Terug
Gepubliceerd op 02/09/2022

Notulen  gemeenteraad

di 28/06/2022 - 19:30 Meerdael
Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
Bart Clerckx, burgemeester
Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
Marijke Pertz, algemeen directeur
Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden

De voorzitter opent de zitting op 28/06/2022 om 19:31.

  • Goedkeuring ontwerp notulen

    • Goedkeuring ontwerp notulen

      Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
      Bart Clerckx, burgemeester
      Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
      Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
      Marijke Pertz, algemeen directeur
      Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
      Publieke stemming
      Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
      Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      De gemeenteraad neemt kennis van de ontwerpnotulen, opgesteld door de algemeen directeur, van de vorige vergadering van 31 mei 2022.

      De gemeenteraadsleden nemen er nota van dat tot het einde van de huidige vergadering opmerkingen kunnen gemaakt worden betreffende de redactie van de notulen.

  • Openbaar

    • Normaal

      • Financien

        • 475.1 - Vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar 2021 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee - gedeelte gemeente.

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.

          Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.

          Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

          Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

          Feiten en context

          Artikel 41, 3° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de beleidsrapporten van het gemeentebestuur. 

          De jaarrekening dient vastgesteld te worden voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.

          De jaarrekening bevat de beleidsevaluatie, de financiële nota en de toelichting.

          Ingevolge artikel 249 §3 van het decreet lokaal bestuur dienen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn te stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

          Het ontwerp van jaarrekening werd besproken op het managementteam van 19 mei 2022 en werd gunstig geadviseerd.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De rekening 2021 sluit af met de volgende staat van het evenwicht:

           

          budgettair resultaat rekening lokaal bestuur Oud-Heverlee  euro
          I Exploitatiesaldo 4.663.015 
          II Investeringssaldo -1.100.018 
          III Saldo exploitatie en investeringen 3.562.997
          IV Financieringssaldo -1.119.107 
          V Budgettair resultaat van het boekjaar 2.443.890 
          VI Gecumuleerd resultaat vorig boekjaar 9.648.549 
          VII Gecumuleerd budgettair resultaat 12.092.439 
          IX beschikbaar budgettair resultaat 12.092.439 
             
          autofinancieringsmarge  
          I Exploitatiesaldo 4.663.015
          II Netto periodieke aflossingen 1.531.174 
          III Autofinancieringsmarge 3.131.841 

           

          Artikel 2: De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2021 voor het gedeelte van de gemeente vast. 

        • 475.1- Goedkeuring door de gemeenteraad van het gedeelte van de jaarrekening over het boekjaar 2021 zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.

          Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.

          Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

          Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscysclus van de lokale en provinciale besturen.

          Feiten en context

          Artikel 41, 3° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de beleidsrapporten van het gemeentebestuur. 

          De jaarrekening dient vastgesteld te worden voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.

          De jaarrekening bevat de beleidsevaluatie, de financiële nota en de toelichting.

          Ingevolge artikel 249 §3 van het decreet lokaal bestuur dienen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn te stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

          Het ontwerp van jaarrekening werd besproken op het managementteam van 19 mei 2022 en werd gunstig geadviseerd.

          De jaarrekening is onderworpen aan de goedkeuring van de toezichthoudende overheid.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De rekening 2021 sluit af met de volgende staat van het evenwicht:

           

          budgettair resultaat rekening lokaal bestuur Oud-Heverlee  euro
          I Exploitatiesaldo 4.663.015 
          II Investeringssaldo -1.100.018 
          III Saldo exploitatie en investeringen 3.562.997
          IV Financieringssaldo -1.119.107 
          V Budgettair resultaat van het boekjaar 2.443.890 
          VI Gecumuleerd resultaat vorig boekjaar 9.648.549 
          VII Gecumuleerd budgettair resultaat 12.092.439 
          IX beschikbaar budgettair resultaat 12.092.439 
             
          autofinancieringsmarge  
          I Exploitatiesaldo 4.663.015
          II Netto periodieke aflossingen 1.531.174 
          III Autofinancieringsmarge 3.131.841 

           

          Artikel 2: De gemeenteraad keurt het gedeelte van het beleidsrapport - jaarrekening 2021 goed, zoals het vastgesteld werd door de raad voor maatschappelijk welzijn. De jaarrekening wordt digitaal gerapporteerd aan de toezichthoudende overheid.

      • Secretariaat

        • 901 - Intrekking beheersoverdracht bij PBE voor de activiteit Fluvius Center op verzoek van PBE

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid Deel III, Titel III betreffende de Intergemeentelijke samenwerking.

          Feiten en context

          De gemeente is deelnemer van de opdrachthoudende vereniging PBE. PBE doet voor de uitvoering van haar activiteiten en de daarmee verband houdende openbaredienstverplichtingen een beroep op de werkmaatschappij Fluvius System Operator cv met zetel te Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle.

          De statuten van PBE vermelden dat ze bevoegd is voor “het ter beschikking stellen en exploiteren aan de deelnemers, die daartoe een uitdrukkelijke beslissing hebben genomen, van capaciteit met het oog op data- en aanverwante communicatie op elektronische-communicatienetwerken en installaties, en de opslag en de beveiliging van deze data, binnen het toegestane wettelijke en contractuele kader”.

          PBE heeft een aanbod gecreëerd voor haar deelnemers, m.n. Fluvius Center bestaande uit datacenterdiensten. De datacenterdiensten bestaan enerzijds uit Infrastructure as a Service (IaaS) waarbij virtuele machines worden aangeboden op een gedeelde infrastructuur binnen een datacenter van PBE waarbij server-, geheugen- en diskcapaciteit afgenomen kan worden en anderzijds uit housing waarbij rack-ruimte wordt aangeboden in een datacenter van PBE waar de stad/gemeente zijn hardware kan onderbrengen. 

          Het artikel 13 van het reglement Fluvius Center, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van PBE op 21 juni 2019, voorziet dat de Fluvius Center-dienstverlening een einde zal nemen in geval van herroeping van de beheersoverdracht door de deelnemer mits de statuten van de netbeheerder in deze mogelijkheid voorzien. Ingevolge de statutenwijzigingen d.d. 4 december 2020 werd de herroepbaarheid van de beheersoverdracht voor de activiteit Fluvius Center opgenomen in artikel 11 2de alinea punt e van de statuten van PBE.

          Argumentatie

          Ingevolge het intern kerntakendebat op het niveau van Fluvius, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van PBE, werd door PBE beslist om de activiteit Fluvius Center niet langer als kerntaak te weerhouden.  

          Door de beslissing van PBE/Fluvius over de visie van Fluvius op de afbouw van de niet-kerntaken, is de gemeente genoodzaakt om haar beheersoverdracht voor de activiteit Fluvius Center te herroepen. 

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: de gemeenteraad besluit op verzoek van PBE/Fluvius en door de wijziging van hun visie op de dienstverlening door Fluvius zijn goedkeuring te hechten aan de intrekking van de beheersoverdracht voor de Fluvius Center activiteit en bijgevolg aan de herroeping van de aansluiting met ingang van 27 juni 2022 van de gemeente bij de opdrachthoudende vereniging PBE voor de activiteit Fluvius Center, met dien verstande dat de gemeente ingaat op het aanbod om totdat de gemeente een alternatief heeft uitgewerkt, ze kunnen blijven beroep doen op de dienst.

          Artikel 2: De opdrachthoudende vereniging PBE te verzoeken de in artikel 1 genomen beslissing ter aanvaarding voor te leggen aan de eerstvolgende Algemene Vergadering.

        • 901 - Woonzorgzone De Kouter - Algemene vergadering van 30 juni 2022 - Aanduiding vertegenwoordiger en bepaling van het mandaat

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          De beslissing van 21 mei 2012:

          - tot oprichting van en toetreding tot de vereniging zonder winstoogmerk ‘Woonzorgzone De Kouter’

          - tot goedkeuring van de oprichtingsakte van de vereniging zonder winstoogmerk ‘Woonzorgzone De Kouter’ (statuten van de vereniging)

          - tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst aangaande het participatieve PPS-project ‘Woonzorgzone De Kouter’ en de bijlagen die er integraal deel van uitmaken.

          Feiten en context

          De raad van bestuur van de vzw woonzorgzone de Kouter heeft besloten om een algemene vergadering bijeen te roepen op 30 juni 2022.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Mark Binon, Josien Van Dyck, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Onthouders: Patrice Lemaitre, Fien Gilias
          Resultaat: Met 17 stemmen voor, 2 onthoudingen
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de oproeping voor de algemene vergadering van 30 juni 2022 die een agenda met volgende punten bevat:  

          1. Kennisname van het afschrift van de notulen van de algemene vergadering van 1 december 2021

          Bijlage 1: Afschrift van de notulen van de vergadering van 1 december 2021.

          2. Stand van zaken werking woonzorgzone: informatie aan de leden – toelichting door de raad van bestuur

          3. Afsluiting boekjaar 2021 – toelichting door de raad van bestuur

          a. Voorstelling jaarrekeningen

          b. Verslag bedrijfsrevisor

          Bijlage 2: Jaarrekeningen – balans en resultatenrekening

          Bijlage 3 Wordt nog bezorgd

          4. Goedkeuring Rekeningen van het boekjaar 2021 Voorstel van beslissing: De raad van bestuur stelt voor de rekeningen van het boekjaar 2021 goed te keuren.

          5. Kwijting aan de bestuurders Voorstel van beslissing: De raad van bestuur stelt voor kwijting te verlenen aan de bestuurders voor het uitoefenen van hun mandaat in de periode van het boekjaar 2021. Waren bestuurder in deze periode: zie betrokkenen.

          Artikel 2: De gemeenteraad besluit Fien Gilias aan te duiden als vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van 30 juni 2022 en aan betrokkene het mandaat te verlenen om de agendapunten van de algemene vergadering goed te keuren.

        • 901 - Gemeentelijke Holding NV in vereffening - Algemene vergadering van 29 juni 2022 - Aanduiding vertegenwoordiger en bepaling van het mandaat - Bekrachtiging beslissing college van burgemeester en schepenen

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet over het lokaal bestuur.

          Decreet van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking.

          De gemeenteraadsbeslissing van 26 maart 2019 houdende de aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiging op de algemene vergaderingen van de verschillende maatschappijen/intercommunales.

          Feiten en context

          De uitnodiging van 13 mei 2022 van Gemeentelijke Holding NV in vereffening, tot deelname aan de digitale algemene vergadering op woensdag 29 juni 2022.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad besluit om de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 juni 2022 waarbij het mandaat van de heer Kris Debruyne, voor de digitale algemene vergadering van 29 juni 2022 van de Gemeentelijke Holding NV in vereffening werd bepaald en hem de opdracht werd gegeven om de agendapunten goed te keuren.

          • de agenda van de algemene vergadering van de aandeelhouders van Gemeentelijke Holding NV - in vereffening, die zal gehouden worden op 29 juni 2022
          • de jaarrekening over het boekjaar 2021
          • het jaarverslag van de vereffenaars over het boekjaar 2021 inclusief beschrijving van de vooruitgang van de vereffening en redenen waarom de vereffening nog niet kon worden afgesloten
          • het controleverslag van de commissaris van Gemeentelijke Holding NV - in vereffening, over het boekjaar 2021

           

          Artikel 2: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven om huidige beslissing ter kennis te brengen aan de Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

        • 901 - Regionaal Landschap Dijleland- Algemene vergadering van 29 juni 2022 - Aanduiding vertegenwoordiger en bepaling van het mandaat

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur.

           

          Feiten en context

          De uitnodiging van het Regionaal Landschap Dijleland voor de algemene vergadering van 29 juni 2022.

          De gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2022 waarin respectievelijk Jos Rutten en Francis Van Biesbroeck werden aangeduid als effectieve vertegenwoordigers.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad besluit om de agendapunten van de algemene vergadering van 29 juni 2022 van Regionaal Landschap Dijleland goed te keuren.

          Artikel 2: De gemeenteraad besluit om Jos Rutten en Francis Van Biesbroeck, vertegenwoordigers voor de algemene vergaderingen van Regionaal Landschap Dijleland af te vaardigen.

          Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen verder te gelasten met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan het Regionaal Landschap Dijleland.

      • Onderwijs

        • 556 - Deeltijds Kunstonderwijs - Artistiek pedagogisch project

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur.

          Feiten en context

          Het voorliggende Artistiek Pedagogisch Project, met verwijzing naar het leerplan, dient goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

          Dit document wordt meegegeven met de leerlingen bij inschrijving.

          Tussenkomsten

          Op 7 juni ben ik in de academie nodig als evaluator tot 19.15u. Met een beetje marge gerekend ben ik om 19.45u zeker in het gemeentehuis.

          Indien in de planning hiermee rekening kan gehouden worden, ben ik er graag bij.

           

          Het feit dat artistiek pedagogisch project en academiereglement pas eind juni worden goedgekeurd door de raad, brengt me wel bij het volgende punt:

          Onze inschrijvingen voor volgend schooljaar starten op 8 juni. Bij die inschrijvingen dienen onze leerlingen academiereglement en artistiek pedagogisch project goed te keuren. Op 8 juni zijn de vernieuwde versies dus nog niet officiëel goedgekeurd. Op zich kunnen we de inschrijvingen starten met ons oude APP (dateert uit 2013) en academiereglement (uit jQuery15203752198797695261_1652445452494) in bijlage, en in september de nieuwe versies communiceren naar onze leerlingen. Daar zie ik geen probleem in.

           

          Wat wel wat lastig is daaraan is dat, indien we die toevoeging doen omtrent de korting voor mensen met Uitpas met kansenstatuut, we dit nu nog niet kunnen communiceren of aanvaarden, maar pas na goedkeuring van het academiereglement. Of kunnen we die mensen toch al de korting geven zoals voorgesteld door het college? (Het gaat op zich zoals Mattias zegt allicht om een heel laag percentage).

           

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het nieuw Artistiek pedagogisch project goed. Dit treedt in werking op 1 september 2022.

          Academie DE VONK - Via Onderwijs Naar Kunst

          Artistiek Pedagogisch Project - kort

          LIEFDE VOOR KUNST

          De liefde voor muziek en woord doorgeven aan onze leerlingen is ons streven. Door artistieke competenties te ontwikkelen, stimuleren we onze leerlingen om steeds autonomer zelf kunst te beoefenen en te beleven. We hopen dat ze ook na hun loopbaan aan de academie op een verrijkte, kritische, verwonderde, verdiepte manier omgaan met en kijken naar kunst.

          COMPETENTIES VOOR HET LEVEN

          Bij ons leert men zoveel meer dan een instrument bespelen of een tekst instuderen. Competenties als doorzettingsvermogen, focus, aandacht ontwikkelen voor schoonheid, creativiteit, openheid van geest,… zijn onlosmakelijk verbonden aan de artistieke ontwikkeling waar onze lessen voor staan. Onze leerlingen vormen zich zo tot vakman, onderzoeker, samenspeler, performer en kunstenaar, waarbij deze rollen in een uniek en persoonlijk evenwicht tegenover elkaar staan.

          DE ZORG VOOR IEDERE LEERLING

          In onze academie staat de leerling centraal. Iedereen vanaf zes jaar is welkom, ongeacht levensfilosofie of talent, om een eigen artistiek en uniek traject te bewandelen. We creëren een veilige haven waar welbevinden en vertrouwen een motor zijn. Onze leerlingen ondersteunen en begeleiden we op maat in wat ze graag doen.

          ENGAGEMENT ALS MOTOR

          Als academie engageren we ons om het beste in iedere leerling naar boven te halen en ieders mogelijkheden maximaal te ontplooien. Van onze leerlingen verwachten we dat ze zich op een respectvolle manier houden aan gemaakte afspraken. Wederzijds engagement creëert een klimaat van optimale wisselwerking, van energie geven en energie krijgen in het delen van een passie met elkaar.

          CREATIE EN EIGENHEID

          Wanneer men iets zelf heeft gemaakt, brengt men dat met trots en overtuiging. Als academie zijn we overtuigd van de kracht van eigen werk. We zetten er dan ook sterk op in om met iedere leerling op avontuur te gaan, de kunstenaar in zichzelf op te zoeken, en dit met trots en eigenheid voor te stellen.

          DE KRACHT VAN SAMEN

          In onze academie functioneert iedereen, ook de kleinste schakel, in een gemeenschappelijk geheel. Het is een plaats waar samenspelen en samenwerken, elkaar inspireren en stimuleren, leren van elkaar,… een belangrijke pijler is. Zowel op de klasvloer als binnen het lerarenteam, versterken we elkaar en doen we elkaar groeien.

          Ook buiten de academiemuren werken we samen en profileren we ons in relatie tot de maatschappij.

          DE ACADEMIE ALS PLAATS VAN KANSEN

          We bouwen steeds verder aan onze eigenheid, met regelmaat gestuurd door momenten van zelfreflectie en aftoetsend aan een steeds evoluerend maatschappijbeeld. We hebben de traditie om projecten te organiseren die inspireren, die ruimere inzichten bieden, die grenzen verleggen. Ook op de klasvloer leggen we accenten, die eigen zijn aan onze academie. Door onze eigenheid uit te dragen, profileert de academie zich als een ambassadeur van de kunsten.

          Artistiek Pedagogisch Project – Lang

          ONZE ACADEMIE

          Academie De Vonk is een gemeentelijke academie voor muziek en woord die erkend wordt door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.

          De hoofdinstelling bevindt zich in Haasrode. In Oud-Heverlee, Blanden, Sint-Joris-Weert en Bierbeek bevinden zich vestigingsplaatsen.

          Academie De Vonk organiseert, begeleidt, beoordeelt en certificeert Deeltijds Kunstonderwijs zoals vastgelegd in het Decreet DKO door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.

          In al onze lessen gebruiken we het Nederlands als onderwijstaal.

          In het organigram van Academie De Vonk staat een directeur bovenaan.

          Een aantal pedagogische coördinatoren vormen samen met de directeur het kernteam. Dit kernteam houdt de vinger aan de pols van de academie, is klankbord voor en van het volledige team en bevordert zo participatie en gedragenheid in de koers die de academie vaart. Het secretariaat ondersteunt administratief en vormt samen met het kernteam de eerste info-lijn bij vragen van leraars en leerlingen.

          Een sterk en gedreven team van leerkrachten / kunstenaars, ieder als vakspecialist en in het bezit van de vereiste artistieke en pedagogische bekwaamheidsbewijzen, bepaalt mee de koers van de academie.

          De Vriendenkring, bestaande uit een aantal gedreven personeelsleden, ondersteunt diverse projecten en activiteiten.

          Het schoolbestuur staat garant voor de infrastructuur en veiligheid van de leerlingen in de voorziene gebouwen en stelt instrumenten, materiaal en andere leermiddelen ter beschikking. Het schoolbestuur waakt over het welzijn van de door haar aangestelde personeelsleden. De beleidsvisie van de gemeente Oud-Heverlee met betrekking tot haar deeltijds kunstonderwijs getuigt hiervan.

          LIEFDE VOOR KUNST

          Ons team bestaat uit gedreven leraars/kunstenaars met een grote passie voor kunst. Deze liefde voor muziek en woord doorgeven aan onze leerlingen is ons streven. We ontwikkelen artistieke competenties bij onze leerlingen, en stimuleren hen om met een steeds groeiende autonomie, kwaliteit, complexiteit en eigenheid kunst te beoefenen en te beleven. Het ultieme doel is dat leerlingen ook na hun traject aan de academie actief blijven musiceren, acteren, schrijven,… We hopen dat onze opleiding hen heeft geleerd om op een verrijkte, kritische, verwonderde en verdiepte manier om te gaan met en te kijken naar kunst.

          COMPETENTIES VOOR HET LEVEN

          Bij ons leert men zoveel meer dan een instrument bespelen of een tekst instuderen. Competenties als doorzettingsvermogen, focus, aandacht ontwikkelen voor schoonheid, creativiteit, openheid van geest,… zijn onlosmakelijk verbonden aan de artistieke ontwikkeling waar onze lessen voor staan. Het sociale, lichamelijke, esthetische, creatieve en emotionele komt daarbij allemaal aan bod.

          Onze leerlingen vormen zich zo tot vakman, onderzoeker, samenspeler, performer en kunstenaar, waarbij deze rollen in een uniek en persoonlijk evenwicht tegenover elkaar staan. Onze leidraad in deze ontwikkeling is het leerplan ‘Kunstig Competent’.

          We willen onze leerlingen leiden tot actieve kunstbeoefening. Dit is een levenslang proces. We hechten er veel belang aan dat de leerling plezier beleeft aan het beoefenen van kunst, zowel op de academie, thuis als op het podium. Dit spelplezier is volgens ons de grootste motivator.

          Volgende competenties komen aan bod:

          Kunstenaar/verbeelding: experimenteren en creëren – zich op persoonlijke wijze uitdrukken – zich inleven

          Onderzoeker/onderzoek: nieuwsgierig en onderzoekend zijn – eigen sterktes en werkpunten benoemen – proces zichtbaar maken – eigen horizon verruimen

          Samenspeler/dialoog: samenwerken en samen maken – respect tonen voor anderen en hun werk – in dialoog gaan – feedback geven en ontvangen

          Performer/tonen: codes van het (zich) tonen gebruiken – publiek willen raken – eigen oeuvre opbouwen – tonen met kwaliteit

          Vakman/vakmanschap: werken met/aan kwaliteit – werkhouding ontwikkelen – vakkennis hanteren – techniek, materiaal en basisvaardigheden beheersen

          (https://raamleerplandko.files.wordpress.com/2021/03/32012-leerplan-kc-podiumkunsten-zonder-tussenblad-2.pdf).

          DE ZORG VOOR IEDERE LEERLING

          In onze academie staat de leerling centraal. Iedereen vanaf zes jaar is welkom, ongeacht levensfilosofie of talent, om een eigen artistiek en uniek traject te bewandelen. We zetten sterk in op welbevinden en vertrouwen en op respect voor ieders individuele waarden en eigenheid. Zo komen we tot een maximale ondersteuning en begeleiding van onze leerlingen in wat ze graag doen, met vallen en opstaan. In dit traject streven we de grootst mogelijke individuele kwaliteit na, niet alleen voor zichzelf, maar ook om anderen te versterken.

          We zorgen voor een uitgebreid aanbod in de domeinen Muziek en Woord, dat maatwerk toelaat. Zo bieden we in het domein Muziek bijvoorbeeld naast de optie Klassiek ook de optie Muziek Schrijven, Experimentele Muziek en Oude Muziek aan. Leerlingen met een beperking of leerstoornis zijn welkom in onze academie en vinden een plekje in de AMOR-klas (Aangepast MuziekOndeRwijs). Deze AMOR-klas wordt zo goed mogelijk geïntegreerd in onze gehele werking.

          In het domein Woord kan je na een basis in Woordkunst-Drama kiezen uit Speltheater, Verteltheater of Theatermaker. Je bent ook welkom om je te ontplooien als schrijver in de studierichtingen Schrijver, Proza of Dramateksten.

          We begeleiden onze leerlingen optimaal in de keuzes die ze onderweg binnen dit aanbod kunnen maken. We organiseren onze lessen ook zodanig dat de groepen optimaal werkbaar zijn, om zo het leren van elkaar te stimuleren.

          Iedere leerling is uniek, en daarom kiezen we in de eerste plaats voor een procesgerichte artistieke pedagogie. Het product blijft belangrijk om het proces te stimuleren. We vergelijken leerlingen niet met elkaar en geven geen cijfers, maar kijken naar de eigen weg, zowel terug als vooruit. Voedende feedback is daarbij de ondersteunende stimulans. Het leerproces wordt gestuurd door de voortdurende interactie tussen leraar en leerling. Groeiende autonomie, betrokkenheid en competentie zijn hierbij de kernwoorden.

          In onze werking vinden we luisteren belangrijk. In de lessen stemmen we verwachtingen van leerling en leraar op elkaar af en vertrekken we vanuit de motivatie van de leerling. In de mate van het mogelijke houden we rekening met verlangens of suggesties van ouders

          Iedere leraar streeft naar een goede klassfeer, die het individuele overstijgt. Vanuit die goede klassfeer, bouwen we aan een goede academiesfeer.

          ENGAGEMENT ALS MOTOR

          Als academie engageren we ons om het beste in iedere leerling naar boven te halen en ieders mogelijkheden maximaal te ontplooien. Onze personeelsleden zetten zich ten volle in om de voorgeschreven onderwijsdoelen met de hoogst mogelijke kwaliteit te realiseren, en dit in relatie tot de concrete mogelijkheden van iedere leerling. Dit APP is hierbij een leidraad.

          Met regelmaat reflecteren we over onze werking en sturen we bij waar nodig. We evalueren en actualiseren leerprogramma’s, staan open voor vernieuwingen op didactisch-pedagogisch vlak, en delen materiaal en expertise met collega’s. We laten ons inspireren door navormingen en/of artistieke praktijken.

          Van onze leerlingen verwachten we dat ze zich op een respectvolle manier houden aan gemaakte afspraken. Wederzijds engagement creëert een klimaat van optimale wisselwerking, van energie geven en energie krijgen in het delen van een passie met elkaar.

          We verwachten aanwezigheid tijdens de lessen, inzet en regelmaat in het oefenen thuis. In de lessen verwachten we aandacht, actieve participatie, engagement en verantwoordelijkheid tegenover elkaar, de leraar en de organisatie, doorzettingsvermogen en openheid. Hierin nemen leerlingen, naarmate hun traject vordert, het leerproces steeds meer zelf in handen. Op deze manier streven we ernaar dat iedere leerling, ook na het traject bij ons, zelf artistiek bezig blijft.

          Ondersteuning van ouders is nodig om (jongere) leerlingen optimaal te laten groeien door te stimuleren bij het oefenen, te engageren bij het volgen van de lessen, te voorzien van het nodige materiaal en instrumentarium.

          Zowel personeel als leerlingen en ouders hanteren een open, respectvolle en stipte communicatie en komen gemaakte afspraken na.

          CREATIE EN EIGENHEID

          Wanneer men iets zelf heeft gemaakt, brengt men dat met trots en overtuiging. Als academie zijn we overtuigd van de kracht van eigen werk. We zetten er dan ook sterk op in om met iedere leerling op avontuur te gaan, de kunstenaar in zichzelf op te zoeken, en dit met trots en op een eigen en persoonlijke wijze voor te stellen.

          We willen ruimte maken voor creativiteit en eigen inbreng. In theater is improvisatie en creatieve inbreng eerder vanzelfsprekend. Maar ook in muziek stimuleren we het werken met minder visueel gebonden werkvormen. Onze ervaring leert ons dat deze aanpak sommige leerlingen meer ligt dan andere, maar dat het sowieso een verrijking blijft voor iedereen om er kennis mee te maken.

          Door in het domein Woord een optie schrijven aan te bieden, gaan we nog een stap verder in het stevig verankeren van de eigen creatie. Bij Muziek voegen we in alle cursussen minder partituurgebonden werkvormen toe, waardoor werkvormen als spelen op gehoor, imitatie of improvisatie meer kansen krijgen. Een mooi voorbeeld hiervan is onze ‘Grabbelton’: een waaier aan creatieve werkvormen die door en voor collega’s wordt aangeboden en waar iedere leerling muziek tijdens zijn traject mee in aanraking komt. Binnen de cursus muziektheorie moedigen we leerlingen aan om creatieve vaardigheden verder te ontwikkelen om deze toe te kunnen passen in eigen composities en arrangementen. Ook onze richting experimentele muziek is een creërende richting en stimuleert de leerlingen om aan de hand van digitale tools eigen werk te maken.

          DE KRACHT VAN SAMEN

          In onze academie functioneert iedereen, ook de kleinste schakel, in een gemeenschappelijk geheel. Het is een plaats waar samen musiceren, samen acteren, samenwerken, elkaar vertrouwen geven en vertrouwen krijgen, elkaar inspireren, leren van elkaar,… een evidentie is. Samenwerking voedt onderlinge waardering onder collega’s en leerlingen, verruimt ons blikveld en maakt onze werking boeiender. We geloven in de besmettelijkheid van een goede spirit. Zowel op de klasvloer, als binnen het lerarenteam, jong en iets ouder, versterken we elkaar en doen we elkaar groeien.

          Ook buiten de academiemuren werken we samen en profileren we ons in relatie tot de maatschappij. We streven naar een goed contact tussen alle betrokkenen: schoolbestuur, bestuurscommissie, directie, leerkrachten, leerlingen, ouders, basisscholen, verenigingen. We werken daaraan tijdens (klas)concerten, toonmomenten, vergaderingen, schoolfeest en andere projecten. Hierin is De Vriendenkring een belangrijke steun.

          We hechten veel belang aan klasoverschrijdende initiatieven en projecten. Deze spelen zich soms ook af buiten de academielokalen. Hier kunnen we op elkaar rekenen en slaan we de handen in elkaar om tot een mooi resultaat te komen.

          Ook digitaal werken we samen en delen we expertise via onze website en via ons goed uitgebouwde lerarenplatform.

          We werken samen met diverse verenigingen uit de regio, zoals fanfares, harmonieën, orkesten, koren en andere verenigingen voor podiumkunsten of zoals de gemeentelijke schilder- en tekenacademie. We streven hier steeds naar een wisselwerking in twee richtingen.

          Artikel 2: Het nieuwe reglement zal bij de eerste inschrijving van een leerling in de academie en nadien bij elke wijziging, op papier of elektronisch overhandigd worden aan de meerderjarige leerling of aan de ouders van de minderjarige leerling, die ondertekenen voor akkoord.

        • 556 - Deeltijds Kunstonderwijs - Academiereglement

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur.

          Feiten en context

          Het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs verplicht om een academiereglement te hebben in elke academie.

          Het academiereglement regelt de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de leerlingen en desgevallend de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen in in rechte of in feite de minderjarige leerling onder hun bewaring hebben.

          Het academiereglement moet een aantal verplichte elementen bevatten zoals bepaald in artikel 58 van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

          Het huidige academiereglement, goedgekeurd op 25 september 2018, voldoet niet meer aan de bepalingen van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

          Het voorliggende academiereglement is gebaseerd op het model van het academiereglement van de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten.

          Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om het bestaande reglement op te heffen en aan te passen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: Het bestaande academiereglement deeltijds kunstonderwijs dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 september 2018 wordt opgeheven bij de inwerkingtreding van het huidige academiereglement.

          Artikel 2: De gemeenteraad keurt het nieuwe reglement goed. Dit treedt in werking op 1 september 2022.

          Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

          Artikel 1      §1. Dit academiereglement regelt de verhouding tussen het schoolbestuur zijnde het gemeentebestuur van Oud-Heverlee  en de leerlingen/ouders van academie De Vonk met als administratieve zetel Armand Verheydenstraat 19, 3053 Haasrode.

          §2. Het is van toepassing op alle leerlingen van de academie en op de ouders van de minderjarige leerlingen.

          §3. Het is eveneens van toepassing op de personen die leeractiviteiten op maat volgen, met uitzondering van de bepalingen opgenomen in de hoofdstukken 4 (inschrijvingsgeld en bijdrageregeling) en 8 (leerlingenevaluatie).

          §4. De bepalingen opgenomen in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs en de bijhorende uitvoeringsbesluiten blijven onverkort van toepassing.

           

          Artikel 2      §1. Dit academiereglement wordt voorafgaand aan de eerste inschrijving schriftelijk of via elektronische drager (website, e-mail,…) ter beschikking gesteld aan de leerlingen of de ouders van de minderjarige leerlingen. Zij worden schriftelijk of via elektronische drager op de hoogte gehouden van de wijzigingen. De academie vraagt de ouders/leerlingen of ze ook een papieren versie van het academiereglement en/of eventuele wijzigingen wensen en stelt deze ter beschikking voor leerlingen/ouders die dit wensen.


          §2. De leerlingen/ouders verklaren zich schriftelijk akkoord met het academiereglement en het artistiek pedagogisch project van de academie. Dit is een inschrijvingsvoorwaarde.

          §3. Bij elke wijziging van het reglement en/of artistiek pedagogisch project verklaren de leerlingen/ouders zich opnieuw schriftelijk akkoord met de wijzigingen. Indien zij zich niet met de wijzigingen akkoord verklaren, kan de leerling niet worden ingeschreven het daaropvolgende schooljaar.

           

          Artikel 3      Begrippen

          Voor de toepassing van dit academiereglement wordt verstaan onder:

          1°   Aangetekend: Met aangetekende brief, tegen afgifte van een gedateerd ont­vangstbewijs of een gecertificeerde elektronische aangetekende zending.

          2°   Academie: Het pedagogisch geheel waar deeltijds kunstonderwijs wordt georganiseerd en dat onder leiding staat van een directeur.

          3°   Academieraad: inspraakorgaan in de academie met leerlingen, ouders, personeel, betrokken personen en leden van de lokale gemeenschap

          4°   Artistiek-pedagogisch project: Het geheel van de fundamentele uitgangspunten dat het schoolbestuur voor de academie en haar werking heeft bepaald.

          5°   Directeur: De directeur van de academie of zijn afgevaardigde.

          6°   Leerling: De persoon die ingeschreven is aan de academie overeenkomstig de reglementaire toelatingsvoorwaarden.

          7°   Lesdag: elke dag waarop de leerling een lesactiviteit heeft.

          8°   Ouders: De personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige onder hun bewaring hebben.

          9°   Schoolbestuur: De rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de academie, namelijk het gemeentebestuur van Oud-Heverlee.

          10°    Werkdag: elke weekdag met uitzondering van zowel zon- en feestdagen als dagen die tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie vallen.

          Hoofdstuk 2 Engagementsverklaring

          Artikel 4      §1. Leerlingengegevens
          Leerlingen/ouders houden zich eraan om enkel correcte en actuele gegevens aan de academie te verstrekken en om de academie op de hoogte te brengen zodra er zich wijzigingen in de leerlingengegevens voordoen.

          §2.
                     Oudercontacten
          De academie organiseert op geregelde tijdstippen oudercontacten. De  data worden schriftelijk of via elektronische drager gecommuniceerd. De ouders en de academie kunnen op eigen initiatief bijkomende oudercontacten voorstellen. Van de ouders wordt verwacht dat ze minimaal één oudercontact per jaar bijwonen.

          §3. Aanwezigheid
          De leerling en zijn ouders zorgen ervoor dat de leerling elke lesactiviteit bijwoont en op tijd is. In het geval een minderjarige leerling ongewettigd afwezig is, neemt de academie contact op met de ouders.

          §4. Specifieke onderwijsbehoeften         
          Sommige leerlingen hebben specifieke onderwijsbehoeften. In dat geval bezorgt de leerling/ouders aan de directeur alle relevante documenten en informatie met betrekking tot de leerzorg en de evolutie ervan en dit in het belang van de leerling. In overleg met de leerling/ouders wordt nagegaan op welke manier de leerling de lessen kan volgen en welke aanpassingen wenselijk en mogelijk zijn.
          De ouders ondersteunen op een positieve manier de maatregelen die in samenspraak genomen zijn.

          §5. Taal
          De onderwijstaal van de academie is Nederlands. Ouders moedigen hun minderjarig kind aan om Nederlands te leren en te gebruiken. Meerderjarige leerlingen nemen de nodige initiatieven om Nederlands te leren en te gebruiken.

          §6. Zelfstudie
          De leerlingen volgen de eventuele instructies in verband met zelfstudie buiten de lessen nauwgezet op. Deze instructies worden via de agenda aan de leerling en eventueel ouders gecommuniceerd. Ouders moedigen hun minderjarig kind aan tot zelfstudie rekening houdend met deze instructies.

