Terug gemeenteraad

Tue 28/01/2025 - 19:30 vergaderzaal Meerdael

Openbaar

Normaal

Interne zaken

  • Amendement I ingediend door SAMEN bij punt 1. huishoudelijk reglement gemeenteraad 

    Toelichting

    De passages rond ‘participatie’ in het huishoudelijk reglement van de gemeente zijn geschrapt. Net in het eerste jaar van de legislatuur, een jaar van studiewerk, verdient participatie alle aandacht. De voorbije zes jaar werd hier intensief op ingezet: een toekomstcafé bij de start van de legislatuur, het burgerpanel in het toekomstforum Zoet Water, participatiepaden, talloze hoorzittingen, infomarkten, … Het is aangewezen deze dynamiek te continueren.  

    Besluit:

    Artikel 1: De gemeenteraad keurt het ontwerp van participatiereglement in bijlage goed als voorlopig werkkader rond participatie, aanvullend aan het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. 

    Artikel 2: Het college van burgemeester en schepen organiseert de verdere aftoetsing van dit voorontwerp bij adviesraden, diensten, …. Ten laatste  29 april zal een definitieve versie voorgelegd worden aan de gemeenteraad.  

    Stemming: 

    - Samen (5): voor

    - Pro OH (4): tegen

    - N-VA (4): tegen

    - CD&V (5): tegen

    - Red OH: onthouding

    Amendement wordt afgekeurd.

    Amendement II ingediend door SAMEN bij punt 1.  huishoudelijk reglement gemeenteraad 

    Toelichting

    Het voorstel van huishoudelijk reglement voorziet een indexering van de vergoeding van de raadsleden. Op de gemeenteraad van 12 november 2024 werd een voorstel om de werkingsmiddelen van de verenigingen te indexeren verworpen, o.a. omdat men alle  vragen rond  indexering in het geheel wou bekijken bij de opmaak van het meerjarenplan. We vinden het passend om dit principe dan ook consequent toe te passen, en de indexering van de vergoeding van de raadsleden minstens 12 maanden uit te stellen.  

    Besluit:

    Artikel 1: De gemeenteraad besluit de vergoeding van de raadsleden vast te leggen op 200 euro. 

    Artikel 2: De indexering van deze vergoeding wordt eind 2025 opnieuw bekeken, samen met de andere beslissingen rond diverse indexeringen in het nieuwe meerjarenplan 2026-2030.

     

    Stemming: 

    - Samen (5): voor

    - Pro OH (4): tegen

    - N-VA (4): tegen

    - CD&V (5): tegen

    - Red OH (3): onthouding

    Amendement wordt afgekeurd.

    ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

     


    Artikel 1: De gemeenteraad besluit volgend huishoudelijk reglement aan te nemen:

    Huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad Oud-Heverlee

     

     

    BIJEENROEPING

    Art. 1.

    De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en dit ten minste tienmaal per jaar.

     


    Art. 2, §1.

    De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

     

    De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten plaats vinden. Hierbij stelt de voorzitter voor de gemeente- en de OCMW-raad duidelijk onderscheiden agenda’s op.

     

    §2.

    De oproeping wordt verzonden via het e-mailadres dat het raadslid heeft gecommuniceerd aan de gemeentelijke diensten. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze bepaald in art. 9, §1 van dit reglement.

     

    §3.

    De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:

    1° een derde van de zittinghebbende leden;

    2° een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;

    3° het college van burgemeester en schepenen;

    4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.

     

    In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. De aanvraag moet ondertekend zijn door minstens het vereiste aantal raadsleden en moet tijdig ingediend worden zodat de voorzitter de oproepingstermijnen, bepaald in art. 2, §4 van dit reglement, kan nakomen.

    De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.

     

    §4.

    De oproeping wordt minstens acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden. In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken. Het is de bevoegdheid van de raadsvoorzitter om die spoedeisendheid vast te stellen.

     

    Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.

     

    §5. 

    De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk punt dat ter stemming voorligt moet een toegelicht voorstel van beslissing toegevoegd zijn. Minstens één dergelijk punt moet op de agenda staan.

     

    Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad.

     

    Art. 3.

    Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken. Aan de gemeenteraadsleden wordt gevraagd om de punten te bezorgen, uiterlijk vijf dagen voor de vergadering, en dit voor 12 uur van die vijfde dag (concreet: als de gemeenteraad plaatsvindt op dinsdag week X, voor de donderdag 12 u van de week X-1).

     

    De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten, zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad, onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.

     

    FYSIEK, DIGITAAL OF HYBRIDE

    Art. 4.

    §1. Uitzonderlijke omstandigheden

    In uitzonderlijke omstandigheden kan afgeweken worden van het fysieke vergaderen en kan beslist worden om, naar gelang de omstandigheid, hybride of digitaal te vergaderen. In geval van digitaal vergaderen nemen alle leden van de vergadering deel op digitale wijze. In geval van hybride vergaderen gaat om een fysieke vergadering waarbij één of meerdere leden op digitale wijze deelnemen.

    §2. Afgekondigde crisisfase

    Tijdens een afgekondigde crisisfase beslissen de voorzitter en de burgemeester samen over de wijze van vergaderen. Dit kan fysiek – eventueel met bijkomende maatregelen, digitaal of hybride zijn, in functie van de ernst van de situatie.

    §3.Onvoorziene ontoegankelijkheid gebruikelijke vergaderzaal

    Wanneer de gebruikelijke vergaderzaal door een onvoorziene gebeurtenis (elektriciteitspanne, betoging, ….) fysiek niet toegankelijk is, beslissen de voorzitter en de burgemeester samen over de wijze van vergaderen. Dit kan hybride of digitaal zijn.

    §4. Dringende noodzakelijke beslissing

    Wanneer een dringend noodzakelijke beslissing van de raad nodig is en twee derde van de leden daar vooraf mee akkoord gaan, kan de voorzitter voorstellen om een digitale vergadering te laten doorgaan. De voorzitter geeft de algemeen directeur de opdracht om een e-mail te sturen naar alle leden met de vraag om akkoord te gaan om digitaal te vergaderen. Deze e-mail bevat naast de voorziene dag, tijdstip en agenda van de eventuele vergadering minstens een toegelicht voorstel van beslissing waarbij de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd wordt. Van zodra twee derde van de leden positief geantwoord hebben via e-mail stelt de voorzitter de uitzonderlijke omstandigheid vast en volgt de officiële oproeping. Voor de eigenlijke vergadering tellen, behoudens de specifieke bepalingen over digitaal vergaderen, de gewone regels uit het decreet lokaal bestuur en dit huishoudelijk reglement.

    §5 Uitzonderlijke onmogelijkheid om fysiek deel te nemen

    Een gemeenteraadslid dat zich tijdelijk fysiek in de onmogelijkheid bevindt om zich te verplaatsen ingevolge overmacht, kan uitzonderlijk de fysieke vergadering digitaal bijwonen. Het lid bezorgt zijn vraag uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de voorzitter en de algemeen directeur via mail. Indien de voorzitter de uitzonderlijke omstandigheid aanvaardt, zal de gemeenteraad hybride vergaderen en worden de leden hiervan in kennis gesteld.

    §6. Algemene afspraken voor hybride of digitale vergaderingen:

    1. De hybride of digitale vergadering wordt gehouden via teams. De link wordt overgemaakt via de outlookagenda aan de raadsleden.

    2. De raadsleden worden gevraagd zich tijdig aan te melden zodat de vergadering op het aangekondigde uur kan starten.
    3. Voor de audiovisuele livestream en opname dient de camera van elk raadslid de hele zitting op te staan. De microfoons worden gedempt. Een raadslid dat aan het woord wil komen, maakt dit kenbaar door het digitale handje op te steken. Enkel als het raadslid het woord krijgt van de voorzitter, zet het raadslid de microfoon aan.

    4. Een raadslid dat digitaal deelneemt aan de vergadering zet zich bij voorkeur in een rustige en goed verlichte omgeving. Bij de behandeling van agendapunten in besloten zitting, zorgt het raadslid er voor dat de bespreking kan verlopen met de verplichte discretie.

    5. Tijdens het besloten deel van de zitting, onderbreekt de voorzitter de audiovisuele opname en livestream.

     

     

     

    OPENBAAR OF BESLOTEN

    Art. 5, §1.

    De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.

     

    §2.

    De vergadering is niet openbaar als:

    1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

    2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.


    De vergaderingen over de beleidsrapporten (= het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.

     

    Art. 6.

    De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.

     

    Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij de voorzitter de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de openbare zitting van de OCMW-raad, gevolgd door de eventuele besloten zitting van de OCMW-raad. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.

     

    Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.

     

    Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.

     

    Art. 7.

    De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

     

    INFORMATIE VOOR HET PUBLIEK

    Art. 8.

    Plaats, dag, uur en agenda van de gemeenteraadsvergadering en de agenda ervan worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webtoepassing van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering. Deze bekendmaking wordt gecommuniceerd via de socialemediakanalen van het lokaal bestuur.

    Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt

     

    In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

     

     

     

    INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN

    Art. 9, §1.

    Vanaf de verzending van de oproeping worden via het vergadersysteem van de gemeente voor de raadsleden alle stukken ter beschikking gesteld die horen bij de agenda. In het bijzonder gaat het over de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de gemotiveerde ontwerpen van beslissing.

     

    Ook de nog goed te keuren notulen en het nog goed te keuren zittingsverslag van de vorige vergadering worden op dezelfde wijze ter beschikking gesteld.

     

    §2.
    De ontwerpen van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop ze besproken worden aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.

     

    Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.

     

    Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de raadsleden zoals in art. 9, §1 van dit reglement.

     

    Art. 10.

    Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.

    Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.

     

    De raadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur. Vragen worden op dezelfde wijze beantwoord als ze gesteld worden, tenzij het raadslid en de algemeen directeur (of het aangewezen personeelslid) anders overeenkomen.

     

    Art. 11, §1.

    De gemeenteraadsleden hebben, ongeacht de drager, het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten betreffende het bestuur van de gemeente.

    §2.

    De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de gemeenteraadsleden via het vergadersysteem.

    §3.

    De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt binnen de drie dagen via e-mail meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.

     

     

    §4.

    Alle andere dossiers, stukken en akten die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente dan die in art. 9 en art. 11, § 2 tot § 3 van dit reglement, kunnen door de raadsleden op vraag geraadpleegd.

     

    De raadsleden vragen inzage via e-mail aan de algemeen directeur. Daarbij geven ze duidelijk aan welke concrete stukken ze wensen in te zien. Het moet gaan om een vraag die niet onredelijk is. Uiterlijk drie dagen na ontvangst van de aanvraag antwoordt de algemeen directeur via e-mail. Indien een raadslid vermoedt dat een opgevraagd stuk onvolledig is, meldt het raadslid dit onmiddellijk aan de algemeen directeur.

