Terug
Gepubliceerd op 25/11/2025

Besluit  gemeenteraad

di 18/11/2025 - 19:30

484.66 - Belasting op de verspreiding van "huis-aan-huis" niet geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten

Aanwezig: Kris Debruyne, voorzitter van de gemeenteraad
Bart Clerckx, burgemeester
Francis Van Biesbroeck, Patrice Lemaitre, Katrien Timmermans, Tom Teck, Tine Eerlingen, schepenen
Alexander Binon, Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Maggy Steeno, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste, Mark Binon, Fien Gilias, Arnout Arts, Annick Minnoye, Jean Louis Vertongen, Jenna Auwerx, Bart Ponsaerts, raadsleden
Marijke Pertz, algemeen directeur
Verontschuldigd: Wim Aertsen, raadslid
Juridische gronden

Artikelen 41, 162 en 170§4 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994.

Het decreet over het lokaal bestuur en wijzigingen, specifiek de artikelen 40, 286, 287 en 288.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en wijzigingen.

Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen en latere wijzigingen.

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen (VLAREMA) en latere wijzigingen.

De gecoördineerde omzendbrief gemeentefiscaliteit KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019.

Het besluit van de gemeenteraad van 12 november 2024, houdende het belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerd drukwerken en van gelijkgestelde producten.

De financiële toestand van de gemeente.

Feiten en context

In het kader van het duurzaamheidsbeleid en afvalpreventie is het verantwoord om een belasting te heffen op de verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten. De invoering van dit belastingreglement kadert binnen de bredere ambitie om de milieu-impact van ongevraagd niet-geadresseerd drukwerk te beperken en de hoeveelheid papierafval structureel te verminderen.

Niet-geadresseerd drukwerk, zoals folders, reclamebladen en promotiekranten, vormt een aanzienlijke fractie van het huishoudelijk rest- en papierafval. Vaak wordt dit materiaal ongelezen weggegooid, wat leidt tot een onnodige belasting van het milieu en hogere kosten voor afvalinzameling en -verwerking.

Met dit belastingreglement beoogt het gemeentebestuur een gedragsverandering bij verspreiders en opdrachtgevers van niet-geadresseerd drukwerk. Door een financiële prikkel te koppelen aan de verspreiding, worden zij gestimuleerd om bewuster om te gaan met de oplages, inhoud en targeting van hun drukwerkcampagnes. Het doel is om overconsumptie van drukwerk te ontmoedigen en alternatieven zoals digitale communicatie aan te moedigen, zonder de vrijheid van informatieverspreiding te beknotten.

Deze maatregel sluit aan bij het principe van de "vervuiler betaalt" en draagt bij aan een circulaire economie waarin grondstoffen efficiënter worden ingezet. Een belasting met differentiatie op basis van de grootte van het drukwerk en rekening houdend met het aantal verspreide exemplaren komt tegemoet aan dit opzet. 

Het drukwerk of het gelijkgesteld product voor de verkiezingen en in het kader van een volksraadpleging wordt vrijgesteld van de belasting om het democratisch discours maximale kansen te geven. Het drukwerk of het gelijkgesteld product wordt in deze context verdeeld in het kader van het algemeen belang. Het is informatief, het heeft geen winstgevend oogmerk en het wordt beperkt in de tijd tijdens de periode van de verkiezingen of de volksraadpleging verdeeld.

Het drukwerk of het gelijkgesteld product van openbare instellingen, notarissen, door de gemeente erkende verenigingen, vormings- en onderwijsinstellingen, socioculturele en sportverenigingen, bedoeld om de inwoners te informeren over aangelegenheden van openbaar nut of hun socioculturele activiteiten, wordt vrijgesteld van de belasting. Dat staat niet in de weg dat deze instellingen ook – in de eerste plaats – meer milieuvriendelijke manieren kunnen benutten om hun informatie te verspreiden.

Het belastingreglement is dus niet louter een financiële maatregel, maar een instrument om gedragsverandering te stimuleren en ecologisch bewustzijn te vergroten bij zowel verspreiders als consumenten.

Financiële gevolgen

De ontvangsten worden voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, onder actie AC000077 (belastingen worden efficiënt beheerd en doelmatig geïnd), op AR 7342400. 