          §7. Leefregels
          Ouders stimuleren hun minderjarig kind om de leefregels en richtlijnen van de academie na te leven.

          §8. Leerloopbaanbegeleiding
          De academie geeft gericht advies over de onderwijsloopbaan die het beste aansluit bij de leervraag en competenties van de leerling.

           

           

          Hoofdstuk 3 Inschrijving

          Artikel 5      Het schoolbestuur legt het maximaal aantal leerlingen vast dat wordt toegelaten tot een opleiding, zijnde de capaciteit zoals bedoeld in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

          Artikel 6      §1. De volgende personen die zich als leerling willen inschrijven, worden in eerste instantie op een wachtlijst ingeschreven:
          - leerlingen die willen inschrijven voor een tweede instrument of een tweede optie van hetzelfde domein,

          - niet-financierbare leerlingen volgens het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs,

          - niet-regelmatige leerlingen volgens het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

           

          §2. De leerlingen vermeld in §1 kunnen enkel definitief worden ingeschreven als op 30 september de capaciteit nog niet is bereikt door de inschrijving van financierbare leerlingen zoals bedoeld in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

          §3. De inschrijving van niet-regelmatige leerling volgens het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs, kan worden geweigerd.

           

          Artikel 7      §1. Is de leerling al ingeschreven in hetzelfde domein in een andere academie, dan moet de leerling/ouders dit expliciet vermelden bij de inschrijving.

          §2. Volgde de leerling eerder al een opleiding in een andere academie, dan moet de leerling/ouders dit expliciet vermelden bij de eerste inschrijving, samen met de resultaten ervan.

          Artikel 8      Een leerling die op basis van de regelgeving meent geheel of gedeeltelijk vrijgesteld te kunnen worden voor een vak, legt hiervoor de nodige bewijsstukken voor bij voorkeur op het ogenblik van zijn inschrijving en uiterlijk op 30 september.

          Artikel 9      Om toegelaten te kunnen worden tot een optie van een kortlopende studierichting zoals bedoeld in het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs, moet de leerling ten minste de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben op de dag van 31 december die volgt op de aanvang van het schooljaar.

          Artikel 10   Specialisatie

          §1. Leerlingen die zich het volgende schooljaar willen inschrijven in een kortlopende studierichting specialisatie, maken dit bij de directeur bekend voor het einde van het schooljaar.

          §2. De directeur bepaalt de selectiemethode op basis waarvan hij in samenspraak met de betrokken leerkrachten beoordeelt om de leerling al dan niet toe te laten:
          - na het doorlopen van een toelatingsperiode en/of,
          - op basis van de leerlingenevaluatie van de vierde graad en/of,
          - op basis van een selectieactiviteit die hiervoor wordt georganiseerd.

          Hoofdstuk 4 Inschrijvingsgeld, bijdrageregeling, sponsoring

          Artikel 11   Wettelijk vastgelegd inschrijvingsgeld

          1°     De bedragen van het wettelijk inschrijvingsgeld én de voorwaarden en vereiste documenten om in aanmerking te komen voor het verminderd wettelijk inschrijvingsgeld zoals bepaald in de onderwijsregelgeving worden jaarlijks voor de start van de inschrijvingen bekendgemaakt via de website en voor wie wenst ook op papier.

           

          2°     Een leerling waarvoor het wettelijk vastgelegde inschrijvingsgeld niet tijdig wordt betaald, kan niet in de academie worden ingeschreven, behoudens expliciete toestemming van het schoolbestuur in toepassing van artikel 1.

           

          3°     Een leerling die nog niet betaald heeft, kan nog geen lessen volgen en geen afspraken maken voor lesuur individuele vakken. Wie zijn inschrijving uiterlijk op 30 september van het lopende schooljaar annuleert, krijgt het betaalde inschrijvingsgeld terugbetaald.

          4°     De bewijsdocumenten die recht geven op het verminderd inschrijvingsgeld moeten worden ingediend uiterlijk op 31 oktober.

           

          Artikel 12   Retributie voor organiseren van DKO
          Het schoolbestuur legt op basis van een retributiereglement een retributie op voor het organiseren van deeltijds kunstonderwijs in haar academie.

          Artikel 13   Leerlingen of ouders die het moeilijk hebben om het inschrijvingsgeld en/of de bijdragen te betalen, kunnen zich wenden tot de directeur. Het schoolbestuur kan, na advies van de directeur en in samenspraak met de leerling of ouders een van volgende afwijkingen op de betaling toestaan: spreiding van betaling, uitstel van betaling, gedeeltelijke kwijtschelding van betaling. Voor mensen die recht hebben op een UiTPAS met kansenstatuut, zal het schoolbestuur het inschrijvingsgeld en retributie steeds beperken tot 20 % van het basistarief.

           

          Artikel 14   Eventuele bekomen vrijstellingen voor een vak of de verkregen toestemming om leeractiviteiten te mogen volgen in een alternatieve leercontext kunnen geen aanleiding geven tot een afwijkende regeling van de bepalingen van dit hoofdstuk.

          Artikel 15   Reclame en sponsoring

          §1   Het schoolbestuur kan voor de werking van de academie gebruik maken van geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning door derden in ruil voor mededelingen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel hebben de verkoop van producten of diensten te bevorderen.

          §2   De academie zal in geval van dergelijke ondersteuning enkel vermelden dat de activiteit of een gedeelte van de activiteit ingericht werd door middel van een gift, een schenking, een gratis prestatie of een prestatie verricht onder de reële prijs door een bij name genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of feitelijke vereniging.

          §3. De bedoelde mededelingen kunnen enkel indien:
          1°    deze mededelingen niet onverenigbaar zijn met de artistiek pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de academie;
          2°    deze mededelingen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de academie niet in het gedrang brengen.

          §4   In geval van vragen of problemen met betrekking tot de geldelijke of niet-geldelijke ondersteuning door derden, richt men zich tot het schoolbestuur.

          Hoofdstuk 5 Aan- en afwezigheid van de leerling

          Artikel 16   Behalve als de leerling gewettigd afwezig is, neemt hij vanaf 1 september (of zodra zijn inschrijving definitief is in september) tot en met 30 juni deel aan alle lessen en activiteiten van de opleiding waarvoor hij is ingeschreven.

          Artikel 17   §1 De leerling respecteert het begin- en einduur van de lessen. In uitzonderlijke gevallen kan een leerling de academie voor het einde van de les verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de directeur, het secretariaat of de leraar. Voor minderjarige leerlingen is ook de toestemming van de ouders vereist.

          §2 Minderjarige leerlingen mogen de academie niet verlaten tijdens de lesonderbrekingen.

          Artikel 18   Als een leerling de lesactiviteit niet kan bijwonen, moet de academie (het secretariaat en de leraar) hiervan vooraf en zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht.

          Artikel 19   Gewettigde afwezigheid
          §1 Iedere afwezigheid moet gewettigd of gerechtvaardigd zijn.

          §2 De afwezigheid moet aan de hand van een van de volgende documenten worden gestaafd en zo snel als mogelijk aan de academie (het secretariaat of de leraar) worden bezorgd:

          1°   Afwezigheid wegens ziekte: een rechtsgeldig medisch attest uitgereikt door een in België of in het buitenland gevestigd arts, arts-specialist, psychiater, orthodontist, tandarts of door de administratieve diensten van een in België of in het buitenland gevestigd ziekenhuis of erkend lab. Het attest moet duidelijk ingevuld, ondertekend en gedateerd worden en de relevante identificatiegegevens bevatten zoals naam, adres, telefoonnummer en het RIZIV-nummer (voor België) of het vergelijkbaar erkenningsnummer (voor het buitenland) van de verstrekker. Er wordt ook op aangegeven welke de begin- en de einddatum zijn van de ziekteperiode.

          2°   Afwezigheid om een begrafenis- of huwelijksplechtigheid bij te wonen van een bloed- of aanverwant of van een persoon die onder hetzelfde dak woont:
          - Bij een begrafenisplechtigheid: overlijdensbrief
          - Bij een huwelijksplechtigheid: attest van de gemeente.

          3°      Afwezigheid om een religieuze feestdag te vieren van een door de Belgische Grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging: verklaring van de ouders.

          4°      Afwezigheid als de vestigingsplaats van de academie onbereikbaar of ontoegankelijk is: verklaring van de directeur.

          5°      Afwezigheid wegens een oproeping of dagvaarding voor een rechtbank: dagvaarding of proces-verbaal van de oproeping.

          6°      Afwezigheid wegens maatregelen van de bijzondere jeugdzorg: officieel attest van de bevoegde instantie

          7°      Afwezigheid om een familieraad bij te wonen: attest van het vredegerecht

          8°      Afwezigheid om actief deel te nemen aan een sportmanifestatie, stage, toernooi of wedstrijd als topsportbelofte voor een individuele selectie of als topsporter met een A- of B-statuut:
          - attest van topsportstatuut A of B
          - of attest van de betrokken sportvereniging

          9°      Afwezigheid om actief deel te nemen aan een culturele manifestatie als de leerling een topkunstenstatuut A of B heeft voor het betrokken schooljaar: attest van topkunstenstatuut A of B voor dat schooljaar

          10°   Afwezigheid wegens deelname aan een examen voor de Examencommissie secundair onderwijs: attest van de Examencommissie

          11°   Afwezigheid door een zwangerschap: maximum 1 week voor de vermoedelijke bevallingsdatum tot maximum 9 weken na de bevalling: attest van de arts met de vermoedelijke bevallingsdatum

          12°   Afwezigheid door de uitvoering van een orde- of tuchtmaatregel: attest van de directeur

          13°   Afwezigheid wegens school- of beroepsverplichtingen: attest van de school of werkgever

          14°   Afwezigheid wegens bepalingen in de verblijfsregeling van kinderen van gescheiden ouders:
          - attest van de bevoegde instantie
          - of ondertekende verklaring van één van de ouders

           

          §3 De directeur kan aan een leerling per schooljaar maximaal drie afwezigheden per vak toestaan wegens omstandigheden van persoonlijke aard. Die afwezigheden worden beschouwd als gewettigd. De leerling hoeft hiervoor geen specifiek attest in te dienen.

           

          Artikel 20   Ongewettigde afwezigheid
          §1 Elke afwezigheid die niet gewettigd of gerechtvaardigd is zoals beschreven in artikel 20, wordt beschouwd als een ongewettigde afwezigheid, tenzij het gaat om een afwezigheid om persoonlijke redenen die de directeur heeft toegestaan conform artikel 20 §3.

          §2 Bij een ongewettigde afwezigheid van een minderjarige leerling neemt de academie contact op met de ouders.

          §3 Onverminderd de gevolgen die het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs voorschrijft, kan de directeur beslissen om de leerling uit te schrijven wanneer de leerling gedurende dertig opeenvolgende kalenderdagen ongewettigd afwezig blijft en na contactname niet te kennen geeft dat hij de lessen opnieuw zal bijwonen. De schoolvakanties schorten de periode van dertig kalenderdagen op. Het uitschrijven van de leerling kan geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributies of bijdragen terug te vorderen.

          Hoofdstuk 6 Organisatie van de leeractiviteiten

          Artikel 21   §1. De jaarkalender, de leslocatie(s) en het lessenrooster worden voor de start van de lessen bekend gemaakt.

          §2. De jaarkalender, de leslocatie(s) en het lessenrooster kunnen in uitzonderlijke gevallen wijzigen. De academie brengt de leerling/ouders hiervan schriftelijk of elektronisch op de hoogte.
          Een aanpassing van de jaarkalender, de leslocatie of het lessenrooster kan voor leerlingen/ouders geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributie of bijdragen terug te vorderen.

          Artikel 22   De lessen zijn niet toegankelijk voor ouders of derden, tenzij anders vermeld.

          Artikel 23   Toezicht
          Het schoolbestuur kan geen toezicht verzekeren voor het begin van de les en ook niet na het einde van de les. De leerlingen en ouders gedragen zich daarbij naar de onderrichtingen terzake. Leerlingen wachten op de aangeduide locatie.

          Artikel 24   Lesverplaatsing
          Een les kan om individuele artistieke redenen of deelname aan professionaliseringsactiviteiten door de leraar worden verplaatst met akkoord van de directeur.  
          De leerlingen/ouders worden door de betrokken leraar vooraf schriftelijk of elektronisch van elke lesverplaatsing op de hoogte gebracht.

          Artikel 25   Schorsing van de lessen
          §1. De lessen kunnen voor alle leerlingen of voor een leerlingengroep worden geschorst wegens pedagogische studiedagen voor de leraren of facultatieve vakantiedagen. Deze data worden in het begin van het schooljaar bekendgemaakt via de kalender op de website en in de leerlingenagenda. Deze data kunnen in uitzonderlijke gevallen wijzigen. De academie brengt de leerling/ouders hiervan schriftelijk of elektronisch op de hoogte.

          §2. De lessen kunnen onverwacht voor alle leerlingen of voor een leerlingengroep worden geschorst wegens staking, verkiezingen, volksraadpleging of overmacht of afwezigheid van de leraar. De academie brengt de ouders/leerlingen als volgt op de hoogte.

          -        de academie verwittigt de leerlingen/ouders voorafgaandelijk indien mogelijk - is dit slechts beperkt mogelijk, dan wordt voorrang gegeven aan de leerlingen die het verst wonen,

          -        de schorsing wordt ad valvas gemeld (ingeval van overmacht: indien mogelijk),

          -        opvang wordt voorzien indien geen van de voorgaande maatregelen mogelijk is - minderjarige leerlingen mogen enkel naar huis ingeval van afwezigheid van de leraar als de ouders hiervoor schriftelijk toestemming hebben geven.

          Als ouders hun kinderen naar de academie brengen, gaan ze na of de leraar al dan niet aanwezig is, alvorens hun kinderen achter te laten.

          §3. Het schorsen van lessen kan geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributies of bijdragen terug te vorderen.

          Artikel 26   Agenda
          Minderjarige leerlingen in de 2de graad muziek hebben een agenda. Hierin worden de opdrachten en/of de te kennen leerstof en/of de in te studeren stukken van de leerlingen genoteerd, evenals eventuele aanwijzingen voor de studie en eventuele mededelingen. De agenda wordt ook gebruikt als communicatiemiddel tussen de leraar en de ouders. De ouders van minderjarige leerlingen ondertekenen telkens de agenda voor kennisneming.

          Artikel 27   Kunstmanifestaties
          De leerlingen worden schriftelijk uitgenodigd hun medewerking te verlenen aan openbare voorstellingen, tentoonstellingen of aan andere kunstmanifestaties die door de academie worden ingericht. Participerende leerlingen vallen volledig onder de schoolverzekering.

          Artikel 28   Buitenschoolse leeractiviteiten
          §1 Buitenschoolse leeractiviteiten (extra-murosactiviteiten, studie-uitstappen en dergelijke) die door de academie worden georganiseerd, maken deel uit van het leertraject. Tenzij anders bekendgemaakt, wordt van de leerlingen verwacht dat zij deelnemen aan de buitenschoolse extramurosactiviteiten die voor hen worden georganiseerd, zelfs indien deze buiten het lessenrooster van de leerling of buiten de normale openingsuren van de academie worden georganiseerd. Indien de leerling/ouders menen een ernstige reden te hebben om aan een van deze verplichte activiteiten niet deel te nemen, dan bespreken ze dit vooraf met de directeur.

          §2 Buitenschoolse leeractiviteiten worden minstens twee weken op voorhand aan de leerlingen meegedeeld. Voor minderjarige leerlingen worden de ouders schriftelijk geïnformeerd.

          §3 Voor het vervoer van de leerlingen naar de buitenschoolse leeractiviteiten kan de academie een beroep doen op vrijwillige chauffeurs (meerderjarige leerlingen, ouders, derden).

          Artikel 29   Besmettelijke aandoening
          In het geval dat een leerling of iemand uit zijn gezin wordt getroffen door een besmettelijke aandoening, bespreekt de leerling/ouders met zijn behandelende arts of de aanwezigheid van de leerling in de academie een gevaar kan zijn of geweest zijn voor de gezondheid van andere leerlingen/personeelsleden. Indien dit het geval is, doet de leerling/ouders melding bij het secretariaat. De academie neemt de gepaste maatregelen.

          Artikel 30   Verzekering

          Heeft de leerling een ongeval op het traject van huis naar de academie of terug, dan moet de academie onmiddellijk worden verwittigd zodat er zo snel als mogelijk een verzekeringsdossier kan worden opgesteld.

          Artikel 31   Werken van leerlingen
          §1. De leerlingen worden uitgenodigd om alle werken die op de academie werden gemaakt in de loop van het schooljaar vrij ter beschikking te stellen van de academie.
          Deze werken kunnen enkel worden gebruikt voor didactisch-pedagogische doeleinden (voorbeeldfunctie) of activiteiten die de academie naar buiten uit moeten vertegenwoordigen (tentoonstellingen, opendeurdagen, drukwerk...).
          De leerlingen ontvangen hiervoor geen vergoeding.
           
          §2. De academie verbindt er zich toe om, bij iedere activiteit waarbij op de één of andere manier gebruik wordt gemaakt van werken van leerlingen, de naam van de leerling te vermelden en het recht op eerbied voor deze werken te garanderen.

          §3. De academie zorgt er voor dat de door de leerlingen ter beschikking gestelde werken tegen een redelijk bedrag zijn verzekerd.

           

          Hoofdstuk 7 Leren in een alternatieve leercontext

          Artikel 32   §1. Een leerling die onder de voorwaarden van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs een vak geheel of gedeeltelijk wil vervangen door leeractiviteiten in een alternatieve leercontext, legt zijn vraag tijdig voor aan de directeur en de betrokken leerkrachten via het formulier ‘leren in alternatieve leercontext’ waarvan deel 1 volledig is ingevuld. Dit formulier is als bijlage bij dit reglement gevoegd.


          §2. Het leren in een alternatieve leercontext kan voor de duur van het volledige schooljaar of voor een of meerdere welbepaalde periode(s).

          Artikel 33   §1. De aanvraag wordt enkel ingewilligd als elk van de volgende voorwaarden zijn vervuld:
          - de alternatieve leercontext voldoet aan de kwaliteitsvoorwaarden zoals opgenomen in het door de inspectie gevalideerde toetsingsinstrument dat als bijlage is gevoegd bij dit reglement,

          - de alternatieve leercontext ondertekent de overeenkomst ‘leren in alternatieve leercontext’ van het schoolbestuur,
          - de directeur oordeelt dat de alternatieve relevant is voor het verwerven van de basiscompetenties, specifieke eindtermen of het behalen van de beroepskwalificatie.

          §2. De aanvraag, de concrete modaliteiten, de contactpersonen en het akkoord worden vastgelegd via het formulier ‘Leren in alternatieve leercontext’.

          Artikel 34   §1. De verantwoordelijke van de leercontext staat in voor de structurele inhoudelijke begeleiding van de leerling met het oog op het realiseren van de einddoelen. Hij geeft de leerling regelmatig feedback en houdt alle relevante informatie beschikbaar voor de academie. Hij mag alle nuttige inlichtingen betreffende de leerling inwinnen bij de contactpersoon van de academie.

          §2. De academie blijft eindverantwoordelijke voor de kwaliteit van het leerproces. De directeur, zijn afgevaardigde en de contactpersoon van de academie kunnen te allen tijde de leerling ter plekke observeren.

          §3. Tussen de contactpersoon van de academie en de verantwoordelijke van de leercontext wordt systematisch overleg gepleegd.

           

          Artikel 35   §1. De leerling gedraagt zich welvoeglijk en voorkomend binnen de alternatieve leercontext. Hij eerbiedigt de belangen van de alternatieve leercontext.

          § 2. De leerling leeft de instructies en voorschriften eigen aan de alternatieve leercontext na evenals de veiligheidsvoorschriften. 

          §3. De leerling kan weigeren om taken uit te voeren die zijn fysische of psychische mogelijkheden te boven gaan. Hij maakt hiervan omstandig schriftelijk melding bij de directeur.

          Artikel 36   §1. De leerling blijft onderworpen aan het gezag van de directeur of zijn afgevaardigde.

          §2. Zowel de verantwoordelijke van de alternatieve leercontext als de academie kunnen te allen tijde de leerling aanspreken bij niet-naleving van gemaakte afspraken. De verantwoordelijke van de alternatieve leercontext meldt dit tevens aan de directeur.

          Artikel 37   §1. De academie staat in voor de evaluatie van de leerling. De verantwoordelijke van de leercontext verstrekt hiertoe de nodige informatie aan de contactpersoon van de academie.

          §2. De leerling is niet vrijgesteld van de evaluatieactiviteiten.

          Artikel 38   §1. De bepalingen rond aan- en afwezigheden zoals vastgelegd in dit academiereglement blijven onverkort van toepassing. 

          §2. In uitzonderlijke gevallen kan de leerling de alternatieve leercontext voor het einduur verlaten. Dit kan enkel na toestemming van de verantwoordelijke van de leercontext, de directeur of de contactpersoon van de academie. Voor minderjarige leerlingen is ook de toestemming van de ouders vereist.

          §3. Een leerling die te laat komt op de alternatieve leercontext, geeft de reden hiervan door aan de verantwoordelijke van de alternatieve leercontext.

          §4. De leerling verwittigt zowel de academie als de alternatieve leercontext in geval van afwezigheid en bezorgt de wettiging van de afwezigheid aan de academie.

          §5. Ingeval een activiteit van de alternatieve leercontext wegens overmacht niet kan plaatsvinden, verwittigt de alternatieve leercontext de leerling/ouders voorafgaandelijk indien mogelijk.

          Artikel 39   De alternatieve leercontext staat in voor het effectief en continu toezicht op de leerling zodra de leerling de alternatieve leercontext betreedt tot hij ze verlaat. Het schoolbestuur draagt hierbij geen enkele verantwoordelijkheid.

          Artikel 40   De leerlingen vallen onder de schoolverzekering (burgerlijke aansprakelijkheid en ongevallen) voor wat betreft de activiteiten beschreven op het formulier ‘Leren in alternatieve leercontext’.

           

          Artikel 41   De leerling maakt geen aanspraak op enige financiële tussenkomst voor het vervoer van en naar of voor de deelname aan de activiteiten van de alternatieve leercontext.

           

          Artikel 42   Een leerling die gedurende de afgesproken periode de leeractiviteiten niet langer wil volgen in de alternatieve leercontext, legt dit ter bespreking voor aan de directeur. Enkel met toestemming van de directeur kan het vak in de loop van het schooljaar terug in de academie worden gevolgd.

          Artikel 43   §1. De alternatieve leercontext kan beslissen de leerling niet langer toe te laten:
          - bij zware inbreuken tegen de afspraken;

          - indien de leerling opzettelijk zware schade veroorzaakt;
          - indien de leerling herhaald onwettig afwezig is;
          - wanneer de leerling wangedrag vertoont;
          - wanneer de leerling de activiteiten van de alternatieve context hypothekeert.

          §2. De directeur kan de toestemming om de leeractiviteiten in de alternatieve leercontext te volgen, intrekken wanneer het leren in de alternatieve context inefficiënt of onnuttig is.

          §3. Het leren in de alternatieve leercontext wordt van rechtswege beëindigd als de overeenkomst tussen de alternatieve leercontext en het schoolbestuur (al dan niet voortijdig) ten einde loopt.

          §4. De directeur / alternatieve leercontext maken elke beslissing tot stopzetting schriftelijk en gemotiveerd bekend aan de leerling/ouders. De leerling moet het vak dan verder volgen in de academie volgens de modaliteiten die de directeur hem meedeelt.

          Hoofdstuk 8 Leerlingenevaluatie

          Artikel 44   Academie De Vonk volgt de leerplannen Kunstig Competent, een raamleerplan DKO dat door de overheid werd goedgekeurd. Zie www.raamleerplandko.be.

           

          Artikel 45   Leerlingen worden competentiegericht geëvalueerd. Evalueren is een permanent gebeuren gebaseerd op het proces doorheen het jaar en product op de concerten, toonmomenten of evaluatiemomenten. We baseren ons op de artistieke sleutelcompetenties kunstenaar, performer, vakman, onderzoeker en samenspeler.

           

          Artikel 46   Bij het begin van het schooljaar wordt voor individuele vakken per leerling vastgelegd welke doelen bereikt zouden moeten worden. Dit gebeurt via een ‘intentiegesprek’ tussen leraar en betrokken leerling. De schriftelijke neerslag hiervan is de basis voor de evaluatiefiche die gedurende het schooljaar gehanteerd wordt.

           

          Artikel 47   Per vak werkt elke leerling mee aan minstens twee concerten of evaluatiemomenten, evenwichtig verspreid over het schooljaar. Die worden geëvalueerd door de leerkracht en minstens één andere deskundige. De leerling krijgt daarna een schriftelijke evaluatie aan de hand van een evaluatiefiche en geeft daarnaast mondeling feedback.

           

          Artikel 48   De leerlingen zijn verplicht deel te nemen aan de evaluatiemomenten van alle cursussen waarvoor ze zijn ingeschreven.

           

          Artikel 49   De evaluatiemomenten worden tijdig aan de betrokkenen bekendgemaakt door de leraar.

           

          Artikel 50   De leerling die om gewettigde redenen (zie art. 20) niet aan een evaluatiemoment kan deelnemen, verwittigt onmiddellijk het secretariaat en de betrokken leraar. De leerling dient binnen de acht kalenderdagen een attest in om de afwezigheid te wettigen (vb. doktersattest). Enkel wie dit attest tijdig inlevert, heeft recht op een uitgesteld evaluatiemoment.

           

          Artikel 51   De vakleerkracht is eindverantwoordelijke in het beoordelen of een leerling al dan niet geslaagd is. Hij overlegt hierover met (minstens) één extra evaluator. De beoordeling in het tweede semester van een schooljaar bepaalt of een leerling mag overgaan of niet. Criteria zijn de verwachtingen van het raamleerplan met academie-eigen toevoegingen, de gemaakte afspraken in het intentiegesprek en de mate waarin de leerling gedurende het schooljaar gevorderd is en in het hogere leerjaar met de klasgroep zou kunnen volgen.

           

          Artikel 52   §1. Wie meer dan 1/3 van de lessen van één vak ongewettigd afwezig was, is niet geslaagd voor de optie van het betreffende leerjaar.

           

          §2. Leerlingen mogen binnen een graad voor eenzelfde optie geen tweemaal overzitten.

           

          Artikel 53   De academie rapporteert op basis van de evaluatiegegevens aan de leerlingen/ouders twee keer per jaar over de leervorderingen van de leerling via een evaluatiefiche. Deze wordt online en waar wenselijk op papier ter beschikking gesteld. De gekleurde balkjes in de evaluatiefiche geven aan in hoeverre een competentie al ontwikkeld is. Het verticale streepje in de kleurbalk geeft het verwachte minimum aan.

           

          Hoofdstuk 9 Leefregels

          Artikel 54   Algemeen
          §1. Iedere leerling onthoudt zich van gedrag dat:

          -      het ordentelijk verstrekken van onderwijs in gevaar brengt,

          -      de verwezenlijking van het artistiek pedagogisch project van de academie in het gedrang brengt,

          -      de veiligheid of de hygiëne in het gedrang brengt,

          -      ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaakt,

          -      de naam van de academie of de waardigheid van het personeel aantast,

          -      de academie materiële schade toebrengt.

           

          §2. Iedere leerling volgt strikt de richtlijnen op en neemt een correcte en beleefde houding aan tegenover het personeel van de academie en tegenover de andere leerlingen.

          Artikel 55   Lessen
          §1. Iedere leerling zorgt ervoor dat hij de lessen niet stoort.

           

          §2. Tijdens de lessen wordt niet gegeten of gedronken.

          §3. Tijdens de lessen worden er zonder toestemming geen eigen toestellen gebruikt. Het gaat onder andere om mobiele telefoons, muziekdragers en camera’s.

          §4. De leerlingen laten het leslokaal bij het einde van de les in voldoende ordelijke staat achter. Tussen de lessen wordt zo vlot en rustig mogelijk van lokaal gewisseld.

           

          Artikel 56   Veiligheidsvoorschriften en hygiëne
          §1. Iedere leerling moet de veiligheidsvoorschriften naleven met inbegrip van alle opleidingsspecifieke afspraken.

          §2. Afval moet in de daartoe voorziene vuilnisbakken gedeponeerd worden.

           

          Artikel 57   Materiële bezittingen en vandalisme
          §1. De leerlingen laten hun persoonlijke bezittingen (boekentassen, rugzakken, muziekinstrumenten, mobiele telefoon, juwelen…) niet onbeheerd achter. De academie is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke diefstallen of eventuele beschadigingen.

          §2. De leerlingen laten hun vervoersmiddel achter op de daartoe voorziene plaatsen.

          §3. De leerling is ten allen tijde verantwoordelijke voor zijn persoonlijke apparaten en/of producten.

          §4. De leerling is aansprakelijk voor de schade die hij opzettelijk en buiten het toezicht van de leraar toebrengt aan:

          -        lokalen, meubilair, apparatuur, toestellen, muziekinstrumenten of materiaal van de instelling,

          -        materiaal, werken of muziekinstrumenten van andere leerlingen.

          Dit houdt in dat hij de schade (herstelling, vervanging…) vergoedt, onverminderd de tuchtsancties die hem in dit verband kunnen worden opgelegd.

           

          Artikel 58   Gebruik van infrastructuur

          §1. De leerlingen gebruiken alle infrastructuur als normaal zorgvuldige personen met respect voor gebouwen, meubilair, apparatuur, toestellen, instrumenten, producten,…
          Apparaten en producten moeten na gebruik weer zuiver gemaakt worden en op hun plaats gezet.

          §2. Leerlingen kunnen met toestemming van de directeur een lokaal gebruiken om zich in het kader van hun opleiding te vervolmaken. De aanvraag gebeurt het secretariaat of via een leraar van de academie. De aanvrager is verantwoordelijk voor de sleutel, de orde van het lokaal, schade en andere onregelmatigheden die eventueel vastgesteld worden.

          Artikel 59   Uitlening

          §1. Bepaalde muziekinstrumenten kunnen binnen specifieke voorwaarden aan de leerlingen in bruikleen worden gegeven. Bij ontlening wordt daartoe een document ondertekend dat die specifieke voorwaarden opsomt.


          §2. De leerling is verantwoordelijk voor het door hem geleende instrument en staat in voor de herstel- of vervangingskosten bij schade, behoudens natuurlijke slijtage.

          §3. De leerling volgt strikt de richtlijnen van de leraar over het onderhoud van het geleende instrument.

          §4. Alle herstellingen aan het instrument gebeuren via de academie.

          Artikel 60   Genotsmiddelen
          §1. Binnen de volledige academie, met inbegrip van zowel de gebouwen als de speelplaatsen en andere open ruimten is het verboden:

          -        te roken,

          -        alcohol te gebruiken,

          -        drugs te gebruiken,

          -        enig voorwerp als wapen te gebruiken of wapens in de academie binnen te brengen.

          §2. Leerlingen mogen zich niet in de academie aanbieden onder invloed van roesopwekkende middelen (zoals alcohol, drugs,…).

          §3. De bepalingen in §§1 en 2 zijn eveneens van toepassing tijdens verplichte extra-murosactiviteiten.

          §4. Bij overtreding van deze bepalingen kan de leerling gesanctioneerd worden volgens het orde- en tuchtreglement zoals opgenomen in hoofdstuk 10 van dit academiereglement. Ouders die het rookverbod overtreden, zullen verzocht worden te stoppen met roken of het schooldomein te verlaten.

          Artikel 61   Smartphone, tablet, laptop, trackers of andere gelijkaardige toestellen, internet en sociale media

          §1. Het is niet toegestaan om beeld- of geluidsopnamen te maken op het domein van de academie zonder toestemming van de academie. Overeenkomstig de privacywetgeving en het recht op afbeelding mogen er geen beeld- of geluidsopnamen van medeleerlingen, personeelsleden of andere personen gemaakt worden of verspreid zonder hun uitdrukkelijke toestemming.

           

          §2. Er worden geen films, geluidsfragmenten, foto’s enz. op sociale websites geplaatst die betrekking hebben op de academie zonder dat daar uitdrukkelijk toestemming voor wordt gegeven door de academie. Dit geldt voor de leerlingen, ouders en grootouders en alle personen die onder hetzelfde dak wonen als de leerling. Onder sociale media worden websites zoals Facebook, Netlog Instagram, Twitter, enz. verstaan.

           

          §3. Bij communicatie via sociale media worden de normale fatsoennormen in acht genomen. Cyberpesten is verboden.

          §4. Downloaden, installeren en verdelen van illegale software in de academie is verboden.

           

          Artikel 62   Initiatieven van leerlingen

          §1. Initiatieven of activiteiten in het kader van de academie worden steeds vooraf aan de directeur ter goedkeuring voorgelegd.

           

          §2. Alle teksten die leerlingen wensen te verspreiden in de academie, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd.

          §3. Een geldomhaling in de academie door de leerlingen kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring van de directeur.

          §4. Leerlingen die deelnemen aan wedstrijden of kunstmanifestaties buiten de academie en daarbij de naam van de academie willen gebruiken, moeten daarvoor de schriftelijke toestemming van de directeur bekomen.

          §5. Activiteiten die leraars, leerlingen of derden op eigen initiatief organiseren voor een bepaalde leerlingengroep, vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur.

          Artikel 63   Geweld, pesten, grensoverschrijdend gedrag

          Leerlingen onthouden zich van iedere daad van geweld, pesten en grensoverschrijdend gedrag. Bij vermoeden van inbreuk neemt de academie gepaste maatregelen om de fysieke en psychische integriteit van de leerlingen te beschermen.

          Artikel 64   Auteursrecht
          §1. De leerlingen respecteren te allen tijde het geldende auteursrecht.

           

          §2. Voor het kopiëren van partituren is in principe de toestemming vereist van de auteur, zijn uitgever of een andere rechthebbende.

          §3. Er mogen enkel originele partituren worden gebruikt. Elk gebruik van kopieën van partituren valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de kopieën.

          Artikel 65   Privacy
          De leerlingen respecteren te allen tijde de bepalingen zoals opgenomen in de privacyverklaring van het schoolbestuur.

           

          Hoofdstuk 10 Maatregelen in geval van schending van de leefregels

          Artikel 66   Ordemaatregelen
          §1. Als een leerling de leefregels schendt, kunnen volgende ordemaatregelen worden genomen:

          1°     een mondelinge vermaning,

          2°     een schriftelijke vermaning via een door de ouders te ondertekenen nota,

          3°     een extra taak – melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota,

          4°     een verwijdering uit de les tot uiterlijk het einde van de les en onder toezicht van de academie – melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota in de agenda of via e-mail,

          5°     een gesprek tussen de directeur en de leerling – melding gebeurt aan de ouders via een te ondertekenen nota in de agenda of via e-mail,

          6°     de directeur neemt contact op met de ouders en bespreekt het gedrag van de leerling, al dan niet samen met de leraar. Van dit contact wordt een verslag gemaakt dat door de ouders wordt ondertekend voor kennisneming.

           

                            Deze opsomming sluit niet uit dat andere maatregelen kunnen worden genomen die meer aan het onbehoorlijk gedrag van de leerling zijn aangepast.