     

    Ook als de inzage geweigerd wordt, antwoordt de algemeen directeur binnen dezelfde termijn via een e-mail met daarin de motivering waarom de inzage geweigerd wordt.

     

    Art. 12.

    Raadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen, en diensten die de gemeente opricht en beheert, te bezoeken.

     

    Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen dit bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens drie dagen vooraf schriftelijk mee welke instellingen of diensten ze willen bezoeken en welke dag en welk uur hun voorkeur heeft.

     

    Tijdens het bezoek van een inrichting of dienst van de gemeente mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.

     

    Art. 13.

    Raadsleden hebben het recht om schriftelijke en mondelinge vragen te stellen aan het college van burgemeester en schepenen over gemeentelijke aangelegenheden. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

     

    Raadsleden stellen hun schriftelijke vragen via een e-mail aan de burgemeester en de algemeen directeur. Binnen de 10 dagen na de ontvangst beantwoordt de burgemeester, of een door de burgemeester aangewezen schepen, via e-mail de vraagsteller. Ook de algemeen directeur ontvangt deze e-mail.

     

     

    QUORUM

    Art. 14, §1.

    De raadsleden die deelnemen aan de vergadering worden door de algemeen directeur genoteerd in het vergadersysteem.

     

    §2.

    De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden aanwezig is.

     

    Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.

    Indien tijdens de vergadering het quorum niet meer gehaald wordt, schorst de voorzitter de vergadering voor een kwartier. Stelt de voorzitter na de heropening vast dat er nog steeds niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te vergaderen, dan sluit de voorzitter de vergadering.


    De agendapunten die niet afgehandeld zijn, worden hernomen bij de start van de eerstvolgende raadsvergadering. Ze worden ook op die wijze opgenomen in de agenda.

    §3.

    De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

     

    In de oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.

     

     

    VERGADEREN

    Art. 15, §1.

    De raadsvoorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.

    §2.

    Op vraag van een raadslid, of op eigen initiatief, kan de voorzitter de vergadering schorsen als dat wenselijk is. De duur van de schorsing wordt bepaald door de voorzitter van de raad. Van deze schorsing wordt melding gemaakt in de notulen.

     

    §3.

    Het laten deelnemen van derden aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen bepaald in het decreet over het lokaal bestuur en de reglementen van de gemeenteraad.

     

    Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en/of beroepservaring als deskundig worden erkend.

     

    De voorzitter kan derden uitnodigen. Derden kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming en mogen het besloten deel van de vergadering enkel bijwonen gedurende de toelichting die ze geven. De voorzitter bepaalt wanneer een derde tijdens de raad het woord krijgt.

     

    §4.

    De voorzitter van de gemeenteraad geeft bij het begin van de raad kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.

     

    De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.

     

    §5.

    Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

     

    Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.

     

    Art. 16, §1.

    Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad of er amendementen zijn op het voorstel van beslissing en welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel. Als er amendementen zijn, worden deze schriftelijk en minstens 1 dag op voorhand bezorgd aan de voorzitter. Ze worden mondeling toegelicht door de indiener wanneer die het woord krijgt.


    Een amendement is een voorstel tot wijziging van de voorgestelde beslissing bij een agendapunt, zonder dat de voorgestelde beslissing daardoor fundamenteel verandert.

     

    Wordt er twijfel geuit of het wel gaat om een amendement of een nieuw agendapunt, dan beslist de raad of het om een amendement gaat. Meent de raad dat dit niet het geval is, dan wordt het ingediende amendement als onbestaande beschouwd.

     

    De voorzitter verleent het woord in volgorde van de aanvragen en, in geval van gelijktijdige aanvraag, op basis van de rangorde van de raadsleden.

     

    §2.

    De voorzitter kan op elk moment in de vergadering het woord geven aan de algemeen directeur.

     

    §3.

    Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.

     

    §4.

    Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.

    In de volgende gevallen en volgorde krijgt iemand voorrang om te spreken, waardoor de bespreking van de hoofdvraag of het voorstel van beslissing tijdelijk wordt onderbroken:

    1° om te vragen dat men niet zal besluiten;

    2° om de verdaging te vragen;

    3° om een punt te verwijzen naar een raadscommissie of naar de deontologische commissie;

    4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;

    5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;

    6° om naar het reglement te verwijzen.

     

    §5.

    Niemand mag onderbroken worden wanneer hij/zij spreekt, behalve door de voorzitter voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

     

    Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

     

    Dit geldt eveneens voor zij die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en gekregen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.

     

    Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.



    §6.
    Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest, sluit de voorzitter de bespreking.

     

    Art. 17, §1.

    De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering. Van de handelingen die de voorzitter in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.

     

    §2.

    Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.

     

    §3.

    De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op een andere wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.

     

    De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.

     

    §4.
    Wanneer de vergadering rumoerig wordt, en daardoor het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij/zij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.

     

    Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit de voorzitter de vergadering. De raadsleden en de toehoorders moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

     

    STEMMEN

    Art. 18, §1.

    Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de stemming waarover de vergadering zich moet uitspreken.

     

    De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.

     

    §2.
    De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

     

    §3.

    De gemeenteraadsleden stemmen niet geheim, behalve in de volgende gevallen:

    1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;

    2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;

    3° individuele personeelszaken.

     

    §4.

    De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.

     

    Art. 19, §1.

    De gemeenteraadsleden stemmen bij handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.

     

    §2.
    De stemming bij handopsteking geschiedt als volgt: Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in art. 18, § 1 van dit reglement vraagt de voorzitter achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ‘ja’ stemmen, welke ‘neen’ stemmen en welke zich onthouden.

     

    Elk gemeenteraadslid kan per stemming slechts eenmaal zijn hand opsteken om zijn keuze duidelijk te maken.

     

    §3.
    De mondelinge stemming geschiedt door elk raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken. Zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) in volgorde van de fracties.

     

     

    Art. 20.

    Bij een geheime stemming worden voorbereide stembriefjes gebruikt en wordt uniform schrijfmateriaal ter beschikking gesteld, zodat het niet mogelijk is om aan de stembriefjes te zien welke pen er gebruikt is

     

    De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt bij een geheime stemming door het afgeven van een blanco stembriefje.

     

    Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

     

    Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.

     

    Art. 21.

    Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

     

    Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.

     

    Art. 22, §1.

    De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.

     

    Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.

     

    §2.

    De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.

     

    In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij/zij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport.  In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.

     

    Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad.

     

    Is er in de OCMW-raad een afzonderlijke stemming geweest, waardoor de stemming over het geheel verdaagd is naar een volgende vergadering van de OCMW-raad en had de gemeenteraad ervoor zijn deel van het beleidsrapport al vastgesteld, dan vervalt die vaststelling en stelt de gemeenteraad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

     

     

    NOTULEN, ZITTINGSVERSLAG EN ONDERTEKENING

    Art. 23, §1.

    De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

     

    Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of die voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield. 

     

    §2.

    Het zittingsverslag bestaat uit de op de website terug te vinden opname van de livestream van de vergaderingen.

     

    §3.

    Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 5, §2 en artikel 6 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt over die aangelegenheid geen zittingsverslag opgesteld.

     

    §4.
    Tijdens de vergaderingen van de gemeenteraad mogen geen andere audio- of audiovisuele opnames gemaakt worden dan deze van het zittingsverslag.

     

    Art. 24, §1.

    De nog goed te keuren notulen worden ter beschikking gesteld van de raadsleden zoals bepaald in art. 9, §1 van dit reglement. Het zittingsverslag is ter beschikking op de gemeentelijke website.

     

    Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen  van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.

     

    Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden de notulen door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering daarna.

     

    Het zittingsverslag wordt samen met de notulen actief openbaar gemaakt via de bekendmaking op de webtoepassing van de gemeente.

     

     

     

    §2.

    Als de gemeenteraad het wenselijk acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en ter plekke door de algemeen directeur en een meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.

    Art. 25.

    De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

     

    De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

     

    FRACTIES

    Art. 26

    Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Enkel wanneer voldaan is aan artikel 71, vijfde lid, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 kunnen de kandidaten van een lijst twee aparte fracties vormen.

     

     

     

    RAADSCOMMISSIES

     

    Art. 27, §1.

    De gemeenteraad  richt ….  commissies op die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.

     

    De volgende commissies worden opgericht:

    De algemene commissie, de commissie Mens en de commissie Ruimte.

     

    §2.

    De gemeenteraad bepaalt het aantal leden per gemeenteraadscommissie op 8 raadsleden. De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld volgens het systeem D’Hondt.

     

    Elke fractie wijst de mandaten toe. De verdeling van de van de mandaten is als volgt:

    CD&V: 2

    N-VA: 2

    Pro OH: 1

    Samen (GroenVooruitPlus): 2

    Red OH: 1

     

    Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht hetzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Als een lid uit de fractie stapt, of gezet wordt, dan kan dat lid niet meer zetelen in een raadscommissie. Dat kan noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden die fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie. Deze regel geldt niet voor raadscommissies waarvan alle raadsleden lid zijn.

     

    De commissies worden echter opnieuw samengesteld na de aanname van een collectieve of een individuele constructieve motie van wantrouwen als daardoor het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen niet hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.

     

    §3.

    Raadsleden die op basis van art. 12 van het DLB tijdelijk in de raad zetelen ter vervanging van een verhinderd raadslid, vervangen dat raadslid tijdens de periode van verhindering ook in de commissies waar het verhinderd lid normaal gezien zetelt.

     

    §4.
    Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid dat gekozen is door en onder de leden van de commissie. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie.

     

     

    §5.

    De commissies vergaderen in principe fysiek, tenzij de voorzitter in de bijeenroeping aangeeft dat het om een digitale vergadering gaat. Bij een fysieke vergadering kan de voorzitter bij het begin van de vergadering ook de toelating geven aan een of meer leden die erom verzoeken om digitaal deel te nemen.

     

    De commissie wordt door de commissievoorzitter bijeengeroepen op dezelfde wijze als de raad bijeengeroepen wordt in art. 2, §2 (en eventueel art. 4, §1 en §2) van dit reglement. De stukken die bij de agenda horen, worden op dezelfde wijze bekend gemaakt aan de raadsleden. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webtoepassing van de gemeente.

     

     

    De vergaderingen van de commissies zijn openbaar volgens dezelfde regels als die voor de gemeenteraad.

     

    De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

     

    De leden van de commissies stemmen nooit geheim, behalve in de gevallen bepaald in art. 18, §3 van dit reglement.