Publieke stemming
Aanwezig: Kris Debruyne, Bart Clerckx, Francis Van Biesbroeck, Patrice Lemaitre, Katrien Timmermans, Tom Teck, Tine Eerlingen, Alexander Binon, Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Maggy Steeno, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste, Mark Binon, Fien Gilias, Arnout Arts, Annick Minnoye, Jean Louis Vertongen, Jenna Auwerx, Bart Ponsaerts, Marijke Pertz
Voorstanders: Bart Clerckx, Kris Debruyne, Francis Van Biesbroeck, Patrice Lemaitre, Katrien Timmermans, Tom Teck, Tine Eerlingen, Alexander Binon, Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Maggy Steeno, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste, Mark Binon, Fien Gilias, Arnout Arts, Annick Minnoye, Jean Louis Vertongen, Jenna Auwerx, Bart Ponsaerts
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1: Er wordt, met ingang van 01 januari 2026, voor een termijn eindigend op 31 december 2031, een gemeentebelasting gevestigd op de "huis-aan-huis" verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten.

Niet-geadresseerd drukwerk is elke publicatie op papier die:

- ertoe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen, of

- die er op gericht is potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van diensten en/of producten van de adverteerder.

Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.

Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de natuurlijk persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren. Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5 of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld. De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op:

- 0,03 euro per verspreid exemplaar beperkt tot eenbladig drukwerk.

- 0,07 euro per verspreid exemplaar voor alle andere exemplaren.

Als meerbladig drukwerk wordt beschouwd: het open geplooide drukwerk dat groter is dan één A4 (29,6 cm x 21 cm).

  • Indien verscheidene drukwerken samen worden verspreid zonder dat ze op een permanente of vaste wijze één geheel vormen, wordt ieder drukwerk als een apart exemplaar beschouwd.
  • Drukwerken die in een catalogus of een blaadje zijn opgenomen, aan elkaar geniet zijn, geplakt zijn, in omslag steken of op iedere andere wijze zijn samengebracht, worden beschouwd al zijnde één geheel vormend.

Het te betalen bedrag wordt bekomen door het in dit artikel vermelde belastingtarief te vermenigvuldigen met het aantal brievenbussen waarover het drukwerk verdeeld wordt.

Het aantal brievenbussen wordt opgevraagd bij Bpost en wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen in het eerste kwartaal van elk jaar.

Artikel 4: Er is een vrijstelling van belasting:

  1. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten van erkende gemeentelijke verenigingen voor zover het reclame betreft voor eigen organisaties.
  2. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten van socio-culturele, caritatieve, sportieve organisaties en vormings- en onderwijsinstellingen
  3. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten van openbare diensten en gelijkgestelde inrichtingen.
  4. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten die uitgaan van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, federale, gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van de verkiezing.
  5. Voor drukwerken  die kaderen in een gemeentelijke volksraadpleging, voor zover het verspreid wordt aan de gerechtigde deelnemers van de volksraadpleging overeenkomstig artikel 317 van het decreet over het lokaal bestuur tot uiterlijk de dag van de volksraadpleging;

Artikel 5: De belastingplichtige dient met betrekking tot de verspreiding als volgt aangifte te doen bij het gemeentebestuur:

Voor de verspreiding tijdens het eerste kwartaal: aangifte vóór 10 april van het jaar van de verspreiding,

Voor de verspreiding tijdens het tweede kwartaal: aangifte vóór 10 juli van het jaar van de verspreiding,

Voor de verspreiding tijdens het derde kwartaal: aangifte vóór 10 oktober van het jaar van de verspreiding,

Voor de verspreiding tijdens het vierde kwartaal: aangifte vóór 10 januari van het jaar, volgend op het jaar van de verspreiding,

Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of het gelijkgestelde product. Ze bevat minimaal het volgende:

- Naam, adres en identificatienummer van de belastingplichtige: ondernemingsnummer en/of vestigingsnummer indien een rechtspersoon en rijksregisternummer indien een natuurlijk persoon;

- Datum van verspreiding;

- Aantal verspreide exemplaren en de benaming van het drukwerk of gelijkgesteld product.

Voor de periodieke verspreidingen mag de aangifte voorafgaandelijk gedaan worden voor een periode van hoogstens 1 jaar. Indien er wijzigingen zijn dienen deze doorgegeven te worden ten laatste 5 dagen na verspreiding.

Artikel 6: Bij gebreke aan of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden.

De ambtshalve belasting wordt berekend volgens het aantal brievenbussen op 1 januari van het aanslagjaar, opgedeeld per deelgemeente, volgens opgave van Bpost en de vaststelling door het college van burgemeester en schepenen.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met:

- 20% bij een eerste overtreding

- 50% bij een tweede en volgende overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.  

Artikel 7: Het bedrag van de belasting mag ingekohierd worden vanaf de dag van de verdeling.

Artikel 8: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat periodiek vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 9: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift indienen tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 10: De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.