsregeling, inzonderheid wijzigingen in de burgerlijke staat, de nationaliteit, de bekwaamheidsbewijzen, de samenstelling van het gezin, de woonplaats, de cumulaties en het bezit van burgerlijke en politieke rechten. Deze inlichtingen moeten vooraf of uiterlijk zeven kalenderdagen na het intreden van de wijzigingen meegedeeld worden en zo spoedig mogelijk gestaafd worden met de vereiste officiële documenten. Een kopie van deze officiële documenten wordt bewaard in het administratief dossier.
Art 117
Wanneer de dossiers die bestemd zijn voor het ministerie van Onderwijs en Vorming voorzien in een afschrift voor het personeelslid, wordt dit afschrift hem/haar onverwijld bezorgd.
Art 118
Het tuchtdossier omvat de stukken die worden opgesteld en verzameld met het oog op de toepassing van de tuchtregeling.
Art 119
Zo nodig kunnen bepaalde stukken uit het administratief dossier en/of het evaluatiedossier (zie hoofdstuk 7) overgebracht worden naar het tuchtdossier.
Art 120
De stukken worden genummerd en in chronologische volgorde gerangschikt. Er wordt een inventaris toegevoegd. Het schoolbestuur legt aan het personeelslid elk stuk dat in zijn tuchtdossier wordt opgenomen, voor ondertekening ter kennisneming voor.
Art 121
De doorgehaalde tuchtstraffen worden na de decretaal voorziene termijn definitief uit het tuchtdossier verwijderd.
Art 122
§1 Het personeelslid komt de verplichtingen na die hem/haar zijn opgelegd door wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, reglementen, dienstorders en schoolwerkplan.
§2 De deontologische code voor het gemeentepersoneel is integraal op de personeelsleden van toepassing.
Art 123
§ 1 Alle berichten die het personeelslid aanbelangen (waaronder dienstorders en mededelingen zoals de vacantverklaringen), worden hem/haar meegedeeld via het professionele e-mailadres Alle berichten zijn eveneens te raadplegen op het schoolsecretariaat.
Bij gebrek aan professioneel e-mailadres, geeft het personeelslid aan het schoolbestuur of de directie een persoonlijk e-mailadres door.
Het aanvaardt dit e-mailadres als één van de mogelijke communicatievormen tussen hem, het leidinggevend personeel en het schoolbestuur.
De vacantverklaring van de betrekkingen in wervingsambten in het kader van de vaste benoeming worden openbaar gemaakt door middel van aanplakking in de scholen op een zichtbare plaats, die toegankelijk is voor alle personeelsleden.
Alle personeelsleden van de scholengemeenschap worden op de hoogte gebracht van deze vacantverklaring door het doorsturen van de vacantverklaringen aan de schoolbesturen van de scholengemeenschap met het verzoek om dit kenbaar te maken aan de personeelsleden.
§2 Het schoolbestuur en de directeur schikken zich in hun elektronische communicatie met het Ministerie van Onderwijs en Vorming naar de gebruiksvoorwaarden zoals vastgelegd in de omzendbrief PERS/2011/02 van 11 april 2011:”Gebruiksvoorwaarden van de elektronische communicatie tussen de schoolbesturen en het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI) en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS)”.
(indien van toepassing:
Zo legt het schoolbestuur voorafgaand aan de elektronische communicatie de gegevens betreffende een personeelslid ter kennisname voor aan het betrokken personeelslid via het professionele e-mailadres of via het persoonlijk e-mailadres bij gebrek aan professioneel e-mailadres).
Art 124
Het personeelslid erkent het gezag van het schoolbestuur, van zijn afgevaardigden en van de directeur van de school. Het personeelslid is gehoorzaamheid en respect verplicht aan deze instantie/personen.
Art 125
De directeur en de personeelsleden moeten zich loyaal opstellen ten opzichte van de school en het bestuur in aanwezigheid van elkaar, leerlingen, ouders of derden.
Art 126
Het personeelslid mag de gemeenteraadsleden niet belemmeren om de onderwijsinstelling te bezoeken overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de gemeente. Gemeenteraadsleden hebben niet het recht om bij deze gelegenheid opmerkingen te maken aan het personeelslid, opdrachten of onderrichtingen te geven of leerlingen te ondervragen.
Art 127
Het personeelslid mag de gemeenteraadsleden niet verhinderen om inzage te krijgen van elke akte en elk stuk betreffende het bestuur van de onderwijsinstelling (ongeacht de drager), overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de gemeente.
Art 128
Het personeelslid staat onder toezicht van de directeur en moet handelen volgens de instructies en opdrachten die hij van de directeur ontvangt. Het personeelslid mag niet verhinderen dat de directeur de klassen bezoekt zo dikwijls als hij nodig acht.
Art 129
De directeur is door het schoolbestuur belast met de leiding over de school, met de uitvoering van de beslissingen van de gemeentelijke overheden en met de toepassing van de wets- en reglementaire bepalingen en de dienstorders met betrekking tot de school. Hij is ook bevoegd om de kwaliteit van de geleverde prestaties te controleren. Dit houdt ook de bevoegdheid in om de aan- en afwezigheden te controleren, de taken te verdelen, orde en tucht te handhaven.
Art 130
Bij afwezigheid van de directeur wordt zijn opdracht waargenomen door een personeelslid dat door het schoolbestuur als verantwoordelijke wordt aangeduid.
Bij afwezigheid wegens ziekte is de directeur gehouden de op hem/haar toepasselijke reglementering inzake ziekteverloven correct na te leven. Bij verlenging van het ziekteverlof verwittigt hij/zij het schoolbestuur op de vooravond van de dag waarop het lopende verlof verstrijkt. Bij vrijwillig vervroegd hervatten, verwittigt hij/zij het schoolbestuur op de vooravond van de dag waarop hij/zij terugkeert.
In geval van afwezigheid wegens ziekte of het opnemen van een reglementair verlof door de directeur wordt hij vervangen door een persoon die door het schoolbestuur tijdelijk aangesteld wordt in het ambt van directeur.
Art 131
Het schoolbestuur kan na overleg en rekening houdend met de bepalingen van de gemeentewet/het Decreet Lokaal Bestuur bepaalde taken en verantwoordelijkheden delegeren aan de directeur. Het schoolbestuur steunt de directeur in zijn gezag.
Art 132
De directeur moet tegenover de personeelsleden de nodige objectiviteit, respect en redelijkheid aan de dag leggen.
Art 133
Het personeelslid richt zich in principe via de directeur tot het schoolbestuur, die zo nodig zijn advies aan de vraag of het voorstel van het personeelslid toevoegt. De directeur bezorgt deze vraag of dit voorstel aan het schoolbestuur binnen zeven kalenderdagen, de schoolvakanties uitgezonderd, na ontvangst van de vraag of het voorstel.
Art 134
Het schoolbestuur en de directeur steunen het gezag van het personeel ten aanzien van de leerlingen en hun ouders.
Art 135
Het schoolbestuur en de directeur van de school laten ruimte voor de eigen persoonlijkheid van elk personeelslid, in zoverre deze de realisatie van het pedagogisch project, het schoolwerkplan en het goed functioneren van de school niet in de weg staat.
Art 136
De directeur meldt elke door hem vastgestelde overtreding van dit reglement schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen. Het personeelslid ontvangt een kopie van dit schrijven.
Art 137
Het personeelslid moet zich in zijn dienstrelaties en in de omgang met de leerlingen, de ouders van de leerlingen en het publiek op een correcte wijze gedragen. Het personeelslid moet alles vermijden wat het vertrouwen van het publiek kan schaden of afbreuk kan doen aan de eer of de waardigheid van zijn functie in het onderwijs.
Art 138
Het personeelslid verleent aan de leerlingen / ouders de nodige informatie, openheid en samenwerking.
Art 139
Het personeelslid respecteert in zijn omgang met de leerlingen de internationale en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en van het kind in het bijzonder.
Art 140
Het personeelslid is mede verantwoordelijk voor de pedagogische kwaliteit van de school.
Art 141
Het personeelslid geeft blijk van een individuele bekommernis voor alle leerlingen en doet in hun belang aanbevelingen in de klassenraden of rechtstreeks aan de directeur. Het personeelslid moedigt de persoonlijke en collectieve inspanningen van de leerlingen aan en zet zich in voor het welzijn van alle leerlingen en werkt hieraan binnen het zorgbeleid.
Art 142
De relaties met de ouders zijn gegrondvest op het wederzijds en gezamenlijk nastreven van het ontwikkelings- en opvoedingswelzijn van de leerling.
Art 143
De directeur zorgt voor de nodige informatiekanalen (schoolagenda, rapport, ...) en zorgt er ook voor dat oudercontacten worden georganiseerd waarop ouders en personeelsleden elkaar op geregelde tijdstippen kunnen ontmoeten.
Art 144
Het personeelslid mag geen onregelmatig ingeschreven leerlingen aanvaarden, tenzij mits uitdrukkelijke goedkeuring van de directeur.