     

    Raadsleden die geen lid van de commissie zijn, of geen lid zijn met raadgevende stem, kunnen zonder stemrecht en zonder recht op presentiegeld de vergaderingen van de commissies bijwonen. Ze hebben er ook spreekrecht.

     

    Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.

     

    Het ambt van secretaris van een raadscommissie wordt waargenomen door de algemeen directeur of door een daartoe door de algemeen directeur aangewezen personeelslid.

     

    §6.

    De bijzondere gemeenteraadscommissie voor de evaluatie van de ombudsman of -vrouw en de tuchtcommissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.

     

    De bijzondere gemeenteraadscommissie en de tuchtcommissie vergaderen volgens dezelfde regels als de gewone raadscommissies, maar wel besloten.

     

    §7.

    De deontologische commissie is geen commissie zoals bedoeld in dit artikel. De samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie wordt geregeld in de deontologische code voor mandatarissen.

     

     

     
     

    VERGOEDINGEN RAADSLEDEN

     

    Art. 28, §1.

    Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor de volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:

    1° de vergaderingen van de gemeenteraad;

    3° de vergaderingen van de deontologische commissie.

     

     

    §2.
    Het presentiegeld bedraagt 240 EUR voor de vergaderingen van de gemeenteraad en de deontologische commissie, er is geen presentiegeld voor de gemeenteraadscommissies.

    De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die de voorzitter voorzit.

     

     

     

    Art. 29, §1.

    Gemeenteraadsleden kunnen studiedagen of vormingscursussen, (ingericht door overheidsinstanties, onderwijsinstellingen of de VVSG), volgen op kosten van de gemeente, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk of verrijkend zijn voor de uitoefening van hun mandaat. De aanvraag daartoe gebeurt op voorhand via de algemeen directeur. Indien er een goedkeuring volgt, gebeurt de inschrijving met rechtstreekse facturatie aan de gemeente. Het is niet mogelijk om gemaakte kosten terug te betalen.

     

    De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar.

     

     
     
     

     

     

    §2.

    De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden.

     

    De gemeente sluit naast de verzekering, vermeld in het eerste lid, de volgende verzekeringen af:

    • een verzekering om de bestuurdersaansprakelijkheid te dekken die persoonlijk ten laste komt van gemeenteraadsleden bij de normale uitoefening van hun mandaat, als ze de gemeente vertegenwoordigen als lid van de raad van bestuur of als dagelijks bestuurder in een rechtspersoon indien die rechtspersoon geen bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten voor de vertegenwoordigende mandataris;
    • een verzekering voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun mandaat.

     

     

     

     

     

     
     
     

     

     

     

     
     

     

    Artikel 2:

    Algemene commissie:

    CD&V (2):

    N-VA (2):

    Pro OH (1):

    Samen (GroenVooruitPlus) (2): Mattias Bouckaert en Adinda Claessen

    Red OH (1):

    Commissie Mens: 

    CD&V (2):

    N-VA (2):

    Pro OH (1):

    Samen (GroenVooruitPlus) (2): Jos Rutten en Wim Aertsen

    Red OH (1):

    Commissie Ruimte:

    CD&V (2):

    N-VA (2):

    Pro OH (1):

    Samen (GroenVooruitPlus) (2): Hanna Vansteenkiste en Adinda Claessen

    Red OH (1):

     

     

     

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met onderstaande tekst goed als deontologische code en duidt de volgende raadsleden aan als lid van de deontologische commissie:

    CD&V: Bart Clerckx

    N-VA: Francis Van Biesbroeck

    PRO-OH: Patrice Lemaitre

    Samen (VooruitGroen+): Mattias Bouckaert

    Red-OH: Alexander Binon

     

    Toepassingsgebied

    Artikel 1

    De deontologische code  is van toepassing op de lokale mandatarissen.

    Voor de gemeente worden hieronder begrepen:

    ­         de voorzitter van de gemeenteraad

    ­         de gemeenteraadsleden,

    ­         de burgemeester,

    ­         de schepenen.

    Voor het OCMW worden hieronder begrepen:

    ­         de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn,

    ­         de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn,

    ­         de voorzitter van het vast bureau,

    ­         de leden van het vast bureau,

    ­         de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst,

    ­         de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

     

    Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten. 

    Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven. 

    Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

     

    Belangenvermenging en de schijn ervan

     

    Artikel 2

    Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

    Toelichting

    De decreetgever heeft lokale mandatarissen op twee manieren beschermd tegen de verleiding van belangenvermenging en tegen de schijn daarvan:

    1. 1.       De gemeenteraad wordt rechtstreeks verkozen en is het belangrijkste bestuursorgaan van de gemeente. Wie de eed aflegt als gemeenteraadslid is (behalve in de zes randgemeenten en Voeren) ook lid van de OCMW-raad.

    De raden nemen beslissingen ten voordele van het algemeen belang. Daarom mogen lokale mandatarissen niet deelnemen aan de bespreking en stemming wanneer ze zelf een rechtstreeks belang hebben bij een dossier. Dat belang kan persoonlijk zijn, maar kan ook als vertegenwoordiger (bijvoorbeeld in de rol van voorzitter van een sportvereniging) of via de huwelijkspartner of de persoon waarmee de lokale mandataris wettelijk samenwoont. Een rechtstreeks ‘belang’ hoeft geen financieel belang te zijn, maar kan ook moreel van aard zijn. Zie artikel 3 van deze code.

    Lokale mandatarissen beoordelen in eerste instantie zelf of er sprake is van een rechtstreeks belang waardoor mogelijke belangenvermenging zou kunnen ontstaan tijdens de besluitvorming. Er zijn voorbeelden van besluiten die vernietigd werden omdat het zelfs nog maar aannemelijk was dat een lokale mandataris in een bepaalde zaak in de verleiding kon komen de belangen te vermengen. Het is dan ook belangrijk dat niet enkel het de lokale mandataris zelf, maar ook de hele raad erover waakt dat (de schijn van) belangenvermenging zo veel als mogelijk voorkomen wordt. 

    1. 2.       Soms volstaat het niet dat lokale mandatarissen zich bij een belang onthouden van de bespreking en stemming van een punt. In die gevallen verbiedt de decreetgever lokale mandatarissen zelfs expliciet om bepaalde functies uit te oefenen, rollen te vervullen of (rechts)handelingen uit te voeren. Zie artikelen 6 en 7 van deze code.

     

    Drie suggesties die niet door de decreetgever opgelegd worden, maar wel het vertrouwen in de politiek kunnen versterken:

    1. 1.       Belangenvermenging kan al ontstaan vooraleer het punt op de raad of een ander politiek orgaan besproken wordt. Een lokale mandataris heeft daar aandacht voor en zorgt dat er, naast de wettelijke bepalingen om bij een rechtstreeks belang niet deel te nemen aan de stemming en bespreking van een punt, ook geen beïnvloeding is (voor een ander belang dan het algemene) in andere fasen van het besluitvormingsproces. Zie artikel 4 van deze code.
    2. 2.       Elk lokale mandataris zorgt ervoor dat in contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden. Zie artikel 5 van deze code.

    Elk lokale mandataris maakt de verschillende mandaten bekend, alsook substantiële financiële belangen bij ondernemingen die zakendoen met het lokaal bestuur. Dit is geen wettelijke verplichting maar stelt de lokale mandatarissen in staat om elkaar te waarschuwen wanneer belangenvermenging dreigt. Ook de pers en de burger kunnen op basis van deze lijsten hun controlerende taken uitoefenen. In de code kan men concreet maken wat bedoeld wordt met ‘substantiële financiële belangen’, bijvoorbeeld wanneer een lokale mandataris en zijn/haar familie samen meer dan 25% aandelen bezitten. Zie artikel 8, 9 en 10 van deze code.

     

    Artikel 3

    Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

     

         Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4

         Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8

         Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596

     

    Artikel 4

    Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

     

    Artikel 5

    Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

     

    Artikel 6

    Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

     

         Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10

         Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11

     

    Artikel 7

    Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan. 

         Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3

     

    Artikel 8

    Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.

     

    Artikel 9

    Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.

     

    Artikel 10

    De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.

     

    Corruptie en de schijn ervan

     

    Artikel 11

    Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden. 

    Toelichting

    Dit artikel definieert corruptie voor lokale mandatarissen. In tegenstelling tot belangenvermenging kan corruptie of omkoping leiden tot strafrechtelijke vervolging. In dit hoofdstuk willen we niet alleen corruptie voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Dit om het vertrouwen in de objectiviteit van de politiek te bewaken.

     

    Artikel 12

    Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan. 

         Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245

     

    Het aannemen van geschenken

     

    Toelichting

    Geschenken zijn een sluiproute naar corruptie. Ze kunnen gebruikt worden om de besluitvorming te beïnvloeden, te corrumperen of de aanloop daartoe te vormen. Daarnaast kan de schijn ontstaan dat een lokale mandataris zich heeft laten beïnvloeden. Een lokale mandataris doet er daarom alles aan om dat te voorkomen. Dit vraagt om een uiterste terughoudendheid ten aanzien van geschenken. De hieronder staande regels zijn geformuleerd als een ‘Nee, tenzij’-regel: een lokale mandataris neemt geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om dit wel te doen. Een afwijking op deze regel dient bekendgemaakt te worden bij de algemeen directeur, die vervolgens bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. De lokale mandataris zelf houdt het geschenk in ieder geval niet zelf.

     

    Artikel 13

    Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

    ­         Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.

    ­         De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.

    ­         Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.

    ­         Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

     

    Artikel 14

    Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur. 

    Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente/het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke/OCMW bestemming.

     

    Artikel 15

    De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.

     

    Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten

     

    Toelichting

    Het accepteren van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die een zuivere besluitvorming kan aantasten. Het gaat hier om allerlei voorzieningen en mogelijkheden die iemand krijgt of mag gebruiken. Net zoals bij geschenken kan een lokale mandataris door het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen of diensten gecorrumpeerd raken. Ook hier kan de schijn van corruptie of partijdigheid ontstaan. 

    Artikel 16

    Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

    ­         Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.

    ­         De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

     

    Artikel 17

    Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.

     

    Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)

     

    Toelichting

    Lokale mandatarissen dienen de schijn van partijdigheid tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat bijvoorbeeld lunchen, dineren of naar recepties, concerten of sportwedstrijden gaan, op kosten van anderen, waar mogelijk moet worden vermeden. Enkel onder bepaalde voorwaarden kunnen uitnodigingen toch geaccepteerd worden.
     

    Artikel 18

    Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

    ­         De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.

    ­         De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, …).

    ­         De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

     

    Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken

     

    Toelichting

    Wat voor lunches en diners geldt, geldt in nog sterkere mate voor reizen en verblijven op kosten van derden. Dat wordt in de regel met argwaan bekeken. Het is daar beter alle schijn te vermijden. 