          §2. Deze ordemaatregelen kunnen worden genomen door elk personeelslid van de academie die toezicht op de leerling uitoefent.


          §3. Tegen geen enkele ordemaatregel is er beroep mogelijk.

           

          Artikel 67   Tuchtmaatregelen: tijdelijke en definitieve uitsluiting van leerlingen
          §1. Tuchtmaatregelen kunnen worden genomen indien de leerling de leefregels van de academie zodanig schendt dat:

          -      het ordentelijk verstrekken van onderwijs werkelijk in gevaar is of ernstig wordt belemmerd  – de maatregelen van orde hebben geen effect of het betreft zeer ernstige overtredingen,

          -      de verwezenlijking van het artistiek pedagogisch project van de academie in het gedrang is,

          -      zijn handelingen een gevaar of ernstige belemmering vormen voor de fysieke of psychische integriteit en veiligheid van één of meer leden van de academiepopulatie of van personen waarmee de leerling in het kader van leren in een alternatieve leercontext in contact komt.

          -      zijn handelingen ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaken,

          -      zijn handelingen de naam van de academie of de waardigheid van het personeel aantasten,

          -      zijn handelingen de academie materiële schade toebrengen.

           

          §2. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn:

          1°     Een tijdelijke uitsluiting zoals bepaald in artikel 50 §1 van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

          2°     Een definitieve uitsluiting zoals bepaald in artikel 50 §2 van het decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs.

          §3. Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elk tuchtdossier wordt individueel behandeld.

          §4. Tuchtmaatregelen kunnen slechts genomen worden nadat de tuchtprocedure werd gevolgd.

          §5. Tucht- of ordemaatregelen kunnen geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributies of bijdragen terug te vorderen.

          Artikel 68   Bewarende maatregel: preventieve schorsing
          §1. In afwachting van een eventuele tijdelijke of definitieve uitsluiting, kan de directeur de leerling preventief schorsen als bewarende maatregel.

          §2. Bij preventieve schorsing wordt de leerling het recht ontnomen om in de loop van het schooljaar de leeractiviteiten werkelijk en regelmatig te volgen en dit gedurende een periode van maximaal veertien opeenvolgende dagen.
          Het college van burgemeester en schepenen kan, na motivering aan de leerling/ouders, beslissen om deze periode eenmalig met maximaal veertien opeenvolgende dagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet binnen de eerste periode kan worden afgerond.

          §3. De schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en wordt aan de leerling/ouders mondeling/telefonisch én schriftelijk/elektronisch ter kennis gebracht.

          §4. Tegen een preventieve schorsing is geen beroep mogelijk.

          Artikel 69   Tuchtprocedure
          §1. Tuchtmaatregelen worden genomen door de directeur.

          §2. Alvorens tot een tuchtmaatregel over te gaan, volgt de directeur de volgende procedure:
          1° De directeur wint voorafgaandelijk het advies in van de betrokken leerkrachten.
          2° De directeur deelt de intentie om een tuchtmaatregel te nemen, schriftelijk of op elektronische wijze mee aan de leerling/ouders.
          3° Aan de leerling/ouders wordt schriftelijk of elektronisch meegedeeld dat zij na afspraak inzage hebben in het tuchtdossier.
          4° De leerling/ouders worden opgeroepen om te worden gehoord over de vastgestelde feiten en de voorgestelde maatregel. De directeur bepaalt wanneer dit gesprek plaatsvindt, dit kan ten vroegste vijf werkdagen na verzending van de oproep. De leerling/ouders mag/mogen zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat door de leerling/ouders wordt ondertekend voor kennisneming.
          5° Na dit gesprek neemt de directeur een gemotiveerde beslissing omtrent de tuchtmaatregel die in overeenstemming is met de ernst van de feiten. De gemotiveerde beslissing wordt aangetekend meegedeeld aan de leerling/ouders binnen de vijf werkdagen na het gesprek vermeld in 4°. In geval van definitieve uitsluiting vermeldt deze schriftelijke mededeling de mogelijkheid tot het instellen van het beroep én de bepalingen uit het academiereglement die hier betrekking op hebben. De beslissing wordt ter kennisgeving meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 70   Tuchtdossier
          §1. Het tuchtdossier van een leerling wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur.

          §2. Het tuchtdossier omvat een opsomming van:
          - de gedragingen van de leerling die aanleiding geven tot een tuchtmaatregel en de bewijsvoering ter zake;
          - de reeds genomen ordemaatregelen;
          - het tuchtvoorstel;
          - het advies van de betrokken leerkrachten;
          - alle andere nuttige documenten.

           

          Artikel 71   Beroepsprocedure tegen definitieve uitsluiting
          §1. Het beroep tegen een definitieve uitsluiting kan tot uiterlijk 15 kalenderdagen volgend op de schriftelijke mededeling van de sanctie worden ingediend door middel van een gedateerd en ondertekend beroepsschrift dat aangetekend wordt ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Het beroepsschrift vermeldt op straffe van nietigheid ten minste het voorwerp van het beroep en de feitelijke omschrijving en motivering van de ingeroepen bezwaren. Er kunnen overtuigingsstukken worden bijgevoegd.

          §2 Het beroep wordt binnen de 20 werkdagen behandeld door het college van burgemeester en schepenen dat beslist tot:
          - gemotiveerde afwijzing van het beroep omwille van onontvankelijkheid;
          - of bevestiging van de definitieve uitsluiting;
          - of vernietiging van de definitieve uitsluiting.
          De beslissing wordt uiterlijk na 10 werkdagen aangetekend ter kennis gebracht aan de leerling/ouders. Bij overschrijding van deze termijn is de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege nietig.

          §3 De beroepsprocedure schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op.

           

          Hoofdstuk 11 Academieraad

          Artikel 72   §1. In de academie kan een academieraad worden opgericht.


          §2. Een academieraad is samengesteld uit leerlingen, betrokken personen, personeelsleden, leden van de lokale gemeenschap.

           

          §3. Personen die zo’n academieraad nodig vinden of die zich hierin zouden willen engageren, kunnen dit melden op het secretariaat.


          §4. De academieraad adviseert het schoolbestuur over aangelegenheden die hen rechtstreeks aanbelangen. Het schoolbestuur vraagt over deze aangelegenheden voorafgaand advies aan de academieraad. De academieraad kan hierover ook uit eigen beweging schriftelijk advies uitbrengen waarna het schoolbestuur binnen dertig kalenderdagen een met redenen omkleed antwoord geeft.

          Hoofdstuk 12 Leerlingengegevens

          Artikel 73   §1 Leerling/ouders kunnen zich op de onderwijsregelgeving beroepen om recht op inzage in en toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking hebben, waaronder de evaluatiegegevens, te vragen. Leerlingen of ouders die dit wensen richten zich tot de directeur van de academie met een vraag tot inzage van het dossier van de leerling.

          §2. De leerling/ouders kan een kopie krijgen van deze gegevens na betaling van de vergoeding zoals opgenomen in de bijdrageregeling.


          Iedere kopie die op deze wijze verkregen wordt, dient persoonlijk en vertrouwelijk te worden behandeld. Dergelijke kopieën mogen niet verspreid worden of publiek worden gemaakt en mogen enkel gebruikt worden in functie van de onderwijsloopbaan van de leerling.

          §3. Als bepaalde gegevens ook een derde betreffen en volledige inzage in de gegevens door de leerling of zijn ouders afbreuk zou doen aan de privacy van deze derde, wordt de toegang tot de gegevens verstrekt via een gesprek, gedeeltelijke inzage of rapportage.

          Artikel 74   §1. De academie zal geen leerlingengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling of in het kader van een overeenkomst die de academie afsluit met verwerkers voor leerplatformen, leerlingenvolgsysteem, leerlingenadministratie en dergelijke meer.

          §2. Gemeenteraadsleden hebben het recht op inzage in alle dossiers, stukken en akten die het bestuur van het gemeentelijk onderwijs betreffen overeenkomstig artikel 29 van het decreet over het lokaal bestuur. Dit betekent dat gemeenteraadsleden inzage hebben in alle dossiers, stukken en akten die nodig zijn om het bestuur van het gemeentelijk onderwijs te controleren en die van gemeentelijk/gemengd belang zijn (individuele leerlingendossiers vallen hier niet onder).
          Bij de uitoefening van het inzagerecht kunnen er persoonsgegevens verwerkt worden. In voorkomend geval moet er rekening worden gehouden met de algemene verordening gegevensbescherming.

          §3. Ook in het kader van het lidmaatschap bij de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) en de daaruit voortvloeiende dienstverlening kunnen er leerlingengegevens worden meegedeeld.

          Artikel 75   Bij verandering van academie worden de leerlingengegevens overgedragen naar de nieuwe academie tenzij de leerling/ouders zich hiertegen expliciet verzetten nadat ze op hun verzoek die gegevens hebben ingezien.

          Hoofdstuk 13 Klachten

          Artikel 76   In het geval van klachten is de gemeentelijke klachtenprocedure van toepassing: zie bijlage.

           

          Artikel 3: Het nieuwe reglement zal bij de eerste inschrijving van een leerling in de academie en nadien bij elke wijziging, op papier of elektronisch overhandigd worden aan de meerderjarige leerling of aan de ouders van de minderjarige leerling, die ondertekenen voor akkoord.

        • 550/484 - Belastingen en retributies - Retributie op de verkoop van warme schoolmaaltijden in de gemeentelijke basisscholen

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur.

          Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.

          De beslissing van de gemeenteraad van 25 augustus 2022 houdende de vaststelling van de retributie op de verkoop van warme schoolmaaltijden voor de gemeentelijke basisscholen.

          Feiten en context

          Kinderen kunnen gebruik maken van bepaalde diensten, aangeboden door de school, zoals warme maaltijden. Het betreft diensten die niet verplicht zijn voor het behalen van de eindtermen. De kosten van deze diensten dienen duidelijk kenbaar gemaakt te worden.

          Warme maaltijden dienen door de gemeente aangekocht te worden bij een externe leverancier. De gemeente verrichtte in 2022 hiertoe een nieuwe prijsvraag. Voor de aanbieding van warme maaltijden dient personeel ingezet te worden. Dit impliceert tevens een kost voor het gemeentebestuur. Bijgevolg is het billijk een gedeelte van deze meerkost door te rekenen in de prijs die aan de ouders wordt aangerekend voor een warme maaltijd. De tarieven dienen redelijk en in verhouding te zijn tot de dienst en / of het product. De financiële situatie van de gemeente rechtvaardigt het aanrekenen van deze retributie.

          Door de stijging van de eenheidsprijzen van de maaltijden bij de leverancier en deze stijging niet kan opgevangen worden door de indexatie, is het noodzakelijk om de retributie te verhogen, dit in overleg met de schooldirecties.

          Tarieven Traiteur André Claessens

          Eenh.

          EHP. excl. 6% btw

          Kleutermaaltijd

          stuk

          € 3,07

          Maaltijd lager onderwijs

          stuk

          € 4,72

          Soep afzonderlijk

          liter

          € 1,42

          Allergenenvrije maaltijd kleuter

          stuk

          € 3,07

          Allergenenvrije maaltijd lager

          stuk

          € 4,72

          Vegetarische maaltijd kleuter

          stuk

          € 3,07

          Vegetarische maaltijd lager

          stuk

          € 4,72

          Tevens wordt er ook voorgesteld om deze nieuwe tarieven jaarlijks te indexeren met 2%, telkens met ingang van 1 september van het betreffende schooljaar. De eerste indexatie van de nieuwe tarieven is bijgevolg voorzien voor 1 september 2023.

          Argumentatie

          Bestaande tarieven schooljaar 2021-2022: (indexatie 2%)

           

          GBS De Hazensprong

          GBS De Lijsterboom

          GBS De Letterberg

          Soep

          0,71 euro

          0,71 euro

          0,71 euro

          Warme maaltijd kleuter

          3,67 euro

          3,67 euro

          3,67 euro

          Warme maaltijd lager

          4,18 euro

          4,18 euro

          4,18 euro

          De schoolraad heeft op 13 juni 2022 de huidige tarieven bekeken en gaat akkoord met onderstaand voorstel.

          Voorstel nieuwe tarieven schooljaar 2022-2023:

           

          GBS De Hazensprong

          GBS De Lijsterboom

          GBS De Letterberg

          Soep

          0,80 euro

          0,80 euro

          0,80 euro

          Warme maaltijd kleuter

          4,25 euro

          4,25 euro

          4,25 euro

          Warme maaltijd lager

          5,25 euro

          5,25 euro

          5,25 euro

          Op deze manier dekken we de kosten die de leverancier aanrekent.

          Adviezen
          Adviezen
          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad beslist voor het schooljaar 2022 - 2023, met ingang van 1 september 2022, een retributie vast te stellen op de verkoop van warme schoolmaaltijden in de gemeentelijke basisscholen. Deze retributie wordt als volgt vastgesteld: 

           

          GBS De Hazensprong

          GBS De Lijsterboom

          GBS De Letterberg

          Soep

          0,80 euro

          0,80 euro

          0,80 euro

          Warme maaltijd kleuter

          4,25 euro

          4,25 euro

          4,25 euro

          Warme maaltijd lager

          5,25 euro

          5,25 euro

          5,25 euro

          Artikel 2: De retributie, vermeld in artikel 1, wordt vanaf het schooljaar 2023- 2024 jaarlijks met 2% geïndexeerd, dit telkens met ingang van 1 september.

          Artikel 3: De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die van deze dienst gebruikt maakt. Ze wordt via de periodieke schoolfacturatie aan de ouders aangerekend. 

          Artikel 4: Dit reglement wordt overeenkomst artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur aan de toezichthoudende overheid toegezonden  en afgekondigd en bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en artikel 287 van het decreet lokaal bestuur.

          Artikel 5: Dit reglement vervangt de gemeenteraadsbeslissing van 25 augustus 2020.

      • Infrastructuur

        • 581.15 - Mobiliteit - Goedkeuring Verkeersleefbaarheidsplannen

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet Lokaal Bestuur en uitvoeringsbesluiten.

          Het Bestuursdecreet.

          De verschillende participatietrajecten die gehouden werden.

          Feiten en context

          Met het verkeersleefbaarheidsplan Oud-Heverlee willen we een samenhangend overzicht brengen van maatregelen om de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid van onze dorpskernen te vergroten.  Het verkeersleefbaarheidsplan bestaat uit 5 delen: een algemeen deel en 4 delen per dorpskern of samenhangende delen van dorpskernen: Oud-Heverlee, Sint-Joris-Weert, Vaalbeek-Laag Blanden en Haasrode - Hoog Blanden.  

          De beleidsverklaring van de gemeente formuleerde hierover volgende ambitie bij de start van de legislatuur: 

          “Het mobiliteitsbeleid in de gemeente baseert zich op het STOPP-principe: eerst Stappen, dan Trappen, Openbaar vervoer, Pooling (deelmobiliteit) en tot slot Privé-vervoer met de eigen wagen. In lijn met deze visie willen we voetgangers en fietsers centraal stellen. 

          We werken daarbij vanuit een globale visie per dorpskern, in plaats van problemen ad hoc op te lossen. Per kern maken we, met inspraak van de inwoners, een verkeersleefbaarheidsplan op, dat een duidelijk en globaal beeld geeft van de gewenste situatie. Welke missing links in voetpaden en trage wegen moeten weggewerkt worden? Waar is er nood aan fietsstraten en andere fiets-bevorderende maatregelen? Waar moeten de zones 30 uitgebreid worden? Welke bijkomende verkeersremmende maatregelen zijn er nodig? Waar moeten we ingrijpen in zwaar verkeer en parkeren? Hoe kunnen we de verkeerscirculatie verbeteren? De schoolomgevingen krijgen uiteraard extra aandacht, en we durven daarbij ook ingrijpende maatregelen als schoolstraten overwegen. De ambitie is helder: kinderen moeten veilig te voet of met de fiets naar school kunnen”. 

          Het voorgelegde verkeersleefbaarheidsplan bouwt verder op de bestaande mobiliteitsplannen uit 2008 en 2012 en geeft er concreet uitwerking aan op buurtniveau. We gebruiken als bouwstenen alle bestaande informatie: meldingen van inwoners, verkeersmetingen, het werk van de verkeersraad, adviezen van de politie, … . Ook de vele contactmomenten met geëngageerde bewoners of de initiatieven van actiecomités gaven mee voeding aan dit plan.  

          Een overkoepelende tekst verduidelijkt eerst de algemene algemene principes, de brede helikopter-visie, die we maximaal doortrekken in de verschillende kernen en straten. De aanpak van mobiliteitsproblemen vraagt immers bij uitstek een coherente, integrale visie: we willen problemen oplossen, niet verplaatsen. We willen geen ad-hoc beleid, maar een doordachte en duurzame maar vooral globale aanpak. Of het nu gaat om zone-30, welk soort snelheidsremmer op welke plaats, de aanpak van zwaar verkeer, …. We sturen het beleid vanuit dezelfde leidende principes in alle kernen.   

          Vervolgens wordt tot op detail-niveau in elke deelkern een brede waaier aan maatregelen uitgewerkt: Oud-Heverlee, Sint-Joris-Weert, Vaalbeek-Laag Blanden en Haasrode - Hoog Blanden.  

          • De eerste versie van de verkeersleefbaarheidsplannen werden besproken op de verkeersraad en op verschillende de commissies ruimte (o.a. 26/08/2020, 25/02/2021) 
          • Ook de inwoners werden betrokken, in de periode juni-december 2020. De corona-epidemie verplichtte ons om na te denken over alternatieven voor de klassieke hoorzitting. Via wandelingen langs verschillende info-panelen werden inwoners uitgenodigd om mee te denken (Weert Multi Mobiel, Haasroute, Vlinderpad). Er werden vooral open vragen gesteld. De belangrijkste bevindingen uit deze bevragingen komen aan bod in de algemene overkoepelende tekst.  We kregen 333 reacties van inwoners in deze fase. 

           

          Op grond van al deze feedback werden de plannen aangevuld en herwerkt. Ook deze herwerkte plannen werden opnieuw breed getoetst

           

          • Alle inwoners kregen de kans om op een interactieve kaart de maatregelen uit het verkeersleefbaarheidsplan te leren kennen. Deze kaart haalde bijna 17.000 views, en werd dus breed geconsulteerd. Er kwamen 199 reacties binnen, die door de dienst mobiliteit allemaal werden verwerkt. Dit leidde nog tot diversie aanpassingen vb. in het uitbreiden van fietsstraten, het al dan niet aanpassen van verkeerscirculatie, het aanscherpen van tonnage-beperkingen, …  
          • De plannen werden opnieuw besproken op de commissie ruimte van 15/03/2022 . Ook hier kwamen nog waardevolle suggesties, zoals het uittesten van een dynamische éénrichtingstraat in de Banhagestraat.  

          De verschillende verkeersleefbaarheidsplannen en het algemeen verkeersleefbaarheidsplan zijn in bijlage te vinden. 

          Argumentatie

          De verkeersleefbaarheidsplannen zorgen voor een duidelijk en samenhangend kader in de aanpak van mobiliteitsvraagstukken in onze gemeente. Aan de opmaak van deze plannen ging een brede consultatie vooraf. We merken daarin dat veel maatregelen kunnen rekenen op een breed draagvlak. Een beperkt aantal ingrepen heeft meer uitgesproken voor- en tegenstanders. Het is belangrijk dat er na een uitgebreid reflectie-proces ook keuzes gemaakt worden, in lijn met het algemene STOP-beleidsprincipe dat alle beleidsniveaus hanteren: eerst de Stappers, dan Trappers, dan Openbaar vervoer en dan Privé-wagen.   

          Een globale visie en aanpak maakt maken een meer efficiënte uitvoering mogelijk.  De verschillende verkeersleefbaarheidsplannen blijven dynamische instrumenten, die de komende jaren nog regelmatig geëvalueerd en desnoods bijgestuurd zullen worden.  

          We vragen de gemeenteraad om deze plannen goed te keuren, zodat de diensten gefaseerd kunnen starten met de uitvoering.  

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Paul Vleminckx, Josien Van Dyck, Gerrit Versyck, Paul Pues
          Tegenstanders: Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Fien Gilias, Diana Bulens, An Geets
          Resultaat: Met 11 stemmen voor, 8 stemmen tegen
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt de verkeersleefbaarheidsplannen goed en geeft opdracht aan het schepencollege om de plannen uit te voeren.

        • 581 - Goedkeuring Beeldkwaliteitsplan Sint-Joris-Weert

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

          Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en uitvoeringsbesluiten.

          Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en uitvoeringsbesluiten.

          De beslissing van de gemeenteraad van 29 januari 2019 aangaande de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.

          Feiten en context

          Het "ontwerpen en heraanleggen van de dorpskern van Sint-Joris-Weert" is voorzien als prioritaire actie (AC000020) in het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente.

          Door middel van een Beeldkwaliteitsplan voor de dorpskern Sint-Joris-Weert wil de gemeente Oud-Heverlee deze heraanleg evenals toekomstige herinrichtingen van het openbaar domein op een kwaliteitsvolle manier ondersteunen. Voor de opmaak van het plan werd het studiebureau BUUR part of SWECO aangesteld.

          Het beeldkwaliteitsplan is een instrument om de aanleg van openbare ruimte te toetsen aan enkele kwaliteitscriteria:

          • In het beeldkwaliteitsplan wordt een algemene visie op de beeldkwaliteit van een stukje grondgebied ontwikkeld. Dit kan gaan over een aantal centrale straten in het handelscentrum maar ook over een strategische ontwikkeling van een groot bouwproject bijvoorbeeld. 
          • In het beeldkwaliteitsplan kunnen ook richtlijnen voor de aanleg van wegen en groen worden uitgewerkt. Zo kan men de eenheid in het straatbeeld bewaken door de materialen en het straatmeubilair te beschrijven. Op die manier zal het ontwerp leiden tot een visueel aantrekkelijk geheel. 
          • Het plan moet uiteraard rekening houden met de technische randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld veiligheid.

          Het beeldkwaliteitsplan is de logische voortzetting van het verkeersleefbaarheidsplan van Sint-Joris-Weert. Het verkeersleefbaarheidsplan werd in 2021 opgemaakt door een extern studiebureau "Plot Ruimtelijk Management". In juli 2020 werden alle inwoners bevraagd via het participatiepad Weert MULTI Mobiel, een thematische wandeling doorheen het dorp. De feedback werd gebruikt door Plot Ruimtelijk Management om het verkeersleefbaarheidsplan vorm te geven. 

          Ook het studiewerk uitgevoerd door studenten van de KULeuven in het kader van de opleiding Ingenieur Architect, bestaande uit ruimtelijke en historische analyse en vele wensbeelden, vormden een belangrijk vertrekpunt voor het beeldkwaliteitsplan.

           

          De ontwerpversie van het beeldkwaliteitsplan werd samen met de verschillende verkeersleefbaarheidsplannen voor de gemeente, voorgesteld aan de gemeentelijke commissie ruimte (GRC) op 15 maart 2022. De ontwerpversie werd eveneens voorgesteld aan de bewoners tijdens een infosessie op 17 maart 2022 in de kerk van Sint-Joris-Weert. 

          Na deze sessies, werd het beeldkwaliteitsplan nog eens herwerkt door het studiebureau "BUUR part of SWECO" tot een definitieve versie.

          Deze laatste versie werd aan de GECORO op 23 mei 2022 voorgesteld.

          Argumentatie

          Rekening houdende met bovenvermelde toelichting over de inspraakparcours en participatietraject, en uitvoering van de studies, wordt voorgesteld aan de gemeenteraad om het beeldkwaliteitsplan voor de dorpskern van Sint-Joris-Weert goed te keuren.

          Het definitief rapport, de kaart met de aandachtpunten die werden geformuleerd door de inwoners tijdens de infosessie van 17 maart 2022 en de uitslagen van de mentimeter zijn in bijlage gevoegd.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Paul Vleminckx, Josien Van Dyck, Gerrit Versyck, Paul Pues
          Tegenstanders: Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Mark Binon, Diana Bulens
          Onthouders: Tom Teck, Patrice Lemaitre, Fien Gilias, An Geets
          Resultaat: Met 11 stemmen voor, 4 stemmen tegen, 4 onthoudingen
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het beeldkwaliteitsplan voor Sint-Joris-Weert goed.

        • 861.2 - Heraanleg Waversebaan van aan de Wittebomendreef tot aan de dorpskern van Oud-Heverlee - Goedkeuring lastvoorwaarden, bestek, plannen en raming der werken

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

          Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

          De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

          De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

          Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

          Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

          Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

          Het besluit van de gemeenteraad van dinsdag 29 januari 2019 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

          Feiten en context

          In het meerjarenplan is voorzien in de heraanleg van de Waversebaan van aan de Wittebomendreef tot aan de dorpskern van Oud-Heverlee, met inbegrip van de aanleg van fiets-voetpaden.

          De plannen en bestek werden aangepast ingevolge:

          1. de opmerkingen die we ontvingen tijdens het participatietraject met de inwoners, verkeersraad en gemeenteraad
          2. Infoavond van 15 november 2021;

          3. Verkeersraad van 15 november 2021

          4. GRC ruimte van 18 november 2021

          5. PSG Waversebaan van 18 november 2021 en 5 mei 2022

          Het opgemaakte bestek, meetstaat, plannen en de raming zijn in bijlage toegevoegd.
          Argumentatie

          Het studiekantoor Kockaerts heeft het dossier 3261 omvattende het bestek, raming en de plannen voor de opdracht "Aanleg gesubsidieerde fietspaden + de sanering van de Waversebaan (Fase 3) vanaf de Dorpsstraat tot de Witte Bomendreef" opgemaakt.

          Totale kostprijs van de werken bedraagt :

          1. niet gesubsidieerde gedeelte : €1.763.258,46 inclusief 21%BTW.
          2. gesubsidieerde gedeelte : €678.491,41 inclusief 21% BTW (90% subsidieerbaar)

          Totaal der werken : €2.441.749,87 inclusief 21% BTW

          Gezien de raming voor de uitgaven hoger is dan het voorziene budget (€2.140.881,88), en de raming voor de subsidies lager is dan het voorziene budget (770.000,00), zal zowel het uitgave- als het inkomstenbudget van het MJP000472 aangepast worden bij de eerstvolgende meerjarenplanwijziging.

          De hogere raming is in hoofdzaak te wijten onder meer aan volgende aanpassingen ten opzichte van de initiële indicatieve bruto raming:

          1. meerwerken vernieuwen betonplaten tot net voorbij de Dorpsstraat om wille van  het creëren van een veilige fiets- en voetgangersoversteek en de aanpassing van de lichteregeling ter hoogte van de Dorpsstraat, en de aanpassing van de aansluiting van de Dorpsstraat met inbegrip van een deel ontharding en het creëren van een vrijliggende inrijstrook voor fietsers;
          2. meerwerken heraanleg Rozenbergstraat;
          3. de stijgende materiaalprijzen ten gevolge van de onvoorziene economische omstandigheden te wijten aan de pandemie en de oorlog in Oekraïne.

          Zie ook het document met een chronologie van alle recente aanpassingen aan het dossier.

          Financiële gevolgen

           

          Actie: MJP000472 - Verder werken aan de heraanleg en verkeersveiliger maken van de as Sint-Joris-Weert - Leuven: Waversebaan

          Ramingsnummer

          AC000049 

          Budgetsleutel

          2240000/PATR/0200 -- Wegen /Wegen

          1500000/PATR/0200 -- Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal met vordering op korte termijn - Nominaal bedrag van de subsidie of waarde van de schenking/Wegen

          Voorzien bedrag 2022

          1.944.145,00 euro

          Voorzien bedrag 2023

          200.000,00 euro

          Reeds vastgelegd bedrag 2022

          3.263,12 euro

          Totaal beschikbaar bedrag

          2.140.881,88 euro

          Voorzien bedrag subsidies 2022

          370.000,00 euro

          Voorzien bedrag subsidies 2024

          400.000,00 euro

          Totaal beschikbaar bedrag subsidies

          770.000,00 euro

          Totaal benodigd bedrag incl erelonen , Fluvius...

          2.800.000,00euro

          Totaal benodigd bedrag subsidies

          610.642,27 euro

           

          Opmerking

          De actuele voorziene kredieten volstaan op vandaag niet voor deze uitgave. De hoofdredenen voor de herraming van de opdracht betreffen:

          • meerwerken vernieuwen betonplaten tot net voorbij de Dorpsstraat om wille van  het creëren van een veilige fiets- en voetgangersoversteek en de aanpassing van de lichteregeling ter hoogte van de Dorpsstraat, en de aanpassing van de aansluiting van de Dorpsstraat met inbegrip van een deel ontharding en het creëren van een vrijliggende inrijstrook voor fietsers;
          • meerwerken heraanleg Rozenbergstraat;
          • de stijgende materiaalprijzen ten gevolge van de onvoorziene economische omstandigheden te wijten aan de pandemie en de oorlog in Oekraïne.

          De financiële gevolgen worden opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan MJP 4.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het bestek goed met nummer  3261 en de raming voor de opdracht "Aanleg gesubsidieerde fietspaden + de sanering van de Waversebaan (Fase 3) vanaf de Dorpsstraat tot de Witte Bomendreef", opgemaakt door het studiekantoor Kockaerts. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De totale raming van de werken bedraagt €2.441.749,87 inclusief 21% btw, waarvan het niet gesubsidieerde gedeelte €1.763.258,46 inclusief 21%BTW bedraagt en het gesubsidieerde gedeelte €678.491,41 inclusief 21% BTW (90% subsidieerbaar).

          Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

          Artikel 3: De gemeenteraad besluit opdracht te geven aan Studiekantoor Kockaerts om de openbare aanbestedingsprocedure op te starten.

          Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van dit dossier.

          Artikel 5: De aanpassing van het uitgave- en het inkomstenbudget voor deze opdracht is voorzien in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan MJP000472 op budgetcodes 2240000/PATR/0200/ - Wegen en 1500000/PATR/0200 -- Investeringssubsidies en -schenkingen in kapitaal met vordering op korte termijn - Nominaal bedrag van de subsidie of waarde van de schenking/Wegen.

        • 581.115 - Gemeentelijk aanvullend reglement op de politie over het wegverkeer betreffende het instellen van een Fietsstraat in de Lijsterstraat

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988
          Decreet Lokaal bestuur.
          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
          Artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
          Koninklijk Besluit van 01 december 1975 houdende de aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg
          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
          Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009
          Onderhavig aanvullend reglement heeft uitsluitend betrekking op de gemeentewegen voor gemotoriseerd verkeer
          Onderhavig aanvullend reglement heeft geen betrekking op de gewestwegen, parkwegen, specifieke landbouwwegen en trage wegen

          Feiten en context

          In het kader van de nieuwe verkeersleefbaarheidsplannen worden, om de verkeersveiligheid te verbeteren, een reeks maatregelen voorgesteld.

          Een van deze maatregelen betreft het instellen van een fietsstraat in de Lijsterstraat.

          Een fietsstraat is een straat die ingericht is als fietsroute, maar waarop tevens auto's zijn toegestaan.

          In een fietsstraat :

          • mogen de fietsers de ganse breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze slechts opengesteld is in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen. 
          • mogen motorvoertuigen de fietsers niet inhalen. 
          • is de snelheid beperkt tot 30 kilometer per uur.
          Argumentatie

          Overeenkomstig het verkeersleefbaarheidsplan wordt er voorgesteld om een fietsstraat in te stellen in de Lijsterstraat middels (zie ook bijlage):

          • de verkeersborden F 111 en F 113 om het begin en het einde van de fietsstraat aan te duiden telkens aan het begin en einde van de Lijsterstraat zowel komende van de Bierbeekstraat als komende van de Naamsesteenweg;
          • een thermoplast markering "Fietsstraat" in het begin van de Lijsterstraat komende van de Bierbeekstraat indien de kwaliteit van het wegdek dit toelaat.

          Deze maatregel wordt genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren in de schoolomgeving van Blanden.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Mark Binon, Josien Van Dyck, Diana Bulens, Gerrit Versyck, Paul Pues
          Onthouders: Tom Teck, Patrice Lemaitre, Fien Gilias, An Geets
          Resultaat: Met 15 stemmen voor, 4 onthoudingen
          Besluit


          Amendement raadslid Tom Teck:

          Wijzigingen m.b.t. mobiliteit kunnen best ingevoerd worden als proefproject. Een evaluatiemoment inbouwen na 6 maanden is altijd nuttig.

          De fietsstraat kan best beperkt worden vanaf het begin van de straat tot woning 35. De hoeveelheid kinderen die vanuit het zuiden naar school komen is bijzonder beperkt.

           

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het proefproject voor het instellen van een fietsstraat in de Lijsterstraat goed. De evaluatie van het proefproject zal gebeuren 6 maanden na de invoering. Volgende aanduidingen worden aangebracht overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 en het Ministerieel Besluit van 1 oktober 1976:

          • de verkeersborden F 111 en F 113 om het begin en het einde van de fietsstraat aan te

          duiden aan het begin en t.h.v. woning 35 van de Lijsterstraat zowel komende van de

          Bierbeekstraat als komende van de Naamsesteenweg;

          • een thermoplast markering "Fietsstraat" in het begin van de Lijsterstraat komende van

          de Bierbeekstraat indien de kwaliteit van het wegdek dit toelaat.


          Stemming over amendement: amendement wordt niet goedgekeurd.

          Voor: onafhankelijke raadsleden Tom Teck en An Geets, Open-VLD

          Tegen: N-VA, CD&V, Groen en Vooruit.

          Onthouding: /


          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het instellen van een fietsstraat in de Lijsterstraat goed. Volgende aanduidingen worden aangebracht overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 en het Ministerieel Besluit van 1 oktober 1976:

          • de verkeersborden F 111 en F 113 om het begin en het einde van de fietsstraat aan te duiden telkens aan het begin en einde van de Lijsterstraat zowel komende van de Bierbeekstraat als komende van de Naamsesteenweg;
          • een thermoplast markering "Fietsstraat" in het begin van de Lijsterstraat komende van de Bierbeekstraat indien de kwaliteit van het wegdek dit toelaat.

          Artikel 2: Het reglement treedt in werking vanaf één augustus 2022. De documenten worden overgemaakt ter kennisgeving aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare werken en aan de griffie van de politierechtbank van en te Leuven.

        • 581.115 - Gemeentelijk aanvullend reglement op de politie over het wegverkeer betreffende het instellen van een zone "Fietsstraat" in de Kartuizerstraat en een parkeerverbod in de Kartuizerstraat langs de voetbalvelden

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988
          Decreet Lokaal bestuur.
          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
          Artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
          Koninklijk Besluit van 01 december 1975 houdende de aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg
          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
          Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009
          Onderhavig aanvullend reglement heeft uitsluitend betrekking op de gemeentewegen voor gemotoriseerd verkeer
          Onderhavig aanvullend reglement heeft geen betrekking op de gewestwegen, parkwegen, specifieke landbouwwegen en trage wegen

          Feiten en context

          In het kader van de nieuwe verkeersleefbaarheidsplannen worden, om de verkeersveiligheid te verbeteren, een reeks maatregelen voorgesteld.

          Een van deze maatregelen is het instellen van een fietsstraat in de Kartuizerstraat, tussen de Bierbeekstraat en voetbalclub De Stormvogels.

          Een fietsstraat is een straat die ingericht is als fietsroute, maar waarop tevens auto's zijn toegestaan.