Art 145
Het personeelslid laat in de gebouwen van de school geen personen toe die vreemd zijn aan de school zonder de toestemming van de directeur.
Art 146
Het personeelslid doet geen beroep op externen (gastsprekers, ouders...) zonder toestemming van de directeur.
Art 147
De directeur stelt het schoolbestuur in kennis van een ongeval of ernstig feit binnen de school.
Art 148
Het personeelslid werkt constructief mee aan de externe controles voorzien door het Ministerie van onderwijs en vorming en andere overheidsinstellingen. Het personeelslid maakt controle mogelijk en verleent zijn medewerking aan de opgelegde acties of onderzoeksverrichtingen.
Art 149
De directeur agendeert na een doorlichting het doorlichtingsverslag binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst en bespreekt het integraal op een personeelsvergadering. Het doorlichtingsverslag ligt ter inzage op het bureel van de directeur.
Art 150
Het personeelslid streeft ernaar om tekortkomingen, vastgesteld bij externe controles, weg te werken.
Art 151
Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de pedagogische begeleiders, CLB-medewerkers, leerondersteuners en andere personen waarop het schoolbestuur een beroep doet, voor zover hun optreden conform is met hun opdracht. In geval van een conflict wordt dit voorgelegd aan de directeur en/of het schoolbestuur.
Art 152
Er worden geen persoonsgegevens verzameld of opgeslagen in welke vorm ook, of op enige andere wijze verwerkt, zonder dat het schoolbestuur zijn gemotiveerde toestemming heeft gegeven. Elke betwisting wordt aan het schoolbestuur voorgelegd.
De functionaris gegevensbescherming van het schoolbestuur (zie bijlage 4) ziet toe op de naleving van de regelgeving inzake privacy en gegevensbescherming. Hij/zij rapporteert bij het schoolbestuur. Hij/zij informeert en adviseert de personeelsleden over hun verplichtingen als gegevensverwerker. Binnen de school is er een aanspreekpunt informatieveiligheid dat in contact staat met de functionaris gegevensbescherming van het schoolbestuur en betrokken wordt in het informatieveiligheidsbeleid van het schoolbestuur (wat onderwijs betreft).
Art 153
Het personeelslid dat uit hoofde van zijn taak toegang heeft tot persoonsgegevens, hetzij van personeelsleden, hetzij van leerlingen, ziet erop toe dat deze gegevens worden bijgewerkt en dat onjuiste, onvolledige of niet ter zake dienende gegevens worden verbeterd of verwijderd.
Het personeelslid respecteert de genomen beschermings- en beveiligingsmaatregelen zowel op organisatorisch als technisch vlak ter bescherming van de persoonsgegevens zoals het beleid inzake toegangsrechten en paswoorden.
Het personeelslid zorgt ervoor dat de toegang tot de verwerking beperkt blijft tot personen die uit hoofde van hun taak of voor de behoeften van de dienst rechtstreeks toegang hebben tot de geregistreerde informatie. Het personeelslid zorgt ervoor dat de persoonsgegevens alleen worden meegedeeld aan de personen die wettelijk gerechtigd zijn toegang te hebben.
Art 154
§1. Het is het personeelslid verboden feiten bekend te maken die het kent uit hoofde van zijn ambt of die hem zijn toevertrouwd, uitgezonderd de feiten die het personeelslid om deontologische of wettelijke redenen kan of moet melden aan het CLB, een externe begeleider, een vertrouwensarts, het jeugdbeschermingscomité of de gerechtelijke instanties.
§2. Indien het personeelslid niet onder het ambtsgeheim valt, ondertekent het een vertrouwelijkheidsverklaring.
Art 155
Het is verboden om privacygegevens van leerlingen en/of personeelsleden kenbaar te maken en/of door te geven aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling.
Het personeelslid dat kennis neemt van een datalek, zoals een identiteitsdiefstal of schending van een geheimhoudingsplicht, meldt dit onmiddellijk aan het aanspreekpunt informatieveiligheid binnen de school (zie bijlage 4).
Art 156
Besluiten en adviezen die via de klassenraad en /of multidisciplinair overleg (MDO) genomen zijn, worden meegedeeld aan ouders. De personeelsleden rapporteren hierover aan ouders conform deze besluiten en adviezen.
Art 157
§1. De school kan foto’s waar personeelsleden herkenbaar en centraal op afgebeeld zijn, slechts publiceren na ondubbelzinnige toestemming van het personeelslid. Het personeelslid ondertekent hiervoor het document toestemming digitaal beeldmateriaal. Het personeelslid is op de hoogte dat hij/zij deze toestemming altijd kan inzien, intrekken of wijzigen.
§2. Het schoolbestuur informeert de personeelsleden over hoe het met hun persoonsgegevens omgaat via de privacyverklaring voor personeelsleden.
Art 158
Het personeelslid heeft de privacyverklaring van het schoolbestuur gelezen en kent zijn rechten en plichten op het vlak van informatieveiligheid en privacy.
Art. 159
Bewakingscamera’s
De school maakt gebruik van bewakingscamera’s (bijv. ter preventie van diefstal, vandalisme, …) . De plaatsen die onder camerabewaking staan, worden duidelijk aangeduid met een pictogram en de beelden worden maximaal 4 weken bewaard. Uitgebreidere informatie: zie bijlage 8.
Art 160
Het personeelslid mag geen giften, geschenken, beloningen of andere voordelen die zijn integriteit kunnen aantasten, vragen, eisen of aannemen.
Art 161
Het personeelslid mag zijn gezag niet aanwenden voor politieke of commerciële doeleinden.
Art 162
Het personeelslid geeft blijk van respect voor de religieuze, filosofische of politieke overtuiging van de leerlingen en hun ouders.
Art 163
De verkoop van goederen is slechts mogelijk mits schriftelijke goedkeuring door het schoolbestuur.
Art 164
Mededelingen waarvan derden vragen ze te verspreiden onder of via de leerlingen worden alleen verdeeld met toestemming van de directeur, zonder dat hierbij afbreuk wordt gedaan aan het syndicaal statuut. De mededelingen mogen niet in strijd zijn met de bepalingen opgenomen in het schoolreglement. De directeur wint indien nodig het advies in van het college van burgemeester en schepenen.
Art 165
Geldinzamelingen zijn slechts toegestaan indien ze in overeenstemming zijn met de bepalingen van de bijdrageregelingen, voorzien in het schoolreglement.
Art 166
Alle teksten die het personeelslid wil verspreiden in de school, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd.
Art 167
Een geldomhaling in de school door het personeelslid kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring van de directeur.
Art 168
Art 169
Het schoolbestuur onderschrijft een verzekeringspolis burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand voor haar personeelsleden en dit volgens de normale gangbare voorwaarden van dergelijke verzekeringspolis.
Hierdoor is het personeelslid in het kader van de uitoefening van zijn opdracht verzekerd als zijn professionele burgerlijke aansprakelijkheid, op basis van de artikelen 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek, in het gedrang komt of als het personeelslid gevat wordt door een juridische procedure. Als het personeelslid zelf, ten laste van een derde die niet het schoolbestuur is of een van haar leden, een vordering tot schadevergoeding instelt voor fysieke of materiële schade of de daaruit voortvloeiende morele schade opgelopen in of ten gevolge van de uitoefening van zijn ambt, dan staat het schoolbestuur in voor de juridische bijstand.
Op eenvoudig verzoek kan het personeelslid de polis inkijken.
Het schoolbestuur neemt de kosten die normaal voortvloeien uit deze verplichtingen, voor zijn rekening.
Art 170
Het personeelslid laat zijn persoonlijke bezittingen niet onbeheerd achter.
Art 171
Het schoolbestuur is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke diefstallen.
Art 172
Het personeelslid doet, binnen zijn verantwoordelijkheid, het schoolreglement door de leerlingen naleven en zorgt voor orde en tucht op een manier die verenigbaar is met de menselijke waardigheid.
Art 173
Het personeelslid beoordeelt objectief de laakbare daden of houdingen van de leerlingen. Sancties worden opgelegd conform het schoolreglement en moeten pedagogisch verantwoord zijn.
Art 174
Het personeelslid verwittigt de directeur ingeval van ernstige inbreuken op het schoolreglement die hij/zij vaststelt bij de leerlingen en hun ouders.
Art 175
§ 1 Onder communicatie- en informaticatoepassingen worden alle middelen verstaan die voor informatieverwerking of voor communicatie aangewend kunnen worden, waaronder apparatuur en programmatuur. Deze middelen omvatten zowel professionele als persoonlijke communicatie- en informaticatoepassingen. Onder professionele communicatie- en informaticatoepassingen worden alle communicatie- en informaticatoepassingen verstaan die door het schoolbestuur ter beschikking gesteld zijn.
§2 Elk personeelslid van de school ontvangt een individueel e-mailadres voor professioneel gebruik. Het personeelslid gebruikt zijn professioneel e-mailadres enkel voor professionele doeleinden. Bij gebrek aan een professioneel e-mailadres geeft het personeelslid aan het schoolbestuur of aan de directie een persoonlijk e-mailadres door.