    Artikel 19

    Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad of het fractievoorzittersoverleg/de raad voor maatschappelijk welzijn. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente/het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

     

    Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

     

    Artikel 20

    Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

     

    Omgaan met informatie

     

    Artikel 21

    De gemeenteraad/ De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen/het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

     

    Toelichting

    Het handelen van de overheid heeft grote invloed op het leven van burgers. De burger heeft dan ook het recht om goed geïnformeerd te worden over het overheidshandelen. De onderliggende redeneringen en afwegingen van beslissingen moeten duidelijk zijn. Het lokaal bestuur (politiek en ambtelijk) moet dan ook nauwkeurig en op tijd actief communiceren wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

     

    Sommige informatie mag echter niet bekendgemaakt en verspreid worden (bijvoorbeeld persoonlijke gegevens van burgers). Elke lokale mandataris is dan ook onderworpen aan een beroepsgeheim met betrekking tot de informatie die hij/zij specifiek uit hoofde van zijn/haar beroep kon verkrijgen (denk aan inzage in personeelsdossiers onder artikel 29 van het Decreet Lokaal Bestuur). 

    De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert in sommige (door de decreetgever bepaalde) gevallen ook in de beslotenheid. Dit gebeurt wanneer punten de persoonlijke levenssfeer raken, wanneer anders de openbare orde in het gedrang komt of wanneer er ernstige bezwaren zijn tegen de openbaarheid. Bij besloten vergaderingen geldt een geheimhoudingsplicht. 

    De raad heeft het recht ook zelf geïnformeerd te worden. Het college/ Het vast bureau verstrekt alle inlichtingen die een raadslid nodig heeft voor de uitoefening van zijn/haar taak. Daarnaast geeft het college/het vast bureau inlichtingen die raadsleden mondeling of schriftelijk vragen. De wijze waarop dit gebeurt wordt vastgesteld in het huishoudelijk reglement. De lokale mandataris gaat altijd discreet, dat wil zeggen voorzichtig, om met de informatie verkregen door zijn/haar mandaat. 

    Ook in de rol van informatieverstrekker aan de burger is de lokale mandataris zich bewust van het risico op belangenvermenging en corruptie.

     

    Artikel 22

    Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

     

    Artikel 23

    Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/ het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

     

    Toelichting

    Enkele voorbeelden van informatie die onder het beroepsgeheim valt: persoonlijke zaken uit personeelsdossiers of persoonlijke informatie van mensen die een sociale premie aanvragen. Deze gegevens moeten beschermd worden en kunnen dus niet gedeeld worden. 

    Artikel 24

    Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…). 

         Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458

         Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4

         Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28

     

    Toelichting

    De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Het is bijvoorbeeld verboden om bij de aanstelling van de algemeen directeur gegevens openbaar te maken van kandidaten die besproken werden en het niet gehaald hebben, maar uiteraard is de beslissing wie uiteindelijk tot algemeen directeur benoemd werd, wel openbaar. Een lokale mandataris moet altijd goed afwegen welke informatie uit de besloten zitting al dan niet openbaar gemaakt kan worden. Een tip is om de beoordeling te doen aan de hand van de criteria die voorzien zijn in het decreet inzake de openbaarheid van bestuur.

     

    Artikel 25

    Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

     

    Toelichting

    Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald.

          Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2

     

     

    Artikel 26

    Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

     

    Artikel 27

    Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

     

    Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

     

    Artikel 28

    Raadsleden van de gemeente gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de gemeente.

    Raadsleden van het OCMW gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW.

     

    Toelichting

    Elk raadslid, elk lid van het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en elk personeelslid is een medemens en medeburger en verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar zorgt voor een betere beraadslaging en leidt tot zorgvuldigere en dus betere beslissingen. Bovendien heeft de manier waarop het college/het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst en de raad met elkaar omgaan een invloed op de geloofwaardigheid van de politiek.

     

    Artikel 29

    Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college/het vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

     

    Artikel 30

    Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.

     

    Artikel 31

    Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

     

    Naleving en handhaving van de deontologische code

     

    Artikel 32

    De gemeenteraad /raad voor maatschappelijk welzijn stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen ervan.

     

    Artikel 33

    De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn  ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

     

    Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

    ­         het voorkomen van mogelijke schendingen

    ­         het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

    ­         het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code

    ­         het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

     

    Het voorkomen van mogelijke schendingen

     

    Artikel 34

    De gemeenteraad /raad voor maatschappelijk welzijn richt een deontologische commissie op.

    Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad / de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn die toegevoegd wordt als voorzitter is van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.

     

    Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad / de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, dan beslist de raad.  Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is.  Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.

    Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.

    Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.

     

    Toelichting

    We hebben gekozen voor de meest eenvoudige samenstelling waarbij elke fractie één zetel heeft in de commissie, aangevuld met de raadsvoorzitter die meteen ook voorzitter is van de commissie. De fractie van de voorzitter zal dus met twee zetelen in de deontologische commissie (het lid per fractie en de voorzitter).

    We hebben in dit addendum er voor gekozen om raadsleden af te vaardigen in de deontologische commissie, maar dat is geen plicht. Men zou de keuze kunnen laten aan de fracties zelf om een raadslid of een derde af te vaardigen. Kiest men daarvoor dan is het van belang om te weten dat de bepalingen uit de code enkel gelden voor de raadsleden en niet voor de derden. Daar moet men dan rekening mee houden en ook voor derden deontologische regels uitwerken (of er op van toepassing maken).

    Is de voorzitter zelf betrokken partij, dan wordt hij/zij vervangen door de waarnemend voorzitter (ofwel een raadslid dat aangeduid is door de voorzitter om hem/haar te vervangen en als er geen aanduiding is: het raadslid met de meeste anciënniteit).

    Is een lid betrokken partij dan wordt hij/zij vervangen door zijn/haar eerste plaatsvervanger. Kan ook die niet, dan gaat men naar een volgende plaatsvervanger. Eenmansfracties kunnen een raadslid van een andere fractie aanduiden als plaatsvervanger. De aanduiding van een commissielid en de plaatsvervanger(s) kan door de fractie steeds aangepast worden. Wanneer noch het commissielid, noch de plaatsvervanger(s) kunnen deelnemen aan de commissie, dan is dat geen probleem. De commissie kan dan vergaderen zonder een vervanger voor het betrokken lid.

    Andere samenstellingsmogelijkheden zijn afspiegelingen van de raad (door het systeem Imperiali, D’Hondt,… of zoal de BCSD-zetels verdeeld worden) al dan niet aangevuld met externe deskundigen. In deze eenvoudige versie hebben we daar niet voor gekozen. Dat kan uiteraard wel. Let wel op dat bij evenredige verdelingen alle fracties vertegenwoordigd zijn in de deontologische commissie!
     

    Zolang het Besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de lokale mandataris niet aangepast is, kunnen de leden van de deontologische commissie geen presentiegeld daarvoor ontvangen. Het is wel de bedoeling dat dit BVR nog dit jaar aangepast wordt.

     


    Artikel 35

    De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.


    De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 41 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden. 

    De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.

    De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.

    De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.

    De leden van de commissie werken volgens volgende principes:

    -          De handhaving is onpartijdig.

    -          Men is terughoudend met publiciteit.

    -          Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.


    Artikel 36

    De commissie is bevoegd voor:

    -          Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code.

    -          Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code. 

     

     

    Toelichting

    Belangrijk is dat enkel meldingen behandeld worden die de procedure van art. 40 tot 42 van deze code respecteren. Kort samengevat:

    1. 1.       Melding van het vermoeden van een schending bij de AD.
    2. 2.       Vooronderzoek door raadsvoorzitter en AD waarbij de ontvankelijkheid beoordeeld wordt en onterechte meldingen geweerd worden.
    3. 3.       De deontologische commissie formuleert aan de raad een gemotiveerd advies over de mogelijke schending op basis van het rapport van het vooronderzoek en het horen van de betrokkenen.
    4. 4.       De raad doet op basis van het een uitspraak over het vermoeden van schending. Volgt de raad het advies van de commissie niet, dan advies krijgt diegene waartegen het vermoeden van schending ingesteld werd de kans kreeg om nogmaals gehoord te worden.

     

    Daarnaast is het raadzaam om op gezette tijden de tekst van de deontologische codes tegen het licht te houden: voldoen de formuleringen nog? Over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld? Is er behoefte aan een themabijeenkomst of andere vormen van gesprek? Op deze manier blijft de deontologische code een levend document.

     

     

     

     

    Artikel 37

    De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn  ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

     

    Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

    ­         het voorkomen van mogelijke schendingen

    ­         het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

    ­         het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code

    ­         het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

     

    Het voorkomen van mogelijke schendingen

     

    Artikel 38

    Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

     

     

    Toelichting

    Het is belangrijk dat een lokale mandataris zich steeds voorafgaand aan een handeling de vraag stelt of deze wel in overeenstemming is met deze code. Bij twijfel kan de lokale mandataris contact opnemen met de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangeduid. Aanvullend daaraan kan de lokale mandataris ook steeds aftoetsen bij collega’s lokale mandatarissen of externe deskundigen zoals een stafmedewerker van de VVSG.

     

    Artikel 39

    Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

     

    Het signaleren van vermoedens van schendingen
    (= start formele procedure binnen het lokaal bestuur)

     

     

    Toelichting

    Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een andere lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, gaat hij/zij in eerste instantie te rade bij de algemeen directeur of het daartoe aangewezen personeelslid. 

    Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, is het van belang dat er een aantal verdere processtappen zijn afgesproken waarbij een bepaalde persoon of instantie aangewezen is als meldpunt. 

    De gemeenteraad/De raad voor maatschappelijk welzijn zal onderstaande regels verder moeten uitwerken en concretiseren.

     

    Artikel 40

    Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen). 

    Indien na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.

     

     

    Toelichting

    Een melding moet altijd gaan over een vermoedelijk inbreuk van de code door een mandataris. Men kan dus geen melding doen tegen een lokale partij of fractie. Het kan zijn dat er meerder mandatarissen betrokken zijn, maar dan moeten ze in de melding concreet benoemd worden.

      

    Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

     

    Artikel 41

    Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.

    Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roep de voorzitter van de deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus. 

    De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.

    Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad /de raad voor maatschappelijk welzijn.

     

     

    Het zich uitspreken over schendingen
    (= einde formele procedure binnen het lokaal bestuur)

     

    Artikel 42

    Enkel de gemeenteraad/de raad voor maatschappelijk welzijn kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente/het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.

    Wanneer de gemeenteraad/de raad voor maatschappelijk welzijn vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente/het OCMW, dan kan de raad:

    -          zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.

    -          vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.