          In een fietsstraat :

          • mogen de fietsers de ganse breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze slechts opengesteld is in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen. 
          • mogen motorvoertuigen de fietsers niet inhalen. 
          • is de snelheid beperkt tot 30 kilometer per uur.

          Om verkeerschaos te verminderen voor het start van het nieuw voetbal seizoen is het ook aanbevolen om het parkeren te structureren langs de voetbalvelden, tussen de glascontainers en de parking van de begraafplaats.

          Op deze plaats vinden inderdaad conflicten tussen weggebruikers plaats (moeilijk om te kruisen voor twee auto's, veel fietsers die zich tussen de auto's moeten wringen, ...).
          De voetbalclub zelf is vragende partij om een meer gestructureerde oplossing.

          Argumentatie

          Er wordt voorgesteld om een zone "fietsstraat" in te stellen in de Kartuizerstraat, tussen de Bierbeekstraat en voetbalclub De Stormvogels middels (zie document in bijlage):

          • twee verkeersborden "zone F 111" om de fietsstraat aan te duiden in het begin van de Kartuizerstraat, komende van de Bierbeekstraat en van de A. Nijsstraat;
          • twee verkeersborden "zone F 113" om het einde van de fietsstraat aan te duiden;
          • aanduiding 'fietsstraat' met thermoplast indien de kwaliteit van het wegdek dit toelaat.

          Deze maatregel wordt genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren in de rechtstreekse omgeving van voetbalclub De Stormvogels.

          Er wordt ook voorgesteld om het parkeren te structureren in de Kartuizerstraat langs de voetbalvelden, tussen de glascontainers en de parking van de begraafplaats, door het instellen van : 

          • een volledig parkeerverbod aan de kant van het bos;
          • een parkeerverbod in drie zones van vijftien meter aan de kant van de velden:
            • tussen de glascontainers en de ingang;
            • ter hoogte van de ingang;
            • tussen de ingang en de parking van de begraafplaats.

          Zie document in bijlage.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Onthouders: Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Mark Binon, Diana Bulens
          Resultaat: Met 15 stemmen voor, 4 onthoudingen
          Besluit

          Amendement raadslid Tom Teck:

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het proefproject om een "zone fietsstraat" in de Kartuizerstraat in te stellen, tussen de Bierbeekstraat en voetbalclub De Stormvogels, goed, met aanduiding 'fietsstraat' met thermoplast indien de kwaliteit van het wegdek dit toelaat. De evaluatie van het proefproject zal gebeuren 6 maanden na de invoering.

          De gemeenteraad keurt het instellen van volgende maatregelen goed, in de Kartuizerstraat, langs de voetbalvelden, tussen de glascontainers en de parking van de begraafplaats:

          • een volledig parkeerverbod aan de kant van het bos;
          • een parkeerverbod in drie zones van vijftien meter aan de kant van de velden:
            • tussen de glascontainers en de ingang;
            • ter hoogte van de ingang;
            • tussen de ingang en de parking van de begraafplaats.

          De markering wordt aangebracht overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 en het Ministerieel Besluit van 1 oktober 1976

          Stemming over amendement:

          Voor: onafhankelijke raadsleden Tom Teck en An Geets, Open-VLD

          Tegen: N-VA, CD&V, Groen en Vooruit.

          Onthouding: /


          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het instellen van een "zone fietsstraat" in de Kartuizerstraat, tussen de Bierbeekstraat en voetbalclub De Stormvogels, goed, met aanduiding 'fietsstraat' met thermoplast indien de kwaliteit van het wegdek dit toelaat. 

          De gemeenteraad keurt het instellen van volgende maatregelen goed, in de Kartuizerstraat, langs de voetbalvelden, tussen de glascontainers en de parking van de begraafplaats:

          • een volledig parkeerverbod aan de kant van het bos;
          • een parkeerverbod in drie zones van vijftien meter aan de kant van de velden:
            • tussen de glascontainers en de ingang;
            • ter hoogte van de ingang;
            • tussen de ingang en de parking van de begraafplaats.

          De markering wordt aangebracht overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 en het Ministerieel Besluit van 1 oktober 1976.

          Artikel 2: Het reglement treedt in werking vanaf één augustus 2022. De documenten worden overgemaakt ter kennisgeving aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare werken en aan de griffie van de politierechtbank van en te Leuven.

      • Ruimtelijke ordening en leefmilieu

        • 870 - Kosteloze grondafstand twee restperceeltjes Vaalbeekstraat 50 voor opname in openbaar domein

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur.

          Feiten en context

          De dienst ruimtelijke ordening kreeg volgende vraag per mail op 22 maart 2021:

          Ik verstuur u deze mail in mijn hoedanigheid van notaris van betrokkene.

          Mijn cliënte heeft enkele jaren geleden twee percelen bouwgrond verkocht, gelegen aan de Vaalbeekstraat (voor de woning met huisnummer 50) en deel uitmakend van een oude verkavelingsvergunning 233/FL/19 dd. 3/02/1966. In bijlage vindt u het metingsplan dat ter gelegenheid van deze verkoop werd opgemaakt, waarbij er 2 stroken grond in kaart gebracht werden die ingepalmd werden door het openbaar domein. Ter gelegenheid van een andere transactie verleden jaar, merkte ik echter op dat deze stroken grond nog steeds opgenomen in de kadastrale legger als eigendom van betrokkene (zie eveneens in bijlage).

          Gezien betrokkene thans definitief woonachtig is in het buitenland, zouden wij graag zo spoedig mogelijk deze situatie geregulariseerd zien. Een akte van kosteloze afstand aan de gemeente voor opname in het openbaar domein lijkt mij aangewezen. Thans beschikken wij nog over een volmacht van betrokkene om één en ander in naam van betrokkene te kunnen ondertekenen. Kan u mij zeggen wat er nodig is om dit zo spoedig mogelijk in orde te brengen? Dank bij voorbaat.

          Met vriendelijke groet,

          Michaël Adriaens

          Notaris

          Argumentatie

          Het is eigenaardig dat tussen de woning aan de Vaalbeekstraat 50 en de wegenis, eigendom van de gemeente, nog twee kleine perceeltjes geprangd liggen. De reden waarom deze perceeltjes tot nu toe nog niet werden overgedragen aan de gemeente is niet gekend. Zelfs in een bouwaanvraag van 2017 is daarover niets terug te vinden. 

          Alleszins lijkt er geen reden te zijn om deze kosteloze grondafstand te weigeren, temeer gezien de perceeltjes de facto als wegenis worden gebruikt. 

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad besluit akkoord te gaan tot de kosteloze grondafstand van twee perceeltjes grond gelegen Vaalbeekstraat 50 (292D en 292F) op deze op te nemen in het openbaar domein. 

        • 874.1 - OMV/2022/18/OV - Beslissing over het stratentracé voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag inzake het aanleggen van fietspaden aan de Waversebaan van nabij de Dorpsstraat tem het kruispunt met de Wittebomendreef, gelegen op openbaar domein Waversebaan, 3050 Oud-Heverlee, door de gemeente Oud-Heverlee

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          Op 7 februari 2022 werd door de gemeente Oud-Heverlee een omgevingsvergunningsaanvraag tot het aanleggen van fietspaden aan de Waversebaan van nabij de Dorpsstraat tem het kruispunt met de Wittebomendreef, ingediend. De aanvraag heeft betrekking op openbaar domein, gelegen Waversebaan, 3050 Oud-Heverlee.

          De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op datum van 28 februari 2022.

          Het dossier ging in openbaar onderzoek van 3 maart 2022 tot en met 1 april 2022. Binnen deze periode werd 1 bezwaarschrift ingediend.

          In haar verslag van 3 juni 2022 heeft de gemeentelijke omgevingsambtenaar dit bezwaarschrift beoordeeld en weerlegd. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 7 juni 2022 akte genomen van dit verslag.

          De uiterlijke beslissingsdatum voor dit dossier is 12 augustus 2022.

          De gemeenteraad dient in zitting van 28 juni 2022 een uitspraak te doen inzake de voorgestelde zaak van de wegen.

          Als bijlage kan het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar op datum van 3 juni 2022 teruggevonden worden.

          Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project door het college van burgemeester en schepenen dient te gebeuren nadat het dossier werd voorgelegd aan de gemeenteraad.

          De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert om de voorliggende aanvraag goed te keuren (zie verslag GOA in de bijlage).

          Gelet op artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit dat stelt dat de gemeenteraad kennis dient te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek, wordt als bijlage aan dit punt het ingediende bezwaarschrift toegevoegd.

          De aanvraag omvat het aanleggen van fietspaden aan de Waversebaan van nabij de Dorpsstraat tem het kruispunt met de Wittebomendreef.

          De aanvraag heeft betrekking op openbaar domein, gelegen Waversebaan, 3050 Oud-Heverlee.

          De rijweg inclusief funderingen worden volledig vernieuwd en versmald tot 6,00 m. In de zone met aanliggende fietspaden wordt de rijweg in asfalt uitgevoerd met goten en overrijdbare borduren. De taluds blijven zoveel mogelijk onaangeroerd. Ten voordelen van de natuur worden verschillende paddentunnels en tunnels voor kleine zoogdieren voorzien. Om de snelheid te verlagen worden ook twee wegversmallingen ingeplant. De bushaltes worden conform toegankelijkheid aangelegd. Het kruispunt met de Ophemstraat wordt uitgevoerd in okergele uitgewassen beton om een pleingevoel te creëren. Er worden ook 4 parkeerplaatsen ingericht op de rijbaan ter hoogte van de Ruitersweg.

          De gemeenteraad dient een besluit te nemen over de zaak van de wegen. Indien deze niet wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag, kan er geen geldige omgevingsvergunning worden afgeleverd (artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning).

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1De gemeenteraad keurt het voorgestelde tracé, het aanleggen van fietspaden aan de Waversebaan van nabij de Dorpsstraat tem het kruispunt met de Wittebomendreef, zoals voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2022012905 gelegen aan de  Waversebaan, 3050 Oud-Heverlee (op openbaar domein) goed. 

          Artikel 2: Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing zal samen met de beslissing inzake de vergunningsaanvraag overgemaakt worden aan de gewestelijke omgevingsambtenaar.

        • 874.2 OMV/2021/196/VV - OMV_2021178928 Beslissing over het stratentracé voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag inzake het verkavelen in drie percelen te Duivenstraat tussen 59 en 67, 3052 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 3 sectie A nummer 157F

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          Op 23 november 2021 werd bij de gemeente Oud-Heverlee een omgevingsvergunningsaanvraag tot het verkavelen in drie percelen (met grondafstand), gelegen 

          Duivenstraat tussen 59 en 67, 3052 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 3 sectie A nr. 157F, ingediend.

          De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op datum van 23 maart 2022.

          Het dossier ging in openbaar onderzoek van 31 maart 2022 tot en met 29 april 2022. Binnen deze periode werd 10 bezwaarschriften ingediend.

          In haar verslag van 2 juni 2022 heeft de gemeentelijke omgevingsambtenaar deze bezwaarschriften beoordeeld en weerlegd. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 7 juni 2022 akte genomen van dit verslag.

          De uiterlijke beslissingsdatum voor dit dossier is 4 september 2022.

          De gemeenteraad dient in zitting van 28 juni 2022 een uitspraak te doen inzake de voorgestelde zaak van de wegen.

          Als bijlage kan het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar op datum van 2 juni 2022 teruggevonden worden.

          Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project door het college van burgemeester en schepenen dient te gebeuren nadat het dossier werd voorgelegd aan de gemeenteraad.

          De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert om de voorliggende aanvraag goed te keuren (zie verslag GOA in de bijlage).

          Gelet op artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit dat stelt dat de gemeenteraad kennis dient te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek, wordt als bijlage aan dit punt de ingediende bezwaarschriften toegevoegd.

          De aanvraag omvat het verkavelen in drie percelen (met grondafstand), gelegen Duivenstraat tussen 59 en 67, 3052 Oud-Heverlee. Er wordt een grondafstand voorzien van 4,00m uit de as van de weg. De zone beslaat een oppervlakte van 56ca.

          De gemeenteraad dient een besluit te nemen over de zaak van de wegen. Indien deze niet wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag, kan er geen geldige omgevingsvergunning worden afgeleverd (artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning).

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt de voorgestelde grondafstand van 4,00m uit de as van de weg, zoals voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag inzake het verkavelen in drie percelen (met grondafstand), gelegen Duivenstraat tussen 59 en 67, 3052 Oud-Heverlee, goed.

          Artikel 2: De grondafstand van 4,00m uit de as van de weg, zoals weergegeven op het plan inzake de grondafstand opgenomen in de omgevingsvergunningsaanvraag dient kosteloos aan de gemeente afgestaan te worden en op gelijk niveau gebracht met de bestaande wegenis en/of vrijgemaakt van alle obstakels en beplantingen. De kosten van de opgelegde werken, de akte van notaris en de plannen vallen ten laste van de aanvrager. 

          Artikel 3: De gemeenteraad duidt de burgemeester en algemeen directeur aan tot het ondertekenen van de akte van grondafstand.

        • 874.1/OMV/2021/216/OV - OMV_2021184045 - Beslissing over het stratentracé voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag inzake het bouwen van een eengezinswoning met warmtepomp, het voorzien van terreinaanlegwerken, plaatsen van keerwand en oprit met grondafstand (en art 4.4.9/1) te Vaalbeekstraat 43, 3054 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 1 sectie A nummer 167P

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          Op 20 december 2021 werd bij de gemeente Oud-Heverlee een omgevingsvergunningsaanvraag tot het bouwen van een eengezinswoning met warmtepomp, het voorzien van terreinaanlegwerken, plaatsen van keerwand en oprit met grondafstand (en art 4.4.9/1), gelegen Vaalbeekstraat 43, 3054 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 1 sectie A nr. 167 P.

          De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op datum van 10 maart 2022.

          Het dossier ging in openbaar onderzoek van 17 maart 2022 tot en met 15 april 2022. Binnen deze periode werden geen bezwaarschriften ingediend.

          De uiterlijke beslissingsdatum voor dit dossier is 22 augustus 2022.

          De gemeenteraad dient in zitting van 28 juni 2022 een uitspraak te doen inzake de voorgestelde zaak van de wegen.

          Als bijlage kan het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar op datum van 2 juni 2022 teruggevonden worden.

          Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project door het college van burgemeester en schepenen dient te gebeuren nadat het dossier werd voorgelegd aan de gemeenteraad.

          De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert om de voorliggende aanvraag goed te keuren (zie verslag GOA in de bijlage).

          Artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit stelt dat de gemeenteraad kennis dient te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. In haar verslag van 2 juni 2022 heeft de gemeentelijke omgevingsambtenaar vermeld dat er geen bezwaren ingediend werden. 

          De aanvraag omvat het bouwen van een eengezinswoning met warmtepomp, het voorzien van terreinaanlegwerken, plaatsen van keerwand en oprit met grondafstand. Ten behoeve van de Fanzantenlaan en Patrijzenlaan wordt er een kosteloze grondafstand gedaan van 3a 55ca.

          De gemeenteraad dient een besluit te nemen over de zaak van de wegen. Indien deze niet wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag, kan er geen geldige omgevingsvergunning worden afgeleverd (artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning).

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt de voorgestelde grondafstand ter hoogte van de Fanzantenlaan en Patrijzenlaan zoals voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag inzake het bouwen van een eengezinswoning met warmtepomp, het voorzien van terreinaanlegwerken, plaatsen van keerwand en oprit met grondafstand (en art 4.4.9/1), gelegen Vaalbeekstraat 43, 3054 Oud-Heverlee, goed.

          Artikel 2: De grondafstand met een oppervlakte van 3a 55ca, zoals weergegeven op het plan inzake de grondafstand opgenomen in de omgevingsvergunningsaanvraag dient kosteloos aan de gemeente afgestaan te worden en op gelijk niveau gebracht met de bestaande wegenis en/of vrijgemaakt van alle obstakels en beplantingen. De kosten van de opgelegde werken, de akte van notaris en de plannen vallen ten laste van de aanvrager. 

          Artikel 3: De gemeenteraad duidt de burgemeester en algemeen directeur aan tot het ondertekenen van de akte van grondafstand.

        • 87 - Masterplan Zoet Water - samenwerkingsovereenkomst met het oog op de verwerving van de gronden van de camping Zoete Waters

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur.

          Besluit gemeenteraad van 31 augustus 2021 tot goedkeuring van het Masterplan Zoet Water.

          Besluit college van burgemeester en schepenen van 21 oktober 2021 mbt subsidieaanvraag verwervingen project Walden.

          Besluit gemeenteraad van 22 februari 2022 waarbij het college de opdracht krijgt de verwerving van de camping De Zoete Waters te onderzoeken.

          Feiten en context

          De gemeente heeft als eigenaar van bijna het volledige recreatiegebied belangrijke kaarten in handen voor de herontwikkeling. Twee puzzelstukken onderbreken echter nog. Het betreft een zonevreemde woning (rood omlijnd) en de camping Zoete Waters Caravaning (oranje omlijnd).

          Het strategisch project Walden zet in op het versterken van de open ruimte tussen het Meerdaalwoud en het Zoniënwoud, met het landbouwplateau van Duisburg en de valleien van Dijle, Laan, IJse en Voer. Het project geeft mee uitvoering aan de Brabantse Wouden (BW) : de ambitie om het Meerdaalwoud, Zoniënwoud en Hallerbos met elkaar te verbinden via de valleien van de meanderende rivieren van Dijle, Laan, IJse en Voer en via robuuste verbindingslandschappen over de landbouwplateaus. Om zo te leiden tot een voor bewoners, landbouwers en bezoekers florerend leefgebied en bestemming die op termijn kan uitgroeien tot een Nationaal Park.

          De inzet op de inrichting van de onthaalpoort ‘Zoet Water’ en een grensoverschrijdende onthaalpoort bij station Florival in de Dijlevallei - als toegang tot het toekomstig Nationaal Park Brabantse Wouden - maakte reeds deel uit van de aanvraag van het strategisch project.

          Op 31 augustus 2021 keurde de gemeenteraad het masterplan voor de ruimtelijke herontwikkeling Zoet Water goed. De verwerving gebeurt in functie van de realisatie van dit masterplan.

          Bij de opmaak van het masterplan bleek dat beide enclaves een samenhangende en ambitieuze herontwikkeling hypothekeren. Om deze reden werd hiervoor een aankoopbeleid voorgesteld binnen het project Walden. Een subsidieaanvraag werd ingediend in oktober 2021 (collegebeslissing 21/10/2021).

          Omwille van het sterk afgesloten karakter en de noodzaak hiervan voor de recreatieve verblijfsfunctie, vormt de camping een barrière in het gebied. De huidige inrichting sluit niet aan bij het beoogde groene karakter van de onthaalpoort en zorgt eveneens voor een ecologische breuk. Door de verwerving kan de structurerende langzaamverkeersverbinding, de zachte ruggengraat, en tevens de kortste route tussen de noordelijke en zuidelijke site gerealiseerd worden. Deze rijgt de verschillende programma’s die op deze site opgenomen zijn op een logische manier aan elkaar en verbindt deze met de onthaalinfrastructuur bij de Waversebaan. Door de verwerving van de campinggronden is er ruimte voor het creëren van een groene corridor en een open sportzone.

          Het masterplan Zoet Water heeft de noordelijke zone weerhouden als beste inplanting voor een sporthal. Het verwerven van de ontbrekende terreinen is een eerste noodzakelijke stap om deze piste concreet te maken. 

          Per brief heeft de raadsman van de eigenaars van de camping aan het college laten weten bereid te zijn om aan de gemeente te verkopen en een stappenplan daartoe af te spreken.

          De verwerving van de camping dient zorgvuldig voorbereid te worden. Zo moet er zicht komen op de financiële haalbaarheid van de verwerving, al dan niet met subsidie in het kader van Walden. Gezien de gemeente geen camping kan uitbaten, zal de gemeente verder  bijzondere aandacht schenken aan een gepaste begeleiding van de permanente bewoners naar een oplossing voor hun huisvesting.

          De gemeenteraad gaf het college de opdracht om de verwerving van de Camping Zoete Waters te onderzoeken.                                                                                      

          Argumentatie

          De raadsman van de eigenaars stelde een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst op om tot de verkoop te komen. Deze werd na een overleg tussen het college, de raadsman en de eigenaars, nog aangepast. 

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt de volgende samenwerkingsovereenkomst goed: 

          Verkoop van Camping Zoete Waters Caravaning aan gemeente Oud-Heverlee: samenwerkingsovereenkomst.

           

          Tussen de gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door:

          • Mevrouw Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad,
          • Mevrouw Marijke Pertz, algemeen directeur, enerzijds;

          En:

          • Betrokkene 1
          • Betrokkene 2

          hierna genoemd de verkopers, anderzijds;

          Is overeengekomen hetgeen volgt:

           

          De verkopers zijn de eigenaars van de camping Zoete Waters Caravaning. Gezien de gemeente in het kader van het Masterplan Zoet Water en het strategisch project Walden interesse heeft getoond in de verwerving van de gronden van de camping, hebben de eigenaars de intentie geuit om de uitbating stop te zetten en met de gemeente een stappenplan af te spreken om de verkoop te realiseren. Het komt dus gepast voor dat beide partijen een samenwerkingsovereenkomst afsluiten die tot doel heeft de wederzijdse engagementen vast te leggen in het verkoopproces.

           

          1) De verkopers uiten de intentie om te verkopen aan de gemeente Oud-Heverlee, het domein “Zoete Waters Caravaning” gelegen te 3050 Oud-Heverlee Waversebaan 141, kadastraal gekend als 1e Afdeling Oud-Heverlee, sectie D nrs. 22C, 18G, 18H, 23M, 23L, 16A, 15D, 15E, 15F, 14G en 14F.

           

          2) De uitbating van de camping wordt stopgezet door de verkopers op 30 juni 2023.

          Voor de percelen die op die datum nog niet leeg zijn, zullen de verkopers het nodige doen om deze leeg te maken tegen 31 december 2023, hetzij door indien nodig in rechte op te treden tegen de in gebreke blijvende huurders, hetzij door zelf te zorgen voor het leegmaken. De gemeente wil immers de campinguitbating niet verderzetten maar het gebied herbestemmen conform het Masterplan Zoet Water. De gemeente en het OCMW engageren zich ertoe de bewoners die niet zelfstandig een ander verblijfplaats kunnen vinden, daarbij te helpen.

           

          3) De verkoopprijs bedraagt 40 EUR per m2. Deze wordt betaald bij het verlijden van de notariële akte of minstens moet de verkoopprijs op de rekening van de notaris staan op het ogenblik van de ondertekening van de akte. De exacte oppervlakte wordt bepaald na de opmeting door de landmeter aangesteld door de gemeente. De verkoopprijs wordt verminderd met:

          - een forfaitair bedrag van 750 EUR per perceel waarop er funderingen, afscheidingen, elektriciteitskasten of bijgebouwen achterblijven op 31 december 2023.

          - een forfaitair bedrag van 2.000 EUR per perceel waarop een caravan of chalet achterblijft op 31 december 2023.

          - de kosten voor de uitvoering van een eventueel beschrijvend bodemonderzoek en  eventuele bodemsanering volgens de bepalingen van hoofdstuk III van titel III van het Bodemdecreet, op voorwaarde dat de verkopers door de OVAM worden aangeduid als saneringsplichtige en niet van de saneringsplicht vrijgesteld worden.

           

          4) de verkopers en de gemeente overleggen minstens driemaandelijks over de vooruitgang van de punten binnen deze samenwerkingsovereenkomst en verbinden zich ertoe het nodige te doen teneinde de doelstelling, met name het goedkeuren van de ontwerpakte in december 2022 en het verlijden van de akte in januari 2024, te realiseren.

           

          5) de gemeente stelt een notaris aan zodat de gemeenteraad in december 2022 de ontwerpakte kan goedkeuren en de akte kan verleden worden in januari 2024, eens vaststaat wat de uiteindelijke verkoopprijs is, berekend conform punt 3 hierboven.

           

          Artikel 2: De gemeenteraad stelt notaris Gwen Daniëls aan om een ontwerpakte op te stellen.

      • VrijeTijd

        • 581.16 - Nieuw zonaal Evenementen-reglement Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.

          Feiten en context

          Op 20 december 2021 kregen we onderstaande mail van de Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost : 

          In de zoneraad van 24 november 2021 werden de ontwerpen van het zonale horeca- en evenementenreglement goedgekeurd. Door deze beslissing dienen alle horecazaken en evenementen binnen de 32 gemeenten van onze zone die deze reglementen bekrachtigen te voldoen aan dezelfde voorschriften. Ook bieden deze nieuwe reglementen de mogelijkheid om bestaande verouderde politiereglementen op te heffen.

          Beide reglementen hebben een lange weg moeten afleggen. Vooreerst hebben  verschillende voorbesprekingen plaats gehad in het bestuur van de zone.  Daarna werden beide reglementen (omwille van corona) digitaal toegelicht aan de verschillende gemeenten en betrokken stakeholders. Op basis van verschillende reacties vanuit de gemeenten werden FAQ's opgesteld waarin bijkomende verduidelijkingen zijn opgenomen. 

          Wij verzoeken hierbij om beide reglementen te laten goedkeuren binnen jullie respectievelijke gemeenteraden en dit met ingang vanaf 1 juni 2022. 

          Argumentatie

          De dienst vrije tijd neemt kennis van beide reglementen en onderneemt volgende stappen :

          - volgen van info-avond in Tienen door de brandweer door Gert en Geertrui

          - bijeenkomst van de horeca-ondernemingen en de evenementen-verenigingen om dit reglement toe te lichten door een spreker van de brandweerzone in september 2022

          - doorsturen van de reglementen, ter kennisname, naar volgende adviesraden : jeugd, sport, cultuur, lokaal ondernemen

          - aanpassen van het evenementen-aanvraag-formulier met onderschrijving dat het evenementen-reglement werd gelezen en zal worden opgevolgd

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1 : De gemeenteraad keurt het nieuwe evenementen-reglement van de Hulpverleningszone Oost Vlaams Brabant goed :

          Hoofdstuk 1: Algemene voorwaarden


          1. Algemeen


          Dit hoofdstuk bepaalt de minimale veiligheidseisen waaraan tijdelijke inrichtingen en evenementen moeten voldoen om:
          - het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting van brand te voorkomen;
          - de veiligheid van de aanwezigen te waarborgen;
          - preventief het ingrijpen van de brandweer te vergemakkelijken


          Het exploiteren van een inrichting vermeld onder artikel 1.1 van deze reglementering is onderworpen aan een toelating af te leveren door de burgemeester, na advies van de brandweer.


          2. Toepassingsgebied


          Artikel 1.1
          Onverminderd de voorschriften van andere reglementeringen, vermeld in artikel 1.2, die van toepassing kunnen zijn, zijn de bepalingen van dit zonaal reglement van toepassing op alle tijdelijke inrichtingen waar het publiek kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart toegang heeft.
          Onder deze inrichtingen worden o.a. verstaan: tenten voor straatfeesten, buurtfeesten, muziekoptredens, tentoonstellingen, voorstellingen, enz...
          De algemene voorwaarden gelden voor alle evenementen met minder dan 3000 bezoekers.
          Indien er meer dan 3000 bezoekers gelijktijdig kunnen aanwezig zijn, wordt er, na aanvraag, een advies op maat door de brandweerzone afgeleverd.
          Artikel 1.2
          - De toepasselijke artikels van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB): art. 52 www.werk.belgie.be
          - Codex welzijn op het werk, Boek 3, Arbeidsplaatsen, Titel 2, Elektrische installaties www.werk.belgie.be
          - Codex welzijn op het werk, Boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 3, Brandpreventie op de arbeidsplaatsen www.werk.belgie.be
          - Codex welzijn op het werk, Boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 5, Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen www.werk.belgie.be
          - Codex welzijn op het werk, Boek 3, Arbeidsplaatsen, Titel 6, Veiligheids- en gezondheidssignalering www.werk.belgie.be
          - Koninklijk Besluit van 8 september 2019 tot vaststelling van:
          o Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning
          o Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning
          o Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische
          energie http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=593
          - De eventueel van toepassing zijnde politieverordening omtrent de brandveiligheid op evenementen en in horecazaken.
          - Vlarem II, Hoofdstuk 6.11, Verbranding in open lucht https://navigator.emis.vito.be/mijn-navigator?woId=62333
          - Wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmede geladen tuigen (BS 09.06.1956)
          - het Koninklijk besluit van 30 oktober 2015 betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen
          - Koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen
          - Het KB van 18 juni 2013 betreffende de uitbating van kermistoestellen
          - De norm EN-13782 tijdelijke constructies, tenten en veiligheid
          - Voor evenementen waarvoor geen geldende voorschriften voorhanden zijn, zal de brandweerzone veiligheidsmaatregelen adviseren steunend op de geest en de logica van de wetgeving en hun beroepservaring


          3. Terminologie


          Artikel 1.3
          Voor de terminologie (indien van toepassing) wordt verwezen naar bijlage 1 van het K.B. van 7 juli 1994 en latere wijzigingen tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen.
          Artikel 1.4
          Voor de classificatie inzake reactie bij brand van de materialen wordt verwezen naar bijlage 5/1 van het koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. De reactie bij brand van een bouwmateriaal is het geheel van eigenschappen van dit bouwmateriaal met betrekking tot zijn invloed op het ontstaan en op de ontwikkeling van een brand.
          Artikel 1.5
          Onder netto-oppervlakte van een inrichting wordt verstaan de oppervlakte van een inrichting toegankelijk voor het publiek, verminderd met de oppervlakte van de tapkasten, podiums, vestiaires en sanitair.
          Artikel 1.6
          De nuttige breedte van een vluchtruimte (trappen, overlopen, sassen, evacuatiewegen, vluchtterrassen, ...) is de vrije breedte zonder enige hindernis tot op een hoogte van ten minste 2 m.
          Artikel 1.7
          Terrasverwarmer: vast gemonteerde en/of tijdelijk opgestelde verwarmingstoestellen die bedoeld zijn om de buitenlucht op te warmen (zoals warmtestralers, infraroodstralers, patio heaters, …) en ongeacht of deze op elektriciteit, aardgas of vloeibaar gemaakte petroleumgassen werken.
          Artikel 1.8
          Feesttent: een tent of een aaneenschakeling van verschillende tenten met een oppervlakte groter dan 100m² waar bezoekers worden toegelaten.


          Hoofdstuk 2: Maximaal toegelaten aanwezigen


          Artikel 2.1
          Het aantal toegelaten personen in een inrichting is afhankelijk van de netto oppervlakte:
          o het minimum aantal toegelaten personen bedraagt 1.4 personen per m²;
          o het maximum aantal toegelaten personen bedraagt 2.5 personen per m²;
          De organisator bepaalt hoeveel personen hij wil toelaten rekening houdend met het opgelegde minimum en maximum. In functie van het aantal toegelaten personen, bepaald door de organisator, wordt het minimum aantal uitgangen bepaald op basis van artikel 4.1.
          Artikel 2.2
          De exploitant en eventuele organisatoren zullen maatregelen (o.a. beperking aantal toegangskaarten, telsysteem, ...) nemen om ten alle tijde overschrijding van dit aantal te voorkomen.


          Hoofdstuk 3: Inplanting en toegangswegen
          Artikel 3.1
          De brandweer moet op elk moment het evenement kunnen bereiken. Hiervoor moet er een minimale vrije doorgang van 4 m breedte en 4 m hoogte voor het opstellen en doorlaten van de brandweervoertuigen voorzien worden.
          Artikel 3.2
          De toegangswegen zijn zo aangelegd dat deze een vrachtwagen van 15 ton kunnen dragen.
          Artikel 3.3
          Indien er bochten aanwezig zijn in de toegangswegen moeten deze minimaal volgende eigenschappen bezitten: 11 m draaicirkel aan de binnenkant en 15 m aan de buitenkant.
          Artikel 3.4
          Er mogen tafels, stoelen, luifels, bloembakken en vuilnisbakken geplaatst worden in de vrije doorgang op voorwaarde dat deze onmiddellijk kunnen verwijderd worden. Er moet echter steeds een minimale doorgang van 2.5 meter zonder obstakels vrij blijven.
          Artikel 3.5
          De aanwezige hydranten en waterwinplaatsen moeten steeds vrij bereikbaar zijn voor interventievoertuigen.
          Artikel 3.6
          Het evenement (tent of afgebakend terrein) mag maximaal 60 m verwijderd zijn van een verharde opstelplaats.
          Artikel 3.7
          De bereikbaarheid van andere gebouwen mag niet in het gedrang komen door de opstelling van het evenement.


          Hoofdstuk 4: Evacuatie


          1. Algemeen


          Artikel 4.1
          Elke inrichting moet minstens:
          o 1 uitgang hebben bij een bezetting van minder dan 100 personen;
          o 2 uitgangen (diagonaal) hebben bij een bezetting van 100 tot 499 personen;
          o 2+n uitgangen hebben waarbij n het geheel is onmiddellijk groter dan de deling door 1000 van de maximale bezetting van de tent
          Het minimum aantal uitgangen kan door de brandweer verhoogd worden in functie van de maximale bezetting en/of de inrichting (vorm) evenals van de activiteiten die er zullen plaatsvinden.
          Artikel 4.2
          De uitgangswegen, uitgangen en deuren moeten een totale nuttige breedte hebben die tenminste gelijk is, in centimeters, aan het aantal personen die ze moeten gebruiken om de uitgangen te bereiken. Indien aanwezig, moeten de trappen een totale nuttige breedte hebben die tenminste gelijk is, in centimeters, aan dat getal vermenigvuldigd met 1,25 indien ze afdalen naar de uitgang, en vermenigvuldigd met 2 indien ze stijgen naar de uitgang.
          Een afwijking op artikel 4.1 en 4.2 kan worden toegestaan indien de organisator kan aantonen dat de effectiviteit van de ontruiming minimaal gelijkwaardig is. Het bewijs hiervan kan geleverd worden door middel van een evacuatiestudie.
          Artikel 4.3
          Uitgangen zijn minimum 80 cm breed. De vrije hoogte is minimum 200 cm over de gehele breedte (let op met tentflappen). De uitgangen moeten gelijkmatig verdeeld zijn over de te gebruiken ruimte om een veilige evacuatie te garanderen van alle aanwezigen. De uitgangen moeten volledig vrij zijn en leiden steeds rechtstreeks naar de openbare weg of een gelijkaardige veilige plaats. Ze mogen niet door andere ruimten, gebouwen of inrichtingen passeren. De deuren draaien open in de vluchtzin of moeten in geopende stand kunnen worden geblokkeerd. Draaideuren zijn verboden.
          Artikel 4.4
          Tijdelijke inrichtingen die verduisterd worden of die na het intreden van de duisternis gebruikt worden moeten voorzien worden van veiligheidsverlichting. De veiligheidsverlichting die een voldoende lichtsterkte heeft om een veilige ontruiming mogelijk te maken. De veiligheidsverlichting moet automatisch en onmiddellijk in werking treden bij het uitvallen van de gewone verlichting; zij moet minstens ½ uur zonder onderbreking kunnen functioneren. De veiligheidsverlichting moet minstens een lichtsterkte hebben van 1 lux ter hoogte van de grond.
          Een alternatief voor veiligheidsverlichting kan een ontdubbelde energievoorziening zijn.
          Artikel 4.5
          Indien de openbare verlichting onvoldoende is, moet buiten de inrichting gezorgd worden voor verlichtingspunten nabij de in - en uitgangen en vluchtwegen.
          Artikel 4.6
          De af te leggen afstand vanuit elk punt van de inrichting tot aan de dichtstbijzijnde uitgang bedraagt maximaal 30 m. Bij een trap wordt de horizontaal afgelegde afstand berekend door de te overbruggen verticale hoogte te vermenigvuldigen met 2.5. De aanwezige trappen moeten een veilige evacuatie van de gebruikers toelaten.
          Artikel 4.7
          Alle aanwezigen dienen in geval van een incident (brand, gaslek, enz…) op de hoogte gebracht te worden dat ze het evenement dienen te verlaten. In functie van de bezetting, configuratie en aard van het evenement is een gepaste alarmering voorzien. Indien de elektrische voeding gegarandeerd is, kan de geluidsinstallatie gebruikt worden.
          Artikel 4.8
          Signalisatie van de vluchtwegen dient aangebracht te worden. Deze signalisatie is voor iedereen duidelijk zichtbaar en dient te beantwoorden aan de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering. Voor openluchtevenementen is signalisatie noodzakelijk indien de configuratie, bezettingsgraad of grootte van het evenement dit vereist.
          Artikel 4.9
          De uitgangen moeten onder toezicht staan van een bevoegd persoon (bv security of organisator) die de vlotte doorgang kan verzekeren.
          Artikel 4.10
          Er moet een evacuatieplaats worden afgesproken waar de bezoekers in veiligheid gebracht kunnen worden.
          Artikel 4.11
          Er moet een EHBO post voorzien worden door de organisatie. Deze is aangepast aan de noden van de bezoekers en moet minimaal bestaan uit een verbandkist en één persoon met een EHBO opleiding.