Het personeelslid erkent e-mail als één van de mogelijke communicatievormen tussen hem, het leidinggevend personeel en het schoolbestuur. Het personeelslid controleert regelmatig de inhoud van zijn mailbox en volgt zijn e-mails binnen een redelijke termijn op.
§3 Het personeelslid kan gebruik maken van alle professionele communicatie- en informaticatoepassingen van de school voor zover dit nodig is voor de goede uitoefening van zijn/haar taak.
Art 176
§4 Het personeelslid maakt in het algemeen van deze communicatie- en informaticatoepassingen gebruik als een normaal zorgvuldig persoon en in het bijzonder overeenkomstig de richtlijnen van het schoolbestuur. Zie charter rond gebruik van Teams in bijlage.
§5 Deze richtlijnen worden vastgelegd in een ICT-policy of meegedeeld bij dienstorder en bevatten de controlemaatregelen en de gevolgen die verbonden zijn aan de overtredingen.
Art 177
Alle afspraken i.v.m. het recht op deconnectie zijn opgenomen in de bijlage 6 bij dit arbeidsreglement
Art 178
De keuze en de aankoop van leerboeken, cursussen, didactisch materiaal, speelgoed en andere arbeidsmiddelen gebeuren door het schoolbestuur op voorstel van de directie, na overleg met het betrokken personeelslid en in voorkomend geval in overeenstemming met de toepasselijke reglementering en/of op advies van de preventieadviseur.
Art 179
Het personeelslid dat een bestelling of andere extra onkosten wenselijk acht, legt een aanvraag voor aan de directeur. De eventuele bestelling of terugbetaling van extra onkosten gebeurt overeenkomstig de interne richtlijnen en betreffende regelgeving. De middelen waarvoor het schoolbestuur de kosten draagt, blijven uiteraard eigendom van het schoolbestuur.
Art 180
Vlaams gewest
De financieel directeur is verantwoordelijk voor de girale inning van de gelden die door de ouders worden betaald. De algemeen directeur of zijn gemachtigde is verantwoordelijk voor de chartale inning van de gelden die door de ouders worden betaald. De directeur of een ander personeelslid kan, na delegatie en conform de regels van het organisatiebeheersingssysteem, worden belast met deze inningsbevoegdheden.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De ontvanger of bijzondere agent is verantwoordelijk voor de girale inning van de gelden die door de leerlingen en/of de ouders worden betaald. De ontvanger is verantwoordelijk voor de chartale inning van de gelden die door de leerlingen en/of de ouders worden betaald. De directeur of een ander personeelslid kan door het schoolbestuur worden belast met de onmiddellijke chartale inning van de gelden die door de leerlingen en/of de ouders worden betaald. Hij houdt in dergelijk geval een nauwkeurige invorderingsstaat bij.
Art 181
Het personeelslid respecteert te allen tijde de geldende auteursrechten, naburige rechten en reprografierechten.
Art 182
Art 183
§1. Bij alle werken die de leerlingen maken, worden zij als auteur beschouwd. Het personeelslid kan hierop geen enkele afbreuk doen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de leerling.
§2. De leerlingen worden uitgenodigd om alle werken die in de loop van het schooljaar op de school werden gemaakt, vrij ter beschikking te stellen van de school.
Deze werken kunnen enkel worden gebruikt voor didactisch-pedagogische doeleinden (voorbeeldfunctie) of activiteiten die de school naar buiten uit moeten vertegenwoordigen (tentoonstellingen, opendeurdagen, drukwerk...).
§3. Het personeelslid verbindt er zich toe, bij iedere activiteit waarbij op de één of andere manier gebruik wordt gemaakt van werken van leerlingen, de naam van de leerling te vermelden en het recht op eerbied voor deze werken te garanderen.
Art 184
Art 185
1) voor zover dit verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling, plaatsvindt in het kader van de normale activiteiten van de instelling, beveiligd wordt door passende maatregelen en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk,
2) voor zover dit verantwoord is door de nagestreefde, niet-winstgevende doelstelling en op voorwaarde dat het gebruik plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van een onderwijsinstelling, in haar gebouwen of elders, of door middel van een beveiligde elektronische omgeving die alleen toegankelijk is voor de leerlingen of studenten en het onderwijzend personeel van de onderwijsinstelling
Art. 186
Art 187
Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de personeelsleden en stagiairs in de school en werkt hiervoor een beleid uit.
Art 188
Het schoolbestuur heeft (of richt op) een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk met ten minste één preventieadviseur.
De naam/namen van de leden van de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk is (zijn) opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement en worden uitgehangen op het secretariaat en in de leraarskamer.
Art 189
Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het uitwerken van een dynamisch risicobeheersingssysteem in samenwerking met de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en de leden van de hiërarchische lijn. Het personeelslid volgt de richtlijnen op die hieruit voortvloeien.
Art 190
De directeur houdt, als lid van de hiërarchische lijn en in overleg met de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming, toezicht op de toepassing van het beleid en reglementering inzake veiligheid, gezondheid en welzijn in de school.
Art 191
§1 Het personeelslid draagt naar best vermogen zorg voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van anderen. Daartoe moet het op de juiste wijze gebruik maken van arbeidsmiddelen en veiligheidsvoorzieningen, verwittigt het de directeur onmiddellijk van elke situatie die een gevaar kan betekenen en verleent het bijstand aan het schoolbestuur, de directeur en de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.
§2 Het personeelslid brengt de directeur onmiddellijk op de hoogte van iedere situatie waarvan het vermoedt dat deze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid en de gezondheid met zich mee brengt, alsmede van elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen. De directeur brengt onmiddellijk het schoolbestuur en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk op de hoogte.
Art 192
Het personeelslid neemt deel aan de vormingen die het schoolbestuur organiseert over de risico’s en preventiemaatregelen die van toepassing zijn in de school.
Art 193
Het schoolbestuur leeft de bepalingen in verband met brandveiligheid na, zoals o.m. het opstellen van een noodplan, de organisatie van evacuatieoefeningen, de aanduiding van nooduitgangen en het vertrouwd maken van de personeelsleden met gebruik van blusmiddelen.
Art 194
Het schoolbestuur is aangesloten bij een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
De contactmogelijkheden van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en de namen van de preventieadviseur-arbeids arts en van de preventieadviseur psychosociale aspecten zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement en worden uitgehangen op het secretariaat en in de leraarskamer.
Art 195
Het personeelslid aanvaardt de bevoegdheid van de leden van de gemeentelijke interne en externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, en van andere personen die van het schoolbestuur een opdracht hebben gekregen in het kader van de welzijnswet, de codex met uitvoeringsbesluiten en het ARAB (algemeen reglement voor arbeidsbescherming).
Art 196
Het schoolbestuur duidt per vestigingsplaats een of meerdere hulpverleners aan. De namen van deze hulpverleners per vestigingsplaats en de plaats van het basismateriaal en de verbanddoos zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement en worden uitgehangen op het secretariaat, in de leraarskamer en aan de EHBO-post(en).
Art 197
Een personeelslid of leerling dat een letsel in dienstverband oploopt, kan zich wenden tot de hulpverlener inzake eerste hulp bij ongevallen.
Art 198
Het personeelslid dat door het schoolbestuur als onderworpen[1] is opgegeven, is verplicht in te gaan op het verzoek zich te melden voor het gezondheidstoezicht.
Art 199
Het personeelslid, of mits zijn toestemming de behandelende arts, mag rechtstreeks een spontane raadpleging bij de preventieadviseur - arbeids arts aanvragen naar aanleiding van gezondheidsklachten toe te schrijven aan zijn arbeidssituatie.
Art 200
Het personeelslid volgt de richtlijnen van het schoolbestuur inzake het voeren van een gezondheidsbeleid op school.
Art 201
Het personeelslid deelt elk gebruik van geneesmiddelen en elke wijziging in hun lichamelijke en/of geestelijke gezondheidstoestand onmiddellijk aan de directeur mee als die een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van de leerlingen en/of derden.
Art 202
De werkgever is verplicht de preventieadviseur-arbeidsarts te verwittigen wanneer:
een personeelslid klaagt over ongemakken of tekenen van aandoening die kunnen worden toegeschreven aan zijn arbeidsomstandigheden;
de werkgever vaststelt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van het personeelslid de risico’s verbonden aan de werkpost onmiskenbaar verhoogt.
Art 203
Het personeelslid leeft de bij dienstorder meegedeelde verplichtingen van het schoolbestuur na, met betrekking tot het milieubeleid o.m. recyclage, zuinig energie-en waterverbruik, scheiding van afval, gebruik van giftige of gevaarlijke stoffen
Art 204
Binnen de volledige school, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimten is het verboden:
- te roken,
- alcohol te gebruiken,
- drugs en/of roesopwekkende middelen te gebruiken.
Het is ook verboden te roken binnen een straal van 10 meter aan de in- en uitgang van de school.