    -          beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.

    -          bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen of de raadsvoorzitter / de voorzitter of een lid van het vast bureau, de voorzitter of een lid van het bijzonder comité of de raadsvoorzitter een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen. 

     

     

    Toelichting

    Wanneer de raad beslist het advies van de deontologische code niet te volgen, dan moet de vermeende schender de kans krijgen door de raad gehoord te worden. Pas daarna kan de raad een eindbeslissing nemen of er al dan niet een schending werd begaan. 

    Wanneer vaststaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, dan kan de raad zich hierover uit spreken. Hierbij dient zij proportioneel te zijn in de beoordeling: de aard van de schending en de context waarbinnen de schending heeft plaatsgevonden spelen een belangrijke rol. 

    Niet alle schendingen zijn even zwaar en moeten of kunnen op dezelfde manier worden beoordeeld. Schendingen die de zuiverheid van de besluitvorming raken, zoals belangenvermenging, corruptie en sommige kwesties rondom het gebruik van informatie, raken aan de kerntaak van politici en zijn om die reden het ernstigst. De gevolgen voor burgers en het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur zijn daar het meest in het geding. Bij dergelijke schendingen passen in de regel dan ook de zwaarste woorden, waarbij in sommige gevallen zelfs overgegaan kan worden tot strafrechtelijke vervolging. Een te lichte beoordeling die volgt op een ernstige schending kweekt onbegrip en tast de geloofwaardigheid aan. Hetzelfde geldt voor een te zware beoordeling op een lichte schending. 

    Van belang is vervolgens om zowel verzwarende als verzachtende omstandigheden in kaart te brengen. Was er sprake van opzet? Van naïviteit? Is de politicus onder druk gezet door partijgenoten of anderen? Hoe ernstiger de schending en hoe duidelijker de overtreden regel, hoe minder snel er een verzachtende omstandigheid zal worden aangenomen. 

     

    Het Decreet Lokaal Bestuur biedt de mogelijkheid tot het toepassen van formele sancties afhankelijk van de feiten (bijvoorbeeld de vervallenverklaring van het mandaat van raadslid dat niet meer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, schorsing of afzetting van uitvoerende mandatarissen). Sommige overtredingen van de deontologische code leveren daarnaast ook een strafbaar feit op waarvan aangifte kan of moet worden gedaan en die kunnen leiden tot strafrechtelijke vervolging.

     

    Evalueren van de deontologische code

     

    Artikel 43

    Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt. 

     

    Enkele algemene bepalingen

    Artikel 44

    De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

     

    Artikel 45

    De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

     

    Artikel 46

    Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

     

    Artikel 47

    Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

     

    Artikel 48

    De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

     

    Informatiebemiddeling

     

    Artikel 49

    Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

     

    Artikel 50

    De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.

     

    Artikel 51

    Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

     

    Artikel 52

    De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.

     

    Administratieve begeleiding en ondersteuning

     

    Artikel 53

    De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.

     

    Artikel 54

    Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.

     

    Artikel 55

    De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

     

    Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

     

    Bespoedigingstussenkomsten

     

    Artikel 56

    Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn. 

    Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.

     

    Begunstigingstussenkomsten

     

    Artikel 57

    Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

     

    Artikel 58

    Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.

     

    Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

     

    Artikel 59

    Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.

     

    Artikel 60

    De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.

     

    Artikel 61

    De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:

    ­         louter informatieve vragen van algemene of technische aard

    ­         vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten

     

     

     

    Bijlage: wetteksten

     

    Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27, §1, §3 en §4 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)

     

    § 1. Het is voor een graadslid verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming over:

    1° aangelegenheden waarin hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;

    2° de vaststelling of goedkeuring van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap verschuldigd is of van een instantie tot het uitvoerend orgaan waarvan hij behoort.

     

    Het eerste lid is niet van toepassing op het gemeenteraadslid dat zich in de omstandigheden, vermeld in het eerste lid, bevindt louter op grond van het feit dat hij als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen in andere rechtspersonen.

     

    § 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.

     

    § 4. Als een gemeenteraadslid zich in de situatie, vermeld in paragraaf 1, bevindt, moet dat punt op de vergadering behandeld worden, en kan de vergadering niet gesloten worden voor het punt in kwestie is behandeld of voor beslist is om het punt uit te stellen.

     

    Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten, artikel 8

     

    § 1. Onverminderd de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbestedende overheid verbonden is, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing en de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenvermenging met een kandidaat of inschrijver.

     

    § 2. Deze belangenvermenging wordt alleszins vermoed te bestaan:

    1° zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed- of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent;

    2° indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie- of beheersbevoegdheid uitoefent.

    De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.

     

    § 3. Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in § 1, zelf of via een tussenpersoon, een of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbestedende overheid daarvan in kennis te stellen.

     

    Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804, zoals gewijzigd, artikel 1596

     

    Bij een openbare verkoping mogen, op straffe van nietigheid, noch door henzelf noch door tussenpersonen, kopers worden:

    Voogden, wat betreft de goederen van hen over wie zij de voogdij hebben;

    Lasthebbers, wat betreft de goederen met de verkoop waarvan zij belast zijn;

    Bestuurders, wat betreft de goederen van de gemeenten of van de openbare instellingen, die aan hun zorg zijn toevertrouwd;

    Openbare ambtenaren, wat betreft de goederen van de Staat, waarvan de verkoop door hun tussenkomst geschiedt.

     

    Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 10 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)

     

    De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad:

    1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;

    2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;

    3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;

    4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;

    5° de leden van een districtsraad;

    6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;

    7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.

     

    Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.

     

    Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures.

     

    Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.

     

    Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.

     

    De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.

     

    Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.

     

    Onverenigbaarheden: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 11 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 71 van hetzelfde decreet)

     

    Het verkozen gemeenteraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als gemeenteraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de gemeenteraad, kan de eed niet afleggen en wordt bijgevolg geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.

     

    Een gemeenteraadslid dat tijdens zijn mandaat in een met zijn mandaat onverenigbare situatie terechtkomt en dat binnen vijftien dagen na het tot hem gerichte verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad geen einde maakt aan die situatie, wordt door de gemeenteraad vervallen verklaard van zijn mandaat, overeenkomstig artikel 9, § 1, tweede lid, § 2 en § 3, nadat het betrokken gemeenteraadslid is gehoord.

     

    Als de betrokkene, zelfs bij ontstentenis van enige kennisgeving, na de vervallenverklaring zijn mandaat blijft uitoefenen hoewel hij kennis heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.

     

    Verboden handelingen: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 27 §2 en §3 (ook van toepassing op de OCMW-raadsleden op basis van art. 74 van hetzelfde decreet)

     

    § 2. Het is voor een gemeenteraadslid verboden:

    1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;

    2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het gemeenteraadslid werken;

    3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het gemeenteraadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;

    4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.

     

    § 3. Dit artikel is van toepassing op de vertrouwenspersoon, vermeld in artikel 16 en 155.

     

    Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 245

     

    Iedere persoon die een openbaar ambt uitoefent, die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenpersonen of door schijnhandelingen, enig belang, welk het ook zij, neemt of aanvaardt in de verrichtingen, aanbestedingen, aannemingen of werken in regie waarover hij ten tijde van de handeling geheel of ten dele het beheer of het toezicht had, of die, belast met de ordonnancering van de betaling of de vereffening van een zaak, daarin enig belang neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot vijf jaar, en met geldboete van 100 [euro] tot 50 000 [euro] of met één van die straffen en hij kan bovendien, overeenkomstig artikel 33, worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen. De voorafgaande bepaling is niet toepasselijk op hem die in de gegeven omstandigheden zijn private belangen door zijn betrekking niet kon bevorderen en openlijk heeft gehandeld.

     

    Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de bezoldigingsregeling van de lokale en provinciale mandataris, artikel 35 §1

     

    Art. 35. §1. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald.

     

    De kosten, vermeld in het eerste lid, worden gestaafd met bewijsstukken.

     

    Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 38

     

    De gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:

    1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;

    (…)

     

    Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek van 8 juni 1867, zoals gewijzigd, artikel 458

     

    Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.

     

    Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 29 §4

     

    § 4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.

     

    Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

     

    Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 28

     

    § 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als:

    1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;

    2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.

     

    De vergaderingen over de beleidsrapporten, vermeld in artikel 249, zijn in elk geval openbaar.

     

    § 2. De besloten vergadering kan alleen plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, alleen met dat doel, worden onderbroken.

     

    Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, zoals gewijzigd, artikel 10 §2

     

    § 2. De aanbestedende instantie en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van het plaatsen en de uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.

     

    Zolang de aanbestedende instantie geen beslissing heeft genomen over, naargelang het geval, de selectie of kwalificatie van de kandidaten of deelnemers, de regelmatigheid van de offertes, de gunning van de opdracht of de beslissing om af te zien van het plaatsen van de opdracht, hebben de kandidaten, deelnemers, inschrijvers en derden geen toegang tot de documenten betreffende de procedure, met name de aanvragen tot deelneming of kwalificatie, de offertes en de interne documenten van de aanbestedende instantie.

     

Financien

  • Artikel 1:

    Het gemeenteraadsbesluit van 31 maart 2020 betreffende de visumplicht financieel beheerder wordt opgeheven met ingang van 29 januari 2025.

    Artikel 2: 

    De volgende categorieën van financiële verbintenissen zijn onderworpen aan de visumverplichting:

    - verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan 10.000,00 euro inclusief BTW, ongeacht of deze verbintenissen kaderen in het exploitatie- of investeringsbudget.

    - verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan 2.500,00 euro inclusief BTW. 

    - te verstrekken subsidies vanaf een bedrag, hoger dan 5.000,00 euro.

    - de aanstelling van statutaire personeelsleden.

    - de aanstelling van contractuele personeelsleden van onbepaalde duur.

    - de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer.

      Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie wordt de totale duur in aanmerking genomen. 

     Artikel 3:

    De volgende categorieën van verrichtingen worden uitgesloten van de visumverplichting:

    - verbintenissen waarvan het bedrag maximaal 10.000,00 euro inclusief BTW bedraagt.

    - verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag maximaal 2.500,00 euro inclusief BTW bedraagt. 

    - te verstrekken subsidies van maximaal 5.000,00 euro.

    - contractuele aanstellingen van personeel van een periode korter dan 1 jaar.

    - een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, paragraaf 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

    - een tewerkstelling ter uitvoering van andere werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden dan de werkgelegenheidsmaatregelen, vermeld in vorig punt, voor maximaal vier jaar, in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de voormelde wet, of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 8,9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.  