          2. Zitplaatsen/tafels


          Artikel 4.12
          Niet vaste zitplaatsen en tribunes mogen in rijen van maximaal 10 worden opgesteld indien ze over 1 vluchtweg beschikken. Het aantal zitplaatsen mag verhoogd worden naar 20 indien men over 2 vluchtwegen beschikt.
          Artikel 4.13
          De minimale afstand tussen twee rijen stoelen bedraagt 45 cm gemeten tussen de rugleuning en de voorkant van het zitvlak van de volgende stoel
          Artikel 4.14
          Om een vlotte circulatie bij gebruik en eventuele evacuatie te garanderen, adviseert de brandweer om de zitplaatsen voor toeschouwers per rij aan elkaar te bevestigen. Een afwijking op dit principe kan worden toegestaan als de organisator kan aantonen dat de effectiviteit van de ontruiming minimaal gelijkwaardig is.
          Artikel 4.15
          Er moet minimaal 1,2 m afstand gelaten worden tussen twee rijen tafels.


          Hoofdstuk 5: Blusmiddelen


          Artikel 5.1
          De brandweer bepaalt de blusmiddelen in functie van de aard en de omvang van het gevaar.
          Draagbare blustoestellen van het type 6 kg poeder ABC of van het type 6 liter water/schuim met minimaal 1 bluséénheid, dienen voorzien te worden à rato van:
          · feesttent of gebouw: 1 snelblusser per 150 m²
          · promostand of kramen: 1 snelblusser bij veel brandbaar materiaal (vb. kledij,
          papier, kaarsen..) elektrische installatie, licht ontvlambare producten, installaties met open vlam, gebruik verwarmingstoestel
          · eetkramen/foodtrucks: 1 snelblusser
          Bij een verhoogd risico bepaalt de brandweer de blusmiddelen. In functie van de bezetting en de risico’s kan een brandwacht verplicht worden.
          Artikel 5.2
          De brandblussers moeten goed onderhouden zijn, een jaarlijkse keuring ondergaan, gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld zijn over de gebruikte oppervlakte.
          Artikel 5.3
          De brandblussers moeten worden aangeduid met pictogrammen.
          Artikel 5.4
          Brandblussers worden bij voorkeur aangebracht op plaatsen waar de organisatie deze makkelijk kan bereiken of waar er bijzondere risico’s zijn (bij in- uitgangen, podia, togen, standen, elektriciteitskasten…).
          Artikel 5.5
          Brandblussers worden best evenredig verdeeld over de gehele oppervlakte


          Hoofdstuk 6: Veiligheidsmaatregelen en afspraken


          Artikel 6.1
          De organisatie moet een inplantings- en omgevingsplan voorleggen indien het evenement wordt georganiseerd in openlucht, tent of gebouw (niet horeca). Het inplantingsplan bevat minimaal volgende items:
          · plan op schaal 1/50
          · een legende
          · opstellingen (tenten, podia…)
          · evacuatiewegen en nooduitgangen
          · hulpposten indien aanwezig
          · nutsaansluitingen ( gas(flessen opslag), water, elektriciteit)
          · blusmiddelen
          · eventueel bijzondere risico’s ( vuurwerk, drukpatronen, andere..)
          Het omgevingsplan bevat minimaal volgende zaken:
          · plan op schaal 1/200
          · een legende
          · omliggende straten, eventuele parkings, busstelplaatsen
          · hydranten
          · afgesloten straten of straten met éénrichtingsverkeer
          Artikel 6.2
          De organisator en alle medewerkers moeten duidelijke instructies ontvangen over de taakverdeling bij brand of ander incident en over het gebruik van de brandbestrijdingsmiddelen. Er moet een veiligheidsverantwoordelijke worden aangeduid die de brandweer begeleidt bij een eventueel incident. Naam en telefoonnummer dient doorgegeven te worden aan de brandweer.
          Artikel 6.3
          Een geldige verzekering tegen brand en burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden (evenementenpolis) dient te zijn afgesloten.
          Artikel 6.4
          Er dient een risicoanalyse te worden gemaakt. De risico’s en de veiligheidsmaatregelen om deze risico’s te beperken moeten worden opgesomd (kookvuren, massa volk, elektriciteit,….). Er dienen ook scenario’s te worden opgesteld voor de meest waarschijnlijke incidenten.
          Volgende zaken moeten hierin opgenomen worden:
          · Lijst verantwoordelijken
          · Lijst van veiligheidsmaatregelen
          · Type incident (niet limitatief brand, onweer, massahysterie, elektrocutie…)
          · Te ondernemen acties bij een incident
          · Taakverdeling van de medewerkers bij een incident
          · Verzamellocatie
          Artikel 6.5
          In elke inrichting dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor de bevoegde personen.
          Dit register bevat informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen:
          o keuringsverslagen;
          o verzekeringspolis en attest burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering tegen brand en
          ontploffing (KB. van 28 februari 1990)
          Artikel 6.6
          De exploitant zal ten alle tijde tot de inrichting toelating verlenen aan de burgemeester en de bevoegde ambtenaren.


          Hoofdstuk 7: Elektrische installaties


          Artikel 7.1
          De algemene verlichting van tenten en/of kramen en gebouwen mag alleen elektrisch gebeuren.
          Artikel 7.2
          De stroomgroepen (inclusief aarding), elektrische verdeel- en werfkasten dienen na aansluiting ter plaatse gekeurd te worden. Een positief keuringsattest van de elektrische installatie afgeleverd door een erkende dienst voor technische controle moet kunnen voorgelegd worden (in veiligheidsdossier).
          Artikel 7.3
          Alle elektrische toestellen en verlengsnoeren moeten een CEBEC-keuringslabel dragen.
          Artikel 7.4
          Stopcontacten en stekkerdozen moeten worden afgedekt of beschermd tegen vocht.
          Artikel 7.5
          Verlengkabels dienen steeds volledig afgerold te worden en hebben een beschermingsgraad van minimum IP 44. Deze verlengkabels hebben een maximum lengte van 50 meter en een minimumdoorsnede van 2.5 mm².
          Artikel 7.6
          Elke elektrische installatie dient gekeurd door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC). Hieruit moet blijken dat de inrichting voldoet aan de geldende wettelijke en reglementaire teksten, evenals aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties. De installatie wordt pas in gebruik genomen wanneer een attest zonder inbreuken wordt voorgelegd aan de brandweer. Bij gebruik van bestaande elektrische installaties (werfkasten, huishoudelijke installaties, e.d. ) < 40 ampère dient geen aparte elektrische keuring plaats te vinden. De bestaande installatie dient conform de geldende wettelijke reglementering te zijn. Het elektrische keuringsattest van een private woning mag maximum 25 jaar oud zijn. Voor een werfkast bedraagt deze termijn 5 jaar.


          Hoofdstuk 8: Varia


          Decoratie
          Artikel 8.1
          Alle aangebrachte versieringen mogen geen bijzonder risico voor de (brand)veiligheid met zich meebrengen. Het gebruik van brandbare versieringen in feesttenten en gebouwen is verboden.
          Artikel 8.2
          Versieringen mogen nergens de vrije doorgang beperken (noch in de breedte, noch in de hoogte). Vrije doorgang voor personen = 200 cm hoog (flappen van tenten). Vrije doorgang voor de hulpdiensten = 4 m breed en 4 m hoog (spandoeken).
          Artikel 8.3
          Decoratie moet minimaal 60 cm verwijderd zijn van de warmtebronnen.
          Artikel 8.4
          Kerstbomen zijn binnen toegelaten als decoratie op voorwaarde dat:
          · de kerstboom een kluit heeft (of brandvertragend is bij valse bomen)
          · deze bomen niet opgesteld staan aan de uitgang of in de vluchtwegen
          Artikel 8.5 Pyrotechnisch materiaal & special effects
          Het gebruik van pyrotechnisch materiaal of speciale effecten mag geen bijkomende brandrisico’s veroorzaken.
          Artikel 8.6 Ballonnen
          Thaise lampion is verboden.

          Deel 2: Specifieke voorwaarden:

          Hoofdstuk 9: Gebouwen


          Artikel 9.1
          Gebouwen die in dagelijks gebruik dienen als horecazaak moeten voldoen aan het zonaal horecareglement en beschikken over een recente brandweerkeuring zonder opmerkingen (maximaal 5 jaar oud).
          Artikel 9.2
          Gebouwen die in dagelijks gebruik geen dienst doen als horecazaak moeten voldoen aan de eisen opgesteld in de algemene voorwaarden van dit reglement. Deze gebouwen dienen voorafgaand aan het evenement gekeurd te worden door de brandweer op basis van het zonaal evenementenreglement. De brandweer kan in functie van het risico bijkomende voorwaarden opleggen. Deze keuring is dan op zijn beurt 5 jaar geldig.


          Hoofdstuk 10: Feesttenten


          Artikel 10.1
          Bij de opstelling van de tent(en) dient er rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen zoals hoogspanning, aardgas, windmolens, stellingen, lichtmasten, bomen, enz.
          Artikel 10.2
          De organisator moet een tentboek kunnen voorleggen waarin volgende punten worden vermeld:
          o Naam leverancier , fabrikant
          o Naam van eigenaar of verhuurder
          o Constructieve berekening en beschrijving van de tent
          o Vermelding of er extra gewicht in mag hangen en waar en hoe deze bevestigd mag worden
          o Vermelding tot welke weerssituatie (wind, sneeuw, …) verblijf in de tent veilig is
          o Tekening van de tent in maximale vorm en alle tussenvormen
          o Conformiteitsverklaring van brandgedrag tentdoek
          o Vermelding of de masten al of niet verankerd moeten worden.
          Artikel 10.3
          Feesttenten moeten bestaan uit moeilijk ontvlambare materialen. Om dit te bewijzen moet een attest worden voorgelegd. De volgende attesten worden aanvaard: A2 , M2 , Europese brandklasse C s1 d0 of beter, DIN 4102 klasse B1, Amerikaans norm CPAI 84 of NFPA 701,… andere attesten kunnen in overweging genomen worden.
          Artikel 10.4
          De donkere ruimtes rondom de feesttent en de eventuele vluchtwegen naar de openbare weg moeten verlicht zijn
          Artikel 10.5
          De brandweer adviseert om vaste deurconstructies te gebruiken voor alle uitgangen en nooduitgangen die door het publiek gebruikt worden.
          Artikel 10.6
          Uitgangen moeten steeds vrij zijn. Spantouwen en hun bevestigingspunten mogen de evacuatie niet hinderen.
          Artikel 10.7
          Opslagplaatsen voor brandstoffen en gasflessen dienen zich steeds buiten de tenten te bevinden.
          Alle gasflessen, zowel lege als reserve flessen, worden op een veilige locatie opgeslagen met in acht name van:
          o de locatie is afgesloten voor publiek en voorzien van voldoende verluchting;
          o de gasflessen dienen beschut te worden tegen inwerking van zonnestralen, warmtestraling, convectie en conductie van verbruikstoestellen;
          o de gasflessen moeten op minstens 3 meter afstand geplaatst worden van kelderopeningen, rioolmonden, en andere lager gelegen gronden of lokalen zodanig dat ophoping van gassen vermeden wordt;
          o conventionele pictogrammen van open vuur – en rookverbod worden voorzien;
          o lege gasflessen worden gescheiden van volle;
          o de gasflessen worden voorzien van een inrichting die het omvallen belet;
          o maximum te stockeren hoeveelheid: 300 liter tot vloeistof verdicht gas;
          o opslag van lege flessen gebeurt steeds met gesloten afsluiter;
          o de uiteindelijke toewijzing van een stockageplaats dient aangegeven te worden op het inplantingsplan;
          o De afsluiters van de gasflessen dienen altijd bereikbaar te zijn
          Artikel 10.8 Luchtkanonnen
          In een tent is het gebruik van direct gestookte hete luchtkanonnen verboden. Het verbrandingstoestel moet buiten de tent op een veilige en afgeschermde plaats opgesteld
          worden. De rugzijde of de zijkanten van warmte blazers moeten minstens 1 m verwijderd zijn van het tentzeil of brandbare materialen. Wanneer de uitblaaslucht warmer is dan 40°C, moet de afstand tussen elke uitblaasmond en een brandbare stof minstens 2 meter bedragen.
          Artikel 10.9 Buitenverwarmingstoestellen
          Buitenverwarmingstoestellen moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en materialen opgesteld staan of er zodanig van afgezonderd zijn dat brandgevaar of aanraking voorkomen wordt. Deze toestellen moeten veilig opgesteld zijn en mogen de ontruiming niet belemmeren. Ieder verbruikstoestel moet een CE markering bezitten.
          Bij het gebruik van mobiele verwarmingstoestellen op gas moeten deze voorzien zijn van:
          · een goed zichtbare gasafsluitkraan binnen handbereik,
          · een vlambeveiliging, waarbij de gastoevoer naar de branders automatisch wordt afgesloten van zodra de vlam uitgaat,
          · een omvalbeveiliging, waarbij de gastoevoer automatisch wordt afgesloten wanneer het toestel omvalt,
          · de gaskraan moet uitgerust zijn van een “laagstand”-ontsteker, waardoor het toestel enkel kan aangezet worden bij laagstand, d.i. een stand waarbij de gastoevoer niet volledig open staat,
          De feesttent moet beschikken over voldoende rechtstreekse buitenverluchting.
          Artikel 10.10
          Een friteuse en een kook- of verwarmingstoestel met open vlam is toegelaten indien het keukencompartiment volledig is afgeschermd met brandvertragend materiaal (doeken, zeilen minimaal A2, M2, C s1 d0 of beter)
          Artikel 10.11
          Open vuur in of nabij de tent(en) is verboden. De aanwezigheid van sfeerkaarsen (stabiele ondergrond/ onbrandbaar omhulsel) is op de tafels toegestaan.
          Artikel 10.12 Pyrotechnisch materiaal & special effects
          Het gebruik van pyrotechnisch materiaal of speciale effecten mag geen bijkomende brandrisico’s veroorzaken.


          Hoofdstuk 11: Standen/eetkramen/foodtrucks


          1 Algemeen


          Artikel 11.1
          Verwarmingstoestellen zijn toegestaan op voorwaarde dat ze elektrisch en/of op gas zijn
          Artikel 11.2
          Verwarmingstoestellen moeten zo worden opgesteld, dat onopzettelijk contact van personen, in het bijzonder kinderen, en omstoten, onmogelijk is. Deze toestellen zijn minstens 60 cm verwijderd van elk brandbaar materiaal.
          Artikel 11.3
          Alle standen en kramen moeten op minimaal 80 cm van mogelijke gevels of uitkragingen (trappen, dorpels) geplaatst worden.
          Artikel 11.4
          Aaneengesloten rijen van standen en kramen moeten minimaal om de 30 m onderbroken worden. De minimale doorgang tussen de twee rijen moet dan 1.2 m bedragen
          Artikel 11.5
          Bij het gebruik van gasflessen moeten minimaal volgende maatregelen gerespecteerd worden:
          o Gasflessen dienen gekeurd te zijn (de gangbare geldigheid van een gasfles is 10 jaar) en worden voorzien van een adequate ontspanner (propaan, butaan). Alle gasflessen moeten steeds rechtop staan en worden vastgemaakt zodat omvallen onmogelijk is.
          o De gasflessen die in gebruik zijn, worden bij voorkeur buiten opgesteld (uit de zon). Indien dit omwille van technische redenen niet mogelijk is, moet er steeds een lage verluchting voorzien worden om ophoping van gassen te vermijden.
          o Niet-gebruikte flessen worden steeds in openlucht en in een afgebakende zone opgesteld. Lege en volle flessen worden van elkaar gescheiden.
          o Reserveflessen moeten buiten de tenten/eetkramen op een voor het publiek afgeschermde plaats( kan bv achter een tent zijn) bewaard worden. De hoeveelheid reserveflessen moet beperkt blijven tot het dagverbruik (max. 1 per gaspit, maximaal 3 in totaal).
          o Gastoevoerleidingen moeten zich in goede staat bevinden, mogen maximaal 5 jaar oud zijn, hebben bij voorkeur een maximum lengte van 2 m en dienen met spanbeugels bevestigd te worden.
          o Voor gebruiksinstallaties op butaan of propaan mogen geen andere slangen gebruikt worden dan deze die aanvaard zijn voor vloeibaar gemaakte petroleumgassen in de gasfase. Op de slangen zijn leesbare, onuitwisbare markeringen aangebracht met maximum 1 meter afstand tussen elke markering. Bij deze markeringen staat tenminste de waarde van de maximale werkdruk (min. 15 bar), alsook het fabricagejaar, het merk of logo van de fabrikant en de aard van het gas waarvoor de slang mag gebruikt worden. Meer info te vinden op de website: www.febupro.be


          2 Eetkramen


          Artikel 11.6
          Eetkramen binnen een gebouw worden niet toegestaan. Enkel in een daarvoor speciaal voorziene keuken kan er worden gekookt. Catering (warm houden) van reeds bereid voedsel wordt wel toegelaten in gebouwen.
          Artikel 11.7
          De tenten waarin eetkramen zijn ondergebracht moeten bestaan uit moeilijk ontvlambaar materiaal. Om dit te bewijzen moet een attest worden voorgelegd. De volgende attesten worden aanvaard: A2 , M2 , Europese brandklasse C s1 d0 of beter , DIN 4102 klasse B1, Amerikaans norm CPAI 84 of NFPA 701. Indien het gaat om een zogenaamde partytent of een niet geattesteerde tent (maximale afmeting 5m op 5m) moet deze tent niet voldoen aan deze eisen op voorwaarde dat ze langs minimaal 2 zijden geopend zijn (zeilloos) en er geen obstakels geplaatst zijn in deze openingen.
          Artikel 11.8
          Een kooktoestel (friteuse, bakplaat, bbq…) moet zo worden opgesteld dat, onopzettelijk contact van personen, in het bijzonder kinderen en omstoten, onmogelijk is. Het toestel moet ten minste 1.2 m van brandbare materialen en gebouwen worden geplaatst of er zodanig van worden afgescheiden dat brandgevaar wordt voorkomen. De kooktoestellen moeten worden opgesteld op een onbrandbare plaat (pleisterplaat, metaal,…)
          Artikel 11.9
          Bij een barbecue is het gebruik van vloeibare brandstoffen verboden.
          Artikel 11.10
          Elke frituurpan, BBQ, bak- en braadtoestel moet voorzien zijn van een metalen deksel of een voldoend groot branddeken ter beschikking hebben.
          3 Foodtrucks
          Artikel 11.11
          Foodtrucks dienen op een veilige afstand ten opzichte van gebouwen en omliggende constructies opgesteld te worden om brandoverslag te vermijden.
          Artikel 11.12
          De elektrische- en/of gasinstallatie van een foodtruck dient jaarlijks gekeurd te worden door een erkende dienst voor technische controle. Een afschrift van dit verslag dient aanwezig te zijn in het voertuig.


          Hoofdstuk 12: Kampvuur


          Artikel 12.1
          Er mag enkel onbewerkt hout gebruikt worden. De hoeveelheid dient beperkt gehouden te worden. Het verbranden van goederen (autobanden, rubber enz.) die giftige dampen en een enorme rookontwikkeling tot gevolg hebben is verboden.
          Artikel 12.2
          Het gebruik van brandversnellers (benzine e.d.) voor het aansteken van het vuur wordt verboden.
          Artikel 12.3
          De minimale afstand van het kampvuur tot begroeiing bedraagt 25 m. De minimale afstand tot huizen bedraagt 100 meter.
          Artikel 12.4
          De brandhaard mag zich niet verder dan 60 m bevinden van een plaats waar de brandweervoertuigen zich kunnen opstellen.
          Artikel 12.5
          De persoon die het vuur aansteekt mag geen snel brandbare kledij dragen (vb: polyester houdende kledij,..)
          Artikel 12.6
          Rond het vuur wordt een zone van tenminste 2 m vrijgemaakt van alle takken, twijgen, dode bladeren en van ieder brandbaar materiaal. Er kan best een stuk uitgegraven worden om dit te bekomen. Indien men niet uitgraaft, moet het gras op regelmatige tijdstippen bevochtigd worden
          Artikel 12.7
          De voorraad te verbranden hout of bomen wordt opgeslagen op minimum 8 m van de vuurhaard om overslag van het vuur te vermijden.
          Artikel 12.8
          De organisator dient alle maatregelen te nemen zowel in de hem toegewezen ruimte als in de onmiddellijke omgeving teneinde te voorkomen dat het publiek getroffen zou worden door gensters van de hout- of kerstboomverbranding.
          Artikel 12.9
          De toeschouwers dienen op een veilige afstand te blijven van de houtverbranding. Het kwadraat van de hoogte van de houtstapel is de vuistregel
          Artikel 12.10
          De hoogte en grondoppervlakte van de houtstapels moet, in functie van de locatie en omgeving, beperkt blijven om brandoverslag te vermijden.
          Artikel 12.11
          De organisator dient de verbranding af te lasten indien de weersomstandigheden niet gunstig zijn en de verbranding een te groot gevaar betekent voor het publiek en de omgeving (vb. neerkomen van vuurgensters op daken of in het publiek). Bij windsterkte hoger dan 4 beaufort
          (20 – 28 km/uur) worden geen kampvuren toegestaan.
          Artikel 12.12
          De organisator voorziet minimaal 2 bluséénheden van het type 6 kg ABC poeder of 6 liter AFFF waterschuim (conform de normenreeks EN 3), enkele schoppen en emmers gevuld met water of een waterslang. Best wordt een blusploeg opgericht zodat op een correcte en veilige manier met de blustoestellen wordt omgegaan.
          Artikel 12.13

          De verbranding staat permanent onder toezicht van de verantwoordelijke organisator tot volledige uitdoving van het vuur. Na de uitdoving van het vuur worden de vuurresten zorgvuldig met aarde of zand bedekt of overvloedig met water overgoten. De organisator doet een controleronde om hierop toe te zien.
          Artikel 12.14
          De organisator dient eveneens te beschikken over een telefoontoestel (of GSM) voor een eventuele melding aan de brandweer.
          Artikel 12.15
          De hout- of kerstboomverbranding mag geen enkele invloed hebben op de evacuatie van de in de omgeving liggende gebouwen.
          Artikel 12.16
          De omwonenden van het terrein waarop de verbranding plaatsvindt, worden door de organisator tijdig in kennis gesteld van de activiteit.
          Artikel 12.17
          Er moet minimaal 1 verbandkist (EHBO) aanwezig zijn. Hierin wordt medisch materiaal voorzien voor de behandeling van brandwonden.
          Artikel 12.18
          De organisator moet in het bezit zijn van de toelating van de burgemeester voor het maken van een open vuur.
          Artikel 12.19
          Bij extreme droogte dient de brandweer te worden geraadpleegd voor de aanvang van het evenement.


          Hoofdstuk 13: Vuurkorven


          Artikel 13.1 Algemeen
          Vuurkorven met een diameter groter dan 60 cm of hoger dan 90 cm - dit is groter dan een 208 liter of 55 gallon olievat - zijn niet toegestaan.
          Artikel 13.2 Opstelling vuurkorf
          · Een vuurmand moet zodanig worden opgesteld dat ze niet kan worden omgestoten
          · Ze moet op voldoende afstand (ten minste 1.2 meter) van brandbare materialen en gebouwen worden geplaatst of er zodanig van worden afgescheiden dat brandgevaar wordt voorkomen.
          · De ondergrond waarop de vuurkorf staat moet vrij zijn van brandbare materialen
          · De vuurkorf moet zodanig worden opgesteld of afgeschermd dat onopzettelijk contact van personen, en in het bijzonder kinderen, met de vuurkorf of het vuur onmogelijk is
          · De vuurkorf mag niet worden opgesteld in de vrije doorgang
          · Een vuurkorf is verboden in een tijdelijke inrichting (kraam, tent, container, wagen, kermisexploitatie, podium, tribune of gelijkaardig).
          Artikel 13.3 Brandstof
          Slechts onbehandeld hout of een andere vaste natuurlijke brandstof, zoals steenkool of houtskool, is toegestaan. De opslag moet steeds buiten het bereik van het publiek gebeuren. De opslagplaatsen moeten vlot bereikbaar zijn voor de brandweer.
          Artikel 13.4
          Per groep van 4 vuurkorven dient er ten minste 1 brandblusser (6 kg ABC poeder of 6 liter AFFF waterschuim, conform de normreeks EN 3) beschikbaar zijn. Deze brandblusser komt bovenop de verplichte snelblusser vermeld in hoofdstuk 5 van dit reglement. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen.
          Artikel 13.5
          Bij extreme droogte dient de brandweer te worden geraadpleegd voor de aanvang van het evenement.
          Meer info te vinden op de website: https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg
          Artikel 13.6
          Bij een windsterkte hoger dan 4 beaufort (windsnelheden tussen 20 en 28 km/uur) zijn vuurkorven verboden. Meer info te vinden op de website: https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg


          Hoofdstuk 14: Fakkels


          Op een vaste plaats opgesteld

          Artikel 14.1
          Houders van sfeerverlichting moeten zodanig worden opgesteld dat ze niet kunnen worden omgestoten. Deze moeten op ten minste 1,2 m van brandbare materialen en gebouwen wordengeplaatst of er zodanig van worden afgescheiden dat brandgevaar wordt voorkomen. De ondergrond moet vrij zijn van brandbare materialen.
          Artikel 14.2
          Sfeerverlichting op basis van verbranding moet zodanig worden opgesteld, of afgeschermd, dat onopzettelijk contact van personen en in het bijzonder kinderen, met de houder of het vuur onmogelijk is. De houder mag niet worden opgesteld in de vrije doorgang. Het gebruik van vloeibare brandstoffen is verboden.
          Artikel 14.3
          De ondergrond waarop de kaars of fakkel staat moet vrij zijn van brandbare materialen Bij voorkeur wordt ze op een brandvrije plaat geplaatst (vb: ijzer of pleisterplaat)
          Artikel 14.4
          Fakkels mogen nooit onbeheerd achterblijven en moeten steeds bij het einde van het evenement worden gedoofd. De organisator voert een controle uit op het einde van het evenement.
          Artikel 14.5
          Per groep van 8 fakkels dient er ten minste 1 brandblusser (6 kg ABC poeder of 6 liter AFFF waterschuim, conform de normreeks EN 3) beschikbaar zijn. Deze brandblusser komt bovenop de verplichte snelblusser vermeld in hoofdstuk 5 van dit reglement. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen.
          Artikel 14.6
          Bij extreme droogte dient de brandweer te worden geraadpleegd voor de aanvang van het evenement.
          Meer info te vinden op de website: https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg
          Artikel 14.7
          Bij een windsterkte hoger dan 4 beaufort (windsnelheden tussen 20 en 28 km/uur) zijn fakkels verboden. Meer info te vinden op de website: https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg


          Op wandelingen en fakkeltochten


          Artikel 14.8

          De organisator doet het nodige opdat onopzettelijk contact van personen, en in het bijzonder kinderen, met het vuur wordt vermeden.
          Artikel 14.9
          Sfeerverlichting op basis van verbranding is verboden in een tijdelijke inrichting (kraam, tent, container, wagen, kermisexploitatie, podium, tribune of gelijkaardig) die publiek toegankelijk is.
          Fakkels zijn niet toegelaten in publiek toegankelijke inrichtingen.
          Artikel 14.10
          Het gebruik van vloeibare brandstoffen is verboden.
          Artikel 14.11
          Tijdens de wandeling, tocht of manifestatie wordt door een medewerker een branddeken en materiaal (EHBO koffer) voor het verzorgen van kleine brandwonden meegedragen.
          Artikel 14.12
          Met het oog op het melden van brand of een ongeval moet tijdens de wandeling, tocht of manifestatie door een medewerker een mobiel telefoontoestel worden meegedragen. De medewerker heeft de oproepnummers van brandweer en ziekenwagen (112), politie (101), en eventuele andere hulpdiensten (EHBO-medewerker van het evenement) ter beschikking. De medewerker is op de hoogte van de te volgen route en de verschillende locaties die worden
          aangedaan.
          Artikel 14.13
          Op de plaats waar de wandeling, tocht of manifestatie wordt gevormd, de plaatsen waar langdurig halt wordt gehouden, en op de plaats waar ze wordt ontbonden, moet ten minste 1 brandblusser, (6 kg poeder, 6 liter AFFF waterschuim conform de normenreeks EN 3) beschikbaar zijn. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen.
          Artikel 14.14
          Op de plaats waar de wandeling, tocht of manifestatie wordt ontbonden moet minstens één bak gevuld met water of zand ter beschikking staan waarin de sfeerverlichting kan worden gedoofd en minstens één metalen emmer of container voorzien van een deksel waarin de resten van de gedoofde sfeerverlichting kunnen worden verzameld.
          Artikel 14.15
          Na afloop van de wandeling, tocht of manifestatie wordt door de organisator een rondgang uitgevoerd. Alle sfeerverlichting moet worden gedoofd en de resten van de gedoofde
          sfeerverlichting moeten worden verwijderd.
          Artikel 14.16
          Er mag geen sfeerverlichting op basis van verbranding onbeheerd worden achtergelaten.
          Artikel 14.17
          Bij extreme droogte dient de brandweer te worden geraadpleegd voor de aanvang van het evenement
          Meer info te vinden op de website: https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg
          Artikel 14.18
          Bij een windsterkte hoger dan 4 beaufort (windsnelheden tussen 20 en 28 km/uur) zijn fakkeltochten verboden.
          Meer info te vinden op de website: https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg


          Hoofdstuk 15: Campings (> 50 personen)


          Artikel 15.1
          De tenten moeten worden opgesteld in vakken van 20 meter op 20 meter op maximaal 60 meter van een opstelplaats voor de brandweer. Tussen deze vakken is minimaal 4 meter vrije ruimte gelaten.
          Artikel 15.2
          Het gebruik van individuele gasvuren, kookgelegenheden, BBQ en straalverwarming is verboden. De organisatie mag een centrale kookplaats ter beschikking stellen op voorwaarde dat deze is uitgerust met minimaal 1 brandblusser (6 kg ABC poeder, 6 liter AFFF waterschuim conform de normenreeks EN 3) en steeds onder toezicht staat van een verantwoordelijke.
          Artikel 15.3
          Er dient minimaal 1 bluspost aanwezig te zijn met 3 brandblussers (6 kg ABC poeder, 6 liter AFFF waterschuim conform de normenreeks EN 3) en een branddeken.


          Hoofdstuk 16: Vuurwerk


          Algemeen


          Artikel 16.1
          Vuurwerk wordt alleen afgestoken door erkende vuurwerkmeesters, hierna technisch verantwoordelijke genoemd.
          Artikel 16.2
          De technisch verantwoordelijke en de organisator van het vuurwerk moeten een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Geen van beiden mogen minderjarig zijn. Een afschrift van de verzekering of van het aanhangsel moet, samen met het planschema waarvan sprake in
          artikel 16.3 , ingediend worden.
          Artikel 16.3
          De technisch verantwoordelijke moet een planschema van de veiligheidszone opstellen met de inventaris van de voorwerpen, gebouwen, installaties, planten, materialen,… die beschadigd kunnen worden door de normaal te voorziene neerslag van het vuurwerk of die vuur kunnen vatten bij contact met brandende deeltjes. De juiste plaatsing van al het vuurwerk, waarbij elk kaliber aangegeven wordt, en van de brandblusapparaten worden eveneens aangeduid op het planschema. Het planschema is getekend op schaal (1/500) en is vergezeld van de volgende inlichtingen:
          · datum van het vuurwerk
          · naam, leeftijd en woonplaats van de organisator van het vuurwerk (eventuele opdrachtgever)
          · naam, leeftijd en woonplaats van de technisch verantwoordelijke van het vuurwerk
          · naam, leeftijd en woonplaats van de operator(en) van het vuurwerk
          · de beschrijving van het pyrotechnisch materieel dat gebruikt zal worden. Deze beschrijving omvat:
          · de naam van het vuurwerk
          · het gewicht en de aard (indien gekend) van het pyrotechnisch materieel
          · het kaliber
          · de straal van de neerslag
          · de maximale hoogte van het materieel
          · de naam en het adres van de leverancier
          · de datum en het uur van het vuurwerk
          · het afschrift van de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering of van het aanhangsel
          · de machtiging van het bestuur der Luchtvaart
          http://www.mobilit.belgium.be/nl/luchtvaart/luchtruim/activiteiten/
          Dit plan/schema en de bijgevoegde documenten moeten gedateerd en ondertekend worden door de technisch verantwoordelijke en de organisator van het vuurwerk.
          Artikel 16.4
          Er dient een risicoanalyse te worden opgesteld. Deze moet één week op voorhand, samen met het plan, overgemaakt worden aan de brandweer.
          Artikel 16.5
          Uiterlijk twee dagen voor het vuurwerk moet een schriftelijk bericht bezorgd worden aan de personen die in de veiligheidszone wonen om hen te verzoeken de dakramen te sluiten en kwetsbaar materieel (tenten enz.) te beschutten.
          Artikel 16.6
          De organisator stelt een verbanddoos (bij voorkeur een EHBO post) ter beschikking voor het verlenen van de eerste zorgen. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan het materiaal voor het behandelen van brandwonden.
          Artikel 16.7
          Het afsteekterrein is de zone waar vuurwerk wordt afgestoken. Deze zone moet tijdens de
          opbouw tot en met de afbraak vrijgemaakt zijn van:
          o publiek
          o brandbare materialen
          o spoor- en ander verkeer.
          o ADR voertuigen
          De technische verantwoordelijke en zijn assistent zijn de enige die zich in deze zone mogen begeven. Binnen deze perimeter mag er geen bewoning zijn.
          Artikel 16.8
          De veiligheidszone is de zone waar er mogelijke vuurwerkneerslag is bij normale werking. Deze zone moet tijdens de show vrijgemaakt zijn van:
          o Publiek
          o brandbare materialen
          o spoor- en ander verkeer
          o ADR voertuigen
          Personeel die deelneemt aan de show mag zich in deze zone begeven alsook de technisch verantwoordelijke. Binnen deze perimeter mag er bewoning zijn maar de bewoners mogen hun woning niet verlaten /betreden tijdens de show.
          Artikel 16.9
          Na het vuurwerk wordt het afsteekterrein en de veiligheidszone gecontroleerd op blindgangers en weigeraars.
          Artikel 16.10
          Indien er een elektrische installatie met lage spanning van de ontsteking is, wordt zij gecontroleerd door een erkende dienst voor technische controle (EDTC). Een afschrift van deze keuring is aanwezig.
          Artikel 16.11
          In de zone waar het vuurwerk is opgesteld (afsteekterrein) moeten minstens 2 brandblussers
          (6 kg ABC poeder, 6 liter AFFF waterschuim conform de normreeks EN 3) extra aanwezig zijn, voorzien van het BENOR label en minder dan 1 jaar voordien gecontroleerd.