Sancties in geval van overtreding van het rookverbod kunnen zijn:
- mondelinge opmerking door de directeur/algemeen directeur
- schriftelijke neerslag van de overtreding opnemen in het personeelsdossier van het betrokken personeelslid
- schriftelijke melding van de overtreding(en) aan het schoolbestuur
- …
Art 205
Het rookverbod is eveneens van kracht buiten de openingsuren van de school en tijdens de vakantieperioden.
Art 206
Het personeelslid mag zich niet aanbieden in de school indien hij onder invloed verkeert van alcohol, drugs of roesopwekkende middelen.
Art 207
Het personeelslid moet handelen conform de richtlijnen van het schoolbestuur inzake drug- en alcoholbeleid. Deze richtlijnen worden meegedeeld bij dienstorder.
Art 208
Het personeelslid neemt de nodige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de leerlingen bij activiteiten waaraan een gevaar of een risico verbonden is.
Art 209
Het personeelslid leeft de richtlijnen van het schoolbestuur na in verband met de risico’s en preventiemaatregelen die van toepassing zijn in de school.
Art 210
In geval van activiteiten buiten de schoolgebouwen moet het personeelslid dit voorafgaandelijk meedelen aan de directeur. In voorkomend geval worden afspraken gemaakt inzake voldoende begeleiding van de leerlingen, de bereikbaarheid van het personeelslid en de verplaatsing van en naar de activiteit.
Art 211
Het personeelslid leeft de bepalingen in verband met brandveiligheid na en neemt deel aan alle initiatieven die het schoolbestuur neemt om het personeel vertrouwd te maken met evacuatie en het gebruik van blusmiddelen.
Art 212
Het personeelslid dat slachtoffer is van elk arbeidsongeval of ongeval op weg naar en van het werk, al dan niet met arbeidsongeschiktheid tot gevolg, brengt onmiddellijk de directeur op de hoogte. Het personeelslid geeft een volledige beschrijving van de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voorgedaan.
Art 213
Bij een ongeval op het werk kan het personeelslid zich wenden tot de preventieadviseur-arbeidsarts of tot een arts naar keuze.
Art 214
De naam van de arbeidsongevallenverzekeraar is opgenomen in bijlage 2 bij dit arbeidsreglement.
Art 215
Begripsomschrijving
Art 216
Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt niet getolereerd omdat het strijdig is met de rechten van de personeelsleden en met de eerbied voor hun menselijke waardigheid en omdat het een overtreding van de wet is.
Art 217
Het personeelslid onthoudt zich van elke vorm van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag, waarvan hij of zij weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van een persoon en een ontoelaatbare schending inhoudt van die waardigheid. Elk personeelslid onthoudt zich bijgevolg van elke daad van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Art 218
De dader die vastgestelde inbreuken heeft gepleegd, wordt behandeld en gesanctioneerd overeenkomstig de bepalingen omtrent tucht (vast benoemde en TADD’er) en ontslag (gewone tijdelijke) zoals beschreven in het Decreet Rechtspositie.
Art 219
Het personeelslid heeft een meldingsplicht, via de aangestelde personeelsleden, wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat een leerling of een personeelslid slachtoffer is van grensoverschrijdend gedrag.
Art 220
Tussenkomende partijen
Art. 221 Voorafgaand aan bijzondere procedures kan ieder zich rechtstreeks richten tot de werkgever of een leidinggevende voor hulp.
Art. 222 In bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn een beroep te doen op tussenkomende partijen die neutraler zijn en specifiek opgeleid zijn: de VP en de preventieadviseur psychosociale aspecten. Ieder die last heeft van een psychosociaal risico waarvoor het gewone overleg geen oplossing biedt, kan zich richten tot de VP en de PAPS voor een gesprek: wat is er aan de hand, wat is er al gedaan, wat kan nog worden gedaan, wat heeft de persoon nu nodig?
Art. 223 Binnen de bijzondere procedures wendt de werknemer die meent het voorwerp te zijn van psychosociale risico’s of van OGGW zich in principe eerst tot de VP, tenzij hij verkiest zich rechtstreeks te wenden tot de PAPS, die eveneens informeel kan optreden.
Art. 224 Men kan ook met de AA of de IPA vertrouwelijk gaan spreken, die zullen informeren, adviseren en doorverwijzen.
Twee soorten bijzondere procedures
Art. 225 Voor alle psychosociale risico’s zijn er twee procedures: (1) het verzoek tot informele psychosociale interventie; (2) het verzoek tot formele psychosociale interventie.
Fase voorafgaand aan een verzoek tot psychosociale interventie
Art. 226 Uiterlijk tien kalenderdagen na het eerste contact hoort de VP of de PAPS de werknemer en informeert hij hem over de mogelijkheden tot interventie. De werknemer kiest na deze raadpleging het type interventie waarvan hij gebruik wil maken.
Art. 227 De werknemers moeten de mogelijkheid hebben om de VP of de PAPS te raadplegen tijdens de werkuren.
Àrt. 228 Indien deze raadpleging plaatsvindt tijdens een persoonlijk onderhoud overhandigt de tussenkomende partij aan de werknemer op diens vraag een document ter bevestiging van dit persoonlijk onderhoud.
Art 229 Informele psychosociale interventie
§1 Het personeelslid dat schade ondervindt ten gevolge van psychosociale risico’s op het werk en/of gerelateerd aan het werk, zoals geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag, kan een beroep doen op de procedure voor informele psychosociale interventie.
§2 Het personeelslid richt zich tot de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten voor een eerste raadpleging. Dit eerste persoonlijk onderhoud moet plaatsvinden binnen een termijn van 10 kalenderdagen en moet in een document worden bevestigd, waarvan het personeelslid een kopie ontvangt.
§3 De vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociale aspecten zal naargelang de keuze van het personeelslid:
- actief luisteren en eventueel advies geven aan het personeelslid;
- een interventie bij een ander persoon uitvoeren;
- een bemiddeling tussen de partijen ondernemen, indien beide partijen hiermee instemmen.
§4 De vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociale aspecten neemt het type van interventie op in een gedateerd en ondertekend document waarvan het personeelslid een kopie ontvangt.
Art 230 Formele interventie
§5 Indien de bemiddeling of de informele interventie niet tot een resultaat leidt of onmogelijk blijkt, kan het personeelslid een verzoek tot formele interventie indienen.
§6 Binnen de termijn van 10 kalenderdagen moet de preventieadviseur psychosociale aspecten een verplicht persoonlijk onderhoud hebben met het personeelslid. Hij bevestigt in een document dat het verplicht persoonlijk onderhoud heeft plaats gevonden en overhandigt hiervan een kopie aan het personeelslid.
§7 De preventieadviseur psychosociale aspecten kan het verzoek weigeren wanneer de situatie duidelijk geen psychosociale risico’s op het werk inhoudt.
§8 De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt het schoolbestuur op de hoogte van het verzoek met collectief karakter of het verzoek met individueel karakter.
§9 Indien het een verzoek is met collectief karakter dient de werkgever op zoek te gaan naar een gepaste reactie. Uiterlijk na drie maanden deelt de werkgever schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing mee over de gevolgen die hij aan het verzoek zal geven. Hij doet dit aan de preventieadviseur psychosociale aspecten, de preventieadviseur interne dienst en het ABOC.
§10 Indien het gaat om een verzoek met individueel karakter dan zal de preventieadviseur psychosociale aspecten een onpartijdig onderzoek instellen in volledige onafhankelijkheid en brengt hij het schoolbestuur een advies met voorstellen betreffende de toe te passen maatregelen. Hij brengt het personeelslid en alle rechtstreeks betrokkenen schriftelijk op de hoogte wanneer hij dit advies aan het schoolbestuur heeft overhandigd.
§11 Het schoolbestuur is verplicht om de betrokken partijen te informeren over de gevolgen van het verzoek.
§12 Wanneer de feiten niet ophouden, of wanneer het schoolbestuur geen passende maatregelen treft, moet de preventieadviseur psychosociale aspecten – in overleg met de klager – een beroep in stellen bij toezicht Welzijn op het Werk.
Art 231
De indiensttreding van het personeelslid is het gevolg van een aanstellingsbesluit. Het personeelslid ontvangt bij de indiensttreding een afschrift van:
- het aanstellingsbesluit;
- de beginselverklaring neutraliteit;
- het pedagogisch project;
- het arbeidsreglement, met inbegrip van de aanvullende verplichtingen en onverenigbaarheden;
- het schoolreglement;
- de algemene veiligheidsrichtlijnen;
- de richtlijnen in geval van evacuatie;
– de functiebeschrijving
– de lijst van instellingsgebonden opdrachten
– de overeenkomst inzake aanvangsbegeleiding (bij starters).
Het schoolwerkplan en de goedgekeurde leerplannen die worden bijgehouden op het schoolsecretariaat, zijn ter beschikking van de personeelsleden.
Het personeelslid wordt geacht deze documenten te kennen, te aanvaarden en ze na te leven.