    Artikel 4:

    Het dossier dat ter visering wordt voorgelegd bevat een inventaris van alle relevante stukken zodat de wettelijkheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis kan onderzocht worden. Het visum wordt gegeven in de elektronische toepassing waarin de te viseren dossiers zijn opgenomen.

    Artikel 5: 

    Het visum wordt bij overheidsopdrachten gegeven voordat het college van burgemeester en schepenen de opdracht gunt. Het visum wordt in ieder geval uiterlijk gegeven vóór de verbintenis ontstaat.

    Artikel 6:

    De financieel directeur dient steeds over een redelijke termijn te beschikken om het dossier te beoordelen. Het dossier moet minstens vijf werkdagen, voorafgaand aan de zitting van het college van burgemeester en schepenen in de vergadersoftware opgeladen te zijn. Bij complexe dossiers kan deze termijn verlengd worden in overleg met de algemeen directeur en de dossierbeheerder.

    Artikel 7:

    Indien de financieel directeur weigert om een visum te verlenen aan een voorgenomen verbintenis of voorwaarden koppelt aan het visum, zal hij deze weigering motiveren op een bij het dossier gevoegd document. In geval van een weigering om een visum te verlenen kan het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid visum verlenen. In dat geval brengt het college van burgemeester en schepenen de gemotiveerde beslissing van de financieel directeur, samen met de eigen beslissing, ter kennis van de gemeenteraad.

    Artikel 8:

    Conform artikel 266 DLB kan de financieel directeur een visum onder voorwaarden verlenen. Hiertoe dient cumulatief aan onderstaande voorwaarden te worden voldaan:

    - Er is een gegronde reden om nu reeds besluitvorming te initiëren.

    - Het kredietprobleem kan niet opgelost worden door een kredietverschuiving.

    - De volledige financiële gevolgen van het dossier zijn gekend en er is engagement om de kredieten bij een volgende budgetronde te voorzien.

    - Het eerste transactiemoment zal plaatsvinden nadat de voorwaarden die door de financieel directeur werden opgelegd, kunnen voldaan worden.

    - De aanvrager stelt een grondige motivering op. Hierin wordt minstens opgenomen waarom de timing van het visumdossier niet gewijzigd kan worden, welke opties reeds bekeken werden om het krediettekort op te lossen en hoe en wanneer het krediettekort opgelost zal worden.

    De financieel directeur motiveert omstandig zijn beslissing.    

  • Artikel 1: De gemeenteraad beslist in het kader van het flankerend onderwijsbeleid tussen te komen in de kosten van het middagtoezicht van de vrije basisschool Sint-Joris Weert.

    - Voor het boekjaar 2024 bedraagt de maximale tussenkomst 1.395,00 euro

    - Voor het boekjaar 2025 bedraagt de maximale tussenkomst 5.002,07 euro

    Artikel 2: De gemeenteraad beslist in het kader van het flankerend onderwijsbeleid tussen te komen in de bijkomende kosten van het middagtoezicht van de vrije basisschool De Wijzer Oud-Heverlee. Voor de boekjaren 2024 en 2025 bedraagt de bijkomende tussenkomst 1.615,97 euro op jaarbasis. De totale tussenkomst, rekening houdend met het bedrag, voorzien in de overeenkomst tot overname van de school, bedraagt jaarlijks maximaal 29.611,00 euro. 

    Artikel 3: De VZW Comité voor onderwijs Annuntiaten stelt de cijfergegevens betreffende de effectieve tewerkstelling bij het einde van het betreffende boekjaar ter beschikking van de gemeente.  

  • Artikel 1: De gemeenteraad beslist dat de beslissing van 29 januari 2019 waarbij de gemeenteraad het begrip "dagelijks bestuur" heeft vastgelegd, wordt opgeheven met ingang van 29 januari 2025.

    Artikel 2: De gemeenteraad beslist:

    Dagelijks bestuur en overheidsopdrachten. 

    Overheidsopdrachten die passen binnen het begrip "dagelijks bestuur" zijn de volgende:

    - Overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget, ongeacht het bedrag, die het gemeentebestuur niet verbinden voor meer dan één jaar.

    - Overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het exploitatiebudget voor meerjarige opdrachten, voor zover de grens voor het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zoals bepaald in artikel 42,§1,1°a van de wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten niet wordt overschreden (de grens is momenteel 143.000,00 euro excl. BTW).

    - Overheidsopdrachten voor uitgaven binnen het investeringsbudget voor zover de geraamde waarde van de opdracht niet meer bedraagt dan 30.000,00 euro excl. BTW.

    - Elke herhaling van een overheidsopdracht op grond van artikel 42,§1,2° van de wet inzake overheidsopdrachten, ongeacht de waarde van de herhalingsopdracht, op voorwaarde dat de basisopdracht door de raad is vastgesteld.

    - Wijzigingen aan overheidsopdrachten die het college tijdens de uitvoering van de opdracht nodig acht, voor zover deze geoorloofd zijn volgens de bepalingen van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en artikel 38/4 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. Het bedrag dat met de wijziging gepaard gaat moet cumulatief lager zijn dan:

    *10% van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor leveringen en diensten

    *15% van de waarde van de aanvankelijke opdracht voor werken. 

    Het bedrag van de goed te keuren uitgave van de wijziging dient eveneens lager te liggen dan 150.000,00 euro inclusief BTW. 

    Het betreft zowel wijzigingen aan de technische als administratieve bepalingen van de opdracht, zonder dat mag afgeweken worden van de essentiële bepalingen en voorwaarden van de opdracht. De aard en het concept van de opdracht dienen behouden te blijven. De begrenzingen zijn niet van toepassing op eventuele overschrijdingen van vermoedelijke hoeveelheden, voor zover de overschrijdingen het gevolg zijn van de normale uitvoering van de oorspronkelijke opdracht.  

    De bepalingen en beperkingen opgenomen in voorgaande paragrafen van onderhavig artikel kunnen in geen geval afbreuk doen aan de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen om op eigen initiatief de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten vast te stellen in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden, zelfs indien dit niet valt onder de huidige omschrijving van het begrip dagelijks bestuur, voor zover het college van burgemeester en schepenen zich hierbij beroept op de bepalingen van artikel 56 §4 en artikel 269 van het decreet lokaal bestuur.

    Artikel 3: De gemeenteraad beslist:

    Dagelijks bestuur en overeenkomsten

    Onder dagelijks bestuur valt, tenzij expliciet behorende tot de bevoegdheid van de gemeenteraad:

    - Het goedkeuren van overeenkomsten zonder financiële impact.

    - Het goedkeuren van overeenkomsten waarvan de financiële impact is voorzien op het exploitatiebudget en die het bestuur niet verbinden voor meer dan één jaar.

    - Het indienen van een subsidievoorstel.

    - Protocollen met betrekking tot gegevensbescherming mits positief advies van de DPO.

    Artikel 4: Dit besluit treedt in werking vanaf 29 januari 2025 en vervangt alle voorgaande gemeenteraadsbesluiten over het "dagelijks bestuur".

  •  

    Amendement ingediend door SAMEN bij punt 5. Delegatie leningen 

    Toelichting

    Het aangaan van bankrelatie is niet enkel een financieel vraagstuk. De financiële keuzes die een bestuur maakt, zijn ook belangrijke hefbomen om duurzaamheidsdoelen te bereiken: staan we toe dat onze banken investeren in wapens, fossiele brandstoffen ? Willen we dat onze banken de lat hoog leggen naar de bedrijven waarin ze investeren inzake mensenrechten, milieubescherming, arbeidsomstandigheden … ? Vandaar dat deze keuze bij uitstek bron van debat hoort te zijn in de gemeenteraad. Terecht stelt fairfin, de Belgische duurzaamheidswatcher van banken: ‘onze geldstromen van vandaag bepalen de wereld van morgen. De wereld van morgen wordt gevormd door de financiële keuzes die we maken. Banken beslissen waar geld naartoe gaat volgens hun investeringsbeleid”. 

    De huisbankier van de gemeente, Belfius, haalt bijvoorbeeld slechts een zevende plaats  in bankwijzer (www.bankwijzer.be).

    • FairFin toonde in oktober 2021 aan dat Belfius de distributie van wegwerpplastic mee financiert. De bank investeerde voor meer dan 400 miljoen euro in enkele van de grootste gebruikers van wegwerpplastic, zoals Coca-Cola en Unilever.
    • In april 2021 publiceerde FairFin een rapport waaruit bleek dat Belfius voor meer dan 200 miljoen euro financiering gaf aan multinationals in de cacaosector, in belangrijke mate verantwoordelijk voor ontbossing van tropisch woud.
    • In september 2023 bleek dat Belfius en haar fondsbeheerder Candriam financiële relaties hebben ter waarde van 450 miljoen euro met bedrijven actief in de Israëlische nederzettingenindustrie. Die nederzettingen zijn in het internationaal recht erkend als oorlogsmisdaden.

    Besluit:

    De gemeenteraad besluit dat het schepencollege eerst een duidelijk en ambitieus duurzaamheidskader uitwerkt voor alle overheidsopdrachten rond financiële dienstverlening en samenwerkingen met banken (leningen, beleggingen, …) en dit voorlegt aan de gemeenteraad, vooraleer de bevoegdheid inzake delegatie van leningen wordt overgedragen. 

    Stemming over het amendement 

    - Samen (5): voor

    - Pro OH (4): tegen

    - N-VA (4): tegen

    - CD&V (5): tegen

    - Red OH: onthouding

    Amendement wordt afgekeurd.


    ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


    Artikel 1: De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid tot het aangaan van leningen, meer bepaald de plaatsingsprocedure en de vastlegging van de voorwaarden, alsook het herschikken van financiële lasten van reeds opgenomen leningen ingevolge van opportuniteiten op de financiële markten aan het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 2: Deze beslissing vervangt de beslissing van de gemeenteraad van 31 maart 2020 betreffende de goedkeuring delegatie leningen aan het college van burgemeester en schepenen.

Secretariaat

  • Artikel 1: De gemeenteraad beslist om geen kandidaat voor te dragen als als kandidaat-bestuurder in de Raad van Bestuur van Creat Services dv (Regio 2).

    Artikel 2:  Indien de (gemeente)raad dit besluit niet herroept, blijft het geldig tot de eerstvolgende algehele vernieuwing van de (gemeente)raad.

    Artikel 3: Een afschrift van dit besluit alsook de persoonlijke gegevens zodat Creat Services de kandidaat-bestuurder kan contacteren in verband met dit mandaat zal verzonden worden:

    • hetzij bij voorkeur per elektronische post, intercommunaalbeheer@farys.be
    • hetzij per post t.a.v. Creat Services dv, p/a Intercommunaal Beheer, Stropstraat 1 te 9000 Gent,
  • Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Algemene Vergadering Creat Services dv van 26 november 2024 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten :1.

    1. Stand van zaken van bijlagen 1 en 2 aan de statuten 

    2. Ontslag en benoeming van de bestuurders in de Raad van Bestuur

      Varia

    Artikel 2:  De gemeenteraad draagt Annick Minnoye als vertegenwoordiger op, om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Buitengewone Algemene Vergadering van Creat Services dv te onderschrijven en haar stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

    Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden:

    • hetzij bij voorkeur per elektronische post, intercommunaalbeheer@farys.be
    • hetzij per post t.a.v. Creat Services dv, p/a Intercommunaal Beheer, Stropstraat 1 te 9000 Gent,
  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om geen kandidaat voor te dragen als kandidaat-bestuurder voor de dienstverlenende vereniging "Interleuven".

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om geen kandidaat voor te dragen als kandidaat-bestuurder met raadgevende stem voor de dienstverlenende vereniging Interleuven.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van de beslissingen en deze over te maken aan de bestuurder(s) en aan de dienstverlenende vereniging Interleuven.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om de heer Francis Van Biesbroeck aan te duiden om de gemeente Oud-Heverlee te vertegenwoordigen in het Beheerscomité van de gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk (GD-PBW) van Interleuven voor de volledige legislatuur.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om een afschrift van dit besluit over te maken aan Interleuven directiesecretariaat@interleuven.be, beheerscomité GD-PBW en aan de gemeentelijke vertegenwoordiger.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om mevrouw Fien Gilias aan te duiden als vertegenwoordiger op algemene vergaderingen tijdens de legislatuur 2025-2030. 

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om mevrouw Jenna Auwerx aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger op algemene vergaderingen tijdens de legislatuur 2025-2030. 

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven om de genomen beslissingen over te maken aan Interleuven en de vertegenwoordiger(s).

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit Kris Debruyne (13 stemmen) / Jos Rutten (8 stemmen) aan te stellen als vertegenwoordiger in de AV en Arnout Arts (13 stemmen) / Adinda Claessen (8 stemmen) aan te stellen als plaatsvervanger in de AV.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit Francis Van Biesbroeck (13 stemmen) / Wim Aertsen (8 stemmen) voor te dragen als kandidaat bestuurder.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit het hoger geformuleerde voorstel van statutenwijziging goed te keuren.

  • Artikel 1: De gemeenteraad van Oud-Heverlee besluit Maggy Steeno aan te duiden als vertegenwoordiger voor de Algemene Vergadering(en) van Toerisme Vlaams-Brabant vzw, tijdens de legislatuur 2025-2030.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit Maggy Steeno aan te duiden als kandidaat-bestuurder voor het bestuursorgaan Toerisme Vlaams-Brabant vzw.

    Artikel 3:  De gemeenteraad besluit om  het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van huidige beslissing en een afschrift ervan over aan Toerisme Vlaams-Brabant.

     

     

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om de heer Arnout Arts als vertegenwoordiger van de gemeente op de (buitengewone) algemene vergaderingen van De Watergroep aan te duiden voor de duur van de legislatuur 2025-2030.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om mevrouw Annick Minnoye als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente op de (buitengewone) algemene vergaderingen van De Watergroep aan te duiden voor de duur van de legislatuur 2025-2030.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om de heer Bart Clerckx als vertegenwoordiger van de gemeente aan te duiden in het aandeelhoudersbestuur drinkwater van De Watergroep voor de duur van de legislatuur 2025-2030.

    Artikel 4: De gemeenteraad besluit om de mandaten voor alle vergaderingen per vergadering opnieuw vast te stellen.

    Artikel 5: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan De Watergroep.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om mevrouw Jenna Auwerx aan te duiden als vertegenwoordiger van de gemeente op alle algemene vergaderingen voor de duur van de legislatuur 2025-2030.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit mevrouw Fien Gilias aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente op  alle algemene vergaderingen voor de duur van de legislatuur 2025-2030. 

    Artikel 3: Voor de toekomstige vergaderingen zal het mandaat van de vertegenwoordiger/plaatsvervangend vertegenwoordiger telkens opnieuw worden bepaald.

    Artikel 4: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Cipal.

  • Artikel 1: Het gemeentebestuur van Oud-Heverlee besluit om de mevrouw Fien Gilias aan te duiden om de gemeente Oud-Heverlee te vertegenwoordigen als effectief vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van Creadiv NV.

    Artikel 2: Mevrouw Jenna Auwerx wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger. Deze aanduiding geldt voor de ganse legislatuur 2025-2030.

    Artikel 3: Het mandaat van de vertegenwoordiger dient per vergadering opnieuw te worden vastgesteld.

    Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van de voormelde beslissing.

    Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen zal van deze beslissing kennis geven aan Creadiv NV, Diestsesteenweg 126, 3210 Lubbeek.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Annick Minnoye aan te duiden als vertegenwoordiger van de gemeente Oud-Heverlee voor de legislatuur 2025-2030 op de algemene vergaderingen van De Lijn op de laatste dinsdag van de maand mei om 14.00 uur.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om volgende personen aan te duiden als gemeentelijke vertegenwoordiger(s) voor de algemene vergaderingen van de cvba so Dijledal voor de legislatuur 2024-2030.

    Vertegenwoordiger(s)

    Naam maatschappij

    Naam vertegenwoordig(st)er

     

     

    Dijledal (1 effectief vertegenwoordiger)

     Maggy Steeno

    Dijledal  (1 plaatsvervangend vertegenwoordiger)

     Annick Minnoye

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om volgende personen voor te dragen als kandidaat leden voor de Raad van Bestuur bij de cvba so Dijledal voor de legislatuur 2025-2030. 

    Bestuurder(s)

    Naam maatschappij

    Naam kandidaat-bestuurder

     Dijledal (1 kandidaat-bestuurder) man

     Mark Binon (13 stemmen) / Mattias Bouckaert (8 stemmen)

     Dijledal (1 kandidaat-bestuurder) vrouw

     Katrien Timmermans (13 stemmen) / Hanna Vansteenkiste (8 stemmen)

    Artikel 3: De gemeenteraad verleent aan voornoemde personen de volmacht om wat betreft de punten op de dagorde van de algemene/buitengewone algemene vergaderingen, te beraadslagen, te stemmen en de voorgestelde beslissingen te amenderen of te verwerpen.

    Artikel 4: De gemeenteraad  besluit deze aanduidingen te laten gelden zolang zij niet door een nadere gemeenteraadsbeslissing worden ingetrokken.

    Artikel 5: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en met het in kennis stellen daarvan aan de cvba so Dijledal.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om de heer Patrice Lemaitre aan te duiden als vertegenwoordiger van de gemeente (niet stemgerechtigd) op alle toekomstige algemene/buitengewone algemene vergaderingen Ethias  tijdens de legislatuur 2025-2030.

    Artikel 2: Voor deze voormelde vergaderingen zal het mandaat van de vertegenwoordiger telkens opnieuw worden bepaald.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan Ethias.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Patrice Lemaitre aan te duiden als vertegenwoordiger van de gemeente Oud-Heverlee op de algemene vergaderingen van De Gemeentelijke Holding NV in vereffening.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Arnout Arts aan te duiden als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van OVSG.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van de voormelde beslissing en een exemplaar ervan ter kennisgeving over te maken aan OVSG.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Bart Clerckx aan te duiden als effectief vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).

    De gemeenteraad besluit om tevens Katrien Timmermans aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van de Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).

    Artikel 2: De aanduiding verleent aan de vertegenwoordigers de volmacht om mbt de dagorde te beraadslagen, te stemmen, voorgestelde beslissingen te amenderen of te verwerpen. De aanduiding blijft geldig zolang zij niet wordt ingetrokken door een andere gemeenteraadsbeslissing.

    Artikel 3: De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen tot uitvoering van deze beslissing en tot kennisgeving ervan aan de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om volgende personen aan te duiden als gemeentelijke vertegenwoordigers en kandidaat Raad van Bestuur voor de duur van de legislatuur 2019-2024: 

    Naam

    Naam vertegenwoordig(st)er

    Regionaal Landschap Dijleland

    bij voorkeur ook schepen van milieu en milieuambtenaar

    2 effectieven

    2 plaatsvervangers

     Tom Teck

     Patrice Lemaitre

     

    Adinda Claessen

     Jos Rutten

     BESTUURDER: 

    Naam

    Naam kandidaat-bestuurder

    Regionaal Landschap Dijleland

     Maggy Steeno

     

     

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit deze aanduidingen te laten gelden zolang zij niet door een andere college/gemeenteraadsbeslissing worden ingetrokken.

    Artikel 3: De gemeenteraad verleent aan voornoemde personen de volmacht om wat betreft de dagorde, te beraadslagen, te stemmen en de voorgestelde beslissingen te amenderen of te verwerpen.

    Artikel 4: De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan het Regionaal Landschap Dijleland.

  • Artikel 1:  De gemeenteraad besluit Jos Rutten aan te duiden als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw woonzorgzone de Kouter.

    Artikel 2:  De gemeenteraad besluit Mark Binon voor te dragen als bestuurder van de vzw woonzorgzone de Kouter.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 21 maart 2025 van de intergemeentelijke vereniging IGO goed te keuren.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit Wim Aertsen voor te dragen als afgevaardigde voor de buitengewone algemene vergadering van 21 maart 2025. Wim Aertsen krijgt het mandaat de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering goed te keuren.  

    Wim Aertsen zal de gemeente  vertegenwoordigen voor de hele legislatuur. 

    De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger moet voor elke algemene vergadering door de gemeenteraad gebeuren. 

    Artikel 3Mandaatbepaling voor stemming BAV

    Aan de afgevaardigde van de gemeente wordt een bijzonder mandaat toegekend om de voorgestelde beslissingen van de buitengewone algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging IGO van 21 maart 2025 te stemmen.

    Artikel 4: Vertegenwoordigers clusters 

    Maggy Steeno wordt voorgedragen als stemgerechtigd vertegenwoordiger van de cluster van gemeenten Bertem/Oud-Heverlee in de raad van bestuur van de intergemeentelijke vereniging IGO tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad.

    De vertegenwoordiger die aldus voorgedragen wordt, wordt eveneens voorgedragen als bestuurder van IGO-W vzw.

    Artikel 5: Algemeen Comité

    Mevrouw Tine Eerlingen, schepen van welzijn-lokaal sociaal beleid, wordt voorgedragen als lid van het algemeen comité van de intergemeentelijke vereniging IGO. Het voorgedragen mandaat loopt vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om de heer Tom Teck aan te duiden als kandidaat-bestuurder van EcoWerf gedurende de tweede driejaarlijkse periode van de legislatuur, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de gemeentelijke afgevaardigde en aan EcoWerf.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Wim Aertsen aan te stellen als bestuurder met raadgevende stem van EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de gemeentelijke afgevaardigde en aan EcoWerf.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om de heer Tom Teck voor te dragen als vertegenwoordiger voor het algemeen comité van EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om de heer Patrice Lemaitre voor te dragen als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor het algemeen comité van EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de vertegenwoordiger(s) en aan EcoWerf.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Adinda Claessen voor te dragen als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen voor de hele legislatuur. De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger zal voor alle toekomstige vergaderingen tijdens de legislatuur 2025-2030 door de gemeenteraad opnieuw gebeuren.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om Hanna Vansteenkiste voor te dragen als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van 20 maart 2019 en voor alle algemene vergaderingen van de opdrachthoudende vereniging EcoWerf tijdens de legislatuur 2025-2030 en verleent (eventueel) het mandaat om de beslissingen goed te keuren.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om om de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf, Intergemeentelijke milieubedrijf Oost-Brabant van 26 maart 2025 goed te keuren.

    1. Aanstelling bureau van de bijzondere algemene vergadering
    2. Goedkeuring verslag van de bijzondere algemene vergadering van 20/11/2024
    3. Benoeming van de bestuurders van de algemene vergadering
    4. Benoeming van de bestuurders en bestuurders met raadgevende stem van de raad van bestuur
    5. Benoeming leden algemeen comité

    Artikel 4: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de afgevaardigde en aan EcoWerf.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Annick Minnoye voor te dragen als vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer in het arrondissement Leuven, verkort “Hofheide” voor de legislatuur 2025-2030. Het mandaat van de vertegenwoordiger dient voor iedere algemene vergadering opnieuw te worden vastgesteld.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de administratieve taken rond de vertegenwoordiging en een afschrift van de beslissing(en) over te maken aan de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer, Hofheide.

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met de deelname van Oud-Heverlee in het Dijle-Zennebekken onder voorzitterschap van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant. Hiertoe worden volgende gemeentelijke mandatarissen aangeduid. 

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om Tom Teck af te vaardigen als effectief lid en Bart Clerckx als plaatsvervanger.

    Artikel 3: Het antwoordformulier wordt digitaal ingevuld en verzonden via de ontvangen link.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit Wim Aertsen aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit / aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Riobra, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra van 12 maart 2025 met als enig agendapunt ‘Statutaire ontslagnemingen / benoemingen’.

    Artikel 2:  De gemeenteraad besluit de vertegenwoordiger, Wim Aertsen, die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 12 maart 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Riobra, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de heer Kris Debruyne voorzitter gemeenteraad aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit de heer Arnout Arts, raadslid aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Riobra, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle van 24 maart 2025 met als enig agendapunt ‘Statutaire ontslagnemingen / benoemingen’.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit de heer Bart Clerckx, burgemeester voor te dragen als kandidaat-lid voor het regionaal bestuurscomité Leuven van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 12 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit dezelfde persoon vermeld in artikel 2 tevens voor te dragen als kandidaat-lid voor de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 24 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031. 

    Artikel 4: De gemeenteraad besluit de vertegenwoordiger die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 24 maart 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.

    Artikel 5: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de heer Kris Debruyne, voorzitter gemeenteraad aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit mevrouw Annick Minnoye, raadslid aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius OV, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging van 26 maart 2025 met als enig agendapunt ‘Statutaire ontslagnemingen / benoemingen’.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit de vertegenwoordiger van Oud-Heverlee Kris Debruyne, die zal deelnemen aan de digitale Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 26 maart 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit Katrien Timmermans af te vaardigen voor de algemene vergaderingen van KANVAZ.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om Tine Eerlingen af te vaardigen als vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Eerstelijnszone Zuid. 

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit Mattias Bouckaert voor te dragen als kandidaat bestuur voor de cluster van de 7 lokale besturen.

  • Artikel 1: de gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 2 januari 2025 tot goedkeuring van de verkiezing van de leden van de politieraad voor Oud-Heverlee.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit Patrice Lemaitre aan te duiden als lid in het beheerscomité van it-punt.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit Koenraad Debecker aan te duiden als lid van de stuurgroep van it-punt. 

Onderwijs

Ruimtelijke ordening en leefmilieu

VrijeTijd

  • Artikel 1: Met toepassing van artikel 23, §1, van de statuten van de projectvereniging Erfgoed Zuid-Dijleland stemt de gemeenteraad in met de voortijdige ontbinding van de projectvereniging.

    Artikel 2: De gemeenteraad stelt Marc Goossens, vennoot bij Moore Finance & Tax bv, Esplanade 1 bus 96, 1020 Brussel, aan als vereffenaar, conform artikel 23, §2, van de statuten van de projectvereniging.

ICT

Personeel

  • Artikel 1: De gemeenteraad neemt  kennis van het jaarverslag PBW Oud-Heverlee 2023, met bijlagen en van de opmerkingen, geformuleerd door Interleuven en IDEWE. 

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven om gevolg te geven aan de geformuleerde opmerkingen.

    Artikel 3: De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van het Syndicaal Overlegcomité PBW van 11 december 2024.

  • Amendement ingediend door SAMEN.

    Voorstel tot aanpassing.

    Artikel 14: Neutraliteitsprincipe

    Je leeft nauwgezet en onvoorwaardelijk de voorschriften na die van kracht zijn binnen het bestuur betreffende de neutraliteit.

    Als eerstelijns dienstverlener sta je in direct contact met het publiek. Je stelt je hierbij steeds neutraal op zodat burgers zich, ongeacht hun religieuze overtuiging; steeds welkom voelen.

    Daarom vragen we om op je werkplaats geen zichtbare tekens te dragen van je politieke, filosofische en religieuze overtuigingen en/of elk ritueel dat daaruit voortvloeit te uiten.

    We behandelen iedereen met respect. 

    In Oud-Heverlee hou je steeds het algemeen belang voor ogen als je met klanten of gebruikers contact hebt. Je hebt geen vooroordelen over mensen. Je contact met de burger/gebruiker is altijd correct en objectief. 

    Alle burgers/gebruikers hebben recht op eenzelfde kwalitatieve dienstverlening ongeacht hun geslacht, zogenaamd ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Daarom moet je op ieder moment je objectiviteit bewaren en je functie op een onbevooroordeelde en neutrale of onpartijdige wijze uitoefenen. Er zijn voldoende objectieve en meetbare criteria om te verzekeren dat een job naar behoren wordt uitgevoerd. 

    Elke vorm van discriminatie is uit den boze. In je werk mag je je niet laten beïnvloeden door persoonlijke overtuigingen (filosofische, politieke of religieuze). Je brengt de nodige eerbied op voor de waardigheid, de gevoelens en overtuigingen van iedereen. We vertrekken in Oud-Heverlee vanuit een inclusieve neutraliteit: we verwachten een absolute neutraliteit in je handelen. Je mag wel zelf uiterlijke tekenen dragen van je religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging. Dit mag op geen enkele manier een correcte dienstverlening in de weg staan.


     

    Stemming: 

     

    - Samen (5): voor

     

    - Pro OH (4): tegen

     

    - N-VA (4): tegen

     

    - CD&V (5): tegen

     

    - Red OH (3): tegen

     

    Amendement wordt afgekeurd.



    Amendement ingediend door college (Francis Van Biesbroeck):

    Artikel 14: Neutraliteitsprincipe

    Je leeft nauwgezet en onvoorwaardelijk de voorschriften na die van kracht zijn binnen het bestuur betreffende de neutraliteit.

    Als eerstelijns dienstverlener sta je in direct contact met het publiek. Je stelt je hierbij steeds neutraal op zodat burgers zich, ongeacht hun religieuze overtuiging; steeds welkom voelen.

    We vragen om   als je op de werkplaats direct contact hebt  met het publiek  geen zichtbare tekens te dragen van je politieke, filosofische en religieuze overtuigingen en/of elk ritueel dat daaruit voortvloeit te uiten.

     

    Stemming: 

    - Samen (5): tegen

    - Pro OH (4):voor

    - N-VA (4): voor

    - CD&V (5): voor

    - Red OH (3): voor

    Amendement wordt goedgekeurd


     

    Amendement ingediend door Jos Rutten (SAMEN)

    1. Voorstel van amendement om het arbeidsreglement in overeenstemmig te brengen met de geldende regelgeving.

    Artikel 10bis: flexibele werkregeling voor zorgdoeleinden

     

    Onverminderd de toekenning van de federale thematische verloven van loopbaanonderbreking  in toepassing van en in overeenstemming met hoofdstuk IV, afdeling 5, artikel 99 en volgende van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en de hierbij horende uitvoeringsbesluitenheb je als personeelslid heb je het recht om een flexibele werkregeling aan te vragen voor twee  de verschillende vormen van zorgkrediet zorgdoeleinden die van toepassing en in overeenstemming zijndezijn met  hoofdstuk IV, afdeling 5, artikel 99 van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en het besluit van 26 juli 2016 van de Vlaamse Regering tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet.

     

    Voor zorgdoeleinden hebben deze onder meer betrekking op:

     

    1. De zorg voor zijn/haar kind vanaf de geboorte of, bij adoptie, vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente, tot het kind twaalf jaar wordt;
    2. Het verlenen van persoonlijke zorg of steun aan een gezinslid of welbepaald familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.

     

    2. Het Vlaams Ontslagdecreet van 16 juni 2023 heeft een grote impact gehad op provinciale en lokale besturen in Vlaanderen. Er lopen nu verschillende vernietigingsberoepen. Hoewel het momenteel van kracht is, blijft het belangrijk om de ontwikkelingen rondom de verschillende vernietigingsberoepen bij het Grondwettelijk Hof nauwlettend op te volgen om bij een uitspraak van het Grondwettelijk Hof het arbeidsreglement onmiddellijk aan te passen. In die zin dienen de voorliggende bepalingen die impliciet en expliciet verband houden met het Ontslagdecreet met de nodige onderbouwdheid en objectivtieit in voorkomend geval te worden toegepast. 

     

    Stemming: 

    - Samen (5): voor

    - Pro OH (4): tegen

    - N-VA (3): Mark Binon, Tine Eerlingen, Francis Van Biesbroeck

    - N-VA (1): onthouding Maggy Steeno

    - CD&V (5): tegen

    - Red OH (3): onthouding

    Amendement wordt afgekeurd.


    ========================================================================================================

    Artikel 1: De gemeenteraad keurt het nieuwe gezamenlijke arbeidsreglement van gemeente en OCMW Oud-Heverlee goed met geamendeerd artikel 14.

     


Extra

Bijkomende punten gemeenteraad