Terug gemeenteraad

Tue 18/11/2025 - 19:30 vergaderzaal Meerdael

Goedkeuring ontwerp notulen

  • Goedkeuring ontwerp notulen

    De gemeenteraad neemt kennis van de ontwerpnotulen, opgesteld door de algemeen directeur, van de vorige vergadering van 30 september 2025.

    De gemeenteraadsleden nemen er nota van dat tot het einde van de huidige vergadering opmerkingen kunnen gemaakt worden betreffende de redactie van de notulen.

Openbaar

Normaal

Financien

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit, overeenkomstig artikel 332,§1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur, kennis te nemen van het besluit van de gouverneur tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2024 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.

  • Artikel 1. De gemeenteraad beslist voor de periode van het meerjarenplan 2026-2031 de tussenkomst te benaderen vanuit een budgettair oogpunt: een negatief budgettair resultaat van het eigen jaar wijst op een financieel tekort van dat dienstjaar. Een effectief tekort over alle dienstjaren is aan de orde wanneer er een gecumuleerd budgettair tekort ontstaat. De tussenkomst wordt geboekt wanneer het gecumuleerd budgettair resultaat van het OCMW een negatief saldo vertoont en dit ten belope van dit negatief saldo.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit het meerjarenplan 2026- 2031 van het kerkbestuur Sint-Jan-Evangelist goed te keuren.

    Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur Sint-Jan-Evangelist.

    Artikel 3Gezien de intenties tot eenmaking van de kerkfabrieken gaat de gemeenteraad er van uit dat er - van zodra de eenmaking van de kerkfabrieken gerealiseerd is - een nieuw meerjarenplan wordt opgemaakt, in overleg met het gemeentebestuur.

  • Artikel 1: De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijziging 2025 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Haasrode. 

  • Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 worden 693 gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.

    Artikel 2: De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door de Vlaamse Belastingdienst. 

  • Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

    Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 6,5% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

    Artikel 3: De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het wetboek der inkomstenbelastingen. 

  • Amendement ingediend door SAMEN 

    De belasting op tweede raakt bij uitstek een kapitaalkrachtige groep, die over een tweede verblijf beschikt. Het lijkt dan ook passend om dit bedrag minstens te indexeren, volgens de gezondheidsindex. Dit levert een aangepast bedrag van 1537 €.

    Het lijkt bijkomend aangewezen om dit bedrag jaarlijks aan te passen overeenkomstig de gezondheidsindex.

    De combinatie van beide maatregelen creëert een meeropbrengst voor de gemeente van 70.000 € over de periode van het meerjarenplan.

    Artikel 1: De gemeenteraad past het bedrag van de belasting op tweede verblijf aan naar 1537 €.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit het bedrag van de belasting jaarlijks op 1 januari te indexeren. 

    Simulatie: 

             
    Met indexering (aanname 2 %)
                 
      tarief 1/01/2020 Opbrengst jaarrekening 2024 Voorstel niet-indexering Opbrengst 6 jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
    Totale opbrengst op 6 jaar
     
    tweede verblijf 1250 38270 1250 229620 1537 1567 1599 1631 1663 1696 300483
    (Basis 31 x jaarvergoeding)


    Stemming amendement:

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste) 

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts) 

    Annick Minnoye

    Tegen:

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts) 

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx) 

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.

    Artikel 1: Voor een termijn van 6 jaar, ingaande op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031, wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

    Artikel 2: Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid, waarvan degene die er kan verblijven, voor deze constructie op 1 januari van het belastingjaar niet is ingeschreven in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister van/bij de gemeente Oud-HeverleeAls tweede verblijf wordt beschouwd: landhuizen, bungalows, appartementen, studio’s, weekendhuisjes, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.

    Artikel 3: Worden niet beschouwd als tweede verblijf:

    -       Lokalen uitsluitend bestemd voor het beoefenen van een beroepswerkzaamheid;

    -      Tenten, verplaatsbare caravans, woonaanhangwagens, motorhomes, tenzij deze ten minste zes maanden van het belastingsjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden;

    -      Assistentiewoningen;

    -      De woongelegenheid waarvan aan de hand van de gegevens uit de bevolkingsregisters het bewijs wordt geleverd dat zij in de loop van het kalenderjaar,  voorafgaand aan het dienstjaar waarvoor de belasting is verschuldigd, gedurende ten minste drie maanden als hoofdverblijfplaats aangewend werd.

    Artikel 4: 

    De aanvraag tot in aanmerking nemen van een constructie als tweede verblijf kan geweigerd worden als deze niet als tweede verblijf kan gebruikt worden omwille van leegstand. Zoals bepaald in het gemeentelijk reglement in verband met leegstand, zal een tweede verblijf dat niet als zodanig gebruikt wordt of kan worden, opgenomen worden in het leegstandsregister. De beoordeling van de leegstand gebeurt conform de bepalingen van het gemeentelijk reglement in verband met leegstand. De constructie zal vanaf de datum van het opnameattest in het leegstandsregister geschrapt worden als tweede verblijf.

    De woning wordt pas opgenomen als tweede verblijf op de datum van de aanvaarding van de aangifte.

    Artikel 5: De belasting is verschuldigd door de houder van één van de hierna zakelijke rechten die het tweede verblijf kan betrekken op 1 januari van het dienstjaar:

    - de volle eigendom

    - het recht van opstal of van erfpacht

    - het vruchtgebruik

    In geval meerdere personen mede-eigenaar zijn van het belaste tweede verblijf wordt de belasting uitgesplitst volgens het wettelijk deel van de eigendom. Elke niet vrijgestelde mede-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

    Artikel 6: De belasting wordt vastgesteld op 1.250,00 euro per tweede verblijf.

    Artikel 7: De belasting is ondeelbaar en voor het ganse belastingjaar verschuldigd.

    Artikel 8: De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, uiterlijk op 31 maart van het belastingjaar moet worden teruggestuurd.

    De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

    Artikel 9: Als er geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan vóór de aangiftedatum vermeld in artikel 8, wordt de belasting ambtshalve gevestigd op basis van de gegevens waarover de gemeente beschikt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.  

    Artikel 10: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 11: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift indienen tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 12: De vestiging, invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen. 

    Artikel 13: Het belastingreglement van 17 december 2019 aangaande hetzelfde onderwerp wordt opgeheven vanaf de datum van het in voege treden van onderhavig reglement.

  • Artikel 1: Er wordt, met ingang van 01 januari 2026, voor een termijn eindigend op 31 december 2031, een gemeentebelasting gevestigd op de "huis-aan-huis" verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten.

    Niet-geadresseerd drukwerk is elke publicatie op papier die:

    - ertoe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen, of

    - die er op gericht is potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van diensten en/of producten van de adverteerder.

    Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.

    Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

    Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de natuurlijk persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren. Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig artikel 5 of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld. De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

    Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op:

    - 0,03 euro per verspreid exemplaar beperkt tot eenbladig drukwerk.

    - 0,07 euro per verspreid exemplaar voor alle andere exemplaren.

    Als meerbladig drukwerk wordt beschouwd: het open geplooide drukwerk dat groter is dan één A4 (29,6 cm x 21 cm).

    • Indien verscheidene drukwerken samen worden verspreid zonder dat ze op een permanente of vaste wijze één geheel vormen, wordt ieder drukwerk als een apart exemplaar beschouwd.
    • Drukwerken die in een catalogus of een blaadje zijn opgenomen, aan elkaar geniet zijn, geplakt zijn, in omslag steken of op iedere andere wijze zijn samengebracht, worden beschouwd al zijnde één geheel vormend.

    Het te betalen bedrag wordt bekomen door het in dit artikel vermelde belastingtarief te vermenigvuldigen met het aantal brievenbussen waarover het drukwerk verdeeld wordt.

    Het aantal brievenbussen wordt opgevraagd bij Bpost en wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen in het eerste kwartaal van elk jaar.

    Artikel 4: Er is een vrijstelling van belasting:

    1. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten van erkende gemeentelijke verenigingen voor zover het reclame betreft voor eigen organisaties.
    2. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten van socio-culturele, caritatieve, sportieve organisaties en vormings- en onderwijsinstellingen
    3. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten van openbare diensten en gelijkgestelde inrichtingen.
    4. Voor drukwerken en gelijkgestelde producten die uitgaan van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, federale, gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van de verkiezing.
    5. Voor drukwerken  die kaderen in een gemeentelijke volksraadpleging, voor zover het verspreid wordt aan de gerechtigde deelnemers van de volksraadpleging overeenkomstig artikel 317 van het decreet over het lokaal bestuur tot uiterlijk de dag van de volksraadpleging;

    Artikel 5: De belastingplichtige dient met betrekking tot de verspreiding als volgt aangifte te doen bij het gemeentebestuur:

    Voor de verspreiding tijdens het eerste kwartaal: aangifte vóór 10 april van het jaar van de verspreiding,

    Voor de verspreiding tijdens het tweede kwartaal: aangifte vóór 10 juli van het jaar van de verspreiding,

    Voor de verspreiding tijdens het derde kwartaal: aangifte vóór 10 oktober van het jaar van de verspreiding,

    Voor de verspreiding tijdens het vierde kwartaal: aangifte vóór 10 januari van het jaar, volgend op het jaar van de verspreiding,

    Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of het gelijkgestelde product. Ze bevat minimaal het volgende:

    - Naam, adres en identificatienummer van de belastingplichtige: ondernemingsnummer en/of vestigingsnummer indien een rechtspersoon en rijksregisternummer indien een natuurlijk persoon;

    - Datum van verspreiding;

    - Aantal verspreide exemplaren en de benaming van het drukwerk of gelijkgesteld product.

    Voor de periodieke verspreidingen mag de aangifte voorafgaandelijk gedaan worden voor een periode van hoogstens 1 jaar. Indien er wijzigingen zijn dienen deze doorgegeven te worden ten laatste 5 dagen na verspreiding.

    Artikel 6: Bij gebreke aan of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden.

    De ambtshalve belasting wordt berekend volgens het aantal brievenbussen op 1 januari van het aanslagjaar, opgedeeld per deelgemeente, volgens opgave van Bpost en de vaststelling door het college van burgemeester en schepenen.

    De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met:

    - 20% bij een eerste overtreding

    - 50% bij een tweede en volgende overtreding, met dien verstande dat een correcte aangifte gedurende twee opeenvolgende jaren de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig herstelt. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.

    Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

    De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.  

    Artikel 7: Het bedrag van de belasting mag ingekohierd worden vanaf de dag van de verdeling.

    Artikel 8: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat periodiek vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 9: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift indienen tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 10: De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

  • 484.11 - Algemene milieubelasting

    Amendement ingediend door SAMEN 

    De milieubelasting is een forfaitaire belasting. Ze treft een huishouden met twee bescheiden inkomens even hard als een huishouden van twee bedrijfsleiders. Bovendien zorgt ze voor een extra administratieve belasting voor de gemeentelijke diensten.

    Artikel 1: De gemeenteraad schaft de milieubelasting af.

    Artikel 2: Indien de autofinancieringsmarge in het meerjarenplan hierdoor negatief zou worden, krijgt de gemeenteraadscommissie financiën de opdracht om te onderzoeken hoe deze impact best ondervangen kan worden en de nodige scenario's ter zake uit te werken.  


    Stemming amendement:

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste) 

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts)

    Annick Minnoye

    Tegen: 

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.

     

    Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een jaarlijkse algemene milieubelasting geheven.

    Artikel 2: De algemene milieubelasting is verschuldigd door:

    1. Ieder gezin waarvan de referentiepersoon overeenkomstig zijn inschrijving in het rijksregister, op 1 januari van het aanslagjaar zijn hoofdverblijfplaats heeft in de gemeente Oud-Heverlee.

    Onder 'gezin' wordt verstaan:

    - een natuurlijk persoon die gewoonlijk alleen leeft.

    - een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er verblijven.

    2. De natuurlijke personen, de verenigingen  en rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar , als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente Oud-Heverlee.

    - een nijverheids-, landbouw-, veeteelt-, tuinbouw of handelsbedrijf exploiteren;

    - een vrij beroep of zelfstandige commerciële, industriële of dienstverlenende activiteit uitoefenen.

    Indien op hetzelfde adres tezelfdertijd het eigenlijke gezin van hoger vermelde belastingplichtige gehuisvest is, is deze belasting enkel verschuldigd uit hoofde van artikel 2.1 van dit reglement. 

    3. De gebruiker van een tweede verblijf dat opgenomen is in het belastingkohier voor de tweede verblijven.

    Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op:

    - 25,00 euro voor een gezin, bestaande uit één persoon.

    - 50,00 euro voor een gezin bestaande uit twee of meerdere personen.

    - 50,00 euro voor de natuurlijke- en rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar , als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente Oud-Heverlee, een nijverheids-, landbouw-, veeteelt-, tuinbouw of handelsbedrijf exploiteren of een vrij beroep of zelfstandige commerciële, industriële of dienstverlenende activiteit uitoefenen.

    - 40,00 euro voor de gebruiker van een tweede verblijf , die niet ingeschreven is in het bevolkingsregister van de gemeente Oud-Heverlee op het belastbaar adres van het tweede verblijf en opgenomen is in het belastingkohier voor de tweede verblijven.

    Artikel 4: Teneinde dubbele belasting te voorkomen is de algemene milieubelasting niet verschuldigd voor de woning of woongelegenheid die deel uitmaakt van het complex op basis waarvan de belasting onder artikel 2.2. verschuldigd is.

    Artikel 5: Vrijstellingen.

    - De natuurlijke persoon die op 1 januari van het aanslagjaar in een bejaardeninstelling verblijft, mits voorlegging van een attest

    - Bewoners van een lokaal opvanginitiatief (LOI), beheerd door het OCMW. 

    - Publiekrechtelijke instanties en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, met uitzondering van deze die een winstoogmerk nastreven. De vrijstelling geldt niet voor gedeelten van gebouwen, betrokken door de aangestelden van voornoemde instellingen voor hun persoonlijk gebruik.

    - De openbare erediensten. De vrijstelling geldt niet voor gedeelten van gebouwen, betrokken door de aangestelden van voornoemde instellingen voor hun persoonlijk gebruik.

    - Onderwijsinstellingen gesubsidieerd door de openbare besturen. De vrijstelling geldt niet voor gedeelten van gebouwen, betrokken door de aangestelden van voornoemde instellingen voor hun persoonlijk gebruik.

    - De collectieve gezinnen, waarvan de leden volgens het rijksregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (kloostergemeenschap, militairen in een kazerne, verzorgingsinstellingen voor bejaarden/anders-validen...)

    Artikel 6: De belasting is ondeelbaar en in zijn geheel verschuldigd op basis van de toestand zoals die zich voordoet op 1 januari van het aanslagjaar.

    Artikel 7: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 8: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift indienen tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het bezwaarschrift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 9: De vestiging, invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen. 

  • Artikel 1 - Algemeen

    Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

    Permanente nutsvoorzieningen omvatten:

    -     alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, ver­deel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten, …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

    -     alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nuts­voorzieningen.

    De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voor­af­gaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

    Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.

    Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2026 voor een termijn eindigend op 31 de­cember 2028.


    Artikel 2  - Retributie naar aanleiding van sleufwerken

    De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter open­lig­gende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voet­paden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro. 

    Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VNR goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals  jaarlijks gepubliceerd in augustus.

    Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.

    Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

     

    Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onder­­­­houdswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen

    Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aan­sluitingswerken, herstellingen en kleine onder­­­houdswerken met een sleufoppervlakte van maxi­mum 3m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grond­gebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.

    Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.

    Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast., naar analogie met de door de VNR goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals  jaarlijks gepubliceerd in augustus.

    Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitings­punten op het grondgebied van de stad/gemeente.

     

    Artikel 4 – Inning

    De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. 

     

     Artikel 5 – Definitief karakter

    Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

    Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

  • Artikel 1: Voor de dienstjaren 2026-2031 wordt een retributie geheven op de verkoop van dranken en versnaperingen tijdens gemeentelijke activiteiten.

    Artikel 2: De retributie wordt vastgelegd als volgt:

    - frisdranken, lichte bieren, warme niet-alcoholische dranken: 2,5 EUR;
    - bieren van hoge gisting en speciaalbieren, wijn en schuimwijn: 3,5 EUR;
    - taart, broodjes e.a.: 2,5 EUR.

    Artikel 3: De retributie wordt contant of via bankcontact/payconiq/... betaald. De verkoop kan gebeuren via een systeem van drankbonnen.

    Artikel 4: De detaillijst van de dranken en versnaperingen is niet limitatief en kan worden aangepast naargelang de activiteit, rekening houdend met de kostprijs.

    Artikel 5: Vrijgesteld van retributie zijn recepties, vergaderingen en bepaalde activiteiten in het kader van doelgroepenwerking.

  • 484.111 - Belasting op groeven

     Amendement ingediend door SAMEN 

     Terecht wordt opgemerkt in de motivatie voor deze belasting dat het uitbaten van groeven extra kosten met zich meebrengt voor de gemeente. Deze kosten stegen de voorbije jaren. Het is dan ook aangewezen dit bedrag te indexeren.

    Artikel 1: De gemeenteraad besluit de belasting op groeven aan te passen overeenkomstig de evolutie van de gezondheidsindex. Het bedrag wordt aangepast naar 0,37 €.

    Artikel 2: De Gemeenteraad besluit de belasting op groeven jaarlijks op 1 januari te indexeren, rekening houdend met de gezondheidsindex.  

             
    Met indexering (aanname 2 %)
                 
      tarief 1/01/2020 Opbrengst jaarrekening 2024 Voorstel niet-indexering Opbrengst 6 jaar 2026 2027 2028 2029 2030 2031
    Totale opbrengst op 6 jaar
     
    Belasting op groeven 0,3 1467 0,3 8802 0,37 0,38 0,39 0,4 0,41 0,42 11589,3
    (Basis 4890 ton)


     Stemming amendement:

     

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste)

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts)

    Annick Minnoye

    Tegen: 

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.


    Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een gemeentelijke belasting gevestigd ten laste van de exploitanten van groeven die uitgebaat worden op het grondgebied van de gemeente en die de winning van zand, klei, leem of kiezel tot doel hebben, ongeacht of de maatschappelijke zetel van de exploitant in de gemeente gelegen is. 

    Artikel 2: De belasting bedraagt 0,30 euro per ton opgehaalde delfstof tijdens het voorgaande jaar.

    Artikel 3: De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor 1 maart van het betrokken aanslagjaar moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen is echter niet ontheven van de verplichting om spontaan aangifte te doen. Hij dient vóór 15 februari van het aanslagjaar een aangifteformulier aan het gemeentebestuur te vragen en dit voor 1 maart ingevuld en ondertekend terug te sturen.

    Artikel 4: Als er geen juiste of geen volledige aangifte is gedaan vóór de aangiftedatum, vermeld, in artikel 3, wordt de belasting ambtshalve gevestigd op basis van de gegevens waarover de gemeente beschikt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

    Artikel 5: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 6: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaarschrift indienen tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Het bezwaarschift wordt op straffe van verval ingediend binnen drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet heeft ontvangen. Het aanslagbiljet wordt geacht te zijn ontvangen op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. 

    Artikel 7: De vestiging, invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit het reglement betoelagen van jeugdverenigingen voor het inzamelen van zwerfvuil goed te keuren:

     

    Artikel 1: toepassing

    Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 kan een premie worden toegekend voor de ophaling van zwerfvuil, door jeugdverenigingen gevestigd op het grondgebied van Oud-Heverlee. Die premie wordt toegekend onder voorwaarden van dit reglement. 

    Onder zwerfvuil wordt verstaan : het afval dat men aantreft in wegbermen en grachten, langs wandel – en fietspaden en langs baangrachten. Het betreft afval dat door grijpers of met de hand kan verzameld worden en in daarvoor bestemde vuilniszakken kan worden gedeponeerd en in de mate van het mogelijke gesorteerd in restafval of pmd. 

      

    Artikel 2: definities

    Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities: 

    • Zwerfvuil: klein afval dat om eender welke reden op de openbare weg terecht is gekomen. Voorbeelden: sigarettenpeuken, kauwgom, gekookte etensresten, blikjes, plastic flesjes, drinkflacons, schaaltjes, dopjes, tickets, papier of plastic zakjes en verpakkingen, mondmaskers,  e.a..  

    • Sluikstort: grotere stukken afval of afval in grotere hoeveelheden, achtergelaten op plaatsen die niet bestemd zijn voor afval, en waarvan aangenomen kan worden dat ze opzettelijk achtergelaten werden. Voorbeelden: huishoudelijk afval dat in of naast een gemeentelijke vuilnisbak wordt gegooid, grotere stukken afval die worden achtergelaten (zoals matrassen, zetels, autobanden, koelkasten), sloopafval, e.a..  

    • Zwerfvuilactie: Een activiteit waarbij deelnemers binnen een vooraf bepaald gebied in een of meerdere van de deelgemeentes van de gemeente Oud-Heverlee zwerfvuil opruimen. 

     

    Artikel 3: procedure aanvraag 

    Jeugdverenigingen dienen uiterlijk een maand voor de geplande zwerfvuilactie een aanvraag in.  

    De aanvraag van de organisator gebeurt op een formulier dat door het gemeentebestuur ter beschikking wordt gesteld. Dit digitale of papieren formulier bevat volgende gegevens: 

    • jeugdvereniging: naam en adres; 

    • contactpersoon/verantwoordelijke tijdens de actie: voornaam, naam en gsm-nummer; 

    • bankrekeningnummer organisatie waar de toelage kan worden gestort; 

    • vermoedelijk aantal deelnemers; 

    • datum of data van de uitvoering van de zwerfvuilactie(s); 

    • Voorleggen dat de jeugdvereniging voor het organiseren de zwerfvuilactie, gedekt zijn door een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor schade aan derden en lichamelijke ongevallen van de deelnemers; 

    • duidelijk trajectvoorstel waarlangs zwerfvuil wordt ingezameld en de totale afstand. 

     

    Artikel 3.1: goedkeuring

    Het College van Burgemeester en Schepenen zal binnen een termijn van één maand en ten laatste zeven dagen voor de geplande datum van inzameling schriftelijk haar goedkeuring of weigering en eventuele opmerkingen overmaken aan de aanvrager. Het College van Burgemeester en Schepenen deelt de procedure en uitvoeringsvoorwaarden, bepaald in dit reglement, mee aan de aanvrager.

     

    Artikel 4: uitvoeringsvoorwaarden

    • Er wordt ondersteuning voorzien door de gemeente die materialen ter beschikking stellen: handschoenen, fluovestjes, grijptangen, rollen zwerfvuilzakken voor zowel restafval als pmd. Na een actie of na stopzetting van een overeenkomst voor periodieke acties engageert de ontlener zich om het ontleende materiaal in zijn originele staat binnen 14 kalenderdagen terug te bezorgen aan het gemeentebestuur, inclusief overschotten van ongebruikte rollen zwerfvuilzakken.  

    • Van een door de jeugdvereniging ontdekt sluikstort en/of gevaarlijke afvalstoffen wordt de locatie doorgegeven aan de gemeente zodat die navolgend kunnen ophalen. De melding kan telefonisch of via e-mail met foto en beschrijving van de locatie. Het sluikstort moet onaangeroerd op de vindplaats blijven liggen.  

    • Opruimacties in straten en op plaatsen die regelmatig door de diensten onderhouden worden, komen niet in aanmerking. 

    • De ingezamelde fracties worden op een op voorhand door de aanvrager aangeduide plaats gedeponeerd en zullen daarna door de technische dienst worden opgehaald. 

     

    Artikel 5: betoelaging

    De premie wordt na elke opruimactie betaald en na goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen. Indien wordt vastgesteld dat het zwerfvuil in het aangegeven gebied niet voldoende verwijderd wordt, kan het  College van Burgemeester en Schepenen de toelage beperken. 