Art 232
§1 De directeur organiseert het onthaal van nieuwe personeelsleden, geeft hen de nodige inlichtingen en instructies met het oog op de bescherming van het welzijn op het werk bij de uitvoering van hun werk en het voorkomen van ongevallen en vergewist zich ervan dat de nieuwe personeelsleden deze instructies correct toepassen. De directeur of een ervaren personeelslid dat de directeur aanduidt, begeleidt het beginnende personeelslid hierbij.
§2 De directeur ondertekent een document waaruit blijkt dat de nodige inlichtingen en instructies werden verstrekt m.b.t. het welzijn op het werk. Dit document wordt bijgehouden door de interne preventieadviseur.
§3 Het schoolbestuur voorziet in aanvangsbegeleiding (vanaf 1 september 2019). Het personeelslid gaat hierop in. De duur en intensiteit van de aanvangsbegeleiding worden bepaald in onderling overleg tussen het personeelslid en de directeur en opgenomen in een schriftelijke overeenkomst. Deze wordt in onderling overleg aangepast als gevolg van nieuwe afspraken.
Art 233
De adressen van de volgende bevoegde inspectiediensten zijn opgenomen in bijlage 3 bij dit arbeidsreglement:
het Toezicht op de Sociale Wetten,
het Toezicht op het Welzijn op het werk,
Art. 234
Het personeelslid dient uit eigen beweging geen medicatie toe. Bij ziekte van een leerling zal het personeelslid het schoolsecretariaat informeren. De administratieve medewerker zal in de eerste plaats een ouder of een contactpersoon trachten te bereiken. Indien dit niet lukt en afhankelijk van de hoogdringendheid, zal de administratieve medewerker of het personeelslid de huisarts van de leerling, een andere arts of eventueel de hulpdiensten contacteren.
Art. 235
Indien ouders de school vragen om medicatie toe te dienen, zal de directeur nagaan of dit een eenvoudige handeling met zich meebrengt, dan wel een technische verpleegkundige handeling betreft.
§1
Elk personeelslid van de school kan op vrijwillige basis medicatie, met uitzondering van opioïden, via orale weg toedienen aan een leerling, op voorwaarde dat:
o Er duidelijke afspraken gemaakt worden met de ouders én
o De medicatie wegens medische redenen tijdens de schooluren toegediend moet worden én
o Op de verpakking van de medicatie een etiket kleeft van de apotheker met de naam van het kind, de naam van de behandelende arts en de nodige instructies voor toediening én
o het gaat over een eenvoudige handeling.
§2
Elk personeelslid van de school kan op vrijwillige basis bepaalde technische verpleegkundige handelingen stellen, op voorwaarde dat hij/zij bekwame helper is in de zin van het K.B. van 29 februari 2024 omtrent de bekwame helper.
Elke vraag van ouders om een technische verpleegkundige handeling te stellen op school ten aanzien van hun kind zal eerst voorgelegd worden aan de directeur om in samenspraak met de bekwame helper de haalbaarheid op school te onderzoeken. Meer info is te vinden op de volgende website:
Bekwame helper | FOD Volksgezondheid (belgium.be)
BIJLAGEN
Uurrooster 1:bijvoorbeeld van een voltijds aangestelde onderwijzer
Dagen |
Uren |
Uren |
Uren |
Uren |
Totaal uren |
Maandag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Dinsdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Woensdag |
van |
tot |
|
|
|
Donderdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Vrijdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
|
|
|
|
Totaal : |
De rustpauzes worden als volgt toegekend:
Voormiddag: van tot
Namiddag: van tot
Uurrooster 2:bijvoorbeeld van een voltijds aangestelde adm. medewerker
Dagen |
Uren |
Uren |
Uren |
Uren |
Totaal uren |
Maandag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Dinsdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Woensdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Donderdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Vrijdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
|
|
|
|
Totaal : |
De rustpauzes worden als volgt toegekend:
Voormiddag: van tot
Namiddag: van tot
Uurrooster 3:bijvoorbeeld van een deeltijds aangesteld personeelslid
Dagen |
Uren |
Uren |
Uren |
Uren |
Totaal uren |
Maandag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Dinsdag |
van |
tot |
en van |
tot |
|
Woensdag |
van |
tot |
|
|
|
De rustpauzes worden als volgt toegekend:
Voormiddag: van tot
Namiddag: van tot
De rustpauzes worden als volgt toegekend:
Voormiddag: van tot
Namiddag: van tot
Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
Namen en contactmogelijkheden van de leden van de gemeentelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
- Adviesverlening en begeleiding Preventie en Welzijn, Brouwersstraat 6, 3000 Leuven
- Tel : 016/ 28 42 01
- Preventieadviseur: Katty Vanreymenant (katty.vanreymenant@interleuven.be)
- Interne vertrouwenspersoon: /
Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk
Namen en contactmogelijkheden van de leden van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk met de preventieadviseur-arbeidsarts:
- Preventieadviseur-arbeidsarts IDEWE : Eveline LINSSEN
- eveline.linssen@idewe.be Tel: 016/ 39 04 38
Psychosociale risico’s waaronder, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Namen en contactmogelijkheden van de preventieadviseur psychosociale aspecten en de eventuele vertrouwenspersoon bevoegd voor psycosociale aspecten, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag
- Preventieadviseur psychosociale aspecten: IDEWE: Nele Roelandt
- nele.roelandt@idewe.be Tel : 016/ 39 04 38
Eerste hulp
Namen van de hulpverleners per vestigingsplaats
- GBS De Lijsterboom Blanden
Lagere school: Rose Beaujean en Charlotte Degroote
Kleuterschool: Ilse Spreutels en Rose Beaujean
- GBS De Hazensprong Haasrode
Karlien Willio en Catherine Van Laer
Plaats(en) van het basismateriaal en de verbanddoos per vestigingsplaats
- GBS De Lijsterboom Blanden:
Lagere school: in de keuken en de refter
Kleuterschool: in de leraarskamer
- GBS De Hazensprong Haasrode:
Lagere school: in het leraarslokaal
Kleuterschool: in de kast in de hal
Arbeidsongevallenverzekeraar
Gesubsidieerde personeelsleden
- Departement Onderwijs – dienst arbeidsongevallen
- Hendrik Consciencegebouw
- Koning Albert II-laan 15, 1210 BRUSSEL
Niet-gesubsidieerde personeelsleden
- Ethias, Prins Bisschopssingel 73, 3500 HASSELT
Externe directies Toezicht op het Welzijn op het Werk
Provincie Limburg en Vlaams-Brabant
Koning Albertstraat 16B
3290 Diest
Tel.: 013/35.90.50
E-mail: tww.limburg.vlaamsbrabant@werk.belgie.be
Ambtsgebied: Provincie Vlaams-Brabant.
Algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten
LEUVEN
Federaal Administratief Centrum
Philipssite 3A, bus 8
3001 LEUVEN
Tel.: 02 233 46 50
E-mail: tsw.leuven@werk.belgie.be
Ambtsgebied:Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Boutersem, Diest, Geetbets, Glabbeek, Haacht, Herent, Hoegaarden, Holsbeek, Huldenberg, Keerbergen, Kortenaken, Kortenberg, Landen, Leuven, Linter, Lubbeek, Oud-Heverlee, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tervuren, Tielt-Winge, Tienen, Tremelo en Zoutleeuw
FOD Sociale Zekerheid & Openbare instellingen van sociale zekerheid
Sociale inspectie Regio Leuven
Informatieveiligheidsconsulent (functionaris voor gegevensbescherming)
Naam en contactmogelijkheden
Informatieveiligheidsconsulent (functionaris voor gegevensbescherming)
Naam en contactmogelijkheden
Jill Muller dpo@oud-heverlee.be
Adviesverlening en Begeleiding
Consulent Informatieveiligheid/DPO
Vaartdijk 3 bus 1
3018 Leuven
Tel: 016/ 30 84 88
Aanspreekpunt informatieveiligheid school
Naam en contactmogelijkheden
- Directie van de school
Blanden: directie@delijsterboom.be
Haasrode: directie@dehazensprong.be
- ICT-coördinator: marcmerckx@dehazensprong.be
Charter voor gebruik van Teams door leerlingen GBS Oud-Heverlee
Werking Teams in de gemeentelijke basisscholen van Oud-Heverlee
SPELREGELS EN VOORWAARDEN
. Herkenbare foto’s van kinderen door te sturen als dit niet belangrijk is voor de werking
. Informatie over de kinderen of leerkrachten te verspreiden die niet raakt aan de schoolwerking
. Grapjes of niet-relevante informatie te verspreiden
. Onderlinge gesprekken tussen de leerlingen te laten ontstaan. Net zoals onderling videobellen dien je hiervoor een ander medium te gebruiken.
. Dringende informatie te communiceren, hiervoor dienen andere kanalen (Questi, de website of telefoon / direct contact)
. Wanneer er toch vermoedens van cyberpesten bestaan kan elke partij dit melden bij het schoolbestuur of via de geijkte kanalen (CLB,…)
Algemene afspraken functiebeschrijving en evaluatie (evaluatiereglement) gesubsidieerd personeel onderwijs
Verzoek
Verplichte adviezen/akkoorden/machtigingen
Gelet op het protocol van het afzonderlijk bijzonder comité van 21 februari 2022;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 26 april 2022.