          Veiligheidsafstanden


          Artikel 16.12
          Vuurwerk moet stabiel worden opgesteld en in een hoek van 90 ° afgeschoten. Het is toegestaan om onder een helling van maximaal 60° vuurwerk af te schieten maar dan moeten de veiligheidsafstanden met factor 1.5 verhoogd worden in de richting van de helling.
          Artikel 16.13
          Het afsteekterrein is een cirkelvormige zone rond de afsteekplaats met een minimale diameter van:
          o 10 meter indien uitsluitend consumentenvuurwerk (F1, F2 en T1) tot ontbranding wordt gebracht
          o 25 meter indien professioneel vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht.
          Artikel 16.14
          Binnen een straal van 200 meter rond de afsteekplaats mag er geen bedrijf gevestigd zijn van een inrichting klasse I die door de Vlarem wetgeving als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk aangeduid wordt, en die ofwel brandgevaar ofwel ontploffingsgevaar inhoudt. Voor ADR transport gelden dezelfde veiligheidsafstanden.
          Artikel 16.15
          Binnen een straal van 100 meter van de afsteekplaats mogen er geen hoogspanningskabels of landbouwbedrijven die dieren bijhouden ingepland staan.
          Artikel 16.16
          Bij het tot ontbranding brengen van consumentenvuurwerk type F1,F2 en pyrotechnische
          artikelen van het type T1 wordt een veiligheidszone ingesteld met een diameter van:
          Aard vuurwerk Minimumafstand (in
          meters)
          Grondvuurwerk (effect onmiddellijk bij afschieten) 15
          Luchtvuurwerk met kaliber tot en met 1 inch 40
          Luchtvuurwerk met kaliber vanaf 1 inch tot 2 inch 60
          Bij het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk wordt een veiligheidszone ingesteld met een diameter van:
          Aard vuurwerk Minimumafstand (in meters)
          Vuurpijlen (schietrichting schuin van het publiek af) 125
          Vuurpijlen (schietrichting overig) 200
          Luchtvuurwerk met kaliber vanaf 1 inch tot 2 inch 60
          Tekstborden 15
          Grondvuurwerk 30
          Romeinse kaarsen met kaliber tot en met 2 inch 75
          Mines tot en met een kaliber van 4 inch 60
          Mines met een kaliber vanaf 4 inch tot en met 6 inch 100
          Dagbommen kleiner dan 21 cm diameter 75
          Bij het tot ontbranding brengen van Romeinse kaarsen, cakeboxen en vuurwerkbommen met een kaliber groter dan 2 inch wordt een veiligheidszone ingesteld met een diameter van:
          Kaliber Minimum afstand
          inch mm in meters
          < 3 < 76,2 120
          > 3 > 76,2 165
          > 4 > 101,6 200
          > 5 > 127 230
          > 6 > 152,4 265


          Weersomstandigheden


          Artikel 16.17
          Bij een windsterkte hoger dan 4 beaufort (windsnelheden tussen 20 en 28 km/uur) is het afsteken van vuurwerk verboden.
          Bij extreme droogte (code rood) is afsteken van vuurwerk verboden. Bij code oranje moet de brandweer worden geraadpleegd voor eventueel bijkomende veiligheidsmaatregelen voor het afsteken van het vuurwerk.
          Bij mist of andere weersomstandigheden waarbij het zicht beperkt is tot 200 meter is afsteken van vuurwerk verboden.
          Meer info te vinden op de website: https://www.meteo.be/nl/weer/waarschuwingen/uitleg


          Hoofdstuk 17: Podia, stellingen, geluidstoren, opblaasbare structuren
          Artikel 17.1
          Een stabiliteitsattest van een erkende dienst voor technische controle dient voorgelegd te kunnen worden in volgende gevallen:
          o Voor podia en tribunes waarvan de valhoogte ≥ 1.2 meter bedraagt;
          o Voor stellingen, constructies waarvan het hoogste punt ≥ 3.5 meter bedraagt;
          De toegestane windbelasting en draagvermogen moeten in het keuringsverslag vermeld worden.
          Artikel 17.2
          Voor alle opblaasbare structuren gelden volgende aandachtspunten:
          o De oppervlakte moet voldoende groot zijn om het toestel te plaatsen;
          o De ondergrond voldoende vlak zijn;
          o Manier van verankeren moet worden aangegeven + verankeringspunten aanwezig;
          o Gegevens bekend van de maximale windsnelheid waarbij het toestel veilig kan gebruikt worden;
          o Type blazer voor de goede werking van het toestel moet aanwezig zijn;
          o Heeft het toestel een conformiteitattest met de norm EN 14960
          o Onder permanent toezicht staan van een verantwoordelijke
          Artikel 17.3
          Metalen frames voor de opbouw van verlichting moeten voorzien zijn van een aarding.
          Artikel 17.4
          Nabij elke techniektoren en elk podium groter dan 20 m² moet ten minste één 5kg CO2 of 6kg ABC poederblusser beschikbaar zijn. In functie van het risico kan de brandweer bijkomende blusmiddelen opleggen.
          Artikel 17.5
          Op een podium mogen geen brandbare materialen, materieel, apparatuur of warmtebronnen opgeslagen of opgesteld worden. Er mag enkel geluids- of verlichtingsapparatuur tot maximaal 1 m diepte vanaf de rand van een podium- of tribunevloer onder een podium- of tribunevloer
          staan. Open vuur is verboden.
          Artikel 17.6
          De bekleding van het podium dient uit niet-ontvlambare materialen te bestaan. Hiervoor moeten
          de nodige attesten kunnen voorgelegd worden
          Artikel 17.6
          De geluidsinstallaties op het podium moeten kunnen gebruikt worden als veiligheidsomroepinstallatie


          Hoofdstuk 18: Carnavalstoeten


          Artikel 18.1
          Het parcours moet op voorhand gekend zijn en doorgesproken met alle veiligheidsdiensten.
          Artikel 18.2
          Iedere praalwagen moet beschikken over minimaal één 5kg CO2 of 6kg ABC poederblusser.
          Artikel 18.3
          De extra aangebrachte elektrische circuits mogen aangesloten worden op een elektrogeengroep of elektrische batterij.
          Artikel 18.4
          Er dient een verantwoordelijke te worden aangesteld voor het vullen van de elektrogeengroep.
          Deze verantwoordelijke gebruikt voor het vullen een veiligheidskan. Bij het vullen van de elektrogeengroep wordt deze stilgelegd.
          Artikel 18.5
          Vuurwerk, open vuur en warmtebronnen zijn verboden op de wagens.
          Artikel 18.6
          Bij het bouwen van de praalwagen maakt men zoveel mogelijk gebruik van niet- of moeilijk brandbare materialen.


          Hoofdstuk 19: Kermissen


          Kermistoestellen Type A (sneller dan 10 m/s of een hoogte hoger dan 5 meter):
          o Een risicoanalyse uitgevoerd door een geaccrediteerd organisme.
          o Een jaarlijkse onderhoudsinspectie uitgevoerd door een onafhankelijk organisme. (jaarlijks, dus maximum 1 jaar geldig!)
          o Ten minste eenmaal per drie jaar een periodiek nazicht uitgevoerd door een geaccrediteerd
          organisme.
          o Een opstellingsinspectie uitgevoerd door een onafhankelijk organisme. (die moet gebeuren telkens nadat het kermistoestel werd gemonteerd dus na de montage
          Kermistoestellen Type B (= niet type A):
          o Een risicoanalyse uitgevoerd door een onafhankelijk organisme.
          o Een jaarlijkse onderhoudsinspectie uitgevoerd door een technisch competente persoon. (jaarlijks, dus maximum 1 jaar geldig!)
          o Ten minste eenmaal per tien jaar een periodiek nazicht uitgevoerd door een onafhankelijk organisme.
          o Een opstellingsinspectie uitgevoerd door de uitbater, eventueel bijgestaan door derden, aan de hand van een montageblad opgesteld door een technisch competent persoon dus na de montage.


          Deel 3: Slotbepalingen


          Hoofdstuk 20: Algemeen


          1. Aanvragen
          Alle aanvragen moeten uiterlijk 6 weken voor de aanvang van het evenement worden ingediend bij evenementenloket van de stad of gemeente.
          2. Controles
          Controles op de toepassing van dit reglement gebeuren steekproefsgewijs of op aanvraag van de burgemeester en/of organisatie. Het zonaal retributiereglement is van toepassing op deze controles.
          3. Afwijkingen
          Onverminderd de bepalingen van het ARAB en de Codex of andere wettelijke bepalingen kan de burgemeester, indien het onmogelijk is te voldoen aan een of meerdere specificaties van het zonaal evenementenreglement, afwijkingen toestaan. Alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bieden dat ten minste gelijk is aan het niveau vereist in de voorschriften.
          De vraag tot het bekomen van een afwijking, in te dienen bij de burgemeester, dient duidelijk gemotiveerd te zijn. Gedetailleerde plannen, een verklarende nota, de te nemen bijkomende veiligheidsmaatregelen enz. dienen bijgevoegd. Afwijkingen kunnen alleen toegestaan worden mits een gunstig advies van de brandweer.
          4. Sluiting
          De burgemeester kan de sluiting of stopzetting bevelen van de inrichting.
          5. Inwerkingtreding
          Onderhavig reglement treedt in werking met ingang van datum van goedkeuring door de
          zoneraad en de individuele gemeenteraden.

        • 581.16 - Nieuw zonaal Horeca-reglement Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.

          Feiten en context

          Op 20 december 2021 kregen we onderstaande mail van de Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost : 

          In de zoneraad van 24 november 2021 werden de ontwerpen van het zonale horeca- en evenementenreglement goedgekeurd. Door deze beslissing dienen alle horecazaken en evenementen binnen de 32 gemeenten van onze zone die deze reglementen bekrachtigen te voldoen aan dezelfde voorschriften. Ook bieden deze nieuwe reglementen de mogelijkheid om bestaande verouderde politiereglementen op te heffen.

          Beide reglementen hebben een lange weg moeten afleggen. Vooreerst hebben  verschillende voorbesprekingen plaats gehad in het bestuur van de zone.  Daarna werden beide reglementen (omwille van corona) digitaal toegelicht aan de verschillende gemeenten en betrokken stakeholders. Op basis van verschillende reacties vanuit de gemeenten werden FAQ's opgesteld waarin bijkomende verduidelijkingen zijn opgenomen. 

          Wij verzoeken hierbij om beide reglementen te laten goedkeuren binnen jullie respectievelijke gemeenteraden en dit met ingang vanaf 1 juni 2022. 

          Argumentatie

          De dienst vrije tijd neemt kennis van beide reglementen en onderneemt volgende stappen :

          - bijeenkomst van de horeca-ondernemingen en de evenementen-verenigingen om dit reglement toe te lichten door een spreker van de brandweerzone in september 2022

          - doorsturen van de reglementen, ter kennisname, naar volgende adviesraden : jeugd, sport, cultuur, lokaal ondernemen

          - aanpassen van het evenementen-aanvraag-formulier met onderschrijving dat het evenementen-reglement werd gelezen en zal worden opgevolgd

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1 : De gemeenteraad keurt het nieuwe horeca-reglement van de Hulpverleningszone Oost Vlaams Brabant goed :

          Voorschriften omtrent de brandveiligheid in horecazaken en gelijkaardige inrichtingen

          Hoofdstuk 1: Algemeen

          Algemeen

          Dit hoofdstuk bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van horecazaken en gelijkaardige inrichtingen zoals bedoeld in artikel 1.3, toepassingsgebied, moeten voldoen om:

           het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting van brand te voorkomen;

           de veiligheid van de aanwezigen te waarborgen;

           preventief het ingrijpen van de brandweer te vergemakkelijken.

          1. Terminologie

          Artikel 1.1

          Openbare inrichting: Alle inrichtingen, alsook hun aanhorigheden, die, al dan niet tegen betaling, voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang voor bepaalde categorieën van personen beperkt zoals privéclubs, winkels, restaurants, drankgelegenheden, fitnessclubs, parochiezalen, scholen, gemeenschapsvoorzieningen, enz.

          Artikel 1.2

          Openbare inrichting ‘niet-horeca’: alle openbare inrichtingen andere dan horecazaken.

          Artikel 1.3

          Horecazaak: Een openbare inrichting waar gewoonlijk dranken en/of maaltijden van welke aard ook worden verstrekt tegen betaling voor gebruik ter plaatse. Zonder limitatief te zijn wordt hieronder verstaan alle cafés, danscafés, bars, danszalen, herbergen, privéclubs, thee- en koffiehuizen, hotels, restaurants, snackbars, frituren, concertzalen, discotheken en over het algemeen alle drankgelegenheden, met inbegrip van die welke in openlucht gelegen zijn, en van die welke al dan niet tegen betaling voor publiek toegankelijk zijn. Inrichtingen en/of exploitaties die, inzake brandveiligheid, gereglementeerd worden door een hogere federale of Vlaamse wetgeving vallen niet onder dit zonaal horecareglement.

          Ook occasionele en reizende drankgelegenheden, evenals horeca-uitbatingen tijdens evenementen, vallen niet onder dit zonaal horecareglement.

          Artikel 1.4

          Voor de terminologie wordt verwezen naar bijlage 1 van het K.B. van 7 juli 1994 en latere wijzigingen tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen.

          Artikel 1.5

          Voor de classificatie inzake reactie bij brand van de materialen wordt verwezen naar bijlage 5/1 van het koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

          De reactie bij brand van een bouwmateriaal is het geheel van eigenschappen van dit bouwmateriaal met betrekking tot zijn invloed op het ontstaan en op de ontwikkeling van een brand.

          Artikel 1.6

          Onder netto-oppervlakte van een inrichting wordt verstaan de oppervlakte van een inrichting toegankelijk voor het publiek, verminderd met de oppervlakte van de tapkasten, podiums, vestiaires, bergingen, technische kokers, trappenhallen en sanitair.

          Artikel 1.7

          De nuttige breedte van een vluchtruimte (trappen, overlopen, sassen, evacuatiewegen, vluchtterrassen, ...) is de vrije breedte zonder enige hindernis tot op een hoogte van ten minste 2 m. Men moet echter geen rekening houden met de wanduitkraging door plinten, trapbomen en voetingen voor zover zij niet hoger dan 1 meter boven de treden of boven de vloer zit. Hetzelfde geldt voor de leuningen.

          Artikel 1.8

          Open keuken: keuken zonder brandwerende afscheiding naar de verbruikszaal

          Artikel 1.9

          Terras: een gedeelte van een horecagelegenheid waar men in de open lucht kan zitten.

          Artikel 1.10

          Nuttig vermogen: vermogen vermeld in de technische gegevens of op het kenplaatje van het toestel

          Artikel 1.11

          De nieuw te plaatsen brandwerende deuren moeten geattesteerd worden door het BENORATG kenmerk of gelijkwaardig en dienen geplaatst te worden door een door ISIB gecertificeerde plaatser. Een kopie van het plaatsingsattest afgeleverd door de plaatser aan de bouwheer moet worden voorgelegd.

          2. Maximaal toegelaten aanwezigen

          2.1 Capaciteit

          Het maximaal aantal door de uitbater toegelaten aanwezigen in de inrichting wordt bepaald aan de hand van volgende criteria:

           minimum 1,4 personen per m2 netto-vloeroppervlakte. Dit aantal wordt naar het juist hoger geheel getal afgerond.

           maximum 2,5 personen per m2 netto-vloeroppervlakte. Dit aantal wordt naar het juist hoger geheel getal afgerond.

           voor inrichtingen waar de bezoekers uitsluitend gebruik maken van zitplaatsen, zoals verbruikssalons en restaurants, is het toegelaten aantal aanwezigen gelijk aan het aantal zitplaatsen; Het maximaal aantal door de uitbater toegelaten personen bepaalt steeds het aantal uitgangen en de nuttige breedte van deze uitgangen en evacuatiewegen. Het maximaal toegelaten aantal aanwezigen moet vermeld worden in de exploitatiemap die in iedere instelling voorhanden moet zijn.

          2.2 Zalen

          Kunnen er meer dan 500 personen in verblijven, dan mogen deze zalen enkel ondergronds ingericht worden wanneer het verschil tussen het laagste vloerpeil van deze zalen en het dichtstbijzijnde gelegen evacuatieniveau niet groter is dan 3 meter. Zijn voornoemde zalen bestemd voor maximum 500 personen dan mogen zij ondergronds ingericht worden op voorwaarde dat het voor het publiek toegankelijke laagste vloerpeil niet meer dan 4 meter beneden het gemiddelde peil der verschillende evacuatieniveaus van de inrichting.

          Het aantal uitgangen wordt bepaald zoals voor de compartimenten.

          Hoofdstuk 2: Inplanting en toegangswegen

          Artikel 2.1

          De toegangswegen tot de inrichting worden bepaald in akkoord met de brandweer volgens de leidraad van de basisnormen.

          Artikel 2.2

          Bijgebouwen, uitspringende daken, luifels, uitkragende delen of andere dergelijke toevoegingen zijn enkel toegelaten indien daardoor noch de evacuatie, noch de veiligheid van de personen, noch de actie van de brandweer in het gedrang komen.

          Hoofdstuk 3: Compartimentering en evacuatie

          1. Compartimentering

          Artikel 3.1

          De inrichting dient gecompartimenteerd te zijn van woongedeelten met overnachtingsmogelijkheden, ongeacht deze in gebruik zijn door de uitbater en/of derden. Indien deze compartimentering structureel niet kan gerealiseerd worden, kan hiervan afgeweken worden mits volgende voorwaarden:

          - het betreft een bestaande inrichting;

          - enkel ten behoeve van de uitbater;

          - de inrichting wordt voorzien van een algemene automatische branddetectieinstallatie overeenkomstig de norm NBN S21-100 deel 1 en 2;

          - het akoestisch waarschuwingssignaal moet hoorbaar zijn in alle vertrekken van de woon- en overnachtingsmogelijkheid.

          Artikel 3.2

          Inrichtingen die deel uitmaken van winkelcentra, sporthallen, enz. moeten niet gecompartimenteerd zijn mits ze uitgerust zijn met een algemene automatische branddetectie-installatie. Het akoestisch waarschuwingssignaal moet hoorbaar zijn in de andere delen van het gebouw.

          2. Evacuatie van de compartimenten

          Artikel 3.3 Aantal uitgangen

          De trappen, gangen en deuren, evenals de wegen die er naar toe leiden, hierna met de term “uitgang” aangeduid, moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van de aanwezigen mogelijk maken.

          Elk compartiment heeft minimum:

           één uitgang indien de bezetting minder dan 100 personen bedraagt;

           twee uitgangen indien de bezetting 100 of meer dan 100 en minder dan 500 personen bedraagt;

           2+n uitgangen waarbij n het geheel getal is onmiddellijk groter dan de deling door 1000 van de maximale bezetting van het compartiment, indien de bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt.

          Het aantal uitgangen van bouwlagen en lokalen wordt bepaald zoals voor de compartimenten. Het minimum aantal uitgangen kan door de brandweer verhoogd worden in functie van de bezetting en de configuratie van de lokalen.

          Artikel 3.4 De uitgangen

          De uitgangen zijn zoveel mogelijk gelegen in tegenovergestelde zones van het compartiment. De evacuatiewegen moeten zodanig verdeeld zijn dat ze onafhankelijk van elkaar uitkomen op de openbare weg of op een voldoende grote vrije ruimte om zich veilig van het gebouw te kunnen verwijderen.

          Indien een deel van het gebouw waarin de publiek toegankelijke inrichting is gelegen gebruikt wordt door de exploitant voor privé doeleinden, mag een uitgang van de inrichting ook dienst doen als uitgang van dit privé gedeelte. Indien een deel van het gebouw waarin de inrichting is gelegen, door derden wordt gebruikt, mag dit gedeelte niet evacueren door de publiek toegankelijke inrichting. Voor dit gedeelte is een afzonderlijke uitgang vereist.

          Hoofdstuk 4: Voorschriften voor sommige bouwelementen

          1. Structurele elementen

          De structurele elementen (kolommen, dragende wanden, balken, vloeren,…) van de inrichting dienen een weerstand tegen brand te bezitten overeenkomstig onderstaande tabel of zijn gebouwd uit metselwerk of beton. Indien de inrichting deel uitmaakt van een groter geheel dienen de structurele elementen van de onderliggende bouwlagen eveneens te voldoen aan de gestelde eisen.

          Structuur van het gebouw aantal bouwlagen bovengrondse structuur

          Structurele elementen van het dak ondergrondse structuur **

          1 n.v.t. n.v.t. R 60

          2/3 R 30 R 30* R 60

          > 3 R 60 R 30* R 60²

          * Dit voorschrift is niet van toepassing indien het dak aan de binnenkant beschermd is door

          een bouwelement met EI 30.

          ** Met inbegrip van de vloer van het laagste evacuatieniveau.

          In functie van de bezetting en grootte van de inrichting kan de brandweer steeds strengere

          eisen opleggen.

          Hoofdstuk 5: Voorschriften inzake constructie van

          compartimenten en evacuatiewegen

          1. Compartimenten

          Artikel 5.1

          De wanden tussen compartimenten hebben ten minste de brandwerendheid van de structurele elementen. Een minimum brandwerendheid EI 30 is steeds vereist. De verbinding gebeurt via zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren met een brandwerendheid EI1 30.

          Artikel 5.2

          Woongedeelten met overnachtingsmogelijkheden dienen, ongeacht of deze in gebruik zijn door de exploitant en/of door derden, steeds brandveilig gescheiden of beveiligd te zijn. Volgende opties zijn mogelijk:

          (***)

          Exploitant uitbater

          Optie 1 X X

          Optie 2 X

          Derden Optie 1 X X X

          Optie 2 X X X X

          (*) zelfsluitend of zelfsluitend bij brand

          (**) zie hoofdstuk 7, punt 4

          (***) Op een evacuatieniveau mogen geen uitstalramen van bouwdelen met een commerciële functie, die geen EI 30 hebben, uitgeven op de evacuatieweg die de uitgangen van andere bouwdelen verbindt met de openbare weg, met uitzondering van de laatste 3 m van deze evacuatieweg. De aanwezigen moeten het gebouw snel en veilig kunnen ontruimen.

          2. Trappen

          Artikel 5.3 Trappenhuizen

          De trappen die verscheidene compartimenten verbinden zijn omsloten. De binnenwanden van de trappenhuizen hebben minstens de brandwerendheid van de structurele elementen. Een minimum brandwerendheid EI 30 is steeds vereist. Hun buitenwanden mogen beglaasd zijn indien deze openingen over tenminste 1m zijdelings afgezet zijn met een element met E 30. De trappenhuizen moeten toegang geven tot een evacuatieniveau. Op iedere bouwlaag wordt de verbinding tussen het compartiment en het trappenhuis

          verzekerd door een zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deur met EI1 30 die opendraait

          in de vluchtzin. Op een evacuatieniveau leidt iedere trap naar buiten, hetzij rechtstreeks, hetzij via een

          evacuatieweg die beantwoordt aan de voorschriften van artikel 5.6.

          De nieuw te bouwen trappen gelegen in een trappenhuis hebben evenals de overlopen R 30. Er wordt evenwel geen stabiliteit bij brand vereist voor de trappen en de overlopen die uitsluitend zijn samengesteld uit materialen van klasse A1, met een smelttemperatuur groter dan 727°C (staal voldoet bijvoorbeeld aan deze voorwaarde, aluminium en glas voldoen niet aan deze voorwaarde);

          Bovenaan de trappenhuizen moeten rookluiken met een doorsnede van minimum 1m² aangebracht worden, te bedienen van op het gelijkvloers. Indien trappenhuizen maximaal twee bovengrondse verdiepingen, met elk een oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 300 m², met het evacuatieniveau verbinden, mag de oppervlakte van de verluchtingsopening beperkt worden tot 0.5 m².

          Artikel 5.4 Trappen

          Publiek toegankelijke lokalen in boven- of kelderverdiepingen moeten voorzien zijn van vaste trappen, zelfs wanneer er andere toegangsmiddelen zoals liften aanwezig zijn. De trappen, welke dienst doen als vluchtweg van een inrichting, hebben volgende kenmerken:

           zij zijn aan beide zijden uitgerust met leuningen. Voor de trappen met een nuttige breedte, kleiner dan 1,20 m, is één leuning voldoende;

           de trappen moeten in totaal ten minste een vrije breedte hebben die, in centimeter, gelijk is aan het aantal personen die ze moeten gebruiken om de inrichting te verlaten, vermenigvuldigd met 1,25 voor dalende en met 2 voor stijgende trappen;

           de aantrede van de treden is in elk punt ten minste 0,20m;

           de optrede van de treden mag niet meer dan 18cm bedragen;

           hun helling mag niet meer dan 75% bedragen (maximale hellingshoek 37°);

           zij zijn van het “rechte” type. Maar “wenteltrappen” worden toegestaan zo ze verdreven treden hebben en zo hun treden, naast voormelde vereisten, ten minste 24cm aantrede hebben op de looplijn.

           de treden moeten slipvrij zijn.

          Het aantal trappen wordt bepaald zoals voor de compartimenten. Elk compartiment heeft minimum:

           één trap indien de bezetting minder dan 100 personen bedraagt;

           twee trappen indien de bezetting 100 of meer dan 100 en minder dan 500 personen bedraagt;

           2+n trappen waarbij n het geheel getal is onmiddellijk groter dan de deling door 1000 van de maximale bezetting van het compartiment, indien de bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt.

          Het minimum aantal trappen kan door de brandweer verhoogd worden in functie van de bezetting en de configuratie van de lokalen. Roltrappen evenals hellende vlakken met een helling van meer dan tien percent, komen niet in aanmerking om aan de eisen van dit artikel te voldoen.

          De nuttige breedte van traparmen, overlopen en sassen is ten minste gelijk aan 0,80 m. De evacuatiecapaciteit van trappen ten opzichte van gelijkvloerse evacuatiewegen wordt gedeeld door 1,25 voor dalende trappen en door 2 voor stijgende trappen. Voor een trap bedraagt de horizontaal afgelegde afstand de te overbruggen verticale hoogte vermenigvuldigd met 2.5.

          3. Evacuatiewegen en vluchtterrassen

          Artikel 5.5

          De evacuatiewegen worden oordeelkundig verdeeld over de inrichting en moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van de personen toelaten.

          Artikel 5.6

          De verticale binnenwanden van de evacuatiewegen en de toegangsdeuren tot deze wegen moeten minstens een brandwerendheid EI 30 bezitten. De deuren van lokalen voor sanitaire voorzieningen moeten geen brandwerendheid hebben. De nuttige breedte bedraagt ten minste 0,80 m voor de evacuatiewegen en de deuren.

          Artikel 5.7 Draaizin van uitgangsdeuren

          De deuren die gelegen zijn in de evacuatiewegen kunnen gemakkelijk geopend worden en draaien ofwel in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang over een minimale hoek van 90°:

           Voor instellingen waarvan de capaciteit maximum 49 personen bedraagt, mag de deur naar binnen draaien.

           Voor instellingen met een capaciteit van meer dan 49 en minder dan 100 personen en die meer dan één uitgang bezitten, moet ten minste één uitgangsdeur in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien.

           Voor inrichtingen met een capaciteit vanaf 100 personen moeten alle uitgangsdeuren in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien. Draaideuren, draaipaaltjes en schuifdeuren in de evacuatiewegen en uitgangen zijn verboden. Het gebruik van sleutelkastjes is eveneens verboden. De automatische schuifdeuren die als uitgang kunnen toegepast worden zijn uitgevoerd met anti-paniekbeslag zodat ze opendraaien in de vluchtzin wanneer er een lichte druk wordt uitgeoefend op de deurpanelen.

          De automatische schuifdeuren zijn voorzien van fail-safe veiligheidsfuncties zodat ze bij stroomuitval of storing van de aandrijving automatisch openen over de volledige doorgangsbreedte en in open stand blijven staan. Deze deuren tellen niet mee voor wat betreft het aantal en de breedte van de uitgangen aangezien deze deuren niet opendraaien in de vluchtrichting.

          De buitendeuren welke rechtstreeks op de openbare weg uitgeven, mogen niet over voetpaden, fietspaden en de rijbaan opendraaien. Indien deze deuren noodzakelijkerwijze naar binnen draaien dienen zij te kunnen openslaan tegen een vast gedeelte van het gebouw en er stevig aan bevestigd worden. Gedurende de openingsuren zijn deze deuren in geopende stand vastgezet.

          Artikel 5.8

          De deuren op deze wegen mogen geen vergrendeling bezitten die de evacuatie kan belemmeren.

          De af te leggen afstand vanuit elk punt van de inrichting of compartiment tot aan de dichtstbijzijnde uitgang bedraagt maximaal 30 m. Indien de uitgang uitgeeft op eenevacuatieweg bedraagt de maximale af te leggen weg 45 m tot in de open lucht of tot hetdichtstbijzijnde trappenhuis. Voor een trap bedraagt de horizontaal afgelegde afstand de te overbruggen verticale hoogte vermenigvuldigd met 2.5. De lengte van doodlopende evacuatiewegen mag niet meer dan 15m bedragen. In functie van de bezetting en de configuratie van de inrichting kunnen deze maximaal af te leggen afstanden door de brandweer gereduceerd worden.

          Artikel 5.9

          De uitgangswegen en -deuren moeten in totaal een nuttige breedte hebben die ten minste gelijk is, in centimeter, aan het maximum aantal in de instelling toegelaten personen. De totale uitgangsbreedte dient evenredig over alle uitgangen verdeeld te worden. Het berekenen van de nuttige breedte moet gesteund zijn op de veronderstelling dat, bij het verlaten van het gebouw, alle personen van een verdieping samen de naburige verdieping vervoegen en dat deze ontruimd is als zij er aankomen. Bij de berekening wordt steeds rekening gehouden met de smalste doorgang op een evacuatieweg. De nuttige breedte bedraagt ten minste 0,80 m voor de evacuatiewegen en de deuren.

          Artikel 5.10

          De vleugels van glazen deuren moeten een merkteken dragen dat volstaat om zich rekenschap te geven van hun aanwezigheid.

          Artikel 5.11

          Voor alle niveaus wordt het volgnummer duidelijk aangebracht op de overlopen en in de vluchtruimten bij trappenhuizen en liften. De uitgangen en nooduitgangen dienen aangeduid te worden met pictogrammen zoals beschreven in de Codex, Boek III, Titel 6 Veiligheids- en gezondheidssignalering.

          Artikel 5.12

          Deuren die niet naar een uitgang leiden moeten een duidelijke vermelding “geen uitgang”

          dragen.

          Artikel 5.13

          Het is verboden om het even welke voorwerpen, die de doorgang kunnen belemmeren of de vrije breedte kunnen verminderen, in de uitgangen te plaatsen of te laten plaatsen.

          Hoofdstuk 6: Voorschriften voor sommige lokalen en technische ruimten

          1. Technische lokalen en ruimten

          Artikel 6.1 Algemeen

          Een technisch lokaal of een geheel van technische lokalen vormt minstens één compartiment. Een stookplaats mag enkel voor desbetreffend doel worden aangewend (geen opslag, berging, omkleedruimte).

          Artikel 6.2 Stookplaatsen

          Onder vermogen van een verwarmingsinstallatie wordt verstaan het nominaal vermogen van de installatie:

           Indien het vermogen van de centrale stookinstallatie kleiner dan of gelijk is aan 30 kW is een stookplaats niet vereist. De ruimte dient wel voorzien te zijn van voldoende verluchting.

           Indien het vermogen van de centrale stookinstallatie groter dan 30 kW en kleiner dan 70 kW bedraagt, moet deze ondergebracht worden in een technisch lokaal met wanden van minstens (R)EI 60. De toegang tot dit lokaal geschiedt via een zelfsluitende deur met minstens EI1 30. De verluchting van het lokaal moet voldoen aan de norm NBN B61-002. De bepalingen van dit punt gelden niet voor de lokalen waarin slechts generatoren op gas met gesloten verbrandingsruimte met mechanische trek (type C*2, C*3) opgesteld zijn.

           Centrale stookinstallaties met een vermogen ≥ 70 kW, worden ondergebracht in stookplaatsen waarvan de opvatting en uitvoering voldoen aan de voorschriften van de norm NBN B61-001 +A1:1996. Deze conformiteit moet worden geattesteerd. De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in een ruimte die toegankelijk is voor het publiek. In afwijking op deze norm mogen de stookafdelingen en hun bijvertrekken verbonden worden met de andere gedeelten van het gebouw via een zelfsluitende deur EI1 60 op voorwaarde dat deze niet uitgeeft op een trappenhuis noch op een liftoverloop noch in een lokaal met bijzonder risico. De deur draait in de vluchtzin.

          Artikel 6.3 Brandstofvoorraad

          In de inrichting moeten bovengrondse vloeistofhouders in een afzonderlijk en goed verlucht lokaal geplaatst worden. De binnenwanden van dit lokaal moeten minimaal een brandwerendheid van (R)EI 60 hebben. De deuren in die wanden moeten zelfsluitend zijn en moeten een brandwerendheid EI1 30 hebben.

          De toevoerleiding tussen de brandstoftank en de brander en de terugloopleiding moeten wat de op vloeibare brandstof werkende verwarmingsinstallaties betreft, stevig bevestigd en uit metaal vervaardigd zijn. De brandstofopslagplaatsen voor vloeibare brandstoffen moeten voorzien zijn van een vloeistofdichte inkuiping die de volledige inhoud van de tank kan opvangen. Dit voorschrift is niet van toepassing indien de opslag gebeurt in een dubbelwandige houder (maximum 5000 liter ) met lekdetectie.

          Artikel 6.4 Warme luchtverwarming

          Bij warme luchtverwarming moeten de luchtkanalen uit niet-brandbaar materiaal vervaardigd zijn en moet de handbediening van de generator buiten de stookplaats aangebracht worden. Deze handbediening moet op een centrale plaats gesitueerd zijn.

          Artikel 6.5 Verwarmingsinstallaties

          De verwarmingsinstallaties beantwoorden aan de voorschriften van de bestaande reglementeringen en normen. Ze worden geplaatst volgens de code van goed vakmanschap en zijn steeds in goede staat van werking en onderhoud, zodat ze een voldoende veiligheid verzekeren.