    Het bedrag is afhankelijk van de lengte van het afgelegde traject. De vergoeding per jaar bedraagt 20 euro per afgelegde km waarvan beide kanten dienen opgeruimd te worden, met een maximum bedrag van 900,00 euro per vereniging, per jaar. Er dient minimaal 5 km opgeruimd te worden. 

    Per afgelegde 3 km is er ook de mogelijkheid om het recyclagepark te betreden voor een bedrag van 10 eur. Dit is losstaand van de premie en heeft een maximum bedrag van 150,00 euro per jaar. Dit wordt enkel toegereikt na afgifte van een factuur van het recyclagepark en na controle van de factuur.

     

     Artikel 5.1: budget

    De premie zal verrekend worden op AR6493000 (toegestane werkingssubsidies aan verenigingen). De uitbetaling van een premie, die ertoe zou leiden dat het budget overschreden wordt, zal naar het budget van volgend jaar overgeheveld worden. De premie wordt berekend per kalenderjaar.  

     

    Artikel 6: inwerking


    Dit reglement heft het oude reglement van 16 maart 2020 inzake het betoelagen van jeugdverenigingen voor het inzamelen van zwerfvuil op.

    Deze beslissing treedt in werking op 1 januari 2026.

     

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit het aangepaste reglement inventarisatie en belasting leegstaande woningen en gebouwen goed te keuren:

    Artikel 1: Begripsomschrijvingen

    Voor de toepassing van dit reglement worden volgende definities of indicaties gehanteerd:
    1. IGO div: de intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeenteraad wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;
    2. Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen: met contactgegevens Gemeentestraat 2, 3054 Oud-Heverlee;
    3. Administratieve akte: genummerd document dat de inventarisatiedatum, de kadastrale gegevens van het leegstaand gebouw o, de houder(s) van het zakelijk recht, de beslissing tot opname in het leegstandsregister en de beroepsmogelijkheid tegen de opname in het leegstandsregister omvat;
    4. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
    1. Een aangetekend schrijven;
    2. Een afgifte tegen ontvangstbewijs;
    3. Een e-mail met ontvangstbevestiging;
    4. Elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;
    5. Gebouw: elk gebouwd onroerend goed, niet zijnde een woning, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
    6. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;
    7. Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning voor het eerst in het leegstandsregister wordt opgenomen. Als datum geldt de datum van opmaak van het opnameattest tot vaststelling van de leegstand. De opnamedatum is bovendien de datum van de akte en het referentiepunt om de verjaardag te bepalen;
    8. Leegstaand gebouw: een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Voor de bepaling van de totale vloeroppervlakte wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

    De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

    Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

    9. Leegstaande woning: een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:
    1° hetzij de woonfunctie die blijkt uit een omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning die voor die woning is uitgereikt. Bij een woning waarvoor er geen vergunning of melding is, of waarvan de functie niet duidelijk blijkt uit een vergunning of melding, wordt de functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van de woning dat voorafging aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden;
    10. Houder van het zakelijk recht: de persoon of personen met een recht van:
    1. volle eigendom;
    2. recht van opstal of van erfpacht;
    3. vruchtgebruik (inclusief de bijzondere vormen van vruchtgebruik); met betrekking tot een gebouw of een woning.
    11. Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen, vermeld in o.a. artikel 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
    12. Belastbare periode: iedere periode van 12 opeenvolgende maanden van opname in het leegstandsregister. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat een gebouw of woning gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaande gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt overeenkomstig artikel 2.11 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
    13. Leegstandsbeheerder: elk aangesteld personeelslid van IGO div die het mandaat het verkregen om het leegstandsregister in eer en geweten te beheren.

    Hoofdstuk 1: Leegstandsregistratie

    Artikel 2: Bevoegdheid inzake opmaak, het beheer en de actualisering van het Leegstandsregister

    §1. Conform artikel 2.9, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 vertrouwt de gemeente de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister toe aan de dienstverlenende intergemeentelijke vereniging IGO div. Concreet betekent dit dat de door IGO div aangeduide personeelsleden, de registerbeheerder(s), belast worden met volgende taken:
    1. de opsporing en vaststelling van leegstand: vermoedenslijst trekken uit het bevolkingsregister, uitzuiveren van deze lijst, uiterlijke schouwing, opstellen beschrijvend verslag en fotodossier, opvragen gegevens nutsbedrijven;
    2. opmaak en ondertekening van het opnameattest
    3. de kennisgeving van de beslissing tot opname aan de zakelijk gerechtigde(n)
    4. de opname van woningen / gebouwen in het leegstandsregister
    5. de beoordeling van de verzoeken tot schrapping uit het leegstandsregister
    6. de schrapping van woningen / gebouwen uit het leegstandsregister.

    §2. Het college van burgemeester en schepenen blijft exclusief bevoegd voor de beroepen tegen de opname in het leegstandsregister, de beslissingen inzake het toekennen van vrijstellingen m.b.t. de gemeentelijke leegstandsbelasting, de bezwaren tegen het aanslagbiljet en de beroepen tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping.


    Artikel 3: Leegstandsregister

    §1. Het intergemeentelijk woonproject van IGO div houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:
    1. een lijst ‘leegstaande gebouwen’;
    2. een lijst ‘leegstaande woningen’.
    § 2. Elk register bevat minimum volgende gegevens:
    1. het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
    2. de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw.
    3. het nummer en de datum van het opnameattest.

    Artikel 4: Registratie van leegstand

    § 1. De registerbeheerder spoort de leegstand op en maakt een verslag op van de indicaties die de leegstand staven. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in volgende niet-limitatieve lijst:
    1. Het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf;
    2. onterechte aanmelding/aangifte als tweede verblijf.
    3. De materiële en/of fysische onmogelijkheid om het te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde of verzegelde toegang;
    4. Het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;
    5. Een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van een gebouw of woning kan worden uitgesloten;
    6. De vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;
    7. Het gebouw of de woning vertoont tekenen van ernstig vervuild glas- of buitenschrijnwerk, het niet wind- of waterdicht zijn van het gebouw of de woning.
    8. Het gebouw of de woning is helemaal/gedeeltelijk ongemeubileerd.
    9. Een normaal gebruik van het gebouw of de woning overeenkomstig zijn functie lijkt onmogelijk aangezien het gebouw of de woning (groten)deels vernield is.
    10. Het gebouw of de woning wordt niet gebruikt conform de vergunde functie of waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden.
    11. Het gebouw of de woning vertoont één of meer van de volgende uitwendige tekenen van leegstand: een uitpuilende, dichtgeplakte of geen brievenbus; geblindeerde raamopeningen, langdurig neergelaten rolluiken; langdurige niet of slecht onderhouden omgeving of tuin.
    12. Het ontbreken van een actief vestigingsnummer in de kruispuntbank voor ondernemingen op het betreffende adres van een gebouw.
    13. Het ontbreken van een neergelegde jaarrekening van het voorafgaande boekjaar van de onderneming die gevestigd is op het adres van het te registreren gebouw.
    14. Een gebrek aan actieve uitbating, het ontbreken van aangeduide openingsuren of het ontbreken van een naam of logo op het gebouw.
    15. De feitelijke vaststelling van afwezigheid van uitrustings- en verkoopmateriaal en goederen in het gebouw.
    16. Getuigenissen.
    17. Andere indicaties die kunnen worden vastgesteld zoals opgesomd in het verslag dat bij de akte wordt toegevoegd.
    § 2. Een nieuwe woning of een nieuw gebouw wordt als een leegstaande woning of een leegstaand gebouw beschouwd indien die woning of dat gebouw binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn vergunde functie.
    §3. Een tweede verblijf dat niet als zodanig wordt gebruikt zal opgenomen worden in het leegstandsregister.
    §4. Een woning of gebouw dat geïnventariseerd staat als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.
    §5. Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, kan niet worden opgenomen in het leegstandsregister. Maar een woning die eerst is opgenomen in het leegstandsregister kan daarna ook worden opgenomen in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.

    Artikel 5: Kennisgeving van de registratie

    § 1. Een opnameattest bevat volgende gegevens:
    1. het adres en de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
    2. de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigde;
    3. het nummer en de datum van het opnameattest;
    4. de indicaties die de leegstand staven;
    5. een fotodossier.
    § 2. De zakelijk gerechtigde(n) wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop de akte betrekking heeft. De kennisgeving bevat:
    1. het opnameattest met inbegrip van het beschrijvend verslag;
    2. informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;
    3. informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;
    4. informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister. De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

    Artikel 6: Beroep tegen registratie

    §1. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van de kennisgeving, vermeld in artikel 5, §2 kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister of beroep aantekenen tegen weigering van schrapping. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend.
    Het beroepschrift wordt gehandtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:
    1. de identiteit en het adres van de indiener;
    2. de nodige contactgegevens
    3. het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
    4. één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor leegstand, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.
    Binnen de indieningstermijn van 30 dagen, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd. Een vervangend beroepschrift moet duidelijk aangeven dat het een vervanging is van het eerder ingediende beroepschrift en de inhoud van het vervangend beroepschrift wordt als leidend beschouwd voor de verdere behandeling van het beroep.
    De beroepsinstantie registreert elk inkomend beroepschrift in het leegstandsregister en meldt de ontvangst ervan aan de indiener van het beroepschrift. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Als het college van burgemeester en schepenen het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn van 90 dagen, kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het leegstandsregister. Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond is, neemt de leegstandsbeheerder het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand (de datum van de administratieve akte).

    Artikel 7: Schrapping uit het leegstandsregister

    Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens de houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. IGO div vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
    Indien een woning of gebouw gesloopt werd, wordt deze uit het leegstandsregister geschrapt. De houder van het zakelijk recht levert hiervoor een bewijs van sloop, bijvoorbeeld foto’s. Een woning of gebouw dat gesloopt werd, kan pas geschrapt worden wanneer al het puin op het perceel volledig opgeruimd werd.
    De houder van het zakelijk recht dient een gemotiveerd verzoek tot schrapping te richten aan de leegstandsbeheerder. Dit verzoek bevat:
    1. de identiteit en het adres van de indiener,
    2. de nodige contactgegevens;
    3. het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het verzoek betrekking heeft,
    4. één of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.
    De leegstandsbeheerder neemt binnen de twee maanden na ontvangst van het verzoek een beslissing. De leegstandsbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van zijn/haar beslissing.

    Hoofdstuk 2: Belastingen

    Artikel 8: Belastingtermijn en belastbare grondslag

    §1. Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
    §2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.


    Artikel 9: Belastingplichtige

    §1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
    §2. Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn deze allen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Dit betekent dat het volledige bedrag van de belasting bij één van hen kan worden opgeëist.
    §3. Bij overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van dit recht de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet de overdrager van het zakelijk recht per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte of een attest van overdracht opgemaakt door de notaris bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.

    Artikel 10: Tarief en berekening

    § 1. De belasting bedraagt: € 1.250 voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw.
    Indien de woning of het gebouw een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:
    - € 2.500 voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw;
    Indien de woning of het gebouw een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:
    - € 3.750 voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw;
    Indien de woning of het gebouw een vierde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:
    - € 5.000 voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw.
    Vanaf de vijfde en elke daaropvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister bedraagt de belasting telkens opnieuw:
    - € 5.000 voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw.

    Artikel 11: Vrijstellingen

    §1. Uitsluitend de vrijstellingen die opgesomd zijn in artikel 11 §4 worden toegepast en kunnen slechts aangevraagd worden via het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat als bijlage aan dit reglement opgenomen werd. Dit aanvraagformulier wordt, vergezeld van de nodige bewijsstukken, per beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.
    §2. Een aanvraag van een vrijstelling via het aanvraagformulier vermeld in §1 moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het leegstandsregister. Eens de verjaardag van de opnamedatum is verlopen, kan er geen vrijstelling meer gevraagd worden voor die periode en zal de belasting verschuldigd zijn.
    §3. Een aanvraag van een verlenging van een vrijstelling via het aanvraagformulier vermeld in §1 moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor de verjaardag van de opnamedatum. Eens de lopende vrijstelling verstreken is, kan er geen verlenging van deze vrijstelling meer gevraagd worden.
    §4. Op basis van volgende gronden kan vrijstelling verleend worden:

    Persoonsgebonden vrijstellingen: dit betekent dat op basis van de persoonlijke situatie van de houder van het zakelijk recht een vrijstelling van de leegstandsheffing kan worden toegekend.

    Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
    1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft. De vrijstelling zal toegekend kunnen worden wanneer bewijs wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor 12 maanden volgend op datum van opname van de leegstaande woning in de inventaris leegstand. Deze vrijstelling geldt enkel voor die woning waar de belastingplichtige gedomicilieerd was voorafgaand aan de opname in de erkende ouderenvoorziening. Deze vrijstelling kan tot tweemaal toe worden verlengd voor telkens 12 maanden volgend op datum van opname van de leegstaande woning in de inventaris leegstand.
    2° de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf (minimum 1 jaar) werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Deze vrijstelling geldt enkel voor die woning waar de belastingplichtige gedomicilieerd was voorafgaand aan de opname in de erkende psychiatrische instelling. De vrijstelling zal toegekend kunnen worden wanneer het bewijs van het langdurige verblijf wordt geleverd door de instelling waar de belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor 12 maanden volgend op de opnamedatum van de leegstaande woning in de inventaris leegstand. Deze vrijstelling kan tot tweemaal toe worden verlengd voor telkens 12 maanden volgend op datum van opname van de leegstaande woning in de inventaris leegstand.
    3° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor 12 maanden na het verlijden van de notariële akte. De vrijstelling zal toegekend kunnen worden wanneer een bewijs van overdracht wordt aangeleverd in de vorm van een kopie van de notariële akte of een attest van overdracht opgemaakt door de notaris. Deze vrijstelling kan tot eenmaal toe worden verlengd voor telkens 12 maanden volgend op datum van opname van de leegstaande woning in de inventaris leegstand.
    4° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 12 maanden volgend op datum van opname van de leegstaande woning in de inventaris leegstand, tenzij de gerechtelijke beslissing eerder wordt opgeheven. Deze vrijstelling is slechts éénmaal verlengbaar met 12 maanden.

    Objectgebonden vrijstellingen: dit betekent dat op basis van de situatie of eigenschappen van het gebouw of de woning een vrijstelling van de leegstandsheffing kan worden toegekend.

    Een vrijstelling wordt verleend indien:
    1° het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid;
    2° het gebouw of de woning vernield of beschadigd werd ten gevolge van een ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 12 maanden volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. Deze vrijstelling is slechts tweemaal aaneensluitend verlengbaar met telkens 12 maanden. Onder een ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan het gebouw of de woning, en waardoor het gebruik of de bewoning ervan geheel of ten dele onmogelijk wordt.
    3° het gebouw of de woning behoort tot het beschermd erfgoed of een beschermd erfgoedlandschap en een dossier voor het verkrijgen van een erfgoedpremie is ingediend. Deze vrijstelling geldt vanaf het aanslagjaar waarin een ontvankelijk dossier wordt ingediend tot en met het aanslagjaar waarin de premie is toegekend of afgewezen. De vrijstelling geldt enkel indien de houder van het zakelijk recht aannemelijk maakt dat de werken waarvoor de premie wordt aangevraagd noodzakelijk zijn om het gebruik van de woning of het gebouw redelijkerwijze mogelijk te maken.
    4° het gebouw of de woning gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 12 maanden volgend op het afleveren van de omgevingsvergunning. Deze vrijstelling is viermaal aaneensluitend verlengbaar met telkens 12 maanden.
    5° Het gebouw of de woning gerenoveerd wordt zonder dat er een omgevingsvergunning is vereist. In dit geval moet er een renovatiedossier worden voorgelegd dat minstens volgende elementen bevat:
    1. een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;
    2. een overzicht van de niet-omgevingsvergunningsplichtige werken die worden uitgevoerd, inclusief de startdatum van de werken;
    3. een raming van de kosten, vergezeld van offertes, facturen, bestekken van de uit te voeren en reeds uitgevoerde werken;
    4. een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken worden uitgevoerd;
    5. een akkoord van de mede-houders zakelijk recht (indien van toepassing).
    De renovatiewerken moeten van die aard zijn dat het gebouw of de gebouw tijdens de werken niet in gebruik kan genomen worden. De houder van het zakelijk recht geeft toestemming om de werken ter plaatse te controleren. Het college van burgemeester en schepenen kan de aanvraag tot vrijstelling weigeren wanneer de vooropgestelde renovatie onvoldoende zou blijken om 12 maanden te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 12 maanden volgend op de startdatum van de werken zoals vermeld in het renovatiedossier en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar met telkens 12 maanden.
    7° voor het gebouw of de woning een offerte voor sloop werd ondertekend. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 12 maanden volgend op de datum van de offerte en kan slechts éénmaal door dezelfde eigenaars aangevraagd worden. Deze vrijstelling kan niet worden verlengd.
    §3. De vrijstelling van heffing heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling wegvalt, de heffing zal berekend worden op basis van de begindatum van opname in het leegstandsregister.
    §4. Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn op een woning of gebouw en er aan één van hen een vrijstelling wordt toegekend, geldt de vrijstelling voor alle houders van het zakelijk recht, zelfs al hebben de anderen geen aanvraag tot vrijstelling ingediend.


    Artikel 12: Inkohiering

    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 13: Betalingstermijn

    De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de datum van verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 14: Bezwaar tegen de belasting

    §1. Binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen bezwaar aantekenen tegen de beslissing tot de belasting.
    §2. Het bezwaarschrift wordt gedagtekend en per beveiligde zending overgemaakt, ondertekend en gemotiveerd en dient minstens de volgende gegevens te bevatten:
    1. identiteit en adres van de indiener;
    2. verwijzing naar de opnameattest van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;
    3. één of meer bewijsstukken die aantonen dat de aanslag ten onrechte gebeurd zou zijn.
    §3. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen 15 kalenderdagen na de indiening ervan.
    §4. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het bezwaarschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 kalenderdagen, die ingaan op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

    Artikel 15: Toepasselijke regelgeving

    Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.


    Artikel 16: Inwerkingtreding

    Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en vervangt het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019 met betrekking tot het registreren en belasten van leegstaande woningen en gebouwen.


    Artikel 17: Overgangsmaatregel

    Woningen en gebouwen die werden geregistreerd als leegstaand overeenkomstig alle voorgaande reglementen en die nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.
    Vrijstellingen die toegekend zijn op basis van het leegstandsreglement van 17 december 2019 blijven geldig voor de looptijd bepaald in dat reglement.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de nieuwe tekst van het reglement als volgt vast te stellen:

    Belasting omgevingsvergunningen, administratieve stukken en vastgoedinformatie

    Artikel 1: Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031. wordt een contante belasting geheven op de omgevingsvergunningen en natuurvergunningen, zoals bepaald in artikel 3.

    Artikel 2: De belasting is verschuldigd door de aanvrager.

    Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld als volgt:

    1.         Melding

    1.1.      Stedenbouwkundige handelingen: 100 EUR

    1.2.      Milieu gerelateerde inrichtingen of activiteiten: 100 EUR

    Uitzondering milieu: stookolietank, propaangastank bij de woonfunctie van een onroerend goed: 0 EUR

    2.         Vereenvoudigde procedure

    2.1.      Stedenbouwkundige handelingen: 

    • Zonder medewerking architect: 100 EUR
    • Met medewerking architect: 150 EUR

     

    2.2.      Milieu gerelateerde inrichtingen of activiteiten: 100 EUR

    2.3.      Vegetatiewijzigingen: 100 EUR

    2.4.      Kleinhandelsactiviteiten 100 EUR

    3.         Gewone procedure

    3.1.      Stedenbouwkundige handelingen: 150 EUR

    3.2.      Milieu gerelateerde inrichtingen of activiteiten:

    •           Klasse 2: 250 EUR

    •           Klasse 1: 1000 EUR

    3.3.      Vegetatiewijzigingen: 100 EUR

    3.4.      Kleinhandelsactiviteiten: 100 EUR

    4.         Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en bijstellen verkaveling: 150 EUR

    5.         Andere milieu gerelateerde procedures:

    5.1.      Verzoek tot bijstelling milieuvoorwaarden: 150 EUR

    5.2.      Melding van overdracht: 130 EUR

    5.3.      Melding gedeeltelijke overdracht: 130 EUR

    5.4.      Omzetting milieuvergunning naar omgevingsvergunning voor onbeperkte termijn via korte procedure: 150 EUR

    6.         Aanvraag projectvergadering als het college van burgemeester en schepenen de bevoegde overheid is: 250 EUR.

    7.         Aanvraag dossier met project-MER, omgevingsveiligheidsrapport met infovergadering: + 100 EUR.

    8.         Kosten van publicatie in dagbladen zijn ten laste van de aanvrager.

    9.         Bijkomend openbaar onderzoek naar aanleiding van de administratieve lus/wijziging: de kosten van aangetekende zendingen zijn ten laste van de aanvrager. Dit artikel is niet van toepassing indien de lus wordt veroorzaakt door een fout van de gemeente.

    10.       Aanvraag digitaliseren analoog ingediende dossiers: 200 EUR.

    11.       Aanvraag stedenbouwkundig attest: 100 EUR.

    12.       Aanvraag planologisch attest: 200 EUR.

    13.       Gecombineerde aanvragen: de van toepassing zijnde tarieven worden samengeteld.

    14.       Aanvraaguittreksel gemeentelijk goedgekeurd vergunningenregister, plannenregister, overige stedenbouwkundige inlichtingen naast de uittreksels

    Voorwerp aanvraag Retributiebedrag per kadastraal perceel Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet bedraagt 90 EUR. Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.

    15.       Kostprijs kwaliteitskamer: indien in het kader van een lopende aanvraag voor een omgevingsvergunning een kwaliteitskamer wordt georganiseerd met voorafgaandelijk akkoord van de (vertegenwoordiger van de) bouwheer: 3.500 EUR.

    Artikel 4: De belasting bedoeld in artikel 3 punt 1 tot en met 14 is verschuldigd op het moment van de volledig- en ontvankelijkheidsverklaring van de aanvraag. Het bewijs van betaling blijkt uit de overschrijvingsbewijzen op de gemeentelijke rekening. De belasting bedoeld in artikel 15 is verschuldigd bij ontvangst van de factuur.

    Artikel 5: De belasting moet betaald worden na ontvangst van de factuur en binnen de termijn die daarop vermeld is. Bij gebreke aan betaling wordt de belasting ingekohierd.

    Artikel 6: Er geldt een vrijstelling van belasting voor meldingen en aanvragen ingediend door gerechtelijke overheden, openbare besturen en daarmee gelijkgestelde instellingen, instellingen van openbaar nut m.u.v. kosten voor publicatie.

     

  • Artikel 1 - Definities

    Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
    1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
    2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
    3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
    4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen;
    5° product: een welbepaalde combinatie van vastgoedinformatie over één perceel, of een onderdeel ervan, die vooraf door het Vlaams Datanutsbedrijf is vastgelegd, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteiten, vermeld in het VIP-decreet in artikel 10, eerste tot en met derde lid, die wordt samengevoegd via het VIP, en die ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager via het VIP;
    6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
    7° Vlaamse instantie: een Vlaamse instantie als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Datanutsbedrijf in de vorm van een naamloze vennootschap;

    8° aanvrager: een professionele aanvrager (zoals vermeld in artikel 2, 18° van het VIP-decreet) of een burger (zoals vermeld in artikel 2, 7° van het VIP-decreet) of zijn vertegenwoordiger die een aanvraag indient via het VIP;
    9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
    10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
    11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
    12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
    13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
    14° VIP-decreet: decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform;
    15° gemeentelijke bronretributie: de retributie die de aanvrager verschuldigd is aan een lokaal bestuur voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie in een product;

    Artikel 2 - Algemeen

    De aanvrager dient elektronisch een aanvraag in bij Athumi om een product via het Vastgoedinformatieplatform te ontvangen. Athumi ontvangt op elektronische wijze de vastgoedinformatie van de aanleverende entiteiten (de lokale gegevensbronnen en de centrale gegevensbronnen). De relevante vastgoedinformatie per perceel, of een onderdeel daarvan, wordt automatisch opgeladen in een product in het VIP of wordt door de aanleverende entiteiten aan het VIP bezorgd. Athumi en de gemeente stellen het product via het VIP ter beschikking aan de aanvrager.
    In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van een product, verwerkt de gemeente die persoonsgegevens met als doeleinde om het product ter beschikking te kunnen stellen aan de aanvragers in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van één van de doelstellingen opgesomd in artikel 6 van het VIP-decreet.
    Voor alle aanvragen die via het VIP verlopen, wordt ten voordele van gemeente Oud-Heverlee een gemeentelijke bronretributie geheven op aanvragen tot het verkrijgen van een product met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron.