BESLUIT:
Artikel 1
Art.2 De tweede evaluator bewaakt het proces, bewaakt de kwaliteit en waakt over de objectiviteit en de eenvormigheid van de evaluaties over de personeelsleden heen.
Art.3 Voor de evaluatoren wordt in het kader van het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken een opleiding voorzien zodat de evaluator voldoende competent is om met kennis van zaken en op een objectieve evenwichtige manier een oordeel uit te spreken over het presteren van het personeelslid. Daartoe wordt bij OVSG+ ingeschreven voor de opleiding voor evaluatoren.
Art. 4
Art. 5 De (eerste) evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en desgevallend naar de tweede evaluator.
DIGICHARTER
|
||
GBS De Hazensprong |
|
GBS De Lijsterboom |
Duidelijke afspraken voor online communicatie op onze school.
Alle digitale communicatie verloopt ENKEL via de schoolmail of Questi.
SCHOOL (LEERKRACHTEN, SECRETARIAAT, ZORG-/ICT-COÖRDINATOR,
DIRECTIE) OUDERS EN LEERLINGEN
|
|
Wanneer wordt verwacht dat het bericht gelezen wordt?
|
|
|
Wanneer mag je antwoord verwachten?
NOOT:
Leerkracht die in de klas staat, beantwoordt de mails van de ouders.
|
|
|
Urgente boodschappen via de schooltelefoon. |
Wij communiceren niet via sociale mediakanalen:
DIGICHARTER
|
||
GBS De Hazensprong |
|
GBS De Lijsterboom |
Duidelijke afspraken voor online communicatie op onze school.
SCHOOLPERSONEEL INTERN
|
|
Wanneer wordt verwacht dat het bericht gelezen wordt?
Dagelijks op werkdagen
NOOT:
|
|
|
Wanneer mag je antwoord verwachten?
NOOT:
|
|
|
Telefonisch Persoonlijk aanspreken |
Ga bewust en verantwoord om met shadow-IT (Whatsapp, Messenger,…).
Respecteer ieders recht op deconnectie.
A. Opnemen van verantwoordelijkheden die het les- of klasgebeuren overschrijden
• Meehelpen bij het inschrijven van leerlingen, conform de afspraken binnen de onderwijsinstelling (zoco en admin, beleidsondersteuner)
• Het didactisch materiaal (klasmeubilair, instrumentarium, apparatuur, …) mee beheren conform de afspraken binnen de onderwijsinstelling
• Mee organiseren van klasoverschrijdende (meerdaagse) extramurosactiviteiten en er actief aan meewerken, conform de afspraken binnen de onderwijsinstelling
• Actief deelnemen en organisatorisch (en artistiek) meewerken aan activiteiten en projecten die door de onderwijsinstelling worden georganiseerd of waarbij ze betrokken is, inclusief voorbereiding, uitvoering en nazorg
- werkgroepen en denktanken : zie schoolwerkplan
- projecten en activiteiten per trimester, worden bepaald in de personeelsvergadering van augustus
- aanwezigheid op personeelsvergaderingen a ratio lesopdracht en in overleg met de directie
-
B. Opnemen van een of andere specifieke rol of opdracht
- EHBO-hulpverlener
- Vertrouwenspersoon
- Crisisteam (opdrachten beschreven in het noodplan)
- Gemachtigd opzichters
- Aanvangsbegeleider en nieuwe leerkrachten die AB volgen
- EHBO nakijken op school
De taken van deze functies zijn opgenomen in het schoolwerkplan.
C. Vervangen van afwezige collega’s en aanvullend toezicht houden
• De continuïteit van de dienst garanderen bij onverwachte afwezigheid van collega’s • Actief toezicht houden voor, tijdens en na de lessen en schoolactiviteiten, conform de afspraken binnen de onderwijsinstelling (zie toezichtrooster in SWP) (conform de lesopdracht verdeeld over het team)
D. Vertegenwoordiging in schoolexterne organen
- Afgevaardigde in de schoolraad (leerplichtonderwijs)Afgevaardigde in ouderraad of oudercomité
Voor directie :
- deel uit maken van relevante overlegorganen (scholengemeenschap, gemeente, OVSG, …)
Bijlage 11 Reglement met betrekking tot camerabewaking van gebouwen Lokaal bestuur Oud-Heverlee
Artikel 1:
Dit reglement is opgesteld met de bedoeling om de organisatie, verantwoordelijkheden en procedures inzake het cameratoezicht op de gebouwen die het lokaal bestuur in gebruik heeft, transparant te maken met het oog op een integer gebruik van de bewakingscamera’s en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de gefilmde personen. Dit reglement is zowel op het ogenblik van goedkeuring van dit reglement als in de toekomst van toepassing,
Wettelijke verwijzingen
Artikel 2:
Doel van het cameratoezicht
. Vergroten van het gevoel van veiligheid én de veiligheid van personeelsleden en leerlingen van de gemeentelijke basisscholen.
. Het terugdringen van vandalisme en/of inbraken door de preventieve werking van het cameratoezicht.
. Het verkrijgen van materiaal dat gebruikt kan worden als bewijslast in het geval van grensoverschrijdend of bovenwettelijk gedrag van zowel bij de school betrokken personen alsook van personen die niet bij de school betrokken zijn.
2. Het is uitdrukkelijk geen doelstelling van het cameratoezicht (en bijgevolg verboden) om de niet-strafbare gedragingen van het personeel in het kader van de arbeidsrelatie te controleren.
3. Inzake het viseren van gedragingen van het personeel die strafbaar zijn conform het Belgisch Strafwetboek en de aanvullende strafwetten, mogen de beslissingen en beoordelingen door het lokaal bestuur niet uitsluitend gebaseerd worden op gegevens die via cameratoezicht verkregen werden.
Artikel 3: Organisatie van het cameratoezicht
a) Het personeel wordt geïnformeerd over de doelen en finaliteit van het cameratoezicht, de plaats waar camera’s worden geplaatst en de procedure inzake de bewaring van en de toegang tot het beeldmateriaal.
b) Bij indiensttreding ontvangen zij hiertoe schriftelijke richtlijnen, waar beveiliging van gebouwen via camerabewaking in wordt besproken.
a) In de onmiddellijke omgeving van de bewaakte plaats moet de camerabewaking worden aangekondigd door middel van een pictogram voorgeschreven door het koninklijk besluit van 10 februari 2008.
b) De pictogrammen worden aangevuld met de tekst „camerabewaking‟ rond de schoolgebouwen.
a) Het cameratoezicht wordt uitsluitend gebruikt voor het voorkomen, vaststellen of opsporen van overlast of misdrijven tegen personen of eigendommen van de scholen van Oud-Heverlee.
b) Het cameratoezicht zal niet worden aangewend in het kader van de arbeidsrelatie (controle van de werkgever op de werknemer, controle van de arbeid van het personeel, e.a.).
c) Bij de plaatsing van de camera’s wordt zoveel als kan maximaal rekening gehouden met de privacy van het personeel.
a) Volgende medewerkers hebben toegang tot het beeldmateriaal:
De Algemeen Directeur en het diensthoofd IT
b) Bij afwezigheid van deze personen, hebben hun respectievelijke plaatsvervangers toegang tot het beeldmateriaal.
c) Deze personeelsleden gaan vertrouwelijk en integer om met de kennis die zij hierdoor opdoen, in het bijzonder met betrekking tot de persoonlijke levenssfeer van de gefilmde personen.
d) In geval van overtreding zijn de strafbepalingen uit de camerawet en uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing.
e) Conform algemene verordening gegevensbescherming (AVG) de artikelen 12 tot 20 kan de gefilmde persoon op elk moment kennis krijgen van de beelden die op hem betrekking hebben. Hiertoe kan de persoon een gedagtekend en ondertekend verzoek richten aan de Burgemeester/Voorzitter Vast Bureau en bij delegatie aan de Algemeen Directeur.
f) De persoon kan desgevallend onjuiste gegevens laten verbeteren en/of de verwijdering van of een verbod van aanwending van de persoonsgegevens bekomen, in zoverre deze gegevens, gelet op het doel van de verwerking, onvoldoende of niet ter zake dienend zijn of waarvan de registratie, de mededeling of de bewaring verboden zijn.
g) De persoon kan zich voor de uitoefening van deze rechten tot de gegevensbeschermingsautoriteit en Vlaamse Toezicht commissie (VTC).
Artikel 4: Bewaring en vernietiging van de beelden
. De opgenomen beelden worden maximaal gedurende 1 maand bewaard, waarna zij gewist worden.
. Slechts wanneer de opgenomen beelden noodzakelijk zijn voor opsporingsonderzoek van de politie of als bewijsmateriaal tijdens een rechtszitting, worden zij bewaard totdat deze procedures zijn afgerond.
Artikel 5. Geografische plaatsing camera’ s lokaal bestuur.
Benaming vestigingseenheid en omschrijving plaats camera
Sporthal : 2 camera’s
GBS De Hazensprong : 3 camera’s
* Aan de VHL-sporthal met uitzicht op de grote parking, aan het paadje achter de sporthal richting speelplaats school.
* Op de personeelsparking achteraan het schoolgebouw
* Aan het einde van de oprit van de school, ter hoogte van het gebouw van de kleuterschool.
[1]Een personeelslid is onderworpen als uit risicoanalyse blijkt dat de risico’s verbonden aan zijn/haar werkactiviteiten medische gezondheidstoezicht door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer vereisen.
[2]Opmerking: evenveel uurroosters opnemen als er individuele uurregelingen zijn binnen de school.
Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988
Decreet Lokaal bestuur.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 01 december 1975 houdende de aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009
Onderhavig aanvullend reglement heeft uitsluitend betrekking op de gemeentewegen voor gemotoriseerd verkeer
Onderhavig aanvullend reglement heeft geen betrekking op de gewestwegen, parkwegen, specifieke landbouwwegen en trage wegen
Het koninklijk besluit van 12 maart 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
In het kader van de Vervoerregio Leuven, krijgt de gemeente Oud-Heverlee via de Vlaamse Overheid twee gefinancierde deelauto's van de aanbieder Stapp-In.
Ten gevolge van de plaatsing van deelwagens met een vaste standplaats worden hun parkeerplaatsen voorbehouden voor autodelen.
Cf. artikel 70.2.1, 3° van het algemeen verkeersreglement (wegcode) kan het parkeren voorbehouden worden voor bepaalde categorieën van voertuigen.
Deelwagens met een vaste standplaats hebben voorbehouden parkeerplaatsen. Het betreft parkeerplaatsen aangeduid met het onderbord "autodelen" :
Artikel 1: De gemeenteraad beslist om op de volgende parkeerplaatsen het parkeren voor te behouden voor autodelen :
De ingevoerde maatregel wordt aangeduid door:
De markering wordt aangebracht overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 en het Ministerieel Besluit van 1 oktober 1976.
Artikel 2: Het reglement treedt in werking vanaf 01 oktober 2024. De documenten worden overgemaakt ter kennisgeving aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare werken en aan de griffie van de politierechtbank van en te Leuven.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Ministerieel besluit tot vastlegging van de digitale atlas van de gerangschikte onbevaarbare waterlopen en publieke grachten van 7 februari 2023.
Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen
De gemeente onderhoudt enkele grachten die nu door de wetwijziging privé zijn geworden en niet in de digitale atlas worden vermeld. Om deze grachten verder te kunnen onderhouden, moet de gemeente ze officieel als publieke grachten aanduiden (procedure met een openbaar onderzoek).
In opdracht van het gemeentebestuur heeft Interleuven een rapport voorbereid voor de erkenning van enkele publieke grachten (zie het rapport in bijlage). Deze grachten werden geïdentificeerd door de gemeentelijke diensten op basis van de ervaring van de onderhoudsnoden. Het gaat om 1.032 m grachten die moeten opgewaardeerd worden van private grachten naar publieke grachten.
Het openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 16 april 2024 tot en met 15 mei 2024.
Er werden in totaal vijf bezwaren ingediend, allen over gracht Genenhoek. Er werd één gezamenlijk bezwaarschrift, apart ingediend.
Alle bezwaarschriften en hun eventuele bijlagen zijn terug te vinden in de bijlagen van dit punt, alsook een overzicht opgesteld door Interleuven of zij de omschrijvingen gegrond vinden of niet, met voorstel tot aanpassing. Er is ook een adviesrapport opgesteld.
Behandeling bezwaren betrokkenen 1 en 2:
Deze gracht is gedeeltelijk gelegen op eigendom van de bezwaarindiener. Dat wordt bevestigd in bijgevoegd opmetingsplan van betrokkene 7 en door ministerieel besluit 7/2/2023. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Sinds de gescheiden riolering aan de Waversebaan geen afvalwaterafvoer meer, enkel hemelwaterafvoer. Er is nooit enige wateroverlast, de gracht staat steeds droog. Bij de plaatsing van woning is een grote hemelwaterput en WADI voorzien, zoals voorzien in de goedgekeurde omgevingsvergunning (OMV_2022154587). |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Deze gracht is machinaal niet te bereiken door betonnen afsluiting grenzend aan achterbuur. Enkel manueel onderhoud is mogelijk. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Geen deponie van ruimingsproducten op de private eigendom van de bezwaarindiener toegestaan. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Het opleggen van een erfdienstbaarheidszone van 5 meter brengt waardevermidering van eigendom teweeg, vermindering van gebruikswaarden en negatieve verplichtingen mee naar de eigenaar. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Behandeling bezwaren betrokkene 3:
Deze gracht bevindt zich volgens de bezwaarindiener geheel of zeker gedeeltelijk in zijn tuin en het publiek maken ervan is in strijd met het eigendomsrecht. |
Beoordeling Interleuven: Niet gegrond
Er mogen in de toekomst geen constructies aangebracht worden in de nabijheid van de betreffende gracht. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Het opleggen van een erfdienstbaarheidszone van 5 meter veroorzaakt waardevermidering van de eigendom van de bezwaarindiener. |
Beoordeling Interleuven: Niet gegrond
De doorgang aan de gracht is sowieso momenteel onmogelijk door de aanwezigheid van hagen en bomen die zich bevinden in de tuin van de bezwaarindiener. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Geen nuttigheid van deze publieke erkenning. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
De bezwaarindiener stelt zich verantwoordelijk om het deel van de gracht dat zich in zijn tuin bevindt zelf te (blijven) onderhouden. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Behandeling bezwaren betrokkene 4:
Deze gracht bevindt zich volgens de bezwaarindiener over een gedeelte van zijn tuin volledig op zijn terrein en het publiek maken ervan is in strijd met zijn eigendomsrecht. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
De bezwaarindiener wil geen onbekenden op willekeurige momenten op zijn terrein toelaten. Dit schendt zowel zijn privacy als veiligheid. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Het opleggen van een erfdienstbaarheidszone van 5 meter veroorzaakt waardevermidering van de eigendom van de bezwaarindiener. |
Beoordeling Interleuven: Niet gegrond
De bezwaarindiener is op de hoogte van zijn verantwoordelijkheid om zelf in te staan voor het oppervlakkige onderhoud van het gedeelte van de gracht dat zich op zijn terrein bevindt. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Behandeling bezwaren betrokkene 5:
De gracht is niet toegankelijk door de aanwezigheid van omheining langs de gracht. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
De aanwezigheid van een boom met diameter >1m zorgt ervoor dat een erfdienstbaarheidszone van 5 meter niet realiseerbaar is. Tegenvoorstel: erfdienstbaarheidszone van 2 meter. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Behandeling bezwaren betrokkene 6:
Een erfdienstbaarheidszone van 5 meter is niet nodig voor handmatig onderhoud van de gracht. Tegenvoorstel: erfdienstbaarheidszone van 2 meter. |
Beoordeling Interleuven: Gegrond
Conclusie vanuit standpunt Interleuven:
Geen erkenning van Genenhoek tot publieke gracht wegens geen afvalwaterafvoer.
Conclusie vanuit standpunt Oud-Heverlee:
In de visie in uitwerking in het hemelwater- en droogteplan is deze gracht gelegen in een zone die geschikt is voor collectieve waterinfiltratie en waterbuffering voor het overtollige hemelwater ten gevolge van de verhardingen in de omgeving. In die zin is het aanduiden van deze gracht als publieke gracht belangrijk om die waterinfiltratie en/of waterbuffering mee te kunnen realiseren, onder meer door een slimme inrichting van die gracht.
Om uiteenlopende redenen (zware niveauverschillen, natuurlijke microvallei met beek en kenmerkende fauna en flora, aanwezigheid van landschappelijke elementen), selecteerde de gemeente dit gebied waar het niet wenselijk wordt geacht woningbouw te ontwikkelen of waar de ontwikkeling van het gebied als moeilijk realiseerbaar wordt geacht. Vooral de grote reliëfverschillen zijn een argument om deze gracht, gelet ook op de voorspellingen van de wijzigingen in het neerslagpatroon, als publieke gracht te selecteren.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit de erkenning van de volgende publieke grachten voor de gemeente Oud-Heverlee definitief vast te stellen:
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen brengt iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend met een beveiligde zending op de hoogte van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van de publieke grachten.
Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen maakt de beslissing over aan de provincie voor de aanduiding van de publieke grachten in de Vlaamse Hydrografische Atlas.
Grondwet, artikel 173.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel, 40 §3 en 41, lid 2, 14°.
Ministerieel besluit tot toekenning van een subsidie aan Ecowerf voor een project in het kader van het asbestafbouwbeleid (perceel bronophaling).
De Vlaams minister van Omgeving keurde op 3 december 2020 de projectaanvraag van EcoWerf goed om via huis-aan-huis-inzameling de asbestafbouw in Vlaanderen te versnellen.
Vanaf 8 augustus 2024 breidt ECOWERF de huis-aan-huisinzameling uit en richt zich op asbesthoudende golfplaten en leien van particulieren met een maximum van 8 platen- of kuubzakken (komt neer op ongeveer 240 m² dak).
Het aantal asbestzakken dat een inwoner jaarlijks kan aankopen, breidt uit van 5 naar maximaal 8 zakken. Dat is voldoende om ongeveer 240 m2 dakoppervlakte van woningen en bijgebouwen (tuinhuisjes, schuurtjes… ) in te zamelen. Inwoners die vóór de wijziging al 5 zakken lieten ophalen, kunnen in 2024 uitzonderlijk nog één extra ophaling aanvragen tot max. 3 zakken. Wie nog geen asbest liet ophalen in 2024, kan slechts één aanvraag doen voor maximaal 8 zakken. Het project is eindig en loopt af in april 2026.
De werkwijze is als volgt:
1. De inwoner vult op de website een formulier in.
2. De asbestcoach contacteert de inwoner en gaat op huisbezoek, bekijkt de situatie ter plaatse, geeft informatie over een veilige afbraak, verkoopt de plaatzakken, spreekt een plaats af waar de zakken moeten gezet worden en plant de ophaaldatum in.
3. EcoWerf komt deze ophalen op de afgesproken datum en levert de zakken aan de verwerker.
Ook KMO’s en verenigingen kunnen deelnemen aan het project.
Met ingang van 1 juni 2021 wordt een tarief geheven voor natuurlijke personen, rechtspersonen en/of verenigingen die de ophaling aan huis van plaatzakken (1 m³) of kuubzakken (1 m³) verzoeken, welke door de intercommunale EcoWerf ter beschikking van de bevolking worden gesteld via de asbestcoach van EcoWerf.
Bij de aankoop van minstens één asbestzakzijn twee veiligheidskits inbegrepen. De aanvrager kan een bijkomende veiligheidskit aankopen.
De organisatie van de dienstverlening kadert in het versneld asbestafbouwbeleid zoals uitgewerkt door de OVAM dat streeft naar een versnelling in de afbouw van alle risicovolle asbesthoudende materialen uit onze leefomgeving binnen het Vlaamse gewest.
De organisatie van de aanvraag en de inzameling van de plaatzakken of kuubzakken voor asbest gebeurt door EcoWerf waarbij de aanvraag- en aanbiedingsvoorwaarden zoals vastgelegd door EcoWerf dienen nageleefd te worden.
Het project start op 1 juni 2021 en heeft een totale duur van 3 jaar.
Op 8 augustus 2024 werd er door EcoWerf een wijziging doorgevoerd in de werkwijze van asbestophaling aan huis: tot voor 8 augustus 2024 kon elke adres maximaal 5 asbestzakken per jaar laten ophalen. Vanaf de wijziging kan men op elk adres maximaal 8 zakken aanvragen, wat hetzelfde is als ongeveer 240 m² (in plaats van 150 m²) dakoppervlakte.
In het eerste retributiereglement staat nog de volgende beperking opgenomen:
Er kunnen jaarlijks maximum vijf kuubzakken of vijf plaatzakken (of een combinatie van zakken beperkt tot vijf stuks) per adres aangekocht worden. Hierbij zijn twee veiligheidskits en het ophalen van de kuub- of plaatzakken aan huis inbegrepen.
Het is wenselijk om de verhoging naar acht in het reglement aan te passen zodat de inwoners meer volume kunnen meegeven. Verder blijft alles in het reglement hetzelfde en zijn er dus geen verdere wijzigingen nodig. De prijs blijft ook hetzelfde.
Artikel 1: De gemeenteraad beslist dat het gemeentebestuur een retributie heft op de verkoop van kuubzakken en plaatzakken voor het inzamelen van asbestleien en/of -platen.
Artikel 2:
§1. De gemeenteraad beslist dat volgende retributie bedragen worden gehanteerd:
• kuubzak (1 m³): 30 euro
• plaatzak (1 m³): 30 euro
§2. De gemeenteraad beslist dat er jaarlijks maximum acht kuubzakken of acht plaatzakken (of een combinatie van zakken beperkt tot acht stuks) per adres aangekocht kunnen worden. Hierbij zijn twee veiligheidskits en het ophalen van de kuub- of plaatzakken aan huis inbegrepen.
Artikel 3: De gemeenteraad beslist dat volgende procedure wordt gevolgd:
1. Inwoner vult een webformulier in of belt naar de Groene Lijn van EcoWerf
2. Asbestcoach neemt telefonisch contact op met de inwoner en maakt een afspraak voor een huisbezoek
3. De asbestcoach geeft ter plaatse informatie over veilige afbraak, verkoopt de zakken aan de inwoner en maakt een afspraak voor ophaling
4. De inwoner vult de zak(ken) korte tijd voor de ophaaldag
5. EcoWerf komt de zakken ophalen
Artikel 4: De gemeenteraad beslist dat EcoWerf gemachtigd wordt om de retributies, zoals vermeld in artikel 2, te innen. De wijze van betaling gebeurt uitsluitend op de door EcoWerf voorgeschreven wijze met name via Bancontact bij aflevering van de zakken.
Artikel 5: De gemeenteraad beslist dat dit reglement in werking treedt op 1 oktober 2024.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 24 september 2024 toegevoegd.
Op 28/05/2024 stelden wij vragen in verband met het onderzoek door Ovam en de aangestelde firma Esher.
Ter herinnering ons punt van 28/05/2024:
De vorige legislatuur met N-VA (2012-2018), werd gestart met de sanering van de site OC Blanden en lokalen van de technische dienst. Het gebied is immers vervuild. Bij de eerste onderzoeken stelde men dat er geen vrees moest zijn. Men zou immers de sanering regelen door een bepaalde stof in de grond te persen om zo de schadelijke stoffen te verdunnen. De bewoners in de buurt kregen een brief dat er geen probleem is voor de groenten ed. in de tuin, maar dat er een “pluim verontreiniging is”.
Thans (2024)vernemen we dat Ovam die op haar beurt de firma Esher heeft aangesteld om een bodemonderzoek uit te voeren, bij het afperken van de pluim van de verontreiniging een extra kern heeft aangetroffen. Deze heeft zich vermoedelijk via de riolering verspreid. Ter hoogte van de turnzaal werden verhoogde concentraties in de binnenlucht gemeten. Daarom wenst men bij de bewoners in de omliggende buurt, binnenluchtmetingen uit te voeren om uit te sluiten dat er een veiligheidsrisico is voor de bewoners.
We stellen ons heel wat vragen rond dit dossier omdat er geen communicatie is gevoerd vanuit de gemeente. Ook stellen we ons vragen naar de veiligheid voor scholieren en werknemers van de gemeente.
Ook als we het plannetje van de vervuilde site bekijken, zien we dat het gaat om een zeer uitgebreid gebied: Bierbeekstraat, Lijsterstraat met inclusief de school en een deel van de Banhagestraat.
Het besluit op 28/05/2024 was toen duidelijk: het college zou het dossier openbaar maken en info geven over de risico’s en een overzicht te geven van de reeds genomen initiatieven.
We zijn nu 24 september, dus 4 maand later, we merken dat men nog altijd onderzoeken uitvoert. Grote delen van de toegang tot het O.C. en containerpark liggen open.
Het is ons bekend dat er in de buurt al 2 personen zijn met longproblemen. We stellen ons
dan ook vragen omtrent dit aanslepend onderzoek en vragen met aandrang een beslissing.
We herhalen het besluit van 28/05.
Artikel 1: De gemeenteraad geeft opdracht aan het college om dit dossier openbaar te maken, uitleg te geven over de risico’s en een overzicht te geven van de reeds genomen initiatieven.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 24 september 2024 toegevoegd.
De Blue deal stelde dat een gemeente moet beschikken over een hemelwater – en droogteplan, wil ze vanaf 2024 nog toegang krijgen tot watergerelateerde Vlaamse subsidies. Vlaanderen verduidelijkte nu dat de lokale besturen ten laatste op 31/12/2024 over een goedgekeurd hemelwater – en droogteplan moeten beschikken.
Ook vanuit de provincie kunnen er enkel subsidies toegekend worden wanneer de gemeente een dergelijk plan heeft.
We merken de laatste tijd toch geregeld hevige regenbuien dus zo’n hemelwater- en droogteplan is echt wel belangrijk voor de toekomst waarbij dit steeds vaker en heviger zal voorkomen.
In de gemeenteraad van 25 april 2023 vroeg onze fractie reeds naar de hemelwater- en droogteplannen voor onze gemeente. Fluvius zou daar toen mee bezig zijn, maar verder is het daar zeer stil rond. Tot op heden werd dit nog niet aan de gemeenteraad voorgelegd.
Vraag
Wat is de stand van zaken van het hemelwater- en droogteplan voor onze gemeente? En wanneer zal dit aan de gemeenteraad voorgelegd worden?
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 21:37 van de opname.
De voorzitter sluit de zitting op 24/09/2024 om 19:57.
Namens gemeenteraad,
Marijke Pertz
algemeen directeur
Adinda Claessen
voorzitter van de gemeenteraad