          Elektrische verwarmingstoestellen die een zichtbare elektrische weerstand bevatten, houders met vloeibare brandstoffen en installaties met brandbaar gas in verplaatsbare recipiënten zijn verboden, voor zover geplaatst in het gebouw. De verwarmingstoestellen, behalve de elektrische toestellen en de luchtdichte gastoestellen met gevelafvoer, zijn verbonden met een schoorsteen die de rook afvoert. De voedingsleidingen naar de verbruikstoestellen zijn vast met eventuele uitzondering van het laatste deel van de leiding. Soepele leidingen moeten voldoen aan NBN EN 559.

          Artikel 6.6 Gastoevoer

          De gasmeter moet in een goed verluchte ruimte worden aangebracht. De gasleidingen zijn geel geschilderd. Op elke gastoevoerleiding moet een afsluitkraan geplaatst worden die op de voorgevel buiten het gebouw gesignaleerd moet worden overeenkomstig de voorschriften van de distributiemaatschappij.

          Artikel 6.7 Wetgeving

          Verplichtingen inzake ingebruikname, onderhoud en nazicht van een centrale stookplaats dienen te gebeuren conform het Besluit Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater.

          Artikel 6.8 Aanwezigheid van gasrecipiënten

          De aanwezigheid van gasrecipiënten met vloeibaar gemaakte petroleumgassen (propaan, butaan, LPG) is binnen publiek toegankelijke gebouwen en plaatsen verboden. Volle flessen moeten voorzien zijn van een zegel, die geplaatst is aan de uitgang van de kraan en die identificeerbaar is door de vermelding van de code van het vulcentrum dat de vulling heeft verzekerd. Elke fles moet geëtiketteerd zijn. Op het etiket dient de naam van de verdeler te staan, de hoeveelheid gas en de benaming van het gas. De datum van de laatste fleskeuring dient aanwezig te zijn op de gasfles. Butaan- en propaangas in flessen, evenals de lege flessen, moeten in de open lucht worden ondergebracht. De recipiënten dienen op minstens 3 meter afstand te staan van kelderopeningen, rioolmonden en andere lager gelegen delen zodanig dat ontsnapte gassen zich niet kunnen verzamelen. Er moeten voldoende voorzorgsmaatregelen tegen het omvallen van de flessen worden genomen.Extra info omtrent het veilig gebruik van gasflessen kan u terugvinden op de website https://www.febupro.be/nl/veiligheid-reglementering-flessen/

          Flessen met koolzuurgas (CO2) moeten steeds rechtop geplaatst worden en stevig vastgemaakt zodat zij niet kunnen omvallen. De ruimte waarin deze flessen zich bevinden moet steeds voldoende geventileerd zijn. Indien er door de aanwezigheid van flessen met koolzuurgas verstikkingsgevaar bestaat, moet in de opslagruimte een CO2-detector voorzien worden op maximaal 1.5 meter boven het vloeroppervlak

          2. Keuken

          Keukens worden van andere bouwdelen gescheiden door wanden EI 60. Elke doorgang of doorgeefluik wordt afgesloten door een zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deur of luik EI 1 30.

          De keuken dient niet gecompartimenteerd ten opzichte van het voor het publiek toegankelijke gedeelte:

          - indien het totaal nuttig vermogen van alle bak- en braadtoestellen (elektrisch of gas) beperkt is tot maximum 20 kW. Alle keukentoestellen, die uitgerust zijn met een automatisch blussysteem en afsluiting van de energietoevoer, moeten niet worden meegerekend in het totale nuttig vermogen van de keuken;

          - indien uitsluitend de aanwezigheid van 1 huishoudelijke elektrische friteuse (woktoestel), voorzien van het CE keurmerk en een maximale olie-inhoud van 8 liter. Deze friteuse (wok) bevindt zich op een vaste locatie en kan op een veilige manier elektrisch afgeschakeld worden door de uitbater en/of personeel. In de buurt van toestel is het metalen deksel van de friteuse (wok) aanwezig. In alle andere gevallen dienen de aanwezige friteuses (woktoestellen) beveiligd te worden met een automatisch blussysteem met afsluiting van de energietoevoer.

          Hoofstuk 7: Uitrusting van de gebouwen

          1. Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie

          Artikel 7.1 Algemeen

          De installaties voldoen aan de voorschriften van de geldende wettelijke en reglementaire teksten evenals aan het reglement op de Elektrische Installaties (Boek 1, 2 en 3)

          Artikel 7.2 Veiligheidsverlichting

          De evacuatiewegen, de vluchtterrassen, de overlopen van de trappenhuizen, de liftkooien, de lokalen toegankelijk voor het publiek, de keuken en de voornaamste stroomborden moeten voorzien worden van een degelijke veiligheidsverlichting, conform NBN EN 1838, die een voldoende lichtsterkte heeft om een gebouw veilig te ontruimen. De veiligheidsverlichting moet automatisch en onmiddellijk in werking treden bij het uitvallen van de gewone verlichting en minstens één uur zonder onderbreking kunnen functioneren. De veiligheidsverlichting moet minstens een lichtsterkte hebben van 1 lux ter hoogte van de grond in de as van de vluchtweg en 5 lux op gevaarlijke plaatsen.

          Lokalen met een bezetting van 100 of meer personen dienen tevens met een antipaniekverlichting uitgerust worden om de verplaatsing van de aanwezigen naar de evacuatieweg mogelijk te maken en de kans op paniek te verkleinen.

          De veiligheidsverlichtingsarmaturen moeten conform zijn aan NBN EN 60598-2-22.

          2. Brandbestrijdingsmiddelen

          De brandweer bepaalt de blusmiddelen in functie van de aard en de omvang van het gevaar.

          Volgende leidraad wordt gehanteerd:

           Op elke verdieping en per 150 m² dient er minstens één bluséénheid te worden voorzien. Draagbare snelblussers moeten CE gemarkeerd zijn en in overeenstemming met de Europese normenreeks EN3.

          De aanwezige blusmiddelen moeten goed zichtbaar en bereikbaar zijn opgehangen. Zij moeten steeds onmiddellijk in werking kunnen worden gebracht. In publiek toegankelijke lokalen mogen enkel draagbare schuimblussers gebruikt worden. Poeder- en CO2-blussers worden enkel toegelaten in technische of in niet publiek toegankelijke lokalen.

           Muurhaspels met axiale voeding, conform NBN EN 671-1, zijn verplicht in ieder compartiment dat groter is dan 500 m². Ieder punt in het compartiment moet bereikt kunnen worden door de waterstraal van de straalpijp.

           In de keuken dient een geschikt branddeken voorzien te worden. Dit dient gebruiksklaar aan de muur bevestigd te worden. Het brandbestrijdingsmateriaal moet goed onderhouden worden, beschermd zijn tegen de vorst, doelmatig gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld. Het moet steeds onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden.

          3. Installaties voor melding, waarschuwing en alarmering

          De gebruikers van het gebouw dienen in geval van brand op de hoogte gebracht te worden dat ze het gebouw dienen te verlaten. Daartoe is het gebouw uitgerust met een gepaste alarminstallatie. De alarminstallatie is aangesloten op het elektriciteitsnet en eveneens voorzien van een autonome stroombron. De installatie bestaat minstens uit 1 drukknop per bouwlaag gekoppeld aan een geluidssignaal dat overal in het gebouw hoorbaar is. De plaatsing van een alarminstallatie is o.a. verplicht in volgende gevallen:

           meerdere, al of niet publiek toegankelijke lokalen, zijn in gebruik

           nachtbezetting in het gebouw

           bezetting > 100 personen

          Voor grotere inrichtingen (> 300 personen) kan de brandweer een gesproken boodschappensysteem opleggen.

          4. Automatische branddetectie

          Afhankelijk van de grootte, de bezetting, aanwezige risico’s en de configuratie van de inrichting (verdiepingen, meerdere lokalen, …) kan door de bevoegde brandweerdienst een algemene automatische branddetectie-installatie opgelegd worden. De algemeneautomatische branddetectie-installatie dient te voldoen aan de NBN S 21-100-1&2. Alle producten met dezelfde functie, zoals beschreven in de norm NBN S 21-100-1&2, die rechtmatig in een andere lidstaat van de Europese Unie of in Turkije zijn vervaardigd en/of in de handel zijn gebracht of die rechtmatig zijn vervaardigd in een EVA-land (4) dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, worden eveneens aanvaard. Voor grotere inrichtingen (> 300 personen) kan de brandweer opleggen dat de activering van het auditieve alarmsysteem en/of automatische branddetectie moet gepaard gaan met het automatisch stoppen van de muziekinstallatie, het stilleggen van

          verluchtingsinstallaties en het aanschakelen van de verlichting in de inrichting om een veilige en snelle evacuatie van de aanwezigen te verzekeren.

          5. Andere technische installaties

          In functie van de risico's kan de brandweerzone bijkomende eisen opleggen voor andere technische installaties (verluchting, R.W.A. installaties, …)

          Hoofdstuk 8: Bekledingsmaterialen

          1. Algemeen

          Gemakkelijk brandbare materialen, zoals papier, karton, doeken, rietmatten, stro, boomschors en kunststoffen mogen niet als wand- of plafondbekleding of als versiering aangebracht worden.

          2. Niet vast bevestigde bekledingen

          Artikel 8.1

          Horizontaal aangebrachte doeken en versieringen zijn verboden. Verticaal hangende doeken mogen geen deur of uitgang aan het zicht onttrekken of het gebruik ervan bemoeilijken.

          Artikel 8.2

          Voor doeken en overgordijnen geldt klasse M2 conform NF P 92501-7 of Class 2 conform NBN EN 13773.

          3. Vloer-, wand en plafondbekledingen

          Verticale wanden A2-s3, d2

          Plafonds en verlaagde

          plafonds

          A2-s3, d0

          Vloeren A2fl-s2

          Verticale wanden C-s2, d2

          Plafonds en verlaagde

          plafonds

          C-s2, d0

          Vloeren C fl -s2

          Verticale wanden A2-s3, d2

          Plafonds en verlaagde

          plafonds

          A2-s3, d0

          Vloeren B fl -s2

          Verticale wanden C-s2, d2

          Plafonds en verlaagde

          plafonds

          C-s2, d0

          Vloeren C fl -s2

          Volle, hardhouten parketvloeren die op een betonnen ondervloer aangebracht zijn, worden als Cfl-s2 gerangschikt. Houten lambriseringen tot op een hoogte van 1.5 m zijn toegestaan.

          4. Meubilair

          Bij de vernieuwing van het meubilair moeten de bekledingsmaterialen van zitbanken een verbeterd brandgedrag hebben volgens de normen NBN EN 1021-1 en NBN EN 1021-2.

          Hoofdstuk 9: Onderhoud en periodieke controle

          Vooraleer het publiek toegelaten wordt in de instelling, controleert de uitbater de veiligheidsverlichting en onderzoekt de toestand van de uitgangen. De technische uitrusting van de inrichting wordt in goede staat gehouden. De exploitant laat op zijn verantwoordelijkheid periodiek de nodige keuringen, onderzoekingen en controles uitvoeren. De exploitant moet volgende installaties periodiek laten nazien:

          Erkende technicus

          vloeibare

          brandstof

          Erkende technicus

          gasvormige

          brandstof

          G1/G2/G3*

          Geschoold

          vakman (geen

          erkenning nodig)

          Reinigings- en

          verbrandingsattest

          Reinigings- en

          verbrandingsattest

           Geschoold

          vakman2

          Onderhoudsverslag Jaarlijks

          BELAC

          geaccrediteerde

          controle-instelling

          of

          gespecialiseerde

          onderneming

          gecertificeerd

          door BOSEC of

          een Europees

          equivalent

          BELAC

          geaccrediteerde

          controle-instelling

          (EDTC)

          Gespecialiseerde

          onderneming

          gecertificeerd

          door BOSEC of

          een Europees

          equivalent

          Goedkeuringsverslag:

          bewijs goede

          werking en plaatsing

          volgens goed

          vakmanschap zoals

          de NBN S 21-100-

          1&2

          Keuringsattest

          Onderhoudsverslag

          en verklaring van

          overeenkomst van

          goede werking

          Bij ingebruikname

          3-jaarlijks

          Jaarlijks

          EDTC Keuringsattest 3-maandelijks door

          niet-gecertificeerde

          onderhoudsdienst

          6-maandelijks door

          gecertificeerde

          onderhoudsdienst

          EDTC Keuringsattest Jaarlijks

          EDTC Keuringsattest of

          controleverslag

          Jaarlijks

           EDTC: Externe Dienst voor Technische Controle, BELAC geaccrediteerde controleinstelling.

           BELAC: Belgische Accreditatie- instelling.

           Cerga gasinstallateur (voorheen ook genoemd “gehabiliteerde gasinstallateur”): is

          een erkende vakman die beschikt over een kwaliteitslabel voor gasinstallaties.

           G1: stooktoestel waarvan de verbrandingslucht ontnomen wordt uit het stooklokaal (atmosferische gasketel),

           G2: stooktoestel waarvan de verbrandingslucht niet ontnomen wordt uit het stooklokaal maar rechtstreeks van buiten (gasunit),

           G3: gasketel met ventilatorbrander.

           BOSEC: is een organisatie van verzekeringsmaatschappijen die een norm hebben opgesteld betreffende branddetectiesystemen. Deze norm is een kwaliteitssymbool van degelijkheid.

           Geschoold vakman1: persoon die vakbekwaam is in het onderhouden van een individueel gasverwarmingstoestel.

           Geschoold vakman2: persoon die vakbekwaam is in het onderhouden van een

          alarminstallatie.

           Competent persoon: persoon die de exploitant aanwijst om supervisie te doen en hem de nodige toestemming geeft om het onderhoud te doen. Van deze persoon wordt verwacht dat hij/zij de wetten en normen kent en daarnaar handelt. De data van deze onderzoekingen en de verrichte vaststellingen worden in het veiligheidsregister (hoofdstuk 10, punt 6) genoteerd. Aan de blusapparaten moet bovendien een controlekaart bevestigd zijn. Deze map moet steeds ter beschikking van de burgemeester en van de bevoegde ambtenaren worden gehouden. Iedere vermelding in het veiligheidsregister wordt gedateerd en ondertekend.

          Hoofdstuk 10: Uitbatingsvoorschriften

          1. Algemeen

          Buiten hetgeen voorzien is door het zonaal horecareglement neemt de uitbater alle nodige maatregelen om de personen, aanwezig in de inrichting, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffing.

          2. Verzekeringen

          Indien de instelling behoort tot één van de categorieën van inrichtingen, die opgenomen zijn in de lijst van art.1 van het K.B. van 28 februari 1991 betreffende de inrichtingen die onder toepassing vallen van hoofdstuk 2 van de wet van 30 juli 1979, betreffende de preventie van brand en ontploffingen en betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, dient er een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid ingeval van brand en ontploffing afgesloten te worden.

          3. Vuurwerk

          Het gebruik van pyrotechnisch materiaal in de inrichting is verboden.

          4. Voorlichting van het personeel inzake brandpreventie

          De verantwoordelijke en het personeel van de inrichting moeten op de hoogte zijn van de gevaren die zich bij brand in de inrichting kunnen voordoen. In het bijzonder dienen zij over voldoende kennis te beschikken in verband met:

           de detectie en het alarm;

           de te nemen schikkingen om de veiligheid van de personen te verzekeren;

           het bestaan en de werking van de brandbestrijdingsmiddelen.

          5. Plannen

          Aan elke ingang van een grote inrichting (meerdere verbruikszalen) moet een correct georiënteerd plan van de inrichting opgehangen worden, bedoeld om de hulpdiensten in te lichten, dat de plaats aanduidt van:

           de trappen en de evacuatiewegen;

           de beschikbare brandbestrijdingsmiddelen;

           in voorkomend geval, het stopmechanisme van het ventilatiesysteem;

           in voorkomend geval, het overzichtsbord van het detectie- en alarmsysteem;

           de stookplaatsen;

          6. Veiligheidsregister

          In elke inrichting dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor de bevoegde personen. Dit register bevat informatie over veiligheidsvoorschriften en vergunningen:

           exploitatievergunning

           meest recente brandweerverslag

           verslagen van periodieke controles

           verzekeringspolis en attest burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering tegen

          brand en ontploffing (KB 28/02/1990)

          Hoofdstuk 11: Slotbepalingen

          1. Overgangsperiode

          U kan een aanpassingsperiode aanvragen aan de burgemeester om aan de vastgestelde inbreuken te verhelpen. Deze aanpassingsperiode loopt tot 31 december 2027. U moet hiervoor binnen de 30 dagen na ontvangst van het brandweerverslag een gemotiveerd dossier indienen bij de burgemeester. Het dossier moet alle inlichtingen, een stappenplan met timing, gedetailleerde plannen en een verklaren nota bevatten.

          Op alle inbreuken van de wettelijke controles is deze overgangsmaatregel niet van toepassing. Ook voor acute veiligheidsproblemen kan de brandweer kortere uitvoeringstermijnen opleggen.

          2. Afwijkingen

          De burgemeester kan, indien het onmogelijk is te voldoen aan een of meerdere specificaties van deze reglementering, afwijkingen toestaan voor bestaande gebouwen. Alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bieden dat ten minste gelijk is aan het niveau vereist in de voorschriften.

          De vraag tot het bekomen van een afwijking, in te dienen bij de burgemeester, dient duidelijk gemotiveerd te zijn. Gedetailleerde plannen, een verklarende nota, de te nemen bijkomende veiligheidsmaatregelen enz. dienen bijgevoegd. Afwijkingen kunnen alleen toegestaan worden mits een gunstig advies van de brandweer.

          3. Wijzigingen

          Bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van de binneninrichting, bij wijziging van de netto-vloeroppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die de brandveiligheid kan beïnvloeden, dient voorafgaandelijk een brandveiligheidsverslag aangevraagd bij de burgemeester. De aanvraag voor het brandveiligheidsverslag moet minstens 30 dagen voor de openingsdatum schriftelijk bij de burgemeester ingediend worden. Het openhouden, openen of heropenen van inrichtingen vermeld onder hoofdstuk 2 van deze reglementering is onderworpen aan een exploitatievergunning af te leveren door de burgemeester, na advies van de brandweer. Deze toelating is steeds herzienbaar.

          4. Inwerkingtreding

          Onderhavig reglement treedt in werking met ingang van datum van goedkeuring door de zoneraad en de individuele gemeenteraden.

      • Burgerzaken

        • 862.1 - Eénmalige regularisatie graven voor 1 januari 2013

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Het decreet Lokaal Bestuur.

          Het Bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.

          De beslissing van de gemeenteraad van 29 januari 2019 aangaande de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur

          Gemeenteraadsbeslissing van 24 september 2013 betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen - Retributie- en belastingreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen

          Gemeenteraadsbeslissing van 27 augustus 2019 betreffende de aanpassing van het retributie- en belastingreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen

          Feiten en context

          In het verleden (voor 2013) werden niet-geconcedeerde graven in gebruik genomen waarvan achteraf bleek dat het geconcedeerde graven moesten zijn. Wanneer het einde van de termijn van 20 jaar in zicht kwam en de nabestaanden werden ingelicht over het vervallen van het graf, kwam deze problematiek aan het licht. 

          Er werd toen afgesproken deze graven te behouden tot 2030, mits betaling van een jaarlijkse retributie van 100 euro. Er werd ook overeengekomen dat familieleden nog konden bijgezet worden in deze graven. Aangezien de wettelijke grafrust is vastgelegd op 20 jaar, zullen een aantal van deze graven het eindjaar van 2030 overschrijden. 

          Argumentatie

          Om te voorkomen dat we ver buiten de termijn van 2030 nog steeds met deze niet-geconcedeerde graven werken, willen we de nabestaanden voorstellen de graven eenmalig om te zetten naar een geconcedeerd graf, mits de betaling van de concessie conform de hernieuwingstarieven zoals voorzien in het retributie- en belastingreglement voor de lijkbezorging en de begraafplaatsen.

          Nabestaanden zullen kunnen kiezen uit verschillende opties (zie besluit).

          Wanneer een ontgraving nodig is voor het verplaatsen van het graf of voor een crematie zal de gemeente, als tegemoetkoming, de kosten voor deze ontgraving op haar nemen. 

          Communicatie

          Alle betrokken nabestaanden zullen worden aangeschreven om hen te informeren over deze regularisatie en met de vraag een keuze te maken uit de voorgestelde opties. Zij zullen tevens een uittreksel van deze beslissing ontvangen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad besluit een éénmalige regularisatie te organiseren voor de niet-geconcedeerde graven van voor 2013, waarvan de grafrust van 20 jaar intussen is verstreken en waarvoor nabestaanden jaarlijks de retributie van 100 euro betalen om het graf toch te behouden. Alle nabestaanden zullen worden aangeschreven met het voorstel het graf om te zetten naar een geconcedeerd graf, mits betaling van de concessie conform de hernieuwingstarieven die werden opgenomen in het retributie- en belastingreglement voor op de lijkbezorging en de begraafplaatsen.

          Artikel 2: De gemeenteraad besluit dat de nabestaanden kunnen kiezen voor één van de volgende opties: 

          • de verwijdering van het graf en het plaatsen van een naamplaatje op de herdenkingszuil van de weggenomen graven mits betalen van de retributie zoals opgenomen in het nieuwe retributie- en belastingreglement
          • het omzetten naar een geconcedeerd graf volgens de hernieuwingstarieven van het retributie- en belastingreglement. In het geval dat het graf effectief moet verplaatst worden naar de concessiegrond, neemt de gemeente de kosten van de ontgraving voor haar rekening
          • het lichaam alsnog te cremeren en over te zetten naar een columbariumnis of grondnis, volgens de hernieuwingstarieven van het retributie- en belastingreglement. De gemeente neemt de kosten voor het ontgraven voor haar rekening. De crematiekosten en alle bijhorende kosten (urne e.d.) vallen ten lasten van de nabestaanden
          • het lichaam alsnog te cremeren en de urne thuis te bewaren. De gemeente neemt de kosten voor het ontgraven voor haar rekening. De crematiekosten en alle bijhorende kosten (urne e.d.) vallen ten lasten van de nabestaanden
        • 862.1 - Gemeentelijke begraafplaatsen - Politie of gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          Decreet op begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004

          Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten

          Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria

          Gemeenteraadsbeslissing van 27 augustus 2013 betreffende het politie- of gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen van de gemeente Oud-Heverlee

          Feiten en context

          De bestaande reglementen zijn dringend aan een update toe, ze dateren nog van 2013. 

          De reglementering rond de begraafplaatsen is een zeer complexe en gevoelige materie, het is daarom van belang een duidelijk reglement te voorzien om zoveel mogelijk discussie te vermijden.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad keurt het politie of gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen goed.

          Politie of gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen

          Artikel 1.- Voor de privé-begraafplaatsen gelden artikelen 2, 4 en 16 tot en met 22 van dit reglement.

          Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan

          Artikel 2.- Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer geopend worden.

          Lijkenvervoer

          Artikel 3.- Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten vermeld in:

          a)       het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;

          b)       het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;

          c)       het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b).

          Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

          Begravingen

          Artikel 4.- Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de gemeentelijke begraafplaats moeten de gemeentelijke diensten ten minste 2 werkdagen vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting of een uitstrooiing. Die verplichting rust bij de nabestaanden of de gemachtigde. Het gemeentebestuur beslist in elk geval over dag en uur van de begrafenis.

           Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden – onderhoud van de graven

          Artikel 5.- Het is niet toegestaan grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. De graftekens en andere gedenktekens mogen de maximale afmetingen vermeld in het huishoudelijk reglement niet overschrijden. Een grafteken is verplicht en moet minimaal de naam en voornaam van de overledene vermelden.

          Artikel 6.- De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

          Artikel 7.- Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

          Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten.

          De materialen worden aangevoerd en geplaatst naargelang de behoeften.

          Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder.

          Artikel 8.- Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn.

          Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit breekbaar glas.

          Artikel 9.- De bloemen en de planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. Voor en/of rond de graven mogen geen bloemen of planten geplaatst worden, noch in de grond geplant worden.

          Artikel 10.- Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Banken zijn niet toegestaan.

          Artikel 11.- De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten door toedoen van de nabestaanden opnieuw rechtgezet of verwijderd worden.

          De aangevoerde grafsteen of –tekens die drie werkdagen vóór Allerheiligen bij de sluiting van de begraafplaats niet geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken nabestaanden de dag erna vóór 10u ’s morgens verwijderd worden. Zo niet zullen grafstenen, -tekens en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente.

          Artikel 12.- De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.

          Crematie – columbarium – asverstrooiing

          Artikel 13.- De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaats:

          a) in urnen worden geplaatst die op de begraafplaats begraven worden in een urnenveld.

          b) in urnen worden geplaatst die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats bijgezet worden.  Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten.

          c) uitgestrooid worden op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats. Dat gebeurt

          door middel van een strooitoestel dat alleen door de gemeentelijke aangestelde mag worden bediend.

          De as kan eveneens worden uitgestrooid op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee en begraven, bewaard of uitgestrooid worden op een andere plaats dan op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee of de begraafplaats in overeenstemming met de geldende bepalingen van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

          Politie

          Artikel 14.- De gemeentelijke begraafplaats is publiek toegankelijk:

          a) van 01 april tot 30 september van 08  tot 20 uur;

          b) van 01 oktober tot 31 maart van 09 tot 18 uur;

          behoudens afwijkingen die door de burgemeester toegelaten zijn.

          Artikel 15.– begravingen/bijzettingen/asverspreidingen zijn mogelijk op weekdagen van 9u tot 16u, tijdens het weekend van 9u tot 15u.

          Artikel 16.- De gemeente is niet belast met de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen.
          Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de diefstallen of beschadigingen welke op de begraafplaatsen ten nadele van de nabestaanden zouden gepleegd worden aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen, … .

          Artikel 17.- Op de begraafplaatsen zijn alle handelingen verboden waardoor de orde of de aan de doden verschuldigde eerbied verstoord wordt.

          Het is in het bijzonder verboden:

          a)       aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening;

          b)       goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden.

          Artikel 18.- Het is verboden:

          a)       de grasperken en de aanplantingen van de begraafplaats en aanhorigheden te betreden of op welke wijze dan ook te beschadigen;

          b)       de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze ook te beschadigen;

          c)       binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis en afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen;

          d)       om zich op de begraafplaats of de aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden;

          e)       met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waarvoor  toestemming wordt verleend door de burgemeester;

          f)        vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden;

          g)       opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren.

          Strafbepalingen

           

          Artikel 19.- Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

           Slotbepalingen

           

          Artikel 20.- Deze verordening treedt in werking op 28 juni 2022

          Artikel 21.- Al de vorige politieverordeningen op de begraafplaatsen worden opgeheven.

          Artikel 22.- Dit politiereglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet.

        • 862.1 - Gemeentelijke begraafplaatsen - Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          Decreet op begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004

          Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten

          Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria

          Gemeenteraadsbeslissing van 27 augustus 2013 betreffende het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de gemeente Oud-Heverlee

          Feiten en context

          De bestaande reglementen zijn dringend aan een update toe, ze dateren nog van 2013. 

          De reglementering rond de begraafplaatsen is een zeer complexe en gevoelige materie, het is daarom van belang een duidelijk reglement te voorzien om zoveel mogelijk discussie te vermijden.

          Er moet ook reglementering voorzien worden omtrent de nieuwe herdenkingszuilen voor weggenomen graven.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Onthouders: Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Mark Binon, Diana Bulens
          Resultaat: Met 15 stemmen voor, 4 onthoudingen
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad besluit het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen goed te keuren.

          1. BEGRAAFPLAATSEN

          Artikel.1.- De gemeente beschikt over vier begraafplaatsen, gelegen te Oud-Heverlee 3050 (Dorpsstraat), te Sint-Joris-Weert 3051 (Hollestraat), te Blanden 3052 (Kartuizersstraat), en te Haasrode 3053 (Armand Verheydenstraat).

          De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverspreiding van:

          1. de personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood zijn aangetroffen;
          2. de personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of daar werden aangetroffen, maar die in haar bevolkingsregisters, vreemdelingen- of wachtregister zijn  ingeschreven;
          3. de personen begunstigd met een recht op begraving in een geconcedeerd graf of met een recht op bijzetting in een geconcedeerde nis;
          4. personen die een bijzondere relatie gehad hebben met de gemeente. Hiervoor kan het college van burgemeester en schepenen toestemming geven tot begraving, bijzetting of uitstrooiing op een gemeentelijke begraafplaats, met inachtneming van de betreffende artikels in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen. De burgemeester neemt deze beslissing bij hoogdringendheid. Deze wordt nadien ter kennisgeving voorgelegd aan het schepencollege;
          5. de oud-inwoners die noodgedwongen hun woonplaats moesten verlaten om opgenomen te worden in een woonzorgcentrum of  assistentiewoning, of verzorgd worden bij een familielied in een andere gemeente.

          Artikel.2.- De begravingen en bijzettingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor begraving in niet-geconcedeerde grond, geconcedeerde grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium. De begraving, bijzetting of asuitstrooiing kan alle werkdagen van 9 tot 16u. Op zaterdagen kan dit van 9u tot 15u.

          2. WIJZEN VAN TERAARDEBESTELLING

          Artikel.3.- Op de gemeentelijke begraafplaatsen kan op volgende wijzen ter aarde besteld worden:

          1.Niet-geconcedeerd: (gratis voor een periode van 20 jaar);

          1. een perceel met een grafsteen van maximum 0,80m x 1,80m voor begraven van 1 lichaam in volle grond;
          2. een perceel met een grafsteen van maximum 0,80m x 1,80m voor begraven van 1 asurn in volle grond;
          3. een columbariumnis voor bijzetting van 1 urne in een columbarium;
          4. een perceel grond met een grafsteen van 0,49m x 0,49m voor begraven van 1 urne in een urnenveld;
          5. een kinderperceel met een grafsteen van 0,60m x 1,50m voor begraven van 1 lichaam of 1 urne van kinderen  t.e.m. 14 jaar;
          6. een sterretjesperceel met een grafsteen van 0,49m x 0,49m voor begraven van 1 lichaam of 1 urne van een levensloos geboren of levensloos aangegeven kind, of voor begraven van 1 urne voor kinderen tot en met 14 jaar;
          7. asuitstrooiing, op de strooiweide: 

          2.Geconcedeerd: (tegen betaling vastgesteld in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen, voor een periode van 20 jaar))

          1. perceel grond met een grafsteen van maximum 0,80m x 1,80m voor begraving in volle grond voor 1 of 2 lichamen;
          2. perceel met grafkelder met een grafsteen van maximum 0,80m x 1,80m voor  begraven van 2 lichamen;
          3. een perceel grond met een grafsteen van 0,49m x 0,49m voor begraven van 1 of  2 urnen in urnenveld;
          4. een columbariumnis voor bijzetting van 1 of 2 urnen;
          5. een kinderperceel met een grafsteen van 0,60m x 1,50m voor begraven van: max. 2 lichamen van kinderen  t.e.m. 14 jaar;
          6. een  sterretjesperceel met een grafsteen van 0,49m x 0,49m voor begraven van max. 2 urne(n) van van een levensloos geboren of levensloos aangegeven kind na een zwangerschap van minstens 12 weken of van urne(n) een kind tot en met 14 jaar, of het begraven van max. 1 lichaam van een levensloos geboren of levensloos aangegeven kind.

          3. Oud-Strijders-erepark:

          De nabestaanden  moeten het statuut van oud-strijder van de overledene kunnen bewijzen. De keuze is vrij om al dan niet op het erepark van de oud-strijders begraven te worden. Dit park wordt onderhouden door het gemeentebestuur. De te plaatsen zerk is ten laste van de nabestaanden.  Nabestaanden kunnen er dan ook vrij voor kiezen om het Oud-Strijders graf te laten weghalen. De echtgenoten mogen bijbegraven worden bij de oud-strijder. Indien oud-strijders kiezen voor een concessie vallen zij uitsluitend onder die reglementering. 

          4. Gedenkzuil strooiweide

          Artikel.4.- Er is een gedenkzuil geplaatst, voorbehouden voor het vrijblijvend aanbrengen van gedenkplaatjes van personen wiens as werd uitgestrooid.

          De aanvragen moeten gericht worden aan de dienst Burgerzaken.  De plaatsing gebeurt enkel door de aangestelde van de gemeente en voor een periode van 20 jaar.  De prijs is vastgesteld in het retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen. 

          5. Herdenkingszuil weggenomen graven

          Artikel 5.- Er wordt een herdenkingszuil geplaatst, voorbehouden voor het aanbrengen van naamplaatjes of foto’s van personen wiens concessie komt te vervallen en niet wordt verlengd of waarvan het niet-geconcedeerde graf of nis einde termijn is.

          De naamplaatjes dienen schriftelijk aangevraagd te worden aan het college van burgemeester en schepenen op voorlegging van een betaalbewijs van de retributie conform artikel 4 van het retributie- en belastingreglementen op de lijkbezorging en de begraafplaatsen.

          De plaatjes worden aangekocht, gegraveerd en geplaatst door het gemeentebestuur. Het zal de voornaam, naam, geboortedatum en overlijdensdatum vermelden.

          De nabestaanden kunnen er ook voor kiezen een foto te laten aanbrengen op de zuil, zij dienen deze foto zelf te voorzien. De foto dient afgedrukt te worden in porselein met een maximale lengte van 7 cm en een maximale breedte van 5 cm. Indien de foto van het weggenomen graf voldoet aan deze voorwaarden en nog in een goede staat is, kan deze ook hergebruikt worden en op de zuil geplaatst worden.

          De aanvragen worden gebundeld en periodiek verwerkt, de plaatjes en foto’s zullen in elk geval vóór 31 oktober van elk jaar op de zuil worden aangebracht.

          3.  CONCESSIES

          Artikel 6.- De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie.

          Artikel 7.- De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, en zolang de beschikbare ruimte dit toelaat.

          Artikel 8.- Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar.

          Artikel 9.- Alle vormen van concessie worden verleend voor 20 jaar.

          De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

          De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen bepaalde voorwaarden, zoals die zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. 

          Artikel 10.- De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Het einde van de concessie wordt bepaald op 30 september van het vervaljaar.

          Artikel 11.- Het gemeentebestuur plaatst de grafkelders in eigen beheer en concedeert ze tegen betaling van de kostprijs die vastgesteld is in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen. De ontruimde grafkelders kunnen opnieuw geconcedeerd worden door de gemeente. 

          Artikel 12.- Hernieuwing van concessies

          a. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn

          De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn hernieuwd worden.

          De hernieuwing bedraagt 20 jaar.

          Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen.

          De concessiehernieuwingen worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

          De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. Als er geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van tien jaar die begint te lopen op de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

          b. Hernieuwing zonder bijzetting

          De opeenvolgende hernieuwingen kunnen ingediend worden vóór de bepaalde tijd verstreken is.

          c. Hernieuwing met bijzetting

          De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie.

          Indien er van de mogelijkheid tot hernieuwing van de concessie bij een bijzetting geen gebruik wordt gemaakt én indien de laatste begraving in de concessie zich voordoet minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie, dan moet het graf behouden blijven tot 10 jaar na de laatste bijzetting in dit graf.

          Werd er geen aanvraag om hernieuwing ingediend voor het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie. Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de hernieuwingen ervan.

          Tevens is geen enkele nieuwe teraardebestelling toegestaan na het verstrijken van die termijn.  In geval van een hernieuwing van een concessie (al dan niet met bijzetting) vóór het verstrijken ervan moet het door de gemeente vereiste verschuldigde bedrag berekend worden, rekening houdend met het nog te lopen aantal jaren in de bestaande concessie. Dit bedrag wordt berekend als volgt:

          Formule:

          Aantal verstreken jaren___________________ X    bedrag hernieuwing

          Totaal aantal jaren van de nieuwe conc.termijn (20)                                                     

          Artikel 13.- In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte op een begraafplaats in de gemeente.

          De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de gemeente.

          Artikel 14.- In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding.

          Hij heeft recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats.

          De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur.

          De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten, evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.

          Artikel 15.- Hernieuwingen van de eeuwigdurende concessie.

          Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.

          Artikel 16.- Vroegtijdige beëindiging van een concessie:

          Een concessie kan op schriftelijk verzoek van de concessiehouder of van zijn nabestaanden voortijdig worden beëindigd. Vooraleer het college tot beëindiging overgaat, zal de aanvraag gedurende 6 maanden aan de ingang van de begraafplaats en aan de betrokken concessie worden aangeplakt.  Bezwaren tegen deze voortijdige beëindiging moeten schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen.  Wanneer een concessie om welke reden ook een einde neemt, worden de niet weggenomen graftekens en de nog bestaande ondergrondse constructies, eigendom van de gemeente.   Het college van burgemeester en schepenen  bepaalt de bestemming ervan.  Wanneer een columbariumconcessie of een urnenveldconcessie om welke reden ook een einde neemt, kan de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats.

          4. ONTGRAVEN - VERWIJDEREN - ONTRUIMEN EN HERINGEBRUIKNEMING VAN GRAVEN

          Artikel 17. Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, of ontzet, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving of ontzetting in die gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven of ontzet.

          Artikel 18.- De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande schriftelijk en met mededeling van reden worden gericht aan de burgemeester.  De reden moet ernstig zijn. 

          Volgende beschikkingen moeten worden nageleefd:

          1. dag en tijdstip dat de ontgraving zal plaatsvinden wordt in overleg met de dienst begraafplaatsen vastgesteld;
          2. het grafteken, de beplanting en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan;
          3. de gemeente of een gespecialiseerde firma zorgt voor het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil. Het openen en sluiten van de grafkelders gebeurt steeds door de gemeente;
          4. het openen van de nis, het uitnemen van de urn uit de nis en het opnieuw sluiten van de nis geschieden door de zorgen van de gemeente.

          Artikel 19.- Er moet tot een ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en van een gemachtigde die door de burgemeester is aangesteld en die er verslag van opmaakt. Zij kunnen de vernieuwing van de kist voorschrijven als ze dat nodig achten en ze kunnen elke andere maatregel nemen om de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid te beschermen op kosten van de aanvrager.

          De burgemeester kan een nabestaande toestemming verlenen om de ontgraving bij te wonen.

          Artikel 20.- Het graf in gewone grond wordt na 20 jaar en na de verplichte bekendmaking van 1 jaar verwijderd. Er kan tot ontknekeling worden overgegaan, of de as kan op de strooiweide uitgestrooid worden.

          Geconcedeerde graven: Na de verplichte bekendmaking van 1 jaar met nakende vervaldatum van de concessie en bij niet hernieuwen, wordt het graf ontruimd (wegnemen en vernietigen van grafmonumenten), en kan tot ontknekeling worden overgegaan, of de as kan op de strooiweide uitgestrooid worden.

          Na ontknekeling van de ontruimde stoffelijke resten worden deze in het ossuarium, gelegen op een gemeentelijke begraafplaats, door gemeentelijke diensten of een gespecialiseerde firma begraven. De termijn van grafrust wordt bepaald op 20 jaar. De wettelijke grafrust van minstens 10 jaar dient voor alle vormen van begraving gerespecteerd te worden.

          Vanaf 1 januari 2013 wordt artikel 18 van het decreet op de begraafplaatsen voor alle vormen van begraving en van bijzetting in niet-geconcedeerde grond/columbaria strikt toegepast.

          5 GRAFTEKENS, BOUW- EN BEPLANTINGSWERKZAAMHEDEN – ONDERHOUD VAN DE GRAVEN

          Artikel 21.

          De gemeentelijk aangestelde is ertoe bevoegd:

          - de as uit te strooien;

          - de kist of de urn in de kuil, de grafkelder of het columbarium te plaatsen;

          - een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in volle grond en de kuil te vullen;

          - bestaande grafkelders te openen en te sluiten;

          - de nis in een columbarium te openen, de urn te plaatsen en de nis terug af te sluiten.

          Artikel 22.- Het onderhoud van het grafperceel rust op de belanghebbenden.  Elke beplanting buiten de in artikel 3.1 en 3.2 vermelde afmetingen zijn niet toegelaten en zullen verwijderd worden. De aanplantingen op de grafmonumenten moeten zo worden aangelegd en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen van het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens belemmeren.

          Artikel 23.- Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich er tegen verzetten, heeft eenieder het recht om op het graf van zijn verwant of vriend een blijvend grafteken te plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder. 

          Elke plaatsing moet een eenvoudige aanvraag  en een toelating tot het plaatsen voorafgaan.  Op elk graf, onder welke vorm dan ook, is minstens een naamplaatje of kenteken verplicht. De graftekens en andere gedenktekens mogen de volgende afmetingen niet overschrijden:

          1. Niet-geconcedeerde en geconcedeerde graven (grond of kelder): maximale afmeting van 0,80m x 1,80m en 0,25m dik. De hoogte van het eventueel rechtstaande gedeelte is maximum 1,00m.
          2. Kindergraven: maximale afmeting van 0,60m x 1,50m en 0,25m dik. De hoogte van het eventueel rechtstaande gedeelte is maximum 0,80m.  Deze afmetingen gelden zowel voor niet-geconcedeerde als voor geconcedeerde graven.
          3. Sterretjesperceel: maximale afmeting van 0,49m x 0,49m. Een klein rechtstaand gedeelte binnen de afmeting van de zerk mag, mits een maximale hoogte van 0,30m. Deze afmetingen gelden zowel voor niet-geconcedeerde als voor geconcedeerde graven.
          4. Urnenveld: de grafzerk voor het begraven van een urne in een urnenveld heeft een éénvormige afmeting van 0,49m x 0,49m. Een klein rechtstaand gedeelte binnen de afmeting van de zerk mag, mits een maximale hoogte van 30 cm. Deze afmetingen gelden zowel voor niet-geconcedeerde als voor geconcedeerde urnenvelden.
          5. Columbariumplaat: de grootte van de columbariumplaat mag de voorzijde van de columbariumnis niet overschrijden. Indien niet voor een eigen columbariumplaat gekozen wordt, dient verplicht een naamplaatje in de uitsparing van de afdekplaat geplaatst te worden. Deze afmetingen gelden zowel voor niet-geconcedeerde als  voor geconcedeerde columbaria.
          6. Gedenkzuil strooiweide: na uitstrooien van de as kan een gedenkplaatje geplaatst  worden op de gedenkzuil.. Aanvragen kan via de dienst burgerzaken. Er mogen geen andere gedenktekens aangebracht worden op de gemeenschappelijke zuil.
          7. Herdenkingszuil weggenomen graven: van de weggenomen graven kan een herdenkingsplaatje of foto geplaatst worden op de herdenkingszuil. Het plaatje dient aangevraagd te worden bij de dienst burgerzaken. Er mogen geen andere gedenktekens aangebracht worden op de gemeenschappelijke zuil.

          6. SLOTBEPALINGEN

          Artikel 24.

          a) Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen.

          b) Alle wets-, decreet- of besluitwijzigingen passen dit reglement automatisch aan.

          Artikel 25.- Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 28 juni 2022.

          Artikel 26.- Alle vorige reglementen betreffende begraafplaatsen worden opgeheven.

          Artikel 27.- Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig het gemeentedecreet.

        • 862.1 - Gemeentelijke begraafplaatsen - Retributie- en belastingreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure voor provincie- en gemeentebelastingen van 30 mei 2008 en latere wijzigingen

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

          Decreet op begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004

          Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten

          Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria

          Gemeenteraadsbeslissing van 24 september 2013 betreffende het retributie- en belastingreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen van de gemeente Oud-Heverlee

          Feiten en context

          De bestaande reglementen zijn dringend aan een update toe, ze dateren nog van 2013. 

          De reglementering rond de begraafplaatsen is een zeer complexe en gevoelige materie, het is daarom van belang een duidelijk reglement te voorzien om zoveel mogelijk discussie te vermijden.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel1.- De gemeenteraad besluit met ingang van 27 juni 2022 dat alle vorige gemeenteraadsbeslissingen worden opgeheven met betrekking tot retributie en belastingen op begraafplaatsen, en vervangen door onderhavig reglement.

          RETRIBUTIEREGLEMENT

          Begraving in gewone grond conform het huishoudelijk reglement is gratis.

          CONCESSIES

          Artikel 2.- Er worden alleen concessies verleend voor 20 jaar. Voor alle vormen van begraving-bijzetting is een concessie mogelijk.

          Artikel 2.1.- De retributie voor nieuwe concessies wordt vastgesteld als volgt:

          a)   een 20-jarige grondconcessie voor 1 lichaam: 500,00 euro

          b)   een 20-jarige grond- of kelderconcessie voor maximum 2 lichamen of urnen: 750,00 euro

          c)   een 20-jarige columbariumconcessie voor 1 urne: 400,00 euro

          d)   een 20-jarige columbariumconcessie voor maximum 2 urnen: 650,00 euro

          e)   begraven in een concessie-urnenveld voor 20 jaar voor 1 urne: 400,00 euro

          f)    een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 2 urnen: 650,00 euro

          g)   een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 3 urnen: 800 euro

          h)   begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert voor kinderen tot 18 jaar voor 20 jaar voor 1 lichaam: 500,00 euro

          i)    begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert voor kinderen tot 18 jaar voor 20 jaar voor 2 lichamen: 750,00 euro

          j)    begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert voor 20 jaar 1 lichaam of 1 urne van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind of voor 1 urne voor kinderen tot 18 jaar : 400,00 euro

          k)   begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert  voor 20 jaar voor 2 urnen van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind of voor 2 urne voor kinderen tot 18 jaar: 650,00 euro

          Artikel 2.2.- De retributie voor hernieuwing van de concessies wordt vastgesteld als volgt:

          a)     een 20-jarige grondconcessie voor 1 lichaam: 200,00 euro

          b)    een 20-jarige grond- of kelderconcessie voor 2 of meer lichamen of urnen: 300,00 euro

          c)     een 20-jarige columbariumconcessie voor 1 urne: 150,00 euro

          d)    een 20-jarige columbariumconcessie voor maximum 2 urnen: 250,00 euro  

          e)    begraven in een 20-jarige urnenveldconcessie voor 1 urne: 150,00 euro  

          f)      begraven in een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 2 urnen: 250,00 euro

          g)     begraven in een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 3 urnen:  350,00 euro

          h)    begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert  voor kinderen tot 18 jaar voor 50 jaar voor 1 lichaam: gratis

          i)      begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert  voor kinderen tot 18 jaar voor 50 jaar voor 2 lichamen: gratis

          j)      begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert  voor 50 jaar 1 lichaam of 1 urne van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind of voor 1 urne voor kinderen tot 18 jaar : gratis

          k)     begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert  voor 50 jaar voor 2 urnen van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind of voor 2 urnen voor kinderen tot 18 jaar: gratis

          Artikel 2.3.- Hernieuwing van concessies

          a. Hernieuwing vóór het verstrijken van de termijn

          De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn hernieuwd worden.

          De hernieuwing bedraagt telkens 20 jaar.

          Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen.

          De concessiehernieuwingen worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

          De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. In geval van een bijzetting en de looptijd van de concessie bedraagt op dat moment geen 10 jaar meer, zal het graf blijven bestaan tot 10 jaar na de laatste bijzetting, ongeacht of de looptijd van de concessie in de tussentijd verstrijkt.

          b. Hernieuwing zonder bijzetting

          De opeenvolgende hernieuwingen kunnen ingediend worden vóór de bepaalde tijd verstreken is.

          c. Hernieuwing met bijzetting

          De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie.

          Indien er van de mogelijkheid tot hernieuwing van de concessie bij een bijzetting geen gebruik wordt gemaakt én de looptijd van de concessie op dat moment geen 10 jaar meer bedraagt, zal het graf blijven bestaan tot 10 jaar na de laatste bijzetting, ongeacht of de looptijd van de concessie in de tussentijd verstrijkt.

          Werd er geen aanvraag om hernieuwing ingediend voor het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie. Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de hernieuwingen ervan.

          Tevens is geen enkele nieuwe teraardebestelling toegestaan na het verstrijken van die termijn.  In geval van een hernieuwing van een concessie (al dan niet met bijzetting) vóór het verstrijken ervan, moet het verschuldigde bedrag door de gemeente herberekend worden, rekening houdend met resterende aantal jaren in de bestaande concessie. Dit bedrag wordt berekend als volgt:

          Formule:

          Aantal verstreken jaren___________________ X    prijs concessie     =  bedrag hernieuwing

          Totaal aantal jaren van de nieuwe conc.termijn (20)                                                     

          GEDENKPLAATJE STROOIWEIDE

          Artikel 3.- De echtgeno(o)t(e), de partner, een bloed- of aanverwant van de overledene, wiens as op de strooiweide van het gemeentelijk kerkhof verstrooid werd, kan een aanvraag indienen voor het aanbrengen van een naamplaatje op de gedenkzuil van de strooiweide. De gemeente zorgt voor het aanmaken en het plaatsen. De retributie bedraagt 50,00 euro.

          HERDENKINGSPLAATJE HERDENKINGSZUIL WEGGENOMEN GRAVEN

          Artikel 4: De echtgeno(o)t(e), de partner, een bloed- of aanverwant van de overledene, wiens graf werd weggenomen, kan een aanvraag indienen voor het aanbrengen van een naamplaatje op de herdenkingszuil van de weggenomen graven. De gemeente zorgt voor het aanmaken en het plaatsen. De retributie bedraagt 50,00 euro.

          GRAFKELDERS

          Artikel 5.- Grafkelders dewelke door het gemeentebestuur geplaatst of in eigen beheer zijn, kunnen in gebruik genomen worden bij de aanvang van een nieuwe concessie voor een retributiebedrag van 420,00 euro per twee kelders, plaatsing inbegrepen. Dit bedrag wordt vermeerderd met het retributiebedrag van een nieuwe concessie vermeld in artikel 2.1.

          RETRIBUTIE-INVORDERING

          Artikel 6.- Elke verschuldigde retributie dient bij het indienen van de aanvraag onmiddellijk te worden voldaan.  Bij gebrek aan betaling in der minne zal elke retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden Bij niet betwiste vordering kan artikel 94,2° van het gemeentedecreet worden toegepast.

          INWONERS

          Artikel 7.- Als inwoner van de gemeente, voor toepassing van dit reglement, worden aanzien:

          a)     alle personen ingeschreven in de gemeente Oud-Heverlee;

          b)    de personen die krachtens hun persoonlijk statuut vrijgesteld zijn van inschrijving in de gemeentelijke registers en die werkelijk in de gemeente verblijven;

          c)     alle personen die gedurende een periode van minimum 25 jaar gedomicilieerd zijn geweest in de gemeente Oud-Heverlee;

          BELASTINGSREGLEMENT

          NIET-INWONERS

          Artikel 8.- Niet-inwoners kunnen ingevolge hun overlijden in de gemeente of mits een uitzonderlijke toelating van de burgemeester, wegens hun bijzondere relatie met de gemeente, toelating krijgen om er begraven, bijgezet of uitgestrooid te worden. Mits betaling van een belasting voor niet-inwoners van 250,00 euro voor elke begraving, bijzetting of uitstrooiing.  Deze belasting is verschuldigd bovenop de retributie van een eventuele concessie.

          ONTGRAVING – ONTZETTING - HERBESTEMMING

          Artikel 9.- Er is een belasting verschuldigd van 100,00 euro voor ontgraving, ontzetting of herbestemming van een graf of urne.

          De belasting is verschuldigd door degene die de machtiging tot ontgraven vraagt.

          Alle bijkomende kosten zijn ten laste van de aanvrager.

          Er is geen belasting verschuldigd voor de ontgravingen-ontzettingen die:

          -     worden verricht in uitvoering van rechterlijke beslissingen;

          -     ambtshalve of omwille van het openbaar belang door de gemeente worden verricht.

          BELASTING - INVORDERING

          Artikel 10.- Elke verschuldigde belasting wordt contant betaald. Bij gebrek aan betaling, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.

          Artikel 11.- De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging.  Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. 

          Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven.

          Artikel 12.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1,3,4,6 t.e.m. 9 bis van  het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

          Artikel 13.- Wetswijzigingen en/of nieuwe decreten zullen dit reglement automatisch aanpassen.

          Artikel 14.- Een afschrift van dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

        • 165.1 - Reglement op huwelijksplechtigheden

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur

          Burgerlijk wetboek betreffende het tijdstip en plaats van voltrekking van huwelijk: art.75,76 en 144 tot 171.

          Gemeenteraadbeslissing van 27 april 2021 betreffende het reglement om huwelijksplechtigheden

          Feiten en context

          In artikel 1 staat dat enkel in de raadzaal kan gehuwd worden, de andere zalen binnen onze site zouden hier ook voor moeten kunnen gebruikt worden. Artikel 1 dient daarom aangepast te worden.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad besluit het huishoudelijk reglement voor huwelijksplechtigheden goed te keuren.

          HUISHOUDELUK REGLEMENT OP HUWELUKSPLECHTIGHEDEN
          ARTIKEL 1
          Een huwelijk kan plaatsvinden:
          - in het gemeentehuis
          - aan het atrium in het recreatiepark Zoet Water.
          ARTIKEL 2
          Bij een voltrekking van een huwelijk in het recreatiepark Zoet Water (aan atrium) zorgt het bruidspaar voor de volledige organisatie: de materialen ter plaatse brengen, financiering, de eventuele opstelling van tafels, stoelen, partytent, bloemen, e.d. .... .
          De organisatie ter plaatse kan tot uiterlijk een uur voor het eerste geplande huwelijk van die dag. De opstelling mag ten vroegste de dag voor het huwelijk gebeuren en dient ten vroegste na het laatste geplande huwelijk van die dag en ten laatste de dag na het huwelijk terug verwijderd te worden.
          Bij meerdere huwelijken op dezelfde dag en op dezelfde plaats zullen de bruidsparen moeten rekening houden met elkaar. lndien er geen samenwerking kan gevonden worden zal de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand het laatste beslissingsrecht hebben (14 dagen voor geplande huwelijk).
          Bij regenweer wordt er uitgeweken naar het gemeentehuis na overleg met het bruidspaar. 
          ARTIKEL 3
          Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ontvreemding of vernieling van de materialen. Wanneer het recreatiepark Zoet Water wordt afgesloten om veiligheidsredenen of door overmacht kan er geen financiële tussenkomst aan het gemeentebestuur gevraagd worden voor geleden schade. 
          ARTIKEL 4
          Een huwelijksplechtigheid (uur en dag) wordt maximum één jaar op voorhand aangevraagd en vastgelegd bij de dienst burgerlijke stand.
          Een huwelijksplechtigheid kan plaatsvinden elke werkdag tijdens de openingsuren van het gemeentehuis en op zaterdag van 10u00 tot 14u00. Er kan niet gehuwd worden op zon- en feestdagen.
          De huwelijksplechtigheden zullen aaneensluitend plaatsvinden vanaf het moment dat er één huwelijksplechtigheid is vastgelegd.
          ARTIKEL 5
          Een huwelijksplechtigheid wordt verondersteld maximum 30 minuten te duren en dit om de aanvang van volgende huwelijksplechtigheden goed te laten verlopen.
          ARTIKEL 6
          Elke vorm van strooisel is verboden bij de huwelijksplechtigheid.
          ARTIKEL 7

          Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen betreffende huwelijksplechtigheden.

          ARTIKEL 8

          Dit reglement zal bekend gemaakt worden overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur.

    • Extra

      • Bijkomende punten gemeenteraad

        • Bijkomend agendapunt: Openstellen van de speelplaatsen in de scholen tijdens schoolvakanties (N-VA)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          Nu de zomer weer aangebroken is en weldra ook de grote vakantie voor onze kinderen en jeugd, zullen de speelpleinen en chillruimten in onze gemeente weer druk bezocht worden, wat uiteraard goed is. Niet alleen onze eigen inwoners zullen deze ruimten frequenteren, maar ook de toerist en al of niet plaatselijke jeugdverenigingen die er kampen of activiteiten zullen organiseren. 

          Opdat iedereen aan zijn of haar trekken zou kunnen komen vragen we om de speelplaatsen in de scholen open te stellen tijdens de schoolvakanties.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad besluit maximaal de speelplaatsen van de gemeentescholen worden open te stellen tijdens de schoolvakanties.

        • Bijkomend agendapunt: Plek in het bos reserveren voor as verstrooiing (N-VA)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          Een overlijden stemt tot nadenken en bezinning. Velen hebben dan ook nood aan plek waar men terug naartoe kan om de overledene te herdenken.
          Een kerkhof is een kunstmatig aangelegde herdenkingsplaats. Maar sommigen kiezen voor het “terug gaan naar de natuur” In Nederland kiest men hiervoor plekken uit in het bos.  https://www.staatsbosbeheer.nl/doe-mee/herdenken/as-verstrooien 
          Staatsbosbeheer biedt gelegenheid voor het verstrooien van as als vorm van natuurlijk herdenken. Het gebied is rustig en heeft een eeuwenoude geschiedenis.
          Ons Meerdaalwoud kent heel wat historische plaatsen. Meer info hierover vind je in de uitgave over Miradel. (wandelingen, historische plaatsen,…)
          Wij vragen om ook in ons bos een plek als herdenking te benoemen, een plek waar men de as van de overledene kan en mag uitstrooien.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, Marijke Pertz
          Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
          Besluit

          Artikel 1: De gemeenteraad geeft opdracht aan het college om de mogelijkheid om een plek in het bos te reserveren voor as verstrooiing met ANB te bespreken.

        • Bijkomend agendapunt: Vraag: Problemen met elektriciteitsnetwerk in Oud-Heverlee (Open Vld en Tom Teck)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Open Vld en Tom Teck aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          Netbeheerder Fluvius gaat de volgende 10 jaar 4 miljard euro extra investeren in het stroomnetwerk in Vlaanderen, om dat toekomstbestendig te maken met de komst van steeds meer elektrische wagens en warmtepompen. 

          In 2022 kan 10 tot 15 % van het stroomnetwerk in Oud-Heverlee overbelast worden terwijl zonder bijkomende investeringen dat in 2035 70 tot 80 % zal zijn. 

          Er zal dus op korte termijn in bijkomende kabels of distributiecabines moeten geïnvesteerd worden om lokale problemen met o.a. uitvallende omvormers van zonnepanelen wegens grote spanningsvariatie op te lossen. Eén van de grote uitdagingen hierbij is het vinden van beschikbare gronden of locaties voor de plaatsing van distributiecabines. In het Hageland dat  ook getroffen wordt door deze problematiek  zijn er al heel wat concrete werken gepland.

          Vragen 

          1. Is er al overleg geweest met Fluvius? Indien niet wanneer is dat dan gepland?
          2. Welke concrete investeringen worden voorzien in Oud-Heverlee om hieraan te verhelpen?
          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:49:22 van de opname.

        • Bijkomend agendapunt: Vraag: Brandweer van Leuven (die ook Oud-Heverlee bedient) trekt aan de alarmbel omdat ze veel te weinig personeel heeft (Open Vld en Tom Teck)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Open Vld en Tom Teck aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          De brandweer van Leuven heeft aan de alarmbel getrokken omdat er slechts veertien brandweerlieden elke dag instaan voor de veiligheid van de ongeveer 250.000 inwoners en studenten van Leuven, Oud-Heverlee, Holsbeek, Bierbeek, Bertem, Lubbeek en Herent, én de aanwezigen in UZ Leuven. Zij staan in voor alle grote en kleine incidenten, én het beheer van twee ziekenwagens, de helft van de Leuvense ziekenwagencapaciteit. Ter vergelijking: in Brussel staan ongeveer 200 brandweerlui paraat voor 1,2 miljoen inwoners. Een simpele rekensom leert dat Leuven dus zo’n 40 brandweerlui zou moeten hebben. Dat wil zeggen dat er voor Leuven en de buurgemeenten veel te weinig brandweerlieden zijn.  

          De gemeente Oud-Heverlee verstrekte in 2021 een werkingssubsidie van 408.000 euro  aan de brandweer.  

          Het lijkt er dus op dat de veiligheid van onze burgers niet kan gegarandeerd worden. 

          Vragen

          1. Hoe heeft Oud-Heverlee gestemd op de Zoneraad van 11 mei 2022 inzake de verlaging van de capaciteit?
          2. Wat is het standpunt van het Schepencollege in deze?
          3. Welke concrete stappen heeft men al gezet of worden er overwogen om te verhelpen aan deze situatie?

           

           

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:52:57 van de opname.

        • Bijkomend agendapunt: Vraag: Nood aan overleg met ANB i.v.m. slopen van boshut (N-VA)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          Tijdens de coronaperiode hebben velen van ons het bos ontdekt en/of herontdekt. Wij vinden dit fijn en vragen daarom ook extra aandacht voor de ontmoetingsplaatsen en de onthaalpoorten.
          Sommige plaatsen in het bos waren steeds gekend ontmoetingsplaatsen, er stonden dan ook enkele boshutten in het bos. De boshut aan de Moemmedel is na lange tijd eindelijk  gerestaureerd. Maar nu lezen we dat deze aan de speelweide zal verdwijnen (zie bijlage). Wij betreuren dit.

          Vraag:

          Wij vragen aan het college om dringend in overleg te gaan met ANB.

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:00:35 van de opname.

        • Bijkomend agendapunt: Vraag: Openstellen van de speelplaatsen in de scholen tijdens schoolvakanties (N-VA)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          Nu de zomer weer aangebroken is en weldra ook de grote vakantie voor onze kinderen en jeugd, zullen de speelpleinen en chillruimten in onze gemeente weer druk bezocht worden, wat uiteraard goed is. Niet alleen onze eigen inwoners zullen deze ruimten frequenteren, maar ook de toerist en al of niet plaatselijke jeugdverenigingen die er kampen of activiteiten zullen organiseren.  

          Vragen:

          1. Hoeveel lokale speeltuinen/plaatsen zijn er in onze gemeente en voor welke leeftijd?
          2. Zijn er nog plannen voor extra speeltuintjes?

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:02:50 van de opname.

        • Bijkomend agendapunt: Vraag: Wat is de bedoeling van de straatbelijning in de Brainestraat? (N-VA)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          De plannen i.v.m. de herinrichting/ éénrichting/knip in de Brainestraat in Blanden zorgde voor heel wat onrust. Niet alleen bij ons maar ook bij heel veel inwoners zowel van de Brainestraat als van de omliggende straten. Het afsluiten van de Brainestraat zou immers het verkeer in de andere straten drastisch laten toenemen.
          Geruime tijd hoorden we niets meer over de plannen. Thans stellen we vast dat er belijning is uitgevoerd in de Brainestraat (zie bijlage).

          Vraag:

          Wat zijn de plannen?  

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:04:55 van de opname.

        • Bijkomend agendapunt: Vraag: Rode lichten op Waversebaan t.h.v Dorpsstraat (Tom Teck)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Tom Teck aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          Aan de rode lichten op de Waversebaan t.h.v. de Dorpsstraat wordt er regelmatig door het rood gereden. Aangezien er hier dagelijks kinderen oversteken is dit een situatie die best snel en grondig aangepakt wordt.

          Vragen 

          1. Heeft het college deze problematiek al bestudeerd? 
          2. Is het plaatsen van extra rode lichten die over de weg hangen een optie om de zichtbaarheid te verhogen? 
          3. Of gaat het over de overgang van oranje naar rood?
          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:07:50 van de opname.

        • Bijkomend agendapunt: Vraag: Kameroenschapen (Tom Teck)

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Feiten en context

          In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur wordt dit punt op vraag van Tom Teck aan de gemeenteraadsagenda van 28 juni 2022 toegevoegd.

          Op het einde van de vorige gemeenteraad werd er gesproken dat men de eigenaar van de Kameroenschapen gevonden had en dat men ze zou proberen te vangen op 3 juni. De schapen zijn nog steeds te vinden in het gebied tussen Pragen en de Pragenstraat. Ze berokkenen er schade aan de landbouwgewassen.

          Vraag 

          Kan het schepencollege een update geven en gaan er nog stappen ondernomen worden om de dieren te vangen?

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:13:40 van de opname.

        • Vraag inwoner Verkeersleefbaarheidsplan Pragen Vaalbeek Blanden

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden


          Feiten en context

          Uit het "Verkeersleefbaarheidsplan Pragen Vaalbeek Blanden" blijkt de erkenning dat er een probleem is op de as M. Noëstraat, OLVrouwstraat, Bierbeekstraat, Haasroodsestraat en verder. Problemen rond sluipverkeer, verkeerssnelheid en verkeersdensiteit die, gecombineerd, een rechtstreekse impact hebben op de leefbaarheid en verkeersveiligheid van haar bewoners, bezoekers en de aanpalende natuurgebieden. 

          Nadat we het plan doornamen en vergeleken met uitgevoerde werken in de deelgemeenten van Oud-Heverlee en erbuiten rezen een aantal vragen die specifiek gelinkt zijn aan de problematiek van deze verkeersas. 
          We lezen dat er voor Pragen plannen, en zien dat er in Sint-Joris-Weert en Oud-Heverlee en in grote zones van groot Leuven zone 30 zones ingevoerd werden. Waarom niet in Vaalbeek?
          Op basis van dit plan blijkt dat in 2019 geschrankte parkings zouden geplaatst moeten zijn op de OLVrouwstraat. Waarom werd dit, in combinatie met vaste obstakels, niet uitgevoerd?
          We lezen dat er een tonnagebeperking komt tot 3.5 Ton. Deze belofte werd ons ook in 2020 gedaan. Wanneer wordt dit uitgevoerd?
          Een voorzichtige (...) schatting van 900 wagens kunnen de Weerste Dreef kortelings niet meer gebruiken. Hoe wordt dit verkeer opgevangen zonder de OLV-straat - M. Noëstraat bijkomend te belasten?

          Op 14 oktober 2020 stuurden we naar Hanne en Mattias, als betrokken groep inwoners van Oud-Heverlee, een document met voorstellen. Tot op vandaag, 2 jaar later, kregen we op geen enkel ogenblik, en dit ondanks de gemaakte beloftes, enige informatie rond wat uiteindelijk met onze voorstellen gebeurde.  Tot vrijdag dus, dag waarop we de de onderwerpen van de gemeenteraads-agenda toevallig zagen. Daarom, en voor alle zekerheid, voegen we dit document nog even toe in een aparte mail naar Bart, Hanne, Matthias en Patrice.

          Betrokkenen

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:16:45 van de opname.

        • Vraag inwoner bijkomende maatregelen om de verkeersdrukte OMWL-as

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden


          Feiten en context

          Samen met vele buren vraag ik

          • bijkomende maatregelen om de verkeersdrukte (te veel, te snel en te zwaar verkeer) op de OMWL-as van Laag Blanden over Vaalbeek, Pragen , Zoet Water naar Sint-Joris-Weert te beperken en de verkeersleefbaarheid er voor de bewoners op een voelbare manier te verhogen
          • het afsluiten van de Weertsedreef en het eventueel (zie ook vraag 2) éénrichting maken van de Brainestraat pas uit te voeren als die verkeersdrukte voelbaar verminderd is

          Toelichting
          De maatregelen opgenomen in het verkeersleefbaarheidsplan zijn onvoldoende om de verkeersleefbaarheid op de OMWL-as op een effectieve, voelbare en duurzame manier te verbeteren. En dit ondanks prognoses dat de verkeersdrukte er alleen maar zal toenemen.
          De snelheidsbeperking en de handhaving ervan met 1 flitscamera is onvoldoende. Het resultaat van de andere maatregelen is onzeker: het hangt af van overleg met andere overheden en ook van een goede handhaving.
          Toch wil de gemeente maatregelen nemen die de verkeersdrukte op deze as nog zal vergroten nl. het éénrichting maken van de Brainestraat en het afsluiten van de Weertsedreef. Waarom geen gefaseerde uitvoering en eerst voelbare resultaten boeken inzake de verkeersleefbaarheid op de OMWL-as en dan ( als het echt niet anders kan- zie vraag 2) verkeersdrukte verhogende maatregelen nemen?

          Betrokkene

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:22:20 van de opname.

        • Vraag inwoner éénrichting maken van de Brainestraat

          Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
          Bart Clerckx, burgemeester
          Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
          Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Josien Van Dyck, Fien Gilias, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Paul Pues, raadsleden
          Marijke Pertz, algemeen directeur
          Verontschuldigd: David Huygens, Bram Holemans, raadsleden
          Juridische gronden


          Feiten en context

          VRAAG 1 zie voorgaand punt


          VRAAG 2
          Maak van de Brainestraat geen éénrichtingstraat. Ook deze maategel wordt zoals de volledige afsluiting sterk gecontesteerd door de inwoners. Dat blijkt uit 2 petities (goed voor respectievelijk bijna 900 en 450 handtekeningen) en de overlegrondes die het gemeentebestuur zelf organiseerde.

          Toelichting
          De vermelde overlegrondes werden georganiseerd als antwoord op een petitie (2019) met bijna 900 handtekeningen die overhandigd werd aan de gemeenteraad tegen de afsluiting van de Brainestraat.

          Nadien werd de problematiek van de Brainestraat opgenomen in het ruime verkeersleefbaarheidsplan zonder rekening te houden met het voorgaande overleg waarin ook het één richting maken niet werd gedragen daar de deelnemers. Deze participatie werd genegeerd maar er werd wel een nieuw hoogdrempelig participatietraject georganiseerd dat zeker niet aan alle inwoners gelijke kansen bood. Het is immers niet voor iedereen evident om een elektronische bevraging in te vullen en nadien nog eens een mail te sturen.

          Naar aanleiding van dit participatietraject overhandigden we de gemeente in 2020 opnieuw een petitie met 450 handtekeningen tegen onder meer het éénrichting maken van de Brainestraat. En nog zijn de plannen op dat vlak niet bijgestuurd.

          Is het de bedoeling van het gemeenbestuur om inwoners het gevoel te geven niet gehoord te worden?
          Is het de bedoeling van het gemeentebestuur om opgezette participatietrajecten te laten lijken op langgerekte en kostelijke (met ons belastinggeld) schijnprocedures met als doel de illusie van weinig weerstand te creëren om zo de eigen ideeën en principes tegen de wil van een groot deel van de betrokken bevolking er toch door te duwen? 

          Betrokkene

          Besluit

          Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:27:37 van de opname.

De voorzitter sluit de zitting op 28/06/2022 om 22:05.

Namens gemeenteraad,

Marijke Pertz
algemeen directeur

Adinda Claessen
voorzitter van de gemeenteraad