    Artikel 3 – Aanvrager van vastgoedinformatie
    Alle aanvragen van producten, zoals vermeld in artikel 7 van het VIP-decreet, worden geacht via het VIP te verlopen. Het verplicht gebruik van het Vastgoedinformatieplatform wordt voor producten met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron geregeld in het VIP-decreet.
    Een oplijsting van alle organisaties die als aanvrager toegang krijgen tot het Vastgoedinformatieplatform voor aanvragen van producten wordt door Athumi ter beschikking gesteld op de website van Athumi .
    De gemeentelijke bronretributie is, overeenkomstig artikel 21 van het VIP-decreet, verschuldigd door de aanvrager. Van zodra het VIP-decreet in werking treedt is eveneens de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet verschuldigd door de aanvrager.
    Dezelfde instanties die overeenkomstig artikel 23, §3, van het VIP-decreet zijn vrijgesteld van de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet worden vrijgesteld van de betaling van gemeentelijke bronretributie. Het gaat in concreto over deze organisaties:
    • externe overheden; een overheidsinstantie als vermeld in artikel I.3, 8°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
    • Vlaamse instanties, als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022.
    • lokale overheden, als vermeld in artikel I.3, 5°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
    • gerechtelijke overheden;
    • hulpverleningszones als vermeld in het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones;
    • politiezones als vermeld in artikel 9 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

    Artikel 4 - Bedrag

    Het bedrag van de gemeentelijke bronretributie wordt vastgelegd als volgt:
    Voorwerp aanvraag Retributiebedrag per kadastraal perceel
    Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet 90 EUR

    Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.

    Artikel 5 - Inning

    Athumi int de gemeentelijke bronretributie conform artikel 21 van het VIP-decreet via het VIP in naam en voor rekening van de lokale overheden. De bronretributie wordt periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.

    Artikel 6 - Verwerking van persoonsgegevens

    §1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van de ontsluiting, samenvoeging en ter beschikkingstelling van vastgoedinformatie in een product, treden de gemeente Oud-Heverlee en Athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.
    Athumi treedt op als verwerker voor de gemeente Oud-Heverlee wat betreft de verwerkingsactiviteiten die plaatsvinden in het kader van de heffing en de inning van de gemeentelijke bronretributie via het Vastgoedinformatieplatform.
    De afspraken rond en de modaliteiten van de verwerkingen die de gemeente Oud-Heverlee en Athumi uitvoeren als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken respectievelijk als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker zijn geregeld in de Toetredingsovereenkomst die te vinden is als Bijlage 1.

    Artikel 7 – Ondertekening

    De vastgoedinformatie in het product die de gemeente Oud-Heverlee via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, wordt niet ondertekend aangezien het product een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.

    Artikel 8 - Vervanging voorgaande reglementering

    Dit reglement vervangt alle eerdere retributiereglementen die betrekking hebben op aanvragen van producten, die kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform vanaf 1 januari 2026.

    Artikel 9 - Bekendmaking

    Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

  • Artikel 1: de gemeenteraad beslist volgend reglement goed te keuren.

     

    Artikel 2:

     

    § 1. Er wordt een contant belasting gevestigd voor:

    1° de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, het papier en karton , snoeihout en groot selectief afval (en het gelijkaardig bedrijfsafval);

    2° de inzameling via sorteerstraten.

    3° de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen;

    § 2. Definities algemeen:

     

    1° Aansluitpunt  (ASP):

     

    1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente huishoudelijk afval kan aanbieden.

     

    2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente huishoudelijk afval kan aanbieden.

     

    3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport- , jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente huishoudelijk afval kan aanbieden (vergelijkbaar bedrijfsafval).

     

    4) Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooid (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten,…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeenten huishoudelijk afval kan aanbieden (vergelijkbaar bedrijfsafval).

     

    2° Aorta: de databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

    • de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming
    • de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

     

    Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is maximaal één registratie mogelijk.

     

    Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer en het EcoWerf-klantnummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer/gsm-nummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

     

    Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

     

    De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen t.a.v. de referentiepersoon.

     

    Wanneer niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de afvalcontainers blokkeren, de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.

     

    3° DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

    • de volgens dit reglement verschuldigde contantbelasting;
    • de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;

    De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.

     

    4° Gebruikersgroep: een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangskaart toegewezen krijgen (of via eID) en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

     

    5° Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening.

     

    6° Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

    • voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank. Dit kan afwijken op vraag van de betrokken inwoner of op vraag van de gemeente
    • voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

     

    7° Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.

     

    8° Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton. Dit zowel ter vervanging als aanvullend aan de reguliere huis-aan-huis inzameling.

     

    9° Toegangskaart: een elektronische kaart die wordt uitgereikt aan onderstaande doelgroepen:

    -       niet-particulieren: op naam van de referentiepersoon;

    -       in de gemeente gedomicilieerde inwoners die niet over een elektronische identiteitskaart beschikken: op naam van de referentiepersoon;

    -       particulieren met een tweede verblijf in de gemeente die geen rijksregisternummer hebben: op naam van de referentiepersoon;

    -       particulieren die gebruik maken van een ondergrondse sorteerstraat/afvalcontainer: op naam van de referentiepersoon.

     

    § 3. Definities afvalfracties:

     

    1° Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA): apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

     

    2° Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

     

    3° Boomstronken: alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

     

    4° Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

     

    5° E.P.S.: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

     

    6° Frituurolie en afgelaten motorolie: alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

     

    7° Gips: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt,…

     

    8° Glas: hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of gelijkaardige bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,…

     

    • hol glas  betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...;
    • vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…

    9° Gras- en bladafval: alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

     

    10° Groente-, fruit- en tuinafval (gft): organisch composteerbaar afval zoals schillen en resten van fruit, groenten en aardappelen; dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten; broodresten; koffiedik en papieren koffiefilters; papier van keukenrol; noten en pitten; vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen …); vaste zuivelproducten (kaasresten); eieren en eierschalen; fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout …); kamer- en tuinplanten; schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout; mest van kleine huisdieren (cavia, konijn, kat en hond) in beperkte hoeveelheden. Dit alles ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

     

    11° Grofvuil: alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval, matrassen en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

     

    12° Harde plastics:  alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslangen, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval),...

     

    13° Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,…

     

    14° Huishoudelijk afval: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

     

    15° Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,… met uitzondering van steenafval.

     

    16° Klein Gevaarlijk Afval (KGA): de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA. 

     

    17° Kurk: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

     

    18° Oude Metalen: alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

     

    19° Papier en karton: alle dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken,…

     

    20° Pmd: flessen, flacons, schaaltjes, vlootjes, bakjes, potjes, tubes, folies, zakken, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, aluminium bakjes en schaaltjes, deksels, doppen, kroonkurken en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

     

    21° Houtafval: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen. A-hout en B-hout worden apart ingezameld op de recyclageparken van EcoWerf. A-hout is zuiver, onbehandeld en geverfd (maar geen loodverf) massief hout zoals massief houten meubels en schrijnwerk (houten stoelen, raamkader zonder glas,…),  Europees hardhout (bv. eik), onbehandeld timmerhout (dakgebinten, balken en planken) en verpakkingshout (verpakkingskisten, kabelhaspels zonder metalen kern of andere materialen). B-hout omvat verwerkt of behandeld hout, dat niet geïmpregneerd is: Tropisch hardhout (Teak, Bankirai, Merbau, Afzelia, Padoek, Ipé, Afrormosia …), meubels bestaande uit honinggraatstructuur, laminaat, MDF, multiplex en triplex.

     

    22° Snoeihout: alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

     

    23° Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest,…

     

    24° Textiel: alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

     

    25° Landbouwfolie: kuilfolie (zwart/wit/zwart-wit) of rek/wikkelfolie (groen/wit) die wordt gebruikt in het kader van een landbouw, tuinbouw- of veeteeltactiviteit.

     

    26° Groot selectief afval: alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particulier huishouden of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden en steenachtige fracties van bouw - en sloopafval.

     

    Artikel  3:

     

    De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang van de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis-inzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.

     

    Artikel 4:

     

    § 1. Huis-aan-huisinzameling

     

    De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.

     

    a)    Huisvuil

    Inzameling en verwerking

     

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    Per kg gewogen huisvuil

    0,30

    0,30

    Per aanbieding 40 L-container

    0,63

    0,63

    Per aanbieding 120 L-container

    0,63

    0,63

    Per aanbieding 240 L-container

    1,26

    1,26

    Per aanbieding 360 L-container

    1,89

    1,89

    Per aanbieding 1100 L-container

    6,40

    6,40

     

    Gebruiksrecht container per maand

     

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    40 L-container

    0,68

    1,84

    120 L-container

    0,68

    1,84

    240 L-container

    1,36

    2,47

    360 L-container

    2,00

    2,64

    1100 L-container

    3,71

    7,07

     

    Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro (niet mogelijk op een 40 L container)

     

    b)    Gft-afval

    Inzameling en verwerking

     

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    Per kg gewogen gft

    0,20

    0,20

     

    Gebruiksrecht container per maand

     

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    40 L-container

    0,68

    1,84

    120 L-container

    0,68

    1,84

    240 L-container

    1,36

    2,47

     

    Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro

     

    c)     Pmd

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    Per zak van 60 L

    0,15

    0,15

    Per zak van 90 L

    0,20

    0,20

     

    d)    Groot selectief afval

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    Voorrijkost

    20,00

    30,00

     

     

     

    Per begonnen 0,5 m³

    10,50

    10,50

    1-persoonsbed

    10,50

    10,50

    2-persoonsbed

    21,00

    21,00

    Zetel: 1-zit

    10,50

    10,50

    Zetel: 2-zit

    21,00

    21,00

    Zetel: 3-zit

    31,50

    31,50

    Stoel (2 stuks)

    10,50

    10,50

    (Tuin-)tafel

    10,50

    10,50

     

    e)    Papier en karton
    Gebruiksrecht container per maand

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    40 L-container

    0,84

    2,47

    240 L-container

    0,84

    2,47

    500 L-container

    2,08

    3,21

    1100 L-container

    4,58

    7,07

     

    § 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht

     

    De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.

     

     

    Particulier (euro)

    KMO (euro)

    Huisvuil (kg)

    0,30

    0,30

    gft (kg)

    0,20

    0,20

    Beheerskost (maand)

    3,23

    6,46


    §3. Inzameling via DifTar recyclagepark op volume

     

    De contantbelasting in functie van volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven.

     

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    Bezoek aan het reyclagepark

    - Auto, voetganger, fiets

    3,00

    6,00

    - Aanhangwagen

    9,00

    18,00

    - Bestelwagen

    24,00

    36,00

    Vrijgestelde afvalfracties van toegangstarief

    Een voertuig dat enkel asbestcement, kga, aeea, autobanden, kurk en/of matrassen aanlevert

    Een voertuig dat enkel asbestcement, kga, aeea, autobanden, kurk en/of matrassen aanlevert

    Landbouwfolie

     

    4,00 per begonnen 0,5m³

    Tarief grote hoeveelheden

    Vanaf het 19e bezoek binnen hetzelfde kalenderjaar worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier

     

    Gras- en bladafval kan van 1 oktober t.e.m. 31 december gratis worden aangeboden in het recyclagepark.


    Bijkomend tarief voor grofvuil:

     

     

    Particulieren (euro)

    KMO (euro)

    Verwerking per begonnen 0,5 m³

    8,00

    8,00

    of per stuk:

     

     

    1-persoonsbed

    8,00

    8,00

    2-persoonsbed

    16,00

    16,00

    Zetel: 1-zit

    8,00

    8,00

    Zetel: 2-zit

    16,00

    16,00

    Zetel: 3-zit

    24,00

    24,00

    Stoel (2 stuks)

    8,00

    8,00

    (Tuin-)tafel

    8,00

    8,00

     

    Artikel 5:

     

    §1 De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:

     

    k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15

     

    waarbij:

    P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023

    p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1

    C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023

    c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1

    x= aanslagjaar

     

    Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte

     

    De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgelegde maximumtarief gehanteerd.

     

    De tarieven die voor indexering in aanmerking komen zijn de basistarieven. De tarieven van gebruiksrecht en aanbieding worden pro rata berekend aan de hand van het volume van de betrokken container.

     

    -       voor de huis-aan-huisinzameling betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, aanbieding huisvuil en gebruiksrecht voor de fracties huisvuil, gft en papier en karton.

    -       voor de sorteerstraten betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, gebruiksrecht

    -       voor het recyclagepark betreft het de tarieven

    • Volume grofvuil (per 0,5m³) en stukprijzen op het volumepark
    • Volumetarieven volumepark (voetganger, auto, auto-aanhangwagen, bestelwagen…)

     

    §2 Voor de inzameling van het groot selectief afval wordt de startindex vastgelegd op 1 januari 2026 en wordt de indexering als volgt toegepast op volgende onderdelen:

    -       Voorrijkost

    -       Tarief per 0,5m³

    De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:

     

    k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15

     

    waarbij:

    P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023

    p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1

    C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2026

    c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1

    x= aanslagjaar

     

    Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte

     

    Artikel 6:

     

    Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

     

    Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

     

    Artikel 7:

     

    § 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kiepbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.

     

    § 2. De gebruiker van de sorteerstraat is de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking van afvalstoffen verschuldigd op het ogenblik dat de gebruiker afvalstoffen aanbiedt aan de ondergrondse afvalcontainer en de elektronische toegangskaart van de gebruiker deze beweging registreert. De contantbelasting betreffende het gebruik van de sorteerstraat is maandelijks verschuldigd.

     

    § 3. Iedere gebruiker van een container/sorteerstraat dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit op basis van de ter beschikking staande containers:

     

    Aantal en type containers

    Voorschot (euro)

    1 of meerdere 40 L-. of 120 L-containers of een particuliere gebruiker van een sorteerstraat en een 240L papier en karton-container

    50,00

    per container van 240 L of een niet-particuliere gebruiker van een sorteerstraat

    100,00

    per container van 1.100 L of per set van 3 360 L containers

    500,00

    per 240L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

    25,00

    per 1100L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

    75,00

     

    § 4. Bij elke registratie van een kiepbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting, in mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag. De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.

     

    Artikel 8:

     

    § 1. Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.

    Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.

     

    Volgende betalingstermijnen worden gehanteerd:

    • Betalingsuitnodiging: 20 kalenderdagen.
    • Herinnering: 12 kalenderdagen + 5 dagen betalingsmarge.

    De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.

     

    Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

     

    § 2. De personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken, zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

     

    § 3. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).

     

    Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

     

    Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

     

    § 4. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van 5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.

     

    Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeente kunnen, voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaarten worden uitgeleend voor een periode van maximum 6 maand, tegen een waarborg van 50 euro.

     

    Artikel 9:

     

    De contantbelastingen worden zonder uitstel geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contantbelasting niet zonder uitstel geïnd kan worden, wordt ze ingekohierd en volgt ze de regels voor een kohierbelasting.

     

    De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

     

    Artikel 10:

     

    De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

     

    Artikel 11:

     

    Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

     

    Artikel 12:

     

    Het contantbelastingreglement op de inzameling van huishoudelijk afval huis-aan-huis en op het recyclagepark d.d. 26/09/2023 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.

     

    Artikel 13:

     

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026.

  • Amendement ingediend door SAMEN

    Artikel 1: De gemeenteraad besluit het bedrag van de sociale correctie aan te passen aan de gezondheidsindex (afronding) nl. 62 € (1 jan 2020 = 109,72)

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit het bedrag van de sociale correctie jaarlijks op 1 januari aan te passen overeenkomstig de gezondheidsindex.   

    Stemming amendement:

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste)

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen)

    Annick Minnoye

    Tegen:

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.



    Artikel 1 : De gemeenteraad besluit om vanaf 01 januari 2026 aan instellingen en inwoners die behoren tot één van de volgende categorieën en op 01 januari van het betrokken dienstjaar ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente Oud-Heverlee, een toelage ter compensatie van de retributie op de huisvuilophaling en -verwerking van het restafval toe te kennen:

    1. Voor inwoners met recht op verhoogde tegemoetkoming (RVV): €50;
    2. Voor inwoners die om medische redenen, bv. urinaire incontinentie, stoma, peritoneale dialyse of andere aandoeningen die door hun aard een verhoogde afvalproductie tot gevolg hebben: €50;
    3. Voor inwoners in budgetbeheer, budgetbegeleiding en/of schuldbemiddeling bij het OCMW : €50;
    4. Voor gezinnen met kinderen, €50 per kind geboren in:
      1. het dienstjaar waarop de subsidie betrekking heeft, leeftijdscategorie 0 tot 1 jaar;
      2. het jaar voorafgaand aan het dienstjaar, leeftijdscategorie 1 tot 2 jaar;
    5. Voor het gesubsidieerde vrije basisonderwijs: €3 per leerling.

    Artikel 2 : De voornoemde jaarlijkse sociale tegemoetkoming wordt slechts één keer toegekend per aansluitpunt en wordt verwerkt als tegoed op de DifTar-rekening van Ecowerf.

    Artikel 3 : De terugbetaling voor inwoners met recht op verhoogde tegemoetkoming wordt verleend op basis van een attest van de mutualiteit.

    Artikel 4 : De terugbetaling voor gezinnen met kinderen van de leeftijd van 0 tot 2 jaar wordt automatisch verleend op basis van de gegevens uit het bevolkingsregister. 

    Artikel 5 : De terugbetaling voor inwoners die om medische redenen, bv. urinaire incontinentie, stoma, peritoneale dialyse of andere aandoeningen die door hun aard een verhoogde afvalproductie tot gevolg hebben, wordt verleend na indiening van een jaarlijks medisch attest bij de dienst Burgerzaken, waaruit blijkt dat de patiënt onder één van deze categorieën valt. 

    Artikel 6 : De terugbetaling voor inwoners in budgetbeheer, budgetbegeleiding en/of schuldbemiddeling bij het OCMW wordt automatisch verleend op basis van een lijst die wordt aangeleverd door het OCMW.

    Artikel 7 : De terugbetaling voor het gesubsidieerde vrije basisonderwijs wordt verleend na indiening van een lijst met de actuele leerlingenaantallen.

    Artikel 8 : De gemeentelijke openbare diensten, inclusief de gemeentelijke basisscholen, het OCMW, het wijkkantoor van de lokale politie en Kind en Gezin Oud-Heverlee worden aangeduid als gemeentelijke overheid in het DifTar- systeem. Deze punten betalen geen huur, noch aanbiedingsprijs en de rekening wordt naar de financiële dienst van de gemeente Oud-Heverlee gezonden.

    Artikel 9 : Het verwerken door de gemeentelijke diensten en het OCMW van de gegevens mag enkel gebeuren mits inachtneming van de GDPR-wetgeving.

    Artikel 10: Dit reglement vervangt alle voorgaande subsidiereglementen ter sociale correctie op de contactbelasting voor de inzameling van het huishoudelijk afval.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit het reglement voor het toekennen van een subsidie voor de uitvoering van individuele waterpreventieve maatregelen om bestaande gebouwen te beschermen tegen schade door overstromingengoed te keuren. 

    Artikel 2: Begunstigden 

    § 1. De subsidie kan toegekend worden aan:

    1°    natuurlijke personen;

    2°    rechtspersonen;

    3°    feitelijke verenigingen.

     

    § 2. De begunstigden zijn eigenaars, mede-eigenaars, huurders, vruchtgebruikers, pachters of opstalhouders van het gebouw waaraan de individuele waterpreventieve maatregelen worden uitgevoerd. Het kan gaan over:

    1°    een woning;

    2°    een gebouw in gebruik voor beroepsdoeleinden;

    3°    een gebouw in collectief gebruik (scholen, jeugdlokalen, woonzorgcentra, …).

     

    Artikel 3: Voorwaarden 

    De begunstigde komt in aanmerking voor subsidie indien voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

    1°    het gebouw ligt in een gebied dat in het meest recente, door de gemeenteraad goedgekeurde, hemelwater- en droogteplan is afgebakend als een gebied waar bescherming van gebouwen met individuele waterpreventieve maatregelen noodzakelijk is om een meerlaagse waterveiligheid te creëren;

    2°    het gebouw werd gebouwd in overeenstemming met de omgevings- of stedenbouwkundige vergunning en de daarin opgenomen voorwaarden, of wordt vergund geacht overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

    3°    voor de aanvang van de werken worden afspraken gemaakt tussen de gemeente en de begunstigde omtrent hun wederzijdse rechten en plichten. Deze afspraken worden vastgelegd in een ‘overeenkomst inzake individuele waterpreventieve maatregelen om bestaande gebouwen te beschermen tegen schade door overstromingen’, zoals deze hieronder hernomen wordt;

    4°    voor de aanvang van de werken, wordt voor het gebouw een waterveiligheidsstudie opgemaakt;

    5°    voor alle werken worden de vereiste vergunningen verkregen;

    6°    het gebouw is afgekoppeld.

    7°    Zo lang het voorziene subsidiebudget van de gemeente volstaat. Hierbij zal gekeken worden naar de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag.

     

    Overeenkomst inzake individuele waterpreventieve maatregelen om bestaande gebouwen te beschermen tegen schade door overstromingen

     

    Tussen:

     

    (1) de gemeente Oud-Heverlee, gevestigd te Gemeentestraat 2 in Oud-Heverlee,

    en vertegenwoordigd door Bart Clerckx, burgemeester en Marijke Pertz, algemeen directeur, handelend overeenkomstig het raadsbesluit d.d. XX/XX/XXXX,

     

    hierna genoemd ‘de gemeente’;

     

    en

     

    (2) de heer/mevrouw …, wonende te …,

    (mede)eigenaar, huurder, vruchtgebruiker, pachter of opstalhouder van het gebouw waaraan de individuele waterpreventieve maatregelen worden uitgevoerd en dat gelegen is te …,

     

    of

     

    de firma …, gevestigd te …

    met KBO-nummer …,

    (mede)eigenaar, huurder, vruchtgebruiker, pachter of opstalhouder van het gebouw waaraan de individuele waterpreventieve maatregelen worden uitgevoerd en dat gelegen is te …

    en vertegenwoordigd door …,

    hierna genoemd ‘de begunstigde’;

    hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de partijen’;

    wordt overeengekomen:

     

    1. Verbintenissen van de gemeente

    Binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan van de gemeente voorziene ramingen, stelt de gemeente, voor haar rekening, een deskundige aan die voor het betrokken gebouw een waterveiligheidsstudie opmaakt en de begunstigde begeleidt bij de voorbereiding en de uitvoering van de individuele waterpreventieve maatregelen. Dit kan een eigen werknemer zijn of een externe deskundige.

     

    2. Verbintenissen van de begunstigde

    § 1. De begunstigde laat toe dat de deskundige het gebouw betreedt en verleent zijn medewerking bij de opmaak van een waterveiligheidsstudie.

    De begunstigde stelt bestaande plannen en andere documentatie (bv. foto’s van eerdere overstromingen) ter beschikking.

    De begunstigde maakt hiervoor, in voorkomend geval, de nodige afspraken met andere (mede)eigenaars, huurders, vruchtgebruikers, pachters of opstalhouders van het betrokken gebouw.

     

    § 2. De begunstigde verbindt zich ertoe de noodzakelijke individuele waterpreventieve maatregelen te realiseren om het risico op schade door overstromingen te beperken door zelf over te gaan tot de uitvoering van de werken of een aannemer hiertoe opdracht te geven.

     

    § 3. De begunstigde verbindt zich ertoe de werken te beëindigen gedurende de looptijd van deze overeenkomst.

    Indien deze verbintenis niet nageleefd wordt, zal de begunstigde de kosten verbonden aan de opmaak van de waterveiligheidsstudie op zich nemen en deze terugbetalen aan de gemeente.

     

    3. Inwerkingtreding en looptijd van de overeenkomst

    Deze overeenkomst gaat in op datum van haar ondertekening en heeft een looptijd van 2 jaar.

     

    4. Geschillenregeling

    § 1. Op deze overeenkomst is het Belgisch recht van toepassing.

     

    § 2. Voor de geschillen tussen de contracterende partijen met betrekking tot deze overeenkomst, zijn uitsluitend de rechtbanken van het arrondissement Halle-Vilvoorde / Leuven bevoegd.

     

    § 3. Alvorens een geschil aan een bevoegde rechtbank voor te leggen, verbinden de partijen zich ertoe te goeder trouw en met inachtname van de redelijke belangen van de andere partij te onderhandelen met het oog op een minnelijke schikking.

     

     

    Artikel 5: Procedure  

    § 1. Binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan van de gemeente voorziene ramingen, stelt de gemeente een deskundige aan die de begunstigde begeleidt bij de voorbereiding en de uitvoering van de individuele waterpreventieve maatregelen.  

    § 2. Voor de aanvang van de werken stelt de deskundige voor het betrokken gebouw een waterveiligheidsstudie op. 

    § 3. De werken worden uitgevoerd in overeenstemming met de door de deskundige opgestelde waterveiligheidsstudie. 

    § 4. Tijdens en na de werken kan de gemeente op elk ogenblik de goede uitvoering van de werken controleren.

     

    Artikel 6: Aanvraagprocedure

     

    § 1. De subsidie kan aangevraagd worden door de begunstigden bedoeld in artikel 2.

     

    § 2. Het subsidieaanvraagdossier bevat op straffe van onontvankelijkheid volgende stukken:

    1°    een volledig en correct ingevuld subsidieaanvraagformulier (online te vinden op de website van de gemeente);

    2°    een bewijs van eigendom, mede-eigendom, huurovereenkomst, pacht, vruchtgebruik of opstal van het betreffende gebouw;

    3°    de nodige omgevingsvergunningen (als die vereist zijn voor de uitvoering van de individuele waterpreventieve maatregelen);

    4°    scans van de originele aankoop- en installatiefacturen (bestelbonnen zijn onvoldoende). Hierop worden de uitgevoerde werken voldoende duidelijk omschreven en worden ze gescheiden van eventuele niet-subsidiabele werken;

    5°    het bewijs van uitvoering van zichtbare en niet-zichtbare maatregelen (overzichtsfoto’s van het gebouw, foto’s van vóór, tijdens en na de werken);

    6°    indien van toepassing, een bewijs van volmacht of beslissing van het bevoegde orgaan voor het indienen van de subsidieaanvraag;

    7°    in geval van een feitelijke vereniging wordt bij de volmacht de toestemming van de leden gevoegd om het subsidiebedrag te storten op de post- of bankrekening van de persoon die de aanvraag indient.

     

    § 3. Het subsidieaanvraagdossier wordt op straffe van verval ingediend ten laatste 2 maanden na de datum van de laatste factuur.

     

    § 4. Een onvolledige subsidieaanvraag wordt vervolledigd binnen een termijn van 14 dagen te rekenen vanaf de vraag tot vervollediging.

     

    § 5. Het subsidieaanvraagdossier wordt digitaal ingediend per mail naar milieu@oud-heverlee.be. In dit geval komt de datum van ontvangst overeen met de datum van ontvangst op de mailserver van de gemeente.

     

    Artikel 7: Beoordelingsprocedure

     

    § 1. Het college van burgemeester en schepenen toetst elke aanvraag aan de bepalingen van dit reglement en beslist over het al dan niet toekennen van de subsidie.

     

    § 2. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt de aanvragen in volgorde van indiening en tot uitputting van de hiervoor in het meerjarenplan van de gemeente voorziene budgetten.

     

    § 3. Het gemeentebestuur kan bijkomende informatie opvragen of een plaatsbezoek afleggen.

     

    Artikel 8: Subsidiabele kosten

     

    § 1. Enkel de uitvoering van individuele waterpreventieve maatregelen die noodzakelijk en effectief zijn om het gebouw te beschermen tegen waterschade door het overstromen van een waterloop, het overlopen van of opstuwing vanuit de riolering, of een overstroming door afstromend hemelwater, komen in aanmerking voor subsidie.

     

    Volgende maatregelen komen bijvoorbeeld in aanmerking :

    1°    installeren van waterkeringsschotten;

    2°    waterdicht maken van buitengevels;

    3°    plaatsen van terugslagkleppen;

    4°    afkoppelen van regenwaterafvoeren;

    5°    installeren van bufferputten;

    6°    installeren van pompen of pompputten;

    7°    installeren van overlaten of overdrukventielen op regenwaterafvoeren;

    8°    waterdicht verankeren van putdeksels;

    9°    aanpassen van verluchtingsopeningen;

    10°  waterdrukbestendig maken van schrijnwerk;

    11°  installeren van waterkeringen;

    12°  herprofileren van het terrein;

    13°  aankopen van opblaasbare ballonnen om afvoerpunten of rioleringsbuizen tijdelijk af te sluiten.

     

    § 2. De lijst in § 1 is niet limitatief. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen een subsidie toe te kennen indien uit de voorafgaande waterveiligheidsstudie blijkt dat andere werken noodzakelijk zijn om de woning te beschermen tegen schade door overstromingen.

     

    Artikel 9: Subsidiebedrag

     

    § 1. Het toegekende subsidiebedrag bedraagt maximaal 25 % van de bij de beoordeling aanvaarde kosten voor de uitvoering van individuele waterpreventieve maatregelen, met een maximum van 1.250 euro per adres.

     

    § 2. De individuele waterpreventieve maatregelen worden uitgevoerd door een aannemer die marktconforme prijzen hanteert. De kostenraming uit de voorafgaande waterveiligheidsstudie kan hierbij als leidraad dienen. Als de prijzen van de uitgevoerde maatregelen abnormaal hoog liggen, zal de gemeente dit onderzoeken. Bij misbruik kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om de uitgevoerde maatregelen niet of slechts gedeeltelijk te subsidiëren.

    Indien de begunstigde de werken zelf uitvoert, komt enkel de aankoopprijs van de gebruikte materialen in aanmerking voor subsidiëring.

     

    § 3. De gemeente opteert voor de meest kostenefficiënte uitvoering van de noodzakelijke individuele waterpreventieve maatregelen. Wanneer toch een duurdere uitvoering of afwerking wordt gekozen, berekent het college van burgemeester en schepenen het subsidiebedrag op basis van de kostenraming uit de voorafgaande waterveiligheidsstudie in plaats van op basis van de factuur.

     

    § 4. De subsidie verleend op grond van dit reglement kan gecumuleerd worden met andere subsidies voor het scheiden van hemel- en afvalwater, het installeren van een hemelwaterput of een infiltratievoorziening.

    Het gecumuleerd bedrag van de gemeentelijke subsidie en subsidies van derden mag niet meer dan 100% van de aanvaarde subsidiabele kosten bedragen. In voorkomend geval zal de gemeentelijke subsidie verminderd worden tot dit maximum wordt bereikt.

     

    Artikel 10: Betalingsmodaliteiten

     

    § 1. De subsidie wordt volledig vereffend bij toekenning.

     

    § 2. De subsidie wordt overgeschreven op de door de aanvrager vermelde post- of bankrekening die op naam staat van de begunstigde.

    Wanneer de begunstigde een feitelijke vereniging is, wordt de subsidie overgeschreven op de post- of bankrekening van de persoon die de subsidie aanvraagt. In dat geval wordt bij de volmacht de toestemming gevoegd van de leden van de feitelijke vereniging om de subsidie te storten op de desbetreffende post- of bankrekening.

     

    Artikel 11: Modaliteiten na toekenning

     

    § 1. De eigenaars, mede-eigenaars, huurders, vruchtgebruikers, pachters of opstalhouders moeten de individuele waterpreventieve maatregelen als een goede huisvader in stand houden, beheren en onderhouden.

     

    § 2. Bij verkoop van een gebouw waaraan gesubsidieerde individuele waterpreventieve maatregelen werden uitgevoerd, moet in de notariële akte opgenomen worden dat de nieuwe eigenaar de individuele waterpreventieve materialen als een goede huisvader moet in stand houden, beheren en onderhouden.

     

    Artikel 12: Sancties

     

    § 1. De subsidies worden voorwaardelijk toegekend.

     

    § 2. Het college van burgemeester en schepenen kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien de begunstigde:

    1°    een of meerdere bepalingen van dit reglement niet naleeft;

    2°    onjuiste of onvolledige gegevens aan het gemeentebestuur meedeelt.

     

    Artikel 13: Staatssteun

     

    Vooraleer de aanvrager een subsidieaanvraag in het kader van dit reglement indient, dient de aanvrager er zich van te vergewissen, dat deze subsidie conform met de Europese staatssteunreglementering is, meer bepaald conform is met de artikelen 107; 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).

     

    Iedere aanvrager wordt geacht zelf en op eigen risico te onderzoeken of de subsidie als staatssteun in de zin van artikel 107 (1) VWEU moet worden gekwalificeerd. Door de aanvraag in te dienen, verklaart de aanvrager derhalve dat als de subsidie wordt toegekend deze niet als staatssteun moet worden gekwalificeerd en/of deze steun verenigbaar is met de interne markt.

     

    De gemeente is niet verantwoordelijk voor een aanvraag die bovenvermelde staatssteunregels miskent.

     

    Artikel 14: Inwerkingtreding

    Dit document treed in werking op 18 november 2025.

  • Artikel 1: Bij de organisatie van vrijetijdsactiviteiten worden deelnamegelden geïnd.
    Deze deelnamegelden worden gebaseerd op de organisatiekost, maar worde bewust laagdrempelig gehouden. De gemeentelijke vrijetijdsactiviteiten dienen niet winstgevend te zijn, doch dient er een evenwicht te zijn tussen inkomsten en uitgaven.

    Artikel 2: De retributie voor de deelname aan activiteiten (voorstellingen, concerten, workshops, lezingen,…) wordt vastgelegd op de kostprijs van de activiteit, met een minimum van 0,00 euro en een maximum van 50,00 euro/activiteit/dag. Het bedrag van deze bijdrage, alsook de wijze van inning en eventuele kortingen per bijkomend gezinslid wordt voorafgaand aan iedere activiteit vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen en dit op advies van de gemeentelijke diensten.

    Artikel 3: De retributie voor de deelname aan lessenreeksen (sport, kunst, toneel,…) wordt vastgelegd op de kostprijs van de activiteit, met een minimum van 0,00 euro en een maximum van 25,00 euro/les verrekend over het aantal lessen in de reeks. Het bedrag van deze bijdrage, alsook de wijze van inning en eventuele kortingen per bijkomend gezinslid wordt voorafgaand aan iedere activiteit vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen en dit op advies van de gemeentelijke diensten.

    Artikel 4: De retributie voor de deelname aan vakantieaanbod wordt vastgelegd als volgt:

    §1. Lagere school

     

     

    5 dagen

    4 dagen

    3 dagen

    Inwoner Oud-Heverlee of eigen personeel

    1e kind

    100,00 EUR

    80,00 EUR

    60,00 EUR

     

    Per bijkomend kind zelfde gezin

    95,00 EUR

    76,00 EUR

    57,00 EUR

    Niet inwoner

    1e kind

    120,00 EUR

    96,00 EUR

    72,00 EUR

     

    Per bijkomend kind zelfde gezin

    115,00 EUR

    92,00 EUR

    69,00 EUR

    §2. Kleuters

     

     

    5 dagen

    4 dagen

    3 dagen

    Inwoner Oud-Heverlee of eigen personeel

    1e kind

    80,00 EUR

    64,00 EUR

    48,00 EUR

     

    Per bijkomend kind zelfde gezin

    75,00 EUR

    60,00 EUR

    45,00 EUR

    Niet inwoner

    1e kind

    100,00 EUR

    80,00 EUR

    60,00 EUR

     

    Per bijkomend kind zelfde gezin

    95,00 EUR

    76,00 EUR

    57,00 EUR

    Artikel 5: Alle pashouders met kansentarief van de UITPAS LEUVEN kunnen, conform het reglement van de UITPAS LEUVEN, deelnemen aan 20% van de vastgelegde tarieven.

    Artikel 6: Indien de activiteit, om welke reden dan ook, wordt afgelast door de gemeentelijke dienst, dan wordt de integrale som terugbetaald.

    Artikel 7: Wijzigingen en annuleringen voor activiteiten of lessenreeksen zijn kosteloos mogelijk tot uiterlijk 14 dagen voor de aanvang.

    Artikel 8: Wijzigingen en annuleringen voor het vakantieaanbod zijn kosteloos mogelijk tot uiterlijk 14 dagen voor de aanvang. 

    Artikel 9: Na voorleggen van een medisch attest waaruit blijkt dat de deelnemer niet in staat is om deel te nemen aan de activiteiten zal het volledige inschrijvingsbedrag terugbetaald worden. Tenzij de activiteit of activiteitenreeks reeds gestart is, dan kan er enkel een terugbetaling voorzien worden overeenkomstig de niet deelgenomen dagen.

    Artikel 10: De retributie dient bij het eerste verzoek betaald te worden. Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 177 van het decreet lokaal bestuur of via gerechtelijke weg.

    Artikel 11: Alle voorafgaande hiermee verband houdende beslissingen worden opgeheven.

    Artikel 12: Dit reglement wordt afgekondigd en bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286§1, 1° en artikel 287 van het decreet lokaal bestuur en treedt in werking op 1 januari 2026.

  •  

    Amendementen ingediend door SAMEN 


    Amendement: aanpassing artikel 2

     

    Categorie 0 (vrijstelling):

     

    • Lokaal bestuur Oud-Heverlee en de gemeentelijke activiteiten
    • Onderwijsinstellingen van Oud-Heverlee en hun ouderraden
    • Verenigingen en organisaties die evenementen of activiteiten organiseren waar het lokaal bestuur of het OCMW medeorganisator is
    • Activiteiten georganiseerd door gemeentelijke adviesraden 

     

    Categorie 1:

     

    • Erkende verenigingen uit Oud-Heverlee
    • Buurt- en wijkcomités uit Oud-Heverlee voor activiteiten in functie van hun buurt-wijkwerking
    • Politieke partijen uit Oud-Heverlee

     

    Categorie 2:

     

    • Inwoners van Oud-Heverlee (voor zichzelf in privéverband, niet voor activiteiten van firma’s, verenigingen buiten Oud-Heverlee);
    • Samenwerkingsverbanden en overkoepelende organen waar het lokaal bestuur deel
      van uitmaakt;
    • Personeelsleden van het lokaal bestuur Oud-Heverlee;

     

    Categorie 3: Voor deze organisaties is er toestemming nodig van het college van burgemeester en schepenen:

     

    • Verenigingen of diensten van bovenlokaal belang: met een vormend doel of met meerwaarde voor de gemeente zoals de toeristische uitstraling
    • Non-profitorganisaties die een activiteit ontplooien op het grondgebied van de gemeente

      

    Stemming amendement:

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste)

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts)

    Annick Minnoye

    Tegen:

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.

     

     

    Amendement: aanpassing artikel 3:

     

    Artikel 3: Reservatie

     

    § 1. Reservatie door gebruikers categorie 1:

     

    Reservatie van zalen type 1 gebeurt via het digitale zaalreservatiesysteem op de gemeentelijke website www.oud-heverlee.be.

     

    Aanvragen voor jaarreservaties voor de sportzalen in functie van de permanente werking dienen te gebeuren in de periode mei - juni.

     

    Reservatie van zalen type 2 gebeurt via de dienst Vrije Tijd, die de aanvraag voorlegt aan het college van burgemeester en schepenen met optioneel advies van de betrokken schooldirectie.

     

    § 2. Reservatie door gebruikers categorie 2 en 3:

     

    Reservaties gebeuren steeds via de dienst Vrije Tijd, die de aanvraag ter goedkeuring voorlegt aan het college van burgemeester en schepenen.

      

    Artikel 4: Aanvraagtermijn


    Reservaties voor zalen door gebruikers van categorie 0 en 1:

     

    • Kan vanaf 12 maanden op voorhand

     

    Reservaties voor zalen door gebruikers van categorie 2 en 3:

     

    • Kan vanaf 9 maanden op voorhand

     

    Stemming amendement:

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste)

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts)

    Annick Minnoye

    Tegen:

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.

     

     

     

     

     

    Amendement: Aanpassing tarieven met gebruikers categorie 2

     

    Infrastructuur

    Categorie

    categorie 0 (Eigen diensten)

    categorie 1 (verenigingen)

    categorie 2 (eigen inwoners)

    categorie 3 (verenigingen buiten gemeente)

    OC Sint-Joris-Weert

    Dagtarief

    0 euro

    75 euro

    150 euro

    300 euro

    Sportzaal

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5 euro

    10 euro

    Cafetaria of vergaderzaal

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    4,5 euro

    6 euro

    OC Blanden

    Dagtarief

    0 euro

    75 euro

    150 euro

    300 euro

    Sportzaal

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5 euro

    10 euro

    Keuken of vergaderzaal

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    4,5 euro

    6 euro

    Pastorie Oud-Heverlee

    Dagtarief

    0 euro

    50 euro

    /

    /

     

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5 euro

    10 euro

    Den Bogaard

    Dagtarief

    0 euro

    100 euro

    175 euro

    350 euro

     

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5 euro

    10 euro

    GC De Roosenberg

    Dagtarief

    0 euro

    150 euro

    /

    400 euro

     

    Extra dag

    0 euro

    50 euro

    /

    200 euro

    Zaal

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5 euro

    10 euro

    Ateliers

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    4,5 euro

    6 euro

    Scholen

    Dagtarief

    0 euro

    75 euro

    /

    /

    Refter Hazensprong

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5 euro

    10 euro

    Turnzaal Hazensprong

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5euro

    10 euro

    Zaal de Lijsterboom

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    7,5 euro

    10 euro

    GH zaal Miradal/Meerdael

    Dagtarief

    /

    /

    /

    /

     

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    /

    /

    Paviljoen Zoet Water

    Dagtarief

    0 euro

    0 euro

    0 euro

    0 euro

     

    Uurtarief

    0 euro

    0 euro

    0 euro

    0 euro

     

     

    Stemming amendement:

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste)

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts)

    Annick Minnoye

    Tegen:

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.

     

     





    Artikel 1: De gemeenteraad keurt het reglement voor het gebruik van gemeentelijke zaalinfrastructuur goed:

     

    Reglement gebruik gemeentelijke infrastructuur

     

    Artikel 1: Locaties
    Dit reglement regelt het gebruik en de tarieven van de gemeentelijke zaalinfrastructuur en is van toepassing op volgende locaties: 

    Type 1: zalen te reserveren via zaalreservatiesysteem

    • OC Sint-Joris-Weert
    • OC Blanden
    • Sporthal Haasrode turnzaal
    • GC De Roosenberg
    • Den Bogaard
    • Pastorie Oud-Heverlee
    • Kerk Blanden

     

    Type 2: zalen waarvoor toestemming vereist is van college van burgemeester en schepenen

    • GBS De Hazensprong Haasrode
    • GBS De Lijsterboom Blanden
    • Gemeentehuis zaal Miradal
    • Gemeentehuis zaal Meerdael
    • Paviljoen Zoet Water

     

    Artikel 2: Gebruikers
    De gemeentelijke zaalinfrastructuur staat ter beschikking voor:

     

    Categorie 0 (vrijstelling):

    • Lokaal bestuur Oud-Heverlee en de gemeentelijke activiteiten
    • Onderwijsinstellingen van Oud-Heverlee en hun ouderraden
    • Verenigingen en organisaties die evenementen of activiteiten organiseren waar het lokaal bestuur of het OCMW medeorganisator is
    • Activiteiten georganiseerd door gemeentelijke adviesraden

     

    Categorie 1:

    • Erkende verenigingen uit Oud-Heverlee
    • Buurt- en wijkcomités uit Oud-Heverlee voor activiteiten in functie van hun buurt-wijkwerking
    • Politieke partijen uit Oud-Heverlee

     

    Categorie 2: Voor deze organisaties is er toestemming nodig van het college van burgemeester en schepenen:

    • Verenigingen of diensten van bovenlokaal belang: met een vormend doel of met meerwaarde voor de gemeente zoals de toeristische uitstraling

     


    Artikel 3:
    Reservatie

    § 1. Reservatie door gebruikers categorie 1:

    Reservatie van zalen type 1 gebeurt via het digitale zaalreservatiesysteem op de gemeentelijke website www.oud-heverlee.be.

    Aanvragen voor jaarreservaties voor de sportzalen in functie van de permanente werking dienen te gebeuren in de periode mei - juni.

    Reservatie van zalen type 2 gebeurt via de dienst Vrije Tijd, die de aanvraag voorlegt aan het college van burgemeester en schepenen met optioneel advies van de betrokken schooldirectie.

     

    § 2. Reservatie door gebruikers categorie 2:

    Reservaties gebeuren steeds via de dienst Vrije Tijd, die de aanvraag ter goedkeuring voorlegt aan het college van burgemeester en schepenen.

     

    § 3. Het beheer gebeurt door de dienst Vrije Tijd: te contacteren via 016 38 88 30 of vrijetijd@oud-heverlee.be.

     

    Bij reservatie stemt de gebruiker in met de voorwaarden van het gebruikersreglement en de vastgestelde tarieven.

     

    Artikel 4: Aanvraagtermijn
    Reservaties voor zalen door gebruikers van categorie 0 en 1:

    • Kan vanaf 12 maanden op voorhand

    Reservaties voor zalen door gebruikers van categorie 2:

    • Kan vanaf 9 maanden op voorhand

     

    Artikel 5: Toegang
    Bij reservatie worden de praktische gegevens meegedeeld i.v.m. ophalen sleutel.

    Vaste gebruikers (wekelijkse activiteiten) kunnen na afspraak met de dienst Vrije Tijd over de nodige sleutels beschikken.

    Voor bepaalde activiteiten kan er gewerkt worden via een zaalverantwoordelijke (ophalen sleutel - controle achteraf).

     

    Artikel 6: Schade

    § 1. De gebruiker zal de ter beschikking gestelde lokalen, met bijhorend meubilair en uitrusting, gebruiken als een goede huisvader.

    § 2. Het meubilair en de uitrusting dienen na gebruik steeds terug te worden geplaatst in oorspronkelijke toestand. Materiaal dat door de gebruiker op eigen risico wordt meegebracht en gebruikt, moet na de activiteit onmiddellijk worden verwijderd.

    § 3. Indien de huurder, bij ingebruikname van de zaal, geen opmerkingen meldt bij de gemeentelijke diensten stemt de gebruiker in met de toestand van de zaal.

    § 4. Indien de gebruiker materiële schade vaststelt of veroorzaakt heeft, dient hij het gemeentebestuur hiervan te verwittigen. Dit kan schriftelijk, telefonisch of persoonlijk bij de dienst Vrije Tijd.

    § 5. De materiële schade wordt, tegen kostprijs, doorgerekend aan de verantwoordelijke gebruiker. Indien er schade hersteld wordt door eigen personeel, zullen de vereiste manuren, nodig voor het uitvoeren van het werk, doorgerekend worden aan de verantwoordelijke gebruiker. Hiervoor wordt het retributiereglement voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden toegepast zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 26 maart 2019.

    De gemeente heeft steeds het recht toezicht uit te oefenen op het gebruik van de gemeentelijke zaalinfrastructuur met het oog op het naleven van het reglement.
    Het college van burgemeester en schepenen kan de maatregelen treffen die zich opdringen om redenen van openbare orde en veiligheid.

    Bij schade en inbreuken kan het college van burgemeester en schepenen de toegang tot de gemeentelijke zalen ontzeggen aan de verantwoordelijke gebruiker.

     

    Artikel 7: Schoonmaak

    • Bij reguliere activiteiten (sport, vergadering, cursus …):

    Het lokaal dient netjes achtergelaten te worden.

    Bij workshops waarbij met materialen wordt gewerkt (naaien, bloemschikken enz.) wordt gevraagd om de lokalen uit te borstelen om de vloer proper te houden. Er is een basisset kuismateriaal ter beschikking om gemorste substanties op te kuisen.

    Bij gebruik van sportzalen dient na gebruik de zaal geveegd/gemopt te worden.

    Voor klein afval staan de nodige afvalbakken ter beschikking. GFT en glas dienen steeds te worden meegenomen.

    • Bij grote occasionele activiteiten (vb restaurantdagen):

    Na afloop van de activiteit dienen alle lokalen grondig schoongemaakt te worden (vloeren dweilen, toiletten poetsen, meubilair reinigen…).

     

    Bij een gebrekkige schoonmaak wordt een forfaitaire kost van 100 euro verhoogd met de kost van het poetsen van de zaal, doorgerekend aan de verantwoordelijke gebruiker. Hiervoor wordt het retributiereglement voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden toegepast zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 26 maart 2019

    Alle vuilnis, inclusief frituurolie, dient door de huurder meegenomen te worden. De organisator streeft ernaar om het afval te beperken en maximaal te sorteren. Hij kan hiervoor gebruik maken van de gemeentelijke ondersteuningsmogelijkheden.

    De dienst Vrije Tijd of zaalverantwoordelijke zal ten laatste bij het afhalen van de sleutel aan de gebruiker meedelen welke regeling inzake schoonmaak van toepassing is op de activiteit.

     

    Artikel 8: Gebruik van de keuken

    Gebruik van de keuken wordt aangerekend indien de keukentoestellen gebruikt worden. Voor het maken van koffie en koel zetten van drank tijdens reguliere activiteiten wordt geen huur aangerekend.

    De gebruiker staat in voor de afwas van het gebruikte materiaal en zorgt zelf voor handdoeken, afwasmiddel, schoteldoeken en/of schuursponsje.

    De gebruiker laat de apparaten steeds afkoelen alvorens te reinigen.

    De keukentoestellen moeten door de gebruiker met zorg behandeld worden.

     

    Artikel 8 bis: Gebruik van de pastorietuin Oud-Heverlee

    Het gebruik van pastorietuin kan zowel bij de huur van Den Bogaard als van de pastorie aangevraagd worden. De bepalingen van de artikel 6 en 7 zijn van toepassing bij het huren van de pastorietuin. De tuin moet tijdens de huur steeds toegankelijk blijven van het publiek. Uitzonderingen hierop kunnen mits motivatie toegestaan worden door het college van burgemeester en schepenen.

     

    Artikel 9: Bescherming vloer
    Bij gebruik van de sportzalen voor andere dan sportactiviteiten dienen mogelijks beschermmatten te worden gelegd. Contacteer de dienst vrije tijd voor concrete afspraken hieromtrent.

     

    Artikel 10: Bepalingen Gemeentelijke Basisscholen
    In de scholen worden enkel activiteiten toegelaten die de werking van de school niet hinderen. Een aanvraag voor het gebruik van de schoolinfrastructuur dient steeds omstandig gemotiveerd te worden. De voorkeur gaat uit naar het gebruik van de zalen van type 1.

    De speelplaats kan gebruikt worden voor de aan- en afvoer van materiaal. De speelplaats kan echter niet gebruikt worden als parking.

    Er worden geen gefrituurde producten klaargemaakt binnen de gebouwen. Specificaties voor het gebruik van GBS De Hazensprong Haasrode:

    Bij gebruik van de benedenverdieping is het niet toegestaan om de bovenverdieping te betreden.

    De gebruiker is vrij om de schikking van de refter te veranderen. Bij het beëindigen van de activiteit dient de schikking van de refter overeen te komen met de plannen aanwezig in beide refters.

    Het gebruik van de aanwezige frigo’s en de accumulatieoven is niet toegestaan, evenmin als de stopcontacten waarop deze aangesloten zijn.

    Er worden geen elektrische toestellen ingezet boven 3000W zonder aangepaste elektriciteitsaanvoer.

    Het gebruik van keukenmateriaal kan enkel na afspraak.

    De aanwezige muziekinstrumenten worden niet gebruikt, tenzij mits toestemming van de directie van academie de Vonk.

    De gebruiker neemt de nodige maatregelen om glas op de speelplaats te voorkomen of op te ruimen.

    Het gebruik van de speeltuigen is niet toegelaten. Bij vaststelling van schade zal deze aan de gebruiker worden doorgerekend.

     

    Artikel 11: Bepalingen voor gebruik van GC De Roosenberg

    Bij de huur van de zaal door erkende amateurkunstenverenigingen voor een eigen productie zijn 5 repetitiemomenten en 1 generale repetitie inbegrepen.

     

    Artikel 12: Sabam en billijke vergoeding
    Elke gebruiker is verantwoordelijk voor het aanvragen van de nodige vergunningen zoals Sabam, toelating voor de organisatie van een evenement aan het college van burgemeester en schepenen …

    Voor volgende gebouwen loopt er een jaarovereenkomst voor billijke vergoeding:

    • Gemeenschapscentrum De Roosenberg: Aangepast tarief met dans
    • OC Blanden sportzaal: Basistarief sociale en culturele activiteiten
    • Den Boogaard: Aangepast tarief met dans

     

    Op de andere locaties staat de gebruiker zelf in voor de aanvraag en betaling van de billijke vergoeding.

     

    Artikel 13: Toezicht

    De gemeente heeft steeds het recht toezicht uit te oefenen op het gebruik van de gemeentelijke zaalinfrastructuur met het oog op het naleven van het reglement. Het college van burgemeester en schepenen kan de maatregelen treffen die zich opdringen om redenen van openbare orde en veiligheid.

    Bij schade en inbreuken kan het college van burgemeester en schepenen de toegang tot de gemeentelijke zalen ontzeggen aan de verantwoordelijke gebruiker.

     

    Artikel 14: Gebruik

    • De gebruiker mag de infrastructuur slechts gebruiken tijdens de uren die werden gereserveerd. Elke aanwezigheid buiten de gereserveerde gebruiksduur is verboden. Niet-gereserveerde uren zullen dubbel worden aangerekend.
    • De gebruiker mag de lokalen voor geen ander doel gebruiken dan die waarvoor de terbeschikkingstelling werd toegestaan.
    • Onderverhuring is ten strengste verboden.
    • Het is verboden te overnachten in de lokalen.
    • De gebruiker is verantwoordelijk voor het beperken van overlast voor de buren, het opruimen van afval rondom de gebouwen
    • De gebruiker is op de hoogte dat alle nodige vergunningen (drank, geluid,…) zelf en apart aangevraagd dienen te worden.
    • Bij evenementen voor meer dan 500 man en/of vanaf geluidscategorie 2 moet er ook een evenementenaanvraag ingediend worden.

     

    Artikel 15: Verbruik
    Een zuinig gebruik van elektriciteit, water, verwarming, gas, enz. dient nagestreefd te worden.

     

    Artikel 16: Veiligheid

    Het is niet toegelaten om brandbare versieringen aan te brengen of de lokalen dermate te gebruiken dat de brandveiligheid in het gedrang komt. De nooduitgangen en toegangswegen dienen steeds vrijgehouden te worden. De maximumcapaciteit van de zalen mag niet overschreden worden.

    Binnen de gebouwen is het gebruik van gasflessen, petroleumvuren of bijkomende elektrische verwarmingstoestellen verboden.
    De organisator voorziet zelf EHBO materiaal.

     

    Artikel 17: Rookverbod

    Er geldt een nieuw rookverbod via de wet van 26 maart 2024 dat wordt toegepast op een aantal publiek toegankelijke plaatsen in openlucht en aan in/uitgangen van publiek toegankelijke plaatsen. 

    Verder geldt er een rookvrije perimeter van 10 meter bij in/uitgangen (ook nooduitgangen) aan de gemeentelijke gebouwen.

     

    Artikel 18: Verzekering en aansprakelijkheid

    De gemeente kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor diefstal of verlies van bezittingen, noch voor om het even welke schade van lichamelijke of materiële aard, door de gebruiker veroorzaakt.

    De huurder is burgerlijk aansprakelijk voor elke activiteit die onder zijn naam doorgaat. Ongevallen ten gevolge van de aard en organisatie van zijn activiteit vallen uitsluitend onder zijn last. De huurder wordt verzocht hiervoor de nodige verzekeringen af te sluiten. Er dient echter geen brandverzekering afgesloten te worden, aangezien de brandverzekering van het gemeentebestuur een afstand van verhaal voorziet aan derden. Er wordt wel aangeraden een verzekering “brand- en waterschade” af te sluiten voor materialen die niet toebehoren aan de gemeente.

     

    Artikel 19: Tarieven

     

    Infrastructuur

    Categorie

    0

    1

    2

    OC Sint-Joris-Weert

    Dagtarief

    0 euro

    75 euro

    300 euro

    Sportzaal

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    Cafetaria of vergaderzaal

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    6 euro

    OC Blanden

    Dagtarief

    0 euro

    75 euro

    300 euro

    Sportzaal

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    Keuken of vergaderzaal

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    6 euro

    Pastorie Oud-Heverlee

    Dagtarief

    0 euro

    50 euro

    /

     

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    Den Bogaard

    Dagtarief

    0 euro

    100 euro

    350 euro

     

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    GC De Roosenberg

    Dagtarief

    0 euro

    150 euro

    400 euro

     

    Extra dag

    0 euro

    50 euro

    200 euro

    Zaal

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    Ateliers

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    6 euro

    Scholen

    Dagtarief

    0 euro

    75 euro

    /

    Refter Hazensprong

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    Turnzaal Hazensprong

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    Zaal de Lijsterboom

    Uurtarief

    0 euro

    5 euro

    10 euro

    GH zaal Miradal/Meerdael

    Dagtarief

    /

    /

    /

     

    Uurtarief

    0 euro

    3 euro

    /

    Paviljoen Zoet Water

    Dagtarief

    0 euro

    0 euro

    0 euro

     

    Uurtarief

    0 euro

    0 euro

    0 euro

     

    Met verenigingen die hoofdgebruiker zijn van een bepaalde locatie kan een afzonderlijke huurovereenkomst afgesloten worden.

     

    Vanaf 6u aansluitende verhuring zal het dagtarief doorgerekend worden.

     

    Artikel 20: Annulaties

    Indien de reservatie van infrastructuur voor evenementen geannuleerd wordt :

    • meer dan 2 maanden voorafgaand aan de reservatie, blijft 0% van de retributie verschuldigd
    • tussen de 2 maanden en 2 weken voorafgaand aan de reservatie, blijft 50% van de retributie verschuldigd
    • minder dan 2 weken voorafgaand aan de reservatie blijft de volledige retributie verschuldigd
    • Indien de reservatie van infrastructuur voor basiswerking of repetitieve activiteiten geannuleerd wordt, blijft 0% van de retributie verschuldigd.

     

    Artikel 21:
    Over aangelegenheden die niet voorzien zijn in dit reglement of uitzonderingen op dit reglement heeft het college van burgemeester en schepenen beslissingsbevoegdheid.

     

    Artikel 22:
    De gebruiker erkent in het bezit te zijn van dit reglement en verklaart zich hiermee akkoord.

     

    Artikel 23:
    Dit reglement vervangt het gebruikersreglement gemeentelijke zaalinfrastructuur zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 28 april 2020 en treedt in werking vanaf 1december 2025.

    [1] Buurtcomité: een vereniging van inwoners van de gemeente die buurtgerichte activiteiten organiseert die open staan voor alle bewoners van een bepaalde buurt, straat of een gedeelte ervan (minimum 10 gedomicilieerde gezinnen).

  • 165.1 - Toelage aan Jubilarissen

    Artikel 1: De gemeenteraad besluit onderstaand reglement toelage aan jubilarissen goed te keren.

    Reglement toelage aan jubilarissen

    Artikel 1: De koppels die 50-60-65-70-80 jaar huwelijk vieren worden 2 maal per jaar uitgenodigd voor een gezamenlijke viering in het gemeentehuis. Zij ontvangen op dat moment de geschenken van de gemeente, de Provincie en het Paleis. De gemeente Oud-Heverlee schenkt hen een mand streekproducten en een kadoobon ter waarde van 50 euro per koppel. Koppels die niet deelnemen aan de viering kunnen, indien gewenst, een thuisbezoek aanvragen. Een delegatie van het college van burgemeester en schepenen gaat dan langs om de geschenken te overhandigen. 

    Artikel 2: Inwoners die 100 jaar of ouder worden, krijgen eveneens een bezoek van de burgemeester. De gemeente Oud-Heverlee schenkt hen een kadoobon van 50 euro, een mand met streekproducten, een ruiker bloemen of een Meerdael pakket.

    Artikel 3: De data van de vieringen worden elk jaar in het begin van het jaar vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen. 

    Artikel 4: Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen betreffende toelage aan jubilarissen.

    Artikel 5: Dit reglement zal bekend gemaakt worden overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur.

  • Artikel 1.- De gemeenteraad besluit met ingang van 1 januari 2026 dat alle vorige gemeenteraadsbeslissingen worden opgeheven met betrekking tot retributie en belastingen op begraafplaatsen, en vervangen door onderhavig reglement.

    RETRIBUTIEREGLEMENT

    Begraving in niet-geconcedeerde grond conform het huishoudelijk reglement is gratis en kan nooit verlengd worden.

    CONCESSIES

    Artikel 2.- Er worden alleen concessies verleend voor 20 jaar. Voor alle vormen van begraving-bijzetting is een concessie mogelijk.

    Artikel 2.1.- De retributie voor concessies wordt vastgesteld als volgt:

    a)   een 20-jarige grondconcessie voor 1 lichaam: 500,00 euro

    b)   een 20-jarige grond- of kelderconcessie voor maximum 2 lichamen of urnen: 750,00 euro

    c)   een 20-jarige columbariumconcessie voor 1 urne: 400,00 euro

    d)   een 20-jarige columbariumconcessie voor maximum 2 urnen: 650,00 euro

    e)   begraven in een concessie-urnenveld voor 20 jaar voor 1 urne: 400,00 euro

    f)    een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 2 urnen: 650,00 euro

    g)   een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 3 urnen: 800 euro

    h)   begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert voor kinderen vanaf 26 weken tot 14 jaar voor 20 jaar voor 1 lichaam: 500,00 euro

    i)    begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert voor kinderen vanaf 26 weken tot 14 jaar voor 20 jaar voor 2 lichamen: 750,00 euro

    j)    begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert voor 20 jaar 1 lichaam of 1 urne van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind (tot 26 weken): gratis

    k)   begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert  voor 20 jaar voor 2 urnen van levenloos geboren of levenloos aangegeven kinderen (tot 26 weken): gratis

    Artikel 2.2.- De retributie voor verlenging van de concessies wordt vastgesteld als volgt:

    a)     een 20-jarige grondconcessie voor 1 lichaam: 300,00 euro

    b)    een 20-jarige grond- of kelderconcessie voor 2 of meer lichamen of urnen: 400,00euro

    c)     een 20-jarige columbariumconcessie voor 1 urne: 250,00euro

    d)    een 20-jarige columbariumconcessie voor maximum 2 urnen: 350,00euro  

    e)    begraven in een 20-jarige urnenveldconcessie voor 1 urne: 250,00 euro  

    f)     begraven in een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 2 urnen: 350,00 euro

    g)     begraven in een 20-jarige urnenveldconcessie voor maximum 3 urnen:  450,00 euro

    h)    begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert voor kinderen vanaf 26 weken tot 14 jaar voor 50 jaar voor 1 lichaam: gratis

    i)      begraven in een kinderperceel in Blanden of Sint-Joris-Weert voor kinderen vanaf 26 weken tot 14 jaar voor 50 jaar voor 2 lichamen: gratis

    j)      begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert voor 50 jaar 1 lichaam of 1 urne van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind (tot 26 weken): gratis

    k)     begraven in het sterretjesperceel in Blanden of Sint-Joris- Weert voor 50 jaar voor 2 urnen van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind of voor 2 urnen voor kinderen tot 18 jaar (tot 26 weken): gratis

    Artikel 2.3.- Verlengen van concessies

    a. Verlenging vóór het verstrijken van de termijn

    De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn verlengd worden.

    De verlenging is telkens voor 20 jaar.

    Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot verlenging doen.

    De concessieverlengingen worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

    De concessieverlengingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot verlenging. In geval van een bijzetting en de looptijd van de concessie bedraagt op dat moment geen 10 jaar meer, zal het graf blijven bestaan tot 10 jaar na de laatste bijzetting, ongeacht of de looptijd van de concessie in de tussentijd verstrijkt.

    b. Verlenging zonder bijzetting

    De opeenvolgende verlengingen kunnen ingediend worden vóór de bepaalde tijd verstreken is.

    c. Verlenging met bijzetting

    De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden verlengd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie.

    Indien er van de mogelijkheid tot verlenging van de concessie bij een bijzetting geen gebruik wordt gemaakt én de looptijd van de concessie op dat moment geen 10 jaar meer bedraagt, zal het graf blijven bestaan tot 10 jaar na de laatste bijzetting, ongeacht of de looptijd van de concessie in de tussentijd verstrijkt.

    Werd er geen aanvraag om verlenging ingediend voor het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie. Een aanvraag tot verlenging van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de verlengingen ervan.

    Tevens is geen enkele nieuwe teraardebestelling toegestaan na het verstrijken van die termijn.  In geval van een verlenging van een concessie (al dan niet met bijzetting) vóór het verstrijken ervan, moet het verschuldigde bedrag door de gemeente herberekend worden, rekening houdend met resterende aantal jaren in de bestaande concessie. Dit bedrag wordt berekend als volgt:

    Formule:

    Aantal verstreken jaren___________________ X    prijs concessie     =  bedrag verlenging

    Totaal aantal jaren van de nieuwe termijn (20 jaar)                                                     

    GEDENKPLAATJE STROOIWEIDE

    Artikel 3.- De echtgeno(o)t(e), de partner, een bloed- of aanverwant van de overledene, wiens as op de strooiweide van het gemeentelijk kerkhof verstrooid werd, kan een aanvraag indienen voor het aanbrengen van een naamplaatje op de gedenkzuil van de strooiweide. De gemeente zorgt voor het aanmaken en het plaatsen. De retributie bedraagt 50,00 euro.

    HERDENKINGSPLAATJE HERDENKINGSZUIL WEGGENOMEN GRAVEN

    Artikel 4: De echtgeno(o)t(e), de partner, een bloed- of aanverwant van de overledene, wiens graf werd weggenomen, kan een aanvraag indienen voor het aanbrengen van een naamplaatje op de herdenkingszuil van de weggenomen graven. De gemeente zorgt voor het aanmaken en het plaatsen. De retributie bedraagt 50,00 euro.

    GRAFKELDERS

    Artikel 5.- Grafkelders dewelke door het gemeentebestuur geplaatst of in eigen beheer zijn, kunnen in gebruik genomen worden bij de aanvang van een nieuwe concessie voor een retributiebedrag van 420,00 euro per twee kelders, plaatsing inbegrepen. Dit bedrag wordt vermeerderd met het retributiebedrag van een nieuwe concessie vermeld in artikel 2.1.

    RETRIBUTIE-INVORDERING

    Artikel 6.- Elke verschuldigde retributie dient bij het indienen van de aanvraag onmiddellijk te worden voldaan.  Bij gebrek aan betaling in der minne zal elke retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden Bij niet betwiste vordering kan artikel 94,2° van het gemeentedecreet worden toegepast.

    INWONERS

    Artikel 7.- Als inwoner van de gemeente, voor toepassing van dit reglement, worden aanzien:

    a)     alle personen ingeschreven in de gemeente Oud-Heverlee;

    b)    de personen die krachtens hun persoonlijk statuut vrijgesteld zijn van inschrijving in de gemeentelijke registers en die werkelijk in de gemeente verblijven;

    c)     alle personen die gedurende een periode van minimum 25 jaar gedomicilieerd zijn geweest in de gemeente Oud-Heverlee;

    BELASTINGSREGLEMENT

    NIET-INWONERS

    Artikel 8.- Niet-inwoners kunnen ingevolge hun overlijden in de gemeente of mits een uitzonderlijke toelating van de burgemeester, wegens hun bijzondere relatie met de gemeente, toelating krijgen om er begraven, bijgezet of uitgestrooid te worden. Mits betaling van een belasting voor niet-inwoners van 250,00 euro voor elke begraving, bijzetting of uitstrooiing.  Deze belasting is verschuldigd bovenop de retributie van een eventuele concessie.

    ONTGRAVING – ONTZETTING - HERBESTEMMING

    Artikel 9.- Er is een belasting verschuldigd van 100,00 euro voor ontgraving, ontzetting of herbestemming van een graf of urne.

    De belasting is verschuldigd door degene die de machtiging tot ontgraven vraagt.

    Alle bijkomende kosten zijn ten laste van de aanvrager.

    Er is geen belasting verschuldigd voor de ontgravingen-ontzettingen die:

    -     worden verricht in uitvoering van rechterlijke beslissingen;

    -     ambtshalve of omwille van het openbaar belang door de gemeente worden verricht.

    De belasting wordt niet geheven bij een herbestemming aan het einde van de grafrust (niet-geconcedeerd) of van een concessie.

    BELASTING - INVORDERING

    Artikel 10.- Elke verschuldigde belasting wordt contant betaald. Bij gebrek aan betaling, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.

    Artikel 11.- De belastingplichtige kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging.  Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. 

    Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven.

    Artikel 12.- Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1,3,4,6 t.e.m. 9 bis van  het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

    Artikel 13.- Wetswijzigingen en/of nieuwe decreten zullen dit reglement automatisch aanpassen.

    Artikel 14.- Een afschrift van dit besluit wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

    Artikel 15.- Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een belasting te heffen op de afgifte van administratieve stukken.

    Artikel 2: De belasting op de administratieve stukken wordt vastgesteld op de kostprijs aangerekend aan de gemeente, vermeerderd met:

    1. Voor elektronische identiteitskaarten, elektronische verblijfskaarten, kids-ID of elektronische verblijfsdocument voor niet-Belgen jonger dan 12 jaar, 3,00 euro. 

    De FOD binnenlandse zaken rekent de productiekost aan en indexeert deze jaarlijks. De belasting komt bovenop de productiekost, het eindbedrag zal steeds naar boven worden afgerond tot op de eenheid.

    1. Voor een spoedprocedure van elektronische identiteitskaarten en elektronische verblijfskaarten,  kids-ID of elektronische verblijfsdocument voor niet-Belgen jonger dan 12 jaar, 10,00 euro; 

    De FOD binnenlandse zaken rekent de productiekost aan en indexeert deze jaarlijks. De belasting komt bovenop de productiekost, het eindbedrag zal steeds naar boven worden afgerond tot op de eenheid.

    1. Voor een paspoort, 10,00 euro
    2. Voor een rijbewijs, 6,00 euro
    3. Voor een internationaal rijbewijs, 4,00 euro
    4. Voor een huwelijk, het afleveren van een huwelijksboekje, 25,00 euro
    5. Voor de administratie van een huwelijk 30,00 euro
    6. Voor een huwelijk voltrokken op zaterdag: bijkomende kost 50,00 euro
    7. Voor een eerste voornaamswijziging, gratis
    8. Voor een volgende voornaamwijziging, 200,00 euro
    9. Voor het afleveren van documenten buiten de diensturen, waarvoor een personeelslid wordt opgeroepen, 30,00 euro
    10. Voor opzoekingen van akten van burgerlijke stand en in de bevolkingsregisters voor genealogische doeleinden, 30 euro vanaf het 2de uur
    11. Provisie voor tussenkomst van een deurwaarder bij een éénzijdige stopzetting van een wettelijke samenwoonst, 300 euro
  • Artikel 1De gemeenteraad keurt onderstaand toelagereglement ter ondersteuning van kinderopvanginitiatieven op het grondgebied Oud-Heverlee goed.

    Inleiding:

    Dit reglement heeft betrekking op de financiële ondersteuning die de gemeente Oud‑Heverlee voorziet om zowel de kwaliteitsvolle als behoeftedekkende uitbouw van de voorschoolse kinderopvang in Oud-Heverlee te ondersteunen. Via dit reglement worden de voorwaarden en criteria vastgelegd waaraan initiatieven moeten voldoen om voor de ondersteuning in aanmerking te komen.

    Ondersteuning van voorschoolse gezinsopvang en voorschoolse zelfstandige gezins- en groepsopvang:

    1. Aard van de ondersteuning:

    1.1.     Van de gezinsopvang en de zelfstandige gezinsopvang:

    Binnen de perken van de kredieten, voorzien in de meerjarenplanning, ondersteunt de gemeente Oud-Heverlee gezinsopvang en zelfstandige gezinsopvang via:

    • Eénmalige starttoelage vastgesteld op 250 euro
    • Eénmalige toelage voor de aankoop van een compostvat ter waarde van maximaal 50 euro
    • Speelgoedpremie ter waarde van maximaal 100 eur
    • Algemene werkingstoelage van 50 euro

    per vestiging en per jaar.

    1.2.     Van de zelfstandige groepsopvang:

    Binnen de perken van de kredieten, voorzien in de meerjarenplanning, ondersteunt de gemeente Oud-Heverlee zelfstandige groepsopvang via 

    • Eénmalige starttoelage vastgesteld op 250 euro
    • Eénmalige toelage voor de aankoop van een compostvat ter waarde van maximaal 50 euro
    • Speelgoedpremie ter waarde van maximaal 120 euro
    • Algemene werkingstoelage van 50 euro

    per vestiging en per jaar.

    2. Algemene voorwaarden voor betoelaging:

    2.1. De aanvrager voor de gezinsopvang, voor de zelfstandige gezinsopvang of voor de zelfstandige groepsopvang

    • Is een natuurlijk persoon, een feitelijke vereniging of een rechtspersoon;
    • Biedt voorschoolse gezinsopvang aan, d.w.z. voor kinderen tussen 0 en 3 jaar oud waarbij steeds maximum 8 kinderen worden opgevangen of biedt voorschoolse groepsopvang aan, d.w.z. voor kinderen tussen 0 en 3 jaar oud waarbij steeds meer dan 8 kinderen worden opgevangen;
    • Organiseert deze opvang op het grondgebied van Oud-Heverlee;
    • Beschikt over een vergunning van Kind en Gezin dat geldig is voor het jaar waarin de premie wordt aangevraagd;
    • Engageert zich om vragen over bijkomende inlichtingen of documenten vanuit de afdeling kinderopvang van de gemeente Oud-Heverlee te beantwoorden;
    • Moet kinderen aanvaarden zonder onderscheid van ras, geloof, geslacht of politieke overtuiging;
    • Verbindt zich er toe actief mee te werken aan het verspreiden van zijn aanbod via het Huis van het Kind.

    3. Aanvraag van de starttoelage:

    3.1. De aanvraag voor de starttoelage moet door de aanvrager schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, op hiervoor bestemd aanvraagformulier, vóór 1 oktober van het lopende begrotingsjaar.

    3.2. De aanvrager van de starttoelage:

    • Is een opvanginitiatief met een geldige vergunning van Kind en Gezin of met een voorlopige vergunning van Kind en Gezin;
    • Is een opvanginitiatief dat nieuwe plaatsen inricht op een nieuwe opvanglocatie;
    • Heeft zijn uitbatingsadres en maatschappelijke zetel gevestigd op het grondgebied van Oud-Heverlee.

    3.3. De nieuwe kindplaatsen die in aanmerking komen voor de starttoelage:

    • Zijn voorschools, met andere woorden dienen voor de opvang van kinderen tussen 0 en 3 jaar;
    • Zijn bedoeld voor 'reguliere opvang', met een minimum van 4 opvangdagen per week;
    • Worden binnen de 6 maanden na de goedkeuring van de aanvraag ingericht. Uitstel van 3 maanden kan aangevraagd worden indien de opstartdatum door overmacht niet wordt gehaald;
    • Blijven gedurende minimaal 6 kalenderjaren bestaan;
    • Staan open voor alle inwoners gedomicilieerd te Oud-Heverlee.

    3.4.  De aanvraag bevat volgende elementen:

    • Informatie over het opvanginitiatief (uitbatingsadres, startdatum, aantal voorschoolse kindplaatsen, etc.) en de verantwoordelijke van het opvanginitiatief;
    • De vergunning van Kind en Gezin of de voorlopige vergunning van Kind en Gezin;
    • Kopie van het schriftelijk planadvies dat door een infrastructuurdeskundige van Kind en Gezin werd opgemaakt en waarop wordt aangegeven waar de nieuwe of bijkomende plaatsen gerealiseerd worden;

    3.5. Dit zijn substantiële vormvereisten. Het niet nakomen van deze artikels leidt tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvraag.

    4. Aanvraag van de toelage voor de aankoop van een compostvat:

    4.1. De aanvraag voor de aankoop van een compostvat moet door de aanvrager schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, op het hiervoor bestemde aanvraagformulier, vóór 1 oktober van het lopende begrotingsjaar.

    4.2.  De aanvraag bevat volgende elementen:

    • De geldige vergunning van Kind en Gezin of de voorlopige vergunning van Kind en Gezin;
    • De aanvraag voor de aankoop van een compostvat is uitsluitend geldig op voorlegging van het overeenkomstig aankoopfactuur en het bewijs van betaling. Het factuur moet betrekking hebben op het jaar van de aanvraag en zijn opgemaakt op naam van de aanvrager van de premie. 

    5. Aanvraag voor de speelgoedpremie:

    5.1. De aanvraag voor de speelgoedpremie moet door de aanvrager schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, op het hiervoor bestemde aanvraagformulier, vóór 1 oktober van het lopende begrotingsjaar.

    5.2.  De aanvraag bevat volgende elementen:

    • De geldige vergunning van Kind en Gezin of de voorlopige vergunning van Kind en Gezin;
    • De aanvraag voor de speelgoedpremie is uitsluitend geldig op voorlegging van de overeenkomstige aankoopfacturen en het bewijs van betaling. De facturen moeten betrekking hebben op het jaar van de aanvraag en zijn opgemaakt op naam van de aanvrager van de premie. Ook de aankoop van tweedehands speelgoed komt in aanmerking, mits voorlegging van geldige aankoopfacturen en het bewijs van betaling.
    6. Aanvraag algemene werkingstoelage:
     
    6.1. De aanvraag van de algemene werkingstoelage moet door de aanvrager schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, op het hiervoor bestemde aanvraagformulier, voor 1 oktober van het lopende begrotingsjaar.
     
    6.2. De aanvraag bevat volgende elementen:
    • De geldige vergunning van Kind en Gezin of de voorlopige vergunning van Kind en Gezin;

    7. Toewijzing:

    • De toekenning gebeurt door het college van burgemeester en schepenen na verificatie van de bepalingen van het reglement.
    • De subsidie wordt in één schijf uitbetaald na voorlegging van de nodige documenten.

    Artikel 2: dit reglement treedt in werking op 1 januari 2026.

    Artikel 3: het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement.

  • Artikel 1: De gemeenteraad keurt de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomsten goed voor de afhandeling van de dossiers van GAS-overlast en GAS-stilstaan en parkeren.

    Artikel 2: De gemeente betaalt voor de dossiers GAS-overlast die geregistreerd worden vanaf 1 januari 2026 een vergoeding van 83 euro per geregistreerd dossier, jaarlijks te verhogen met 2.5% met ingang van 1 januari 2027. 

    De gemeente betaalt voor GAS-parkeren €30 per dossier voor het eerste jaar van aansluiting en €15 voor ieder volgend jaar, jaarlijks te verhogen met 2,5% met ingang van 1 januari 2027. 

    Deze vergoedingen zullen betaald worden aan de provincie via rekeningnummer BE56 0910 1061 7788 (BIC: GKCCBEBB) met vermelding van de referte van de factuur.

    Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan de GAS-cel van de provincie Vlaams-Brabant, aan de voorzitter van het politiecollege en aan de procureur des Konings te Leuven.

     

Secretariaat

  • Reglement toekennen van eretitel schepen en gemeenteraadslid

    Artikel 1: Eretitels

    De gemeenteraad kan eretitels uitreiken voor volgende politieke mandaten:

    • ere-schepen
    • ere- gemeenteraadslid

     Artikel 2: Voorwaarden

    §1. Voor een eretitel moet de betrokkene van onberispelijk gedrag zijn. Onder onberispelijk gedrag wordt verstaan het ontbreken van een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf of andere erg onterende feitelijkheden.

    De gemeenteraad kan de titel intrekken als de betrokkene een zware strafrechtelijke veroordeling, een tuchtstraf oploopt of erg onterende feitelijkheden begaat.

    §2. Elke eretitel is gekoppeld aan een minimumtermijn waarbinnen het desbetreffende mandaat uitgeoefend werd. Enkel de mandaten binnen het lokaal bestuur Oud-Heverlee komen in aanmerking.

    • Om de eretitel van ere-schepen te krijgen moet de aftredend schepen gedurende ten minste 10 jaar de functie van schepen uitgeoefend hebben of ten minste 6 jaar het mandaat van schepen én ten minste 6 jaar gemeenteraadslid zijn geweest.
    • Om aanspraak te maken op de eretitel van ere-gemeenteraadslid moet betrokkene tenminste 18 jaar gezeteld hebben in de gemeenteraad.

    §3. De eretitel van het ambt mag niet gevoerd worden:

    • gedurende de periode dat het mandaat werkelijk wordt uitgeoefend
    • tijdens een periode van bezoldigde tewerkstelling als personeelslid bij het lokaal bestuur of het OCMW.

    Artikel 3: Aanvraag

    §1. De eretitel kan worden aangevraagd door:

    • de betrokkene
    • de rechtsopvolgers van de mandataris ingeval van overlijden van de betrokkene (binnen het jaar na het overlijden)
    • één of meer gemeenteraadsleden, mits schriftelijke instemming van betrokkene of zijn rechtsopvolgers.

    §2. Het dossier dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad bevat:

    • de aanvraag
    • een overzicht van de exacte ambtstermijnen als gemeenteraadslid of schepen (deze moeten niet aansluitend zijn)
    • een recent uittreksel uit het strafregister (niet ouder dan één maand)

    §3. Het verzoek tot toekenning van een eretitel wordt schriftelijk gericht aan de algemeen directeur.

    Artikel 4: Toekenning

    De gemeenteraad beslist in openbare zitting over het al dan niet toekennen van de eretitel. De beslissing wordt genomen bij twee/derde meerderheid van de stemmen.

    Aan de verlening tot het voeren van de eretitels zijn geen voordelen verbonden.

    Artikel 5:

    Dit reglement treedt in werking op 18 november 2025 en vervangt het reglement houdende de toekenning van de eretitel van schepen en van gemeenteraadslid van 30 juni 2015 én het reglement voor het toekennen van de eretitel van ere-gemeenteraadslid van 27 juni 20217.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de agendapunten van de algemene vergadering van 17 december 2025 goed te keuren.

    Dagorde

    1. Samenstelling van het bureau
    2. Goedkeuring verslag algemene vergadering d.d. 24 september 2025
    3. Statutenwijziging
    4. Strategie en te ontwikkelen activiteiten 2026
    5. Begroting 2026
    6. Vervanging lid raad van bestuur
    7. Diversen

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om mevrouw Fien Gilias aan te duiden als vertegenwoordiger op de algemene vergadering. 

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen opdracht te geven om de genomen beslissingen over te maken aan Interleuven.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit om om de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van opdrachthoudende vereniging EcoWerf van 26 november 2025 goed te keuren. 

    1. Samenstelling van het bureau
    2. Goedkeuring verslag van de algemene vergadering van 18/06/2025
    3. Activiteitenplan 2026
    4. Budgetten en werkingsbijdragen 2026
    5. Opvraging kapitaal (statuten art. 15.2)
    6. Samenwerkingsovereenkomst IVAREM - verlenging
    Artikel 2: Mevrouw Adinda Claessen vertegenwoordiger, met mevrouw Hanna Van Steenkiste als plaatsvervangend vertegenwoordiger wordt gemandateerd om op de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf van 26 november 2025 (of iedere andere datum indien deze zou worden uitgesteld) te handelen en te beslissen conform dit besluit.

    Artikel 4: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de afgevaardigde en aan EcoWerf.

  • Artikel 1: De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering Creat Services dv van 16 december 2025 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

    1. Wijziging van vermogen
    2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijziging van vermogen
    3. Evaluatieverslag met betrekking tot de werking van de dienstverlenende vereniging, het ondernemingsplan 2025-2030, de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2026 (overeenkomstig art. 432 en 459 Decreet over het Lokaal Bestuur)
    4. Begroting 2026 (overeenkomstig artikel 432 Decreet over het Lokaal Bestuur)
    5. Statutaire benoemingen

    Varia

    Artikel 2:  De gemeenteraad draagt Annick Minnoye, vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Buitengewone Algemene Vergadering van Creat Services dv te onderschrijven en haar stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

    Artikel 3: Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden:

    • hetzij bij voorkeur per elektronische post, avcreatservices@creat.be
    • hetzij per post t.a.v. Creat Services dv, p/a Intercommunaal Beheer, Stropstraat 1 te 9000 Gent,
  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de agenda van de algemene vergadering van 19 december 2025 van de intergemeentelijke vereniging IGO goed te keuren.

    Agenda:

    1. Goedkeuring verslag Algemene Vergadering van 27/6/2025
    2. Benoeming commissaris-revisor voor boekjaren 2026-2027-2028: Foederer DFK Bedrijfsrevisoren (document 1)
    3. Indexering van de presentievergoedingen voor bestuurders (document 2)
    4. Opheffing van beleidsgroep en kredietcomité van Energiehuis IGO (document 3)
    5. Goedkeuring begroting 2026 en jaarprogramma IGO div (document 4)
    6. Aanstelling leden voor de Algemene Vergadering:
       • Voor gemeente Kortenberg:
          o Effectief lid: Chloë Vierin (document 5)
       • Voor OCMW Kortenberg
          o Effectief lid: Chloë Vierin (document 6)
    7. Aanstelling leden voor het Algemeen Comité
       • Voor gemeente Keerbergen
          o Effectief lid: Leen Van Dun (document 7)
    8. Varia

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit de heer Wim Aertsen voor te dragen als afgevaardigde voor de algemene vergadering.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2025 van IGS Hofheide goed te keuren.

    Agenda:

    1. Goedkeuring van het verslag van de gewone algemene vergadering van 25 juni 2025
    2. Budget 2026 en meerjarenplanning
    3. Statutenwijziging
    4. Varia

    Artikel 2: De gemeenteraad heeft mevrouw Annick Minnoye aangeduid als vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer in het arrondissement Leuven, verkort “Hofheide” voor de legislatuur 2025-2030.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de administratieve taken rond de vertegenwoordiging en een afschrift van de beslissing(en) over te maken aan de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer, Hofheide.

     

  • Artikel 1: De  gemeenteraad besluit de agendapunten van de algemene vergadering van C-smart van 18 december 2025 goed te keuren:

    1. Toetreding en aanvaarding nieuwe deelnemer(s)
    2. Bespreking en goedkeuring van de begroting 2026
    3. Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit om Jenna Auwerx te mandateren om op de algemene vergadering van C-smart van 18 december 2025 te handelen en te beslissen conform dit besluit. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit om het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan C-smart.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit Kris Debruyne aan te duiden als vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van vzw Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen van 12 december 2025.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit de agenda van de algemene vergadering goed te keuren:

    1. Goedkeuring verslag AV 19 september 2025 (bijlage 1)
    2. Aanname samenwerkingsovereenkomst 2026-2031
      Bijlage 2a: Samenwerkingsovereenkomst 2026-2031
      Bijlage 2b: Tijdslijn goedkeuring samenwerkingsovereenkomst 2026-2031
    3. Ontwerpbegroting 2026 en goedkeuring jaarplan 2026
      Bijlage 3a: Ontwerpbegroting 2026
      Bijlage 3b: Jaarplan 2026
      Bijlage 3c: Beslissingsfiche jaarplan 2026
    4. Goedkeuring kandidatuur Natuurpunt – lid AV (bijlage 4)
      Bijlage 4a: Motivatie
      Bijlage 4b: Beslissingsfiche Natuurpunt
    5. Actueel activiteitenprogramma en projectenportefeuille
      Bijlage 5: Overzicht lopende en aangevraagde projecten 2025-2026
    6. Te versterken activiteitendomeinen - gedachtewisseling
    7. Varia (o.a. Visitor Payback en formele bevestiging einde mandaat vorige bestuurders)
      Bijlage 7a: Nota Visitor Payback - Natuurbijdrage
      Bijlage 7b: Voorlopige samenwerkingsovereenkomst Natuurbijdrage
      Bijlage 7c: Beslissingsfiche bestuurders

Onderwijs

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met het huishoudelijk reglement van de schoolraad.

    Hoofdstuk 1 - Samenstelling van de schoolraad

    Artikel 1

    In de schoolraad zetelen de vertegenwoordigers van volgende geledingen:

    • de ouders;
    • het personeel;
    • de lokale gemeenschap.

    Bij de vernieuwing van de schoolraad bedraagt het aantal mandaten minimaal 2 per geleding.

    Artikel 2

    Occasioneel en wanneer de noodzaak zich voordoet worden ervaringsdeskundigen en/of experten van maatschappelijk kwetsbare groepen uitgenodigd op de vergaderingen. Dit kan op vraag van de ervaringsdeskundige en/of experten, of op vraag van één of meerdere van de leden van de schoolraad zelf.

    Artikel 3

    De vergaderingen van de schoolraad worden bijgewoond door het schoolbestuur of zijn gemandateerde.

    Wanneer de schoolraad een advies uit eigen beweging uitbrengt, dan kan ze ervoor opteren om te vergaderen zonder het schoolbestuur of zijn gemandateerde.

    Hoofdstuk 2 - Voorwaarden tot lidmaatschap en onverenigbaarheden

    Artikel 4

    Algemeen

    Algemene voorwaarden tot lidmaatschap zijn:

    • het pedagogisch project en het schoolreglement formeel onderschrijven;
    • slechts één geleding vertegenwoordigen;
    • geen lid zijn van een schoolbestuur, schoolraad of oudervereniging van een school van een ander net.

    Artikel 5

    Ouders

    Specifieke voorwaarden vertegenwoordiging ouders:

    • ouder (voogd, pleegvoogd) zijn van minstens één regelmatig ingeschreven leerling;
    • aangeduid door de ouderraad;
    • geen lid zijn van het schoolbestuur van de onderwijsinstelling;
    • geen personeelslid zijn van de onderwijsinstelling.

    Personeel

    Specifieke voorwaarden vertegenwoordiging personeel:

    • gesubsidieerd personeelslid zijn van de onderwijsinstelling;
    • effectief tewerkgesteld zijn in de onderwijsinstelling;
    • aangeduid door de pedagogische raad.

    Lokale gemeenschap

    Specifieke voorwaarden vertegenwoordiging lokale gemeenschap:

    • voorgedragen worden door een lid van de schoolraad ten individuelen titel of namens een organisatie of vereniging;
    • bij consensus door de andere leden van de schoolraad worden verkozen;
    • meerderjarig zijn;
    • geen lid zijn van het schoolbestuur van de onderwijsinstelling, van de geleding ouders of van de geleding personeel.

    Hoofdstuk 3 - Duur van het mandaat

    Artikel 6

    De duur van het mandaat van de vertegenwoordigers van de ouders, het personeel en de lokale gemeenschap is beperkt tot maximaal vier jaar of de resterende duur van het mandaat, en is hernieuwbaar.

    Artikel 7

    Aan het mandaat in de schoolraad komt een einde wanneer het lid:

    • niet opnieuw wordt aangeduid vanuit de geleding;
    • niet langer ouder, voogd of pleegvoogd is van een regelmatig ingeschreven leerling;
    • geen gesubsidieerd personeelslid meer is van de onderwijsinstelling;
    • ontslag neemt;
    • het pedagogisch project van de onderwijsinstelling niet langer onderschrijft;
    • in een toestand van onverenigbaarheid komt zoals bepaald in de artikelen 4 en 5.

    Hoofdstuk 4 - Procedure van plaatsvervanging binnen het mandaat

    Artikel 8

    Ingeval er vroegtijdig een einde komt aan het mandaat van een ouder of van een personeelslid, dan wordt de volgende procedure van plaatsvervanging toegepast:

    • als de onderliggende raden hun afgevaardigden aanduiden, dan kan een nieuw lid worden aangeduid.

    Artikel 9

    Indien een mandaat vrijkomt in de geleding van de lokale gemeenschap, dan wordt een nieuwe kandidaat gecoöpteerd volgens de gebruikelijke procedure van coöptatie.

    Hoofdstuk 5 - Coöptatie vertegenwoordiging uit lokale gemeenschap

    Artikel 10

    Vertegenwoordigers worden onverwijld bij consensus gecoöpteerd door de nieuw samengestelde schoolraad.

    Met de lokale gemeenschap wordt bedoeld de socio-economische of socio-culturele omgeving van de school: leden van socio-economische of -culturele verenigingen, mensen met een verdienste of het vlak van bv. onderwijs, wetenschap, economie of cultuur en met een betrokkenheid bij de school.

    De participatie van deze leden bevordert de maatschappelijke inbedding van de school en helpt bij het uitbouwen van samenwerkingsverbanden op tal van domeinen, zoals de afstemming en voorbereiding op het beroepsleven, het gebruik van sportinfrastructuur, het gebruik van de schoolgebouwen voor buitenschoolse kinderopvang.

    Artikel 11

    Elk lid kan ten individuelen titel of namens een organisatie/vereniging kandidaten voordragen gelijk aan het aantal beschikbare mandaten per geleding.

    De voordracht gebeurt schriftelijk of elektronisch aan de voorzitter ten laatste tien werkdagen voor de samenkomst van de schoolraad.

    Hoofdstuk 6 - Praktische werking van de schoolraad

    Artikel 13

    De voorzitter

    De schoolraad duidt de voorzitter van de raad aan.

    Noch de directeur noch een lid van het schoolbestuur kunnen als voorzitter worden aangeduid.

    De voorzitter wordt aangeduid bij consensus of, indien geen consensus kan worden bereikt, bij gewone meerderheid.

    cfr. artikel 24 Participatiedecreet: de voorzitter kan buiten de leden van de raad worden aangeduid, maar dan is hij/zij niet stemgerechtigd. Uiteraard kan dit noch de directeur noch een lid van het schoolbestuur zijn.

    Redenen voor beëindigen van het voorzitterschap

    • lid worden van een schoolraad, schoolbestuur of ouderwerking van een ander net;
    • vrijwillig ontslag als voorzitter;
    • is de voorzitter effectief lid van de schoolraad dan zijn de artikelen 8 en 9 ook van toepassing.

    Bij onvoorziene afwezigheid van de voorzitter op een bijeenkomst van de schoolraad, duidt de raad een voorzitter aan onder de aanwezige leden.

    Specifieke taken van de voorzitter:

    • De voorzitter nodigt de leden per e-mail uit.
    • De voorzitter stelt de overlegagenda op.
    • De voorzitter leidt het overleg en handhaaft de orde in de vergadering.
    • De voorzitter opent en sluit de vergadering.
    • De voorzitter staat (in samenwerking met de secretaris) in voor het opzoeken en verzamelen van de nodige documenten ter voorbereiding van de respectievelijke agendapunten.
    • De voorzitter richt de vraag om informatie aan het schoolbestuur.
    • De voorzitter meldt de adviezen op eigen initiatief en standpunten via het secretariaat van de schoolraad aan het schoolbestuur.

    Artikel 14

    Secretariaat

    De secretaris is verantwoordelijk voor het administratief beheer van de werking van de schoolraad.

    De secretaris wordt binnen of buiten de raad aangeduid bij wijze van consensus of bij gewone meerderheid. Bij afwezigheid wordt een plaatsvervanger aangeduid door de leden van de schoolraad.

    Specifieke taken van de secretaris:

    • De secretaris stelt de notulen van de vergadering op en maakt het verslag binnen de tien werkdagen over aan de leden van de schoolraad. Het verslag wordt in de volgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd.
    • De secretaris staat in voor de praktische verwerking van alle communicatie bestemd voor de schoolraad. De communicatie uitgaande van de schoolraad wordt altijd ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
    • De secretaris beheert het archief van de schoolraad.
    Toelichting bij artikel 14:
    De notulen vermelden:
    1. de agenda;
    2. de naam van de aanwezige lede en van de verontschuldigde leden;
    3. voor elk punt van de agenda: enerzijds, de samenvatting van de tussenkomsten; anderzijds, de beslissing van de schoolraad, met name de tot stand gekomen consensus of de uitslag van de stemming(en), en indien nodig, het voorstel dat aan het schoolbestuur is overgemaakt, samen met een omstandige motivering.
    De notulen van de vergadering worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Een exemplaar ervan wordt toegezonden aan elk lid van de schoolraad.

    Artikel 15

    Infrastructurele ondersteuning

    De schoolraad kan voor infrastructurele en administratieve ondersteuning een beroep doen op het schoolbestuur.

    Op verzoek van de schoolraad voorziet het schoolbestuur tevens in de nodige administratieve ondersteuning.

    Artikel 16

    Algemene werkafspraken

    §1 Wijze van bijeenroeping

    De schoolraad wordt door de voorzitter bijeengeroepen bij wijze van schriftelijke of elektronische uitnodiging met vermelding van plaats, datum, tijdstip en de agendapunten. De agendapunten moeten duidelijk worden geformuleerd. Alle benodigde en informatieve documenten worden als bijlage meegestuurd. De uitnodiging wordt ten laatste tien werkdagen voor de bijeenkomst overgemaakt aan de leden.

    §2 Het gebruikelijke tijdstip en de plaats van samenkomst wordt na overleg binnen de raad vastgelegd. Er wordt niet vergaderd tijdens de lesuren.

    §3 Op schriftelijk verzoek van ten minste twee van de geledingen, roept de voorzitter de schoolraad bijeen, uiterlijk tien werkdagen na het verzoek.

    §4 De agenda voor overleg

    De voorzitter bepaalt de agendapunten. De leden kunnen tot ten laatste vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk een punt aan de overlegagenda toevoegen.

    De uitnodiging en de overlegagenda worden overgemaakt aan:

    • de leden van de schoolraad;
    • het schoolbestuur of zijn afgevaardigde;
    • de directeur.

    Cfr. artikel 22 participatiedecreet: het schoolbestuur informeert tijdig de schoolraad over de geplande beslissingen die voor overleg zullen worden voorgelegd. Op basis daarvan bepaalt de raad zijn overlegagenda. Een schoolraad kan afzien van het recht op overleg. Het overleg heeft plaats in een gezamenlijke vergadering van het schoolbestuur of zijn gemandateerde en de schoolraad.

    §5 Afzien van het recht op overleg

    De schoolraad kan afzien van het recht op overleg mits alle leden akkoord gaan.

    De schoolraad deelt deze beslissing onmiddellijk mee aan het schoolbestuur.

    §6 Standpuntbepaling

    De schoolraad kan slechts rechtsgeldig overleggen als de gewone meerderheid van de leden aanwezig is.

    Indien de vergadering niet voldoende aanwezigen telt, wordt een datum vastgelegd voor een nieuwe vergadering, minstens één week later. De volgende vergadering beslist ongeacht het aantal aanwezigen.

    Het overleg leidt tot een verslag waarin alle standpunten worden opgenomen.

    Wanneer een overleg niet plaatsvindt binnen een termijn van eenentwintig kalenderdagen, die ingaat de dag nadat een geplande beslissing voor overleg wordt voorgelegd, wordt het overleg geacht te hebben plaatsgevonden. Deze termijn wordt geschorst tijdens de schoolvakanties.

    Het schoolbestuur of zijn gemandateerde neemt een gemotiveerde eindbeslissing na he overleg of na de onderhandeling zoals bepaald in artikel 30 en brengt de schoolraad in kennis van de beslissing.

    Artikel 30 participatiedecreet. Relaties met het lokaal comité

    Wanneer een ontwerpbeslissing betrekking heeft op de overlegbevoegdheden van de schoolraad, wordt de ontwerpbeslissing eerst ter overleg voorgelegd aan de schoolraad. Zij wordt vervolgens onderhandeld binnen het lokaal comité, voor wat betreft de grondregels ter zake van het administratief statuut, met inbegrip van de vakantie- en verlofregeling, de bezoldigingsregeling, de betrekkingen met de vakorganisaties en de schoolbesturen, de organisatie van de sociale diensten of de verordeningsbepalingen, algemene maatregelen van inwendige orde en algemene richtlijnen met het oog op de latere vaststelling van de personeelsformatie of inzake arbeidsduur en organisatie van het werk.

    De door de schoolraad uitgeoefende advies- en overlegrechten hebben geen betrekking op de arbeidsvoorwaarden waarover het lokaal comité zich uitspreekt.

    §7 Mededeling van de verslagen van de schoolraad

    Het goedgekeurde verslag, met daarin de standpunten van de schoolraad, wordt binnen de vijf werkdagen volgend op de vergadering waarop het definitief is goedgekeurd, schriftelijk meegedeeld aan:

    • de leden van de schoolraad;
    • het schoolbestuur;
    • de directeur.

    Bevoegdheden en bevoegdheidsmateries

    Artikel 17

    De schoolraad heeft overlegbevoegdheid.

    Het schoolbestuur of zijn gemandateerde legt ieder ontwerp van beslissing voor overleg aan de schoolraad voor, als dat betrekking heeft op :

    1° de bepaling van het profiel van de directeur;

    2° het studieaanbod;

    3° het aangaan van samenwerkingsverbanden met andere schoolbesturen en met externe instanties;

    4° de opstapplaatsen en de busbegeleiding in het kader van het door het schoolbestuur aangeboden vervoer;

    5° de vaststelling van het nascholingsbeleid;

    6° het beleid met betrekking tot experimenten en projecten;

    7° het opstellen of wijzigen van de volgende regelingen :

    a) het schoolreglement;

    b) het schoolwerkplan in het basisonderwijs;

    c) het beleid op leerlingenbegeleiding en de afspraken over de samenwerking tussen de school en het centrum voor leerlingenbegeleiding.

    8° de infrastructuurwerken die niet onder het toepassingsgebied vallen van artikel 26, § 1, 1°, a) en c), van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;

    9° de vaststelling van de criteria voor de aanwending van lestijden, uren, uren-leraar en punten;

    10° het welzijns-, veiligheids- en gezondheidsbeleid van de school ten aanzien van de leerlingen, met inbegrip van het in eigen beheer of door derden verstrekken van gezonde en evenwichtige schoolmaaltijden;

    11° het beleid met betrekking tot interne kwaliteitszorg, met inbegrip van de bespreking van de resultaten van een schooldoorlichting.

    Cfr. artikel 21 Participatiedecreet.

    Houd ook rekening met art. 27bis, §3 decreet basisonderwijs: […]

    §3. In afwijking van § 1, 2°, kan het schoolbestuur beslissen om de bijdrage die aan de ouders gevraagd wordt voor verplichte kledij die omwille van een sociale finaliteit aangeboden wordt, niet op te nemen in de maximumfactuur. Deze afwijking is enkel mogelijk mits schriftelijk advies van de schoolraad. […]

    Zie verder ook art. 27ter, §2 decreet basisonderwijs: […]

    § 2. Na overleg binnen de schoolraad legt het schoolbestuur de lijst vast van bijdragen die aan de ouders kunnen worden gevraagd, zoals bepaald in artikel 27bis en § 1 van dit artikel evenals de afwijkingen die op deze bijdrageregeling worden toegekend.

    Deze bijdragen kunnen niet in één keer aan de ouders gevraagd worden, maar enkel gespreid over minstens drie keer gedurende het schooljaar. […]

    Artikel 18 - Facultatief advies

    De schoolraad kan aan het schoolbestuur uit eigen beweging een schriftelijk advies uitbrengen over alle aangelegenheden opgesomd in artikel 17. Het schoolbestuur geeft na ontvangst van dit advies binnen de 30 kalenderdagen een met redenen omkleed antwoord.

    Deze termijn wordt geschorst tijdens de schoolvakanties.

    Artikel 19

    De leden van de schoolraad hebben in functie van de uitoefening van de bevoegdheden van de schoolraad een algemeen informatierecht.

    Het schoolbestuur bezorgt daartoe aan de leden van de schoolraad, samen met de vergaderagenda, alle relevante documenten. Indien tijdens of na een overleg vastgesteld wordt dat er cruciale informatie ontbrak, dan wordt de desbetreffende beslissing van het schoolbestuur opgeschort.

    Recht op inlichtingen

    Personeel, ouders en leerlingen kunnen het schoolbestuur verzoeken een bepaald document openbaar te maken op grond van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

    In een aantal gevallen die in dit decreet zijn omschreven, is het schoolbestuur evenwel verplicht om een verzoek tot inzage af te wijzen.

    Artikel 15 van het Participatiedecreet bepaalt dat de leden van de schoolraad in functie van de uitoefening van de in artikel 18 en 21 bedoelde aangelegenheden volgende rechten hebben:

    • een algemeen informatierecht;
    • het recht op eigen verzoek of op vraag te worden gehoord.
    Artikel 20

    De door de schoolraad uitgeoefende overleg/adviesrechten hebben geen betrekking op de arbeidsvoorwaarden waarover het ABC/HOC zich uitspreekt.

    Toelichting artikel 20

    Cfr. art. 30 Participatiedecreet: de schoolraad mag zich niet uitspreken over de personeelseffecten van een regeling, bijv. de schoolraad mag zich uitspreken over de jaarplanning van extra-murosactiviteiten, maar niet over de concrete personeelseffecten daarvan.

    Artikel 21

    De schoolraad is niet bevoegd om individuele personeelsdossiers te behandelen.

    Artikel 22 - Communicatie- en informatieplicht

    De schoolraad heeft ten behoeve van al het personeel, ouders en leerlingen een communicatie- en informatieplicht over hun activiteiten en standpunten en over de wijze waarop hij zijn bevoegdheden uitoefent.

    Indien een schoolbestuur een overleg vraagt over een ontwerp van beslissing die de schoolorganisatie en de eigenheid van de school fundamenteel verandert, dan moeten de leden van de schoolraad eerst de geleding die ze vertegenwoordigen informeren én raadplegen.

    Artikel 23 - Klachten

    Klachten inzake de niet-naleving van de bepalingen omtrent de bevoegdheden en de besluitvormingsprocedures van de schoolraad, kunnen door de schoolraad, zijn geledingen en iedere belanghebbende ingediend worden bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur.

    Toelichting artikel 23

    Klachten inzake de niet-naleving van de bepalingen omtrent de bevoegdheden en de besluitvormingsprocedures bedoeld in de artikelen 18 tot en met 22 Participatiedecreet kunnen door de schoolraad, zijn geledingen en iedere belanghebbende ingediend worden bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur.

    Wanneer de rechten van de schoolraad worden geschonden, kunnen belanghebbenden een klacht indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur. Het is niet vereist (doch wel mogelijk) dat individuele leden van de schoolraad optreden.

    De klachtenprocedure wordt omschreven in de artikelen VII.8-VII.15 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2016 betreffende codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs.

    Duidelijkheidshalve vermelden wij kort de chronologische stappen n.a.v. een eventuele inbreuk op de participatierechten van de schoolraad:

    • in een school wordt het advies-, overleg- of instemmingsrecht van de schoolraad niet gerespecteerd of worden de besluitvormingsprocedures (bijv. verplichte verantwoording wanneer een advies niet wordt gevolgd of het niet verstrekken van de nodige informatie) niet nageleefd;
    • binnen de zestig kalenderdagen na de vaststelling of kennisname van de betwiste feiten kan de schoolraad, een geleding, een individueel lid of een belanghebbende derde, (zoals een personeelslid, ouder of leerling die niet in de raad zetelt) een beroep instellen bij de Commissie;
    • de Commissie spreekt zich uit binnen de zestig kalenderdagen nadat ze gevat is. Desgevallend spreekt zij een financiële sanctie uit;
    • tegen de beslissing van de Commissie kan, binnen de zestig kalenderdagen, een georganiseerd beroep worden ingesteld bij de Vlaamse regering;
    • de regering heeft zestig dagen de tijd om de beslissing te bevestigen, wijzigen of vernietigen op basis van legaliteits- of opportuniteitsgronden;
    • de beslissing van de regering kan binnen de zestig dagen worden aangevochten bij de Raad van State.

    Dien je klacht per aangetekende brief in bij de Commissie, binnen de 60 kalenderdagen na de vaststelling of kennisname van de betwiste feiten:

    Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
    Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI)
    Afdeling Advies en Ondersteuning onderwijs Personeel (AOP)
    Commissie zorgvuldig bestuur
    Koning Albert II-laan, 15, Kamer 1C24
    1210 Brussel

    Artikel 24

    Voor alle gevallen die niet geregeld zijn in dit huishoudelijk reglement beslist de voorzitter na overleg met de schoolraad.

    Bij besluitvormingsprocedures (dit is het proces gaande van het verkrijgen van informatie tot aan de eindbeslissing) die stroef of conflictueus verlopen, kan op vraag van hetzij de schoolraad hetzij het schoolbestuur extern worden bemiddeld.

    Conform de gebruikelijke procedure bij arbitrage, kiest elk van beide partijen (schoolbestuur en de schoolraad) een bemiddelaar, en beide bemiddelaars wijzen bij onderling akkoord een derde, onafhankelijke, bemiddelaar aan.

    Men kan ervoor opteren om de bemiddelaars ad hoc vast te leggen naar aanleiding van een concreet geschil.

Infrastructuur

  • Artikel 1: De gemeenteraad keurt het bestek, en de raming goed voor de opdracht ”Aankoop van 1 bestelwagens met open laadbak en kipfunctie”, opgesteld door de dienst infrastructuur.

    De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek met nummer 2025/INFRA/BESTELWAGEN en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming van deze aankoop bedraagt €52.000,00 exclusief btw ofwel €62.920,00 inclusief 21% btw.

    Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

    Artikel 3: De gemeenteraad besluit opdracht te geven om de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking op te starten.

    Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van dit dossier. 

    Artikel 5: De uitgaven voor deze opdracht worden voorzien in het meerjarenplan MJP000246 (Rollend materieel - gemeenschapsgoederen).

Ruimtelijke ordening en leefmilieu

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit het nieuwe reglement registratie verwaarloosde woningen en gebouwen goed te keuren:

    Gemeentelijk reglement registratie van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen: aanpassing

    Hoofdstuk 1: Algemene Bepaling

    Artikel 1: Begripsomschrijvingen 

    In dit reglement wordt verstaan onder:

    1°    administratie: de administratieve eenheid van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Wonen aan de Velp, belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen;

    2°    beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

    a)       een aangetekend schrijven,

    b)      een afgifte tegen ontvangstbewijs;

    c)       een e-mail met ontvangstbevestiging;

    d)       elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.

    3°    gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld artikel 1.3, §1, 14° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;

    4°     woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, zoals vermeld in artikel 1.3, §1, 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

    5°     houder van het zakelijk recht: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

    a)       de volle eigendom,

    b)      het recht van opstal of van erfpacht,

    c)       het vruchtgebruik;

    6°    opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw opgenomen wordt in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen, zijnde de datum van verzending van akte;

    7°    verjaardag: het ogenblik waarop een (nieuwe) periode van twaalf maanden verstreken is sinds de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen is geschrapt;

    8°    verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen, vermeld in hoofdstuk 2 artikel 2 van dit reglement;

    9°    Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen:  met contactgegevens Gemeentestraat 2, 3054 Oud-Heverlee

    10°  Administratieve akte: genummerd document dat de inventarisatiedatum, de kadastrale gegevens van de verwaarloosde (en onafgewerkte) woning of het gebouw, de zakelijke gerechtigden, de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde

    (en onafgewerkte) woningen en gebouwen, en de beroepsmogelijkheid tegen de opname in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen omvat.

    11° Technisch verslag: het verslag waarop de bevoegde de vastgestelde zichtbare gebreken van een woning of gebouw aanduidt. Het betreft een lijst van gebreken waaraan strafpunten worden toegekend;

    12° Verwaarloosde woning of gebouw: een woning of gebouw dat ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan dakbedekking of -gebinte, kroonlijst of dakgoten, schoorstenen, buitenmuren, voegwerk, buitenschrijnwerk of wanneer het pand niet water- en/of winddicht is;

    13° Onafgewerkte woning of gebouw: een gebouw waarvan de werken zijn aangevat maar waarvan de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is vervallen terwijl de werken niet voltooid zijn.

    Hoofdstuk 2: Registratie

    Artikel 2: Verwaarlozingsregister

    §1. De administratie houdt een register bij van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.

    §2. In het verwaarlozingsregister worden (minstens) de volgende gegevens opgenomen:

    1°    het adres van de verwaarloosde (en onafgewerkte) woning of gebouw,

    2°    de kadastrale gegevens van de verwaarloosde (en onafgewerkte) woning of gebouw,

    3°    de identiteit en het adres van alle houders van het zakelijk recht,

    4°    het nummer en de datum van akte,

    5°    de gebreken en tekenen van verval die aanleiding geven tot de opname,

    Artikel 3: Registratie van verwaarlozing

    §1. De gemeente draagt de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijkregister van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen over aan de dienstverlenende intergemeentelijke vereniging IGO div. De door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke vereniging IGO div met de opsporing van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen belaste personeelsleden bezitten als registerbeheerder de onderzoeks-, controle en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en Gemeentebelastingen.

    §2. Een gebouw, woning wordt beschouwd als verwaarloosd wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont.  Als ernstige zichtbare en storende gebreken en tekenen van verval worden beschouwd de gebreken die verder verval op korte termijn in de hand werken.

    De toestand van verwaarlozing wordt vastgesteld door de registerbeheerder vanop het openbaar domein of publiek toegankelijke locaties aan de hand van een technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Het technisch verslag omvat indicatoren van verwaarlozing. Daarbij geldt dat een pand als verwaarloosd wordt beschouwd als het volgens het technisch verslag:

    -          8 of meer gebreken heeft van categorie A

    -          en/of 3 gebreken van categorie B

    -          en/of 1 gebrek van categorie C.  

    Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.  De datum van de vaststelling is de datum van akte en geldt eveneens als opnamedatum in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.

    §3. Een gebouw, woning wordt beschouwd als onafgewerkt wanneer de werken werden aangevat maar waarvan de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is vervallen terwijl de werken niet voltooid zijn.

    §4. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen kan eveneens opgenomen worden in het gemeentelijk register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen, en omgekeerd.

    §5. Een woning of gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijke leegstandsregister, kan eveneens opgenomen worden in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen, en omgekeerd.

    Artikel 4: Kennisgeving van de registratie

    Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.

    De kennisgeving bevat:

    1°    De akte met het technisch verslag,

    2°    informatie over de gevolgen van de opname in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen,

    3°    informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen,

    4°     informatie over het schrappingsverzoek uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.

    De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht.  Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats.  Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop de akte betrekking heeft.

    Artikel 5: Beroep tegen registratie

    §1. Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de datum van de beveiligde zending vermeld in artikel 3, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.  Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

    1°    de identiteit en het adres van de indiener,

    2°    de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft,

    3°    de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen ten onrechte is gebeurd. De registratie kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

    Als datum van het beroepschrift geldt de datum van de beveiligde zending.

    Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

    §2. De administratie stuurt aan de indiener van een beroepschrift een ontvangstbevestiging.

    §3. Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1.

    §4. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener.  Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

    §5. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften.  Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling.  Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen belaste administratie.

    §6. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van het beroepschrift.  De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

    §7. Als de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.

    §8. Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen over het beroep tegen de registratie kan binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van die beslissing een hoger beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg.  Indien het college geen uitspraak doet over het beroep, of zijn uitspraak niet betekent binnen de termijn vermeld in §6, is een beroep bij de rechtbank van eerste aanleg mogelijk ten vroegste zes maanden na de datum van ontvangst van het beroep bij de gemeente. Artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.

    Artikel 6: Schrapping uit het verwaarlozingsregister

    §1. Een woning of een gebouw wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen wanneer de houder van het zakelijk recht bewijst dat de ernstige zichtbare en storende gebreken en tekenen van verval die aanleiding gaven tot de opname in het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen en die zijn omschreven in het technisch verslag bij akte, zoals bepaald in artikel 2, hersteld zijn of verwijderd. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn.

    De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.  Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde (en onafgewerkte) gebouwen en woningen belaste administratie.

    §2. Voor de schrapping uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen richt de houder van het zakelijk recht een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.  Dit verzoek bevat:

    1°     de identiteit en het adres van de indiener,

    2°    de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft,

    3°     de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt kan worden uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.

    Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van de beveiligde zending.

    Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

    De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek.  De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.  Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het schrappingsverzoek geacht te zijn ingewilligd.

    Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen.  De indieningsdatum van het schrappingsverzoek geldt als datum waarop de woning of het gebouw uit het register van verwaarloosde (en onafgewerkte) woningen en gebouwen wordt geschrapt.

    Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6.

    Artikel 7: Inwerkingtreding

    Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2026 en vervangt alle voorafgaande reglementen met betrekking tot het registreren en belasten van verwaarloosde woningen en gebouwen.  

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met het nieuw huishoudelijk reglement inzake de Gecoro.

    HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OUD-HEVERLEE

    Oprichting en opdracht

    Art. 1

    De Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening van Oud-Heverlee (verderop steeds Gecoro genoemd) is opgericht volgens de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009, het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale, intergemeentelijke en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening en het
    besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van een deontologische code voor de leden van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.

    Art. 2

    De Gecoro heeft als opdracht de gemeente te adviseren betreffende dossiers van ruimtelijke ordening in de meest brede zin. Hieronder dient onder andere te worden verstaan: 

    - de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen;
    - de stedenbouwkundige verordeningen en verkavelingsverordeningen;
    - omgevingsvergunningen;
    - gemeentelijke dossiers rond de inrichting van het openbaar domein, en rond grootschalige projecten met een significante invloed inzake de ruimtelijke ordening;
    - beleidsplan RO;
    - masterplannen;
    - beleid met betrekking tot sociale woningen;
    - overleg met de Kwaliteitskamer;
    - …

    Art. 3
    De Gecoro kan op eigen initiatief dossiers / thema’s op de agenda zetten en suggesties doen inzake het gemeentelijk beleid rond ruimtelijke ordening.

    Samenstelling

    Art. 4
    De Gecoro is volgens de bepalingen van de Codex vermeld in art. 1.3.3 samengesteld en bevestigd door de gemeenteraad van 30 juni 2025.

    Art. 5
    De Gecoro bestaat uit 10 leden waarvan 6 deskundigen (waaronder 1 voorzitter en 1 ondervoorzitter) en 4 vertegenwoordigers van de diverse geledingen van de bevolking.
    De verschillende politieke fracties die zetelen in de gemeenteraad kunnen 1 lid van hun fractie afvaardigen in de Gecoro. Deze vertegenwoordigers zetelen alleen als waarnemer en hebben geen stemrecht.

    Art. 6
    Voor elk lid wordt een plaatsvervanger aangeduid. Een lid dat niet aan de vergadering kan deelnemen, zal door zijn plaatsvervanger kunnen vervangen worden. In dat geval heeft de plaatsvervanger stemrecht.
    De plaatsvervangers, alsook de vertegenwoordigers van de verschillende politieke fracties ontvangen de uitnodiging, de bijlagen en de notulen van de vergadering.

    Een lid dat niet aan de vergadering kan deelnemen, waarschuwt zelf zijn plaatsvervanger, alsook het secretariaat van de Gecoro.

    Art. 7
    Een effectief lid dat voor het eind van zijn mandaat ontslag neemt zal vervangen worden door zijn plaatsvervanger tot de gemeenteraad een nieuw lid benoemt.

    Art. 8
    Het mandaat van de Gecoro duurt 6 jaar en is hernieuwbaar. Na elke gemeenteraadsverkiezing zal de nieuwe gemeenteraad een nieuwe Gecoro benoemen die vanaf dat ogenblik de taak overneemt. De oude Gecoro blijft bevoegd tot de nieuwe aangesteld is. 

    Art. 9
    De voorzitter en de vaste secretaris worden voorgedragen door het college en benoemd door de gemeenteraad. De vaste secretaris is niet-stemgerechtigd. De gemeenteraad kan onder de leden een ondervoorzitter aanwijzen.
    De voorzitter is woordvoerder van de Gecoro bij alle contacten naar het gemeentebestuur en naar buiten. Hij tekent de briefwisseling inzonderheid de uitnodigingen en de adviezen die naar het gemeentebestuur en eventuele andere instanties gaan.
    De ondervoorzitter vervangt de voorzitter als deze verontschuldigd is.
    De secretaris stelt de notulen op, zorgt voor de verzending van de uitnodigingen, verslagen en de benodigde vergaderstukken. 

    Bijeenroeping

    Art. 10
    De voorzitter roept de vergadering samen. Bij afwezigheid van de voorzitter roept de ondervoorzitter de vergadering samen.
    Bij de behandeling van uitvoerige dossiers kan ook een voorafgaande werkgroep samengeroepen worden. Hierbij worden de bepalingen inzake afwezigheden (art. 17), vereist quorum (art. 20) en presentiegelden (art. 31) niet toegepast.

    Art. 11
    De Gecoro vergadert minstens 2 maal per jaar en zo vaak de omstandigheden het vereisen.

    Art. 12
    De vergadering wordt samengeroepen op initiatief van:
    1) de gemeentelijke omgevingsambtenaar
    2) het schepencollege of de gemeenteraad, binnen de twee weken
    3) minstens een derde van de leden die er om verzoeken. In dit laatste geval dient de aanvraag schriftelijk te worden ingediend bij het secretariaat en dient ze de naam en/of handtekening van de aanvragers te bevatten evenals een omstandige motivatie van de vraag.

    Art. 13
    Uitnodigingen worden per e-mail/digitaal verstuurd aan de effectieve leden, de plaatsvervangers en de afgevaardigden van de politieke fracties.
    De uitnodiging wordt verstuurd door de secretaris en dient minstens 8 dagen voor de vergadering bij alle bovenvermelde genodigden toe te komen.

    Art. 14
    De voorzitter, ondervoorzitter en secretaris bereiden de vergaderingen voor en stellen de agenda vast.
    De uitnodiging vermeldt de datum, de plaats, het uur en de voorgestelde agendapunten van de vergadering en bevat een link/verwijzing naar het verslag van de vorige vergadering.
    Elk lid kan, minstens 8 dagen voor de vergadering, aan de voorzitter vragen, mits motivatie, om bepaalde onderwerpen op de agenda van de eerstvolgende vergadering te plaatsen. Indien de voorzitter en secretaris van oordeel zijn deze punten niet te agenderen, wordt hiervan melding gemaakt op de vervolledigde agenda. Ter zitting wordt de motivatie van de afwijzing toegelicht en beslist de vergadering over de definitieve dagorde.
    De secretaris stuurt de desgevallend vervolledigde agenda door aan de effectieve en plaatsvervangende leden van de Gecoro ten laatste vier dagen voor de vergadering.
    In geval van hoogdringendheid kan gemotiveerd van termijnen worden afgeweken; de motivatie wordt opgenomen in het verslag.
    Indien nodig kan de Gecoro, op vraag van een lid op de vergadering nog nieuwe agendapunten bij hoogdringendheid aan de agenda toevoegen. Deze toevoeging dient gemotiveerd te zijn.
    Deze toevoeging dient te worden aanvaard met 2/3 meerderheid van de aanwezige leden van de Gecoro.

    Art. 15
    De uitnodiging omvat steeds een link/verwijzing naar de nodige stukken en alle informatie nodig om de agendapunten vooraf te kunnen bestuderen. De voorzitter bepaalt wat deze nodige stukken inhouden. Voor andere documenten kan echter vermeld worden dat deze ter inzage zijn op de dienst ruimtelijke ordening en stedenbouw of op de gemeentelijke website. De leden van de Gecoro hebben recht op inzage en afschrift van alle stukken en documenten die verband houden met de bevoegdheid van de Gecoro voor zover dit door andere wetgeving niet wordt verhinderd.
    De leden van de Gecoro zijn gehouden tot discretie. 

    Afwezigheden en ontslag

    Art. 16
    Verontschuldigingen dienen, behoudens overmacht (ziekte, ongeval), tenminste 24 uur voor de
    vergadering gemeld aan de secretaris van de Gecoro.

    Art. 17
    Leden die driemaal achtereenvolgens zonder verontschuldiging afwezig blijven, worden ambtshalve als ontslagnemend beschouwd. Zij zullen daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld worden. De plaatsvervanger zal dit mandaat verder invullen tot de gemeenteraad een nieuw lid heeft benoemd.

    Art. 18
    Een lid dat vrijwillig ontslag neemt, dient dit schriftelijk te melden aan de secretaris. De plaatsvervanger zal het mandaat van het lid verder invullen tot de gemeenteraad een nieuw lid heeft benoemd.

    Vergaderingen

    Art. 19
    De voorzitter zit de vergadering voor, opent de vergadering en sluit ze. Hij leidt de agendapunten in en formuleert de besluiten. Hij verleent het woord en kan het ook afnemen indien nodig.

    Art. 20
    De vergadering -fysiek of online- kan slechts geldig beraadslagen als er minstens 5 stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Indien het quotum niet wordt gehaald wordt binnen de twee weken een tweede vergadering gehouden die ongeacht het aantal aanwezigen geldig kan beslissen.


    Art. 21
    De vergaderingen zijn in principe gesloten. Er kunnen eventueel openbare vergaderingen worden georganiseerd. In voorkomend geval dienen dan duidelijk de agendapunten van de openbare en de gesloten vergadering te worden afgelijnd.
    De vergadering kan ook bij gewone meerderheid beslissen om externen tot de besprekingen toe te laten op basis van hun deskundigheid. Zij mogen echter niet deelnemen aan de stemmingen.
    De vertegenwoordigers van de politieke fracties en de niet stemgerechtigde plaatsvervangers mogen de beraadslaging en de stemming over de te formuleren adviezen (i.e. ‘gesloten gedeelte’) niet bijwonen.

    Art. 22
    Een lid of plaatsvervanger dat/die het woord wenst te nemen vraagt dit aan de voorzitter. Als een lid het woord heeft, mag hij niet door andere leden onderbroken worden. Alleen de voorzitter kan het woord ontnemen aan een lid als hij afwijkt van het onderwerp of als de goede orde in het gedrang komt. De voorzitter kan een lid het woord ontnemen indien hij te lang aan het woord zou blijven nadat hij hem eerst heeft aangemaand de interventie af te ronden.

    Art. 23
    De voorzitter is belast met de ordehandhaving tijdens de vergaderingen van de Gecoro.

    Een lid of plaatsvervanger dat/die op enige wijze de orde en het normale verloop van de vergadering verstoort, kan door de voorzitter tot de orde worden geroepen. Dit incident zal in de notulen worden opgenomen. Indien de vergadering uit de hand dreigt te lopen kan de voorzitter de vergadering sluiten of tijdelijk schorsen.

    Art. 24
    De notulen van de vergaderingen worden opgemaakt door de secretaris.
    Zij bevatten steeds de aanwezigen, en verontschuldigden, met de vermelding van hun hoedanigheid en/of groep die ze vertegenwoordigen.
    In de notulen wordt kort verslag gegeven van de besprekingen, naast een overzicht van de adviezen zoals zij door de vergadering van de stemgerechtigde leden werden geformuleerd.
    De notulen worden tijdens de volgende vergadering overlopen en goedgekeurd met een gewone meerderheid van de stemmen. De notulen kunnen eveneens via een schriftelijke procedure goedgekeurd worden. Het verslag wordt dan per e-mail / digitaal bezorgd aan de aanwezige effectieve leden en aanwezige plaatsvervangers.
    Indien zij opmerkingen hebben, kunnen ze deze bezorgen. Ontvangt het secretariaat geen opmerkingen op de notulen, dan worden deze geacht goedgekeurd te zijn.
    Bij publicatie of inzage worden persoonsgegevens/vertrouwelijke gegevens geanonimiseerd conform de toepasselijke regelgeving.
    De Gecoro zal streven naar consensus bij het geven van adviezen. Indien geen consensus wordt bereikt wordt er gestemd. De uitslag van deze stemming wordt vermeld in het advies. Op verzoek van een lid wordt een gemotiveerd minderheidsstandpunt toegevoegd aan het advies met vermelding van de namen en de geleding waartoe zij behoren.

    Stemmingen

    Art. 25
    De voorzitter omschrijft voor de stemming duidelijk het voorstel waarover dient gestemd te worden. Hij sluit de bespreking van het voorstel af en opent de stemronde.
    Eens de stemming begonnen is, kan zij niet meer onderbroken worden.

    Art. 26

    Mits de vergadering er unaniem mee akkoord is, kan de stemming stilzwijgend verlopen.
    Daartoe zal de voorzitter de vergadering vragen of iedereen akkoord is met het voorstel. In dat geval wordt het voorstel met eenparigheid van stemmen aangenomen.
    Elk lid kan steeds vragen om effectief te stemmen over het voorstel.
    De stemming gebeurt dan bij handopsteking of door mondeling te antwoorden met akkoord/niet akkoord/onthouding.
    De Gecoro beslist bij gewone meerderheid, zonder rekening te houden met onthoudingen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
    De resultaten van de stemming worden opgenomen in het verslag.
    Leden die zich onthouden hebben, kunnen hun onthouding motiveren na de stemming wat zal genotuleerd worden in het verslag.
    Op vraag van één van de stemgerechtigde leden kan een geheime stemming gebeuren.

    Belangenvermenging en discretieplicht

    Art. 27
    Leden van de Gecoro, evenals vertegenwoordigers van de politieke fracties, onthouden zich van deelneming aan de besprekingen en de stemmingen indien ze een persoonlijk belang hebben betreffende het besproken agendapunt. Het initiatief hiervoor ligt bij de betrokkenen zelf. Dit persoonlijke belang is in ieder geval aanwezig zodra de betrokkene zelf of een bloed- en/of aanverwante tot de derde graad van hemzelf of van zijn wettelijk dan samenwonende partner of levensgezel, of een rechtspersoon waarin hij of een familielid tot de derde graad een mandaat bekleedt of aandeelhouder is, een vermogensrechtelijk voordeel kan halen uit het voorliggende agendapunt. Dit persoonlijke belang kan door andere leden van de vergadering of andere vertegenwoordigers van de politieke fracties steeds worden ingeroepen. Zij dienen dit steeds omstandig te verantwoorden.
    De voorzitter zal vragen dat de betrokkene de vergadering verlaat en hem of haar terugroepen zodra het betrokken agendapunt is afgewerkt.

    Art. 28
    Alle leden alsook iedereen die deelneemt aan de besloten vergaderingen is gehouden tot discretie over de besprekingen.
    Wie zich daar niet aan houdt kan door de vergadering uitgesloten worden.
    Beeld- en geluidsopnames zijn verboden.

    Werkingskosten en presentiegelden

    Art. 29
    Alle kosten van de werking van de Gecoro worden gedragen door de gemeente.
    Daartoe voorziet de gemeenteraad voldoende middelen op de begroting.
    De secretaris behandelt de financiële aangelegenheden en rapporteert daarover aan de vergadering.

    Art. 30
    Aan de effectief aanwezige leden en plaatsvervangers (bij afwezigheid van het effectief lid) worden zitpenningen toegekend. Het bedrag van de vergoeding wordt door de gemeenteraad vastgesteld.
    De leden kunnen vrijwillig afstand doen van de (gedeeltelijke) uitbetaling van de hun toekomende presentiegelden, door schriftelijke melding bij de secretaris.

    Art. 31

    De presentiegelden worden enkel uitbetaald als de leden op de vergadering de presentielijst hebben ondertekend.
    Aan het einde van de vergadering zal de voorzitter en de secretaris de presentielijst tegentekenen en deze aldus valideren.

    Aanvaarding en wijzigingen

    Art. 32
    Het huishoudelijk reglement wordt aanvaard als minstens tweederde van de effectieve leden ermee instemmen. Het kan slechts worden gewijzigd door een nieuwe tweederde meerderheid van de leden mits uitdrukkelijke opname in de agenda van de vergadering.
    Het huishoudelijk reglement dient eveneens goedgekeurd te worden door de gemeenteraad met een gewone meerderheid.


    Artikel 2: De gemeenteraad besluit de presentiegelden voor de leden en voorzitter van de Gecoro te behouden conform beslissing van 13 oktober 2020 (200 euro voor de voorzitter en 100 euro voor de overige leden/plaatsvervangers). 

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit de samenwerkingsovereenkomst Nationaal Park Brabantse Wouden Vlaanderen 2026-2031 tussen de stichtende leden goed te keuren.

    Artikel 2: De gemeenteraad besluit de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur te machtigen de samenwerkingsovereenkomst 2026-2031 te ondertekenen, elk met de mogelijkheid tot indeplaatsstelling / delegatie van hun handtekenbevoegdheid.

  • Artikel 1:

    De gemeenteraad beslist deel te nemen aan de ‘Samenwerkingsovereenkomst betreffende de organisatie van Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen (INL) in het kader van een Dienst Algemeen Economisch Belang (DAEB) voor de periode 2026 – 2031 uitgevoerd door IGO div’.

     

    Artikel 2:

    De gemeente neemt deel aan de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen met 1770 uren (min. 725 uren) waarbij 1450 uren = 1 VTE, met als kostprijs een maximale bijdrage (vrijstelling BTW mits exclusiviteit) van:

     

    • 55.796 euro per VTE voor 2026
    • 58.028 euro per VTE voor 2027
    • 60.349 euro per VTE voor 2028
    • 62.763 euro per VTE voor 2029
    • 65.273 euro per VTE voor 2030
    • 67.884 euro per VTE voor 2031

     

    Artikel 3:

    Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan IGO div.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst voor de raamovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst voor de woonstudie (met bestek en selectieleidraad als bijlage) in het kader van het strategisch project WALDEN en de burgemeester en algemeen directeur aan te duiden voor de ondertekening ervan. 

  • Artikel 1: De gemeenteraad beslist de aanstelling goed te keuren.


    Artikel 2:
     

    De intergemeentelijke samenwerking EcoWerf wordt aangesteld als gemeentelijke vaststeller, waarbij de personeelsleden aangeduid door de leidende ambtenaar van deze entiteit, een vaststellingsbevoegdheid krijgen voor de gemeentelijke administratie sancties van gemeente Oud-Heverlee voor de vaststellingen van overtredingen.

    Artikel 2

    De beslissing wordt overgemaakt aan:

    - EcoWerf

    - de provinciegouverneur

    - de juridische dienst van de provincie Vlaams-Brabant

    - voorzitter van het politiecollege

     

    §1. Het college van burgemeester en schepenen is gelast met de uitvoering van dit reglement. 

    §2. Dit reglement treedt in werking de eerste van de maand volgend op de goedkeuring door de gemeenteraad. 

    §3. Indien overgegaan wordt tot het collectief beheer van de betrokken individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie, dan wordt dit reglement met onmiddellijke ingang opgeheven.

     

  • Artikel 1: De gemeenteraad geeft een positief advies betreffende de plaatsing van de tijdelijke vaste camera’s op glasbolsites en andere sluikstorthotspots door de afvalintercommunale EcoWerf.

    Artikel 2: De gemeenteraad geeft het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid om met de afvalintercommunale EcoWerf en de politiezone het samenwerkingsprotocol inzake het plaatsen en gebruiken van de tijdelijke vaste camera’s af te sluiten.

    Artikel 3: De beslissing wordt ter kennis gebracht van EcoWerf.

  • Artikel 1: De gemeenteraad keurt het voorgestelde tracé in het ontwerp van rooilijnplan uit het aanvraagdossier voor de heraanleg van de Waversebaan inclusief de aanleg van fietspaden van nabij de Dorpsstraat t.e.m. het kruispunt met de Witte Bomendreef, zoals voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2024169919 gelegen aan de Waversebaan, 3050 Oud-Heverlee (op openbaar domein) goed.

    Artikel 2: Een voor eensluidend verklaard afschrift van huidige beslissing zal samen met de beslissing inzake de vergunningsaanvraag overgemaakt worden aan de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

     

VrijeTijd

  • Artikel 1: De gemeenteraad keurt volgend gemeentelijk reglement voor het zoetwaterpark en parkpaviljoen goed: 


    HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen


    Artikel 1 – Definities

    Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

    • Park: het Zoetwaterpark te Oud-Heverlee, in eigendom of beheer van de gemeente.
    • Bezoekers: elke persoon die het park betreedt of er een activiteit uitoefent.
    • Motorvoertuig: voertuig aangedreven door een motor, met uitzondering van rolstoelen voor personen met beperkte mobiliteit.
    • Organisatoren: verenigingen of buurtversterkende initiatieven die iets “organiseren” in het park.


    Artikel 2 – Toepassingsgebied

    Dit reglement is van toepassing op alle bezoekers van het Zoetwaterpark en het Parkpaviljoen, met uitzondering van gemeentepersoneel of derden die optreden in opdracht van de gemeente voor beheer, onderhoud of toezicht.


    HOOFDSTUK 2 – Toegang


    Artikel 3 – Algemene toegang

    1. Het park kan tijdelijk geheel of gedeeltelijk gesloten worden om veiligheidsredenen of bij overmacht.


    Artikel 4 – Voertuigen

    1. Gemotoriseerd verkeer is verboden in het park, behalve voor hulpdiensten, gemeentelijke diensten of mits expliciete toelating en met uitzondering van rolstoelen voor personen met beperkte mobiliteit.
    2. Parkeren is enkel toegelaten op de aangeduide parkeerplaatsen buiten het park.


    Artikel 5 – Dieren

    1. Honden zijn welkom, maar moeten steeds aan de leiband.
    2. Honden zijn niet toegelaten op sport – en of speelzones of in de waterpartijen.
    3. De begeleider ruimt hondenpoep onmiddellijk op.
    4. Andere dieren (paarden, loslopende huisdieren) zijn niet toegelaten zonder vergunning.


    HOOFDSTUK 3 – Gebruik van het Parkpaviljoen


    Artikel 6 – Doel en toegankelijkheid

    Het paviljoen is een open en gratis toegankelijke ruimte voor recreatief en sociaal gebruik.


    Artikel 7 – Gebruik en reservatie

    1. Het paviljoen kan door iedereen vrij gebruikt worden zonder voorafgaande reservatie.
    2. Verenigingen uit Oud-Heverlee én organisatoren van buurtversterkende of gemeenschapsvormende activiteiten kunnen het paviljoen “voorbehouden” door een evenementenaanvraag in te dienen op www.oud-heverlee.be/parkpaviljoen. Zij worden dan “organisatoren”.
      1. Organisatoren zijn zelf verantwoordelijk om een beperkte signalisatie te plaatsen van “wat” en “welke uren” het paviljoen “gereserveerd” is dat bezoekers op de hoogte zijn.
      2. Wanneer het paviljoen voorbehouden is voor organisatoren kunnen bezoekers tijdelijk geen gebruik maken van de toog. De toiletten en picknicktafels rondom blijven wel ten allen tijde toegankelijk voor bezoekers.
      3. Het gebruik van vuur of barbecues is niet toegestaan onder het paviljoen.


    Artikel 8 – Netheid en orde

    1. Bezoekers en organisatoren zijn verplicht om al hun afval zelf mee te nemen en op een correcte manier te verwijderen.
    2. Tafels en stoelen moeten, zowel door bezoekers als door organisatoren na gebruik in hun oorspronkelijke opstelling teruggeplaatst worden.
    3. Voor organisatoren: Het paviljoen en de omgeving dienen netjes en in goede staat achtergelaten te worden na een evenement. Toiletten dienen gepoetst te worden en ruimte(s) uitgeborsteld tegen de dag na het evenement (10u). Als er na controle blijkt dat bepaalde zaken niet in orde zijn, passen we het Retributiereglement toe voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden goedgekeurd op de gemeenteraad van 26 maart 2019.
    4. Graffiti, beschadigingen of vandalisme zijn ten strengste verboden en ook hiervoor passen we het Retributiereglement toe voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden goedgekeurd op de gemeenteraad van 26 maart 2019 en latere wijzigingen.


    Artikel 9 - Geluid en Overlast

    1. Bezoekers dienen rekening te houden met andere parkbezoekers en mogen geen overmatig lawaai veroorzaken.
    2. Het gebruik van versterkte muziek of luide geluidsinstallaties is niet toegestaan, tenzij voor organisatoren na goedkeuring via de evenementenaanvraag bij de dienst vrije tijd.
    3. De algemene rust van het park moet ten allen tijde gerespecteerd worden.


    HOOFDSTUK 4 – Gedrag in het park


    Artikel 10 – Algemeen gedrag

    1. Bezoekers gedragen zich respectvol, zonder overlast of gevaar te veroorzaken voor anderen of de natuur.
    2. Afval moet in de voorziene vuilnisbakken worden gedeponeerd. Zwerfvuil is verboden.


    Artikel 11 – Verboden handelingen

    Het is verboden om:

    • Te roken of vapen in het park.
    • Versterkte muziek of geluidsinstallaties te gebruiken.
    • Vuur te maken, te barbecueën of vuurwerk af te steken, tenzij bij een, door de gemeente, goedgekeurd evenement met expliciete vergunning.
    • Planten te plukken, bomen te beschadigen of structuren te bekladden.
    • Infrastructuur (banken, bordjes, vuilbakken) te vernielen of te verplaatsen.
    • Te kamperen of te overnachten in het park.


    HOOFDSTUK 5 – Activiteiten met voorafgaande toestemming


    Artikel 12 – Vergunningsplichtige activiteiten

    Een voorafgaande toelating van het gemeentebestuur is vereist voor:

    1. Het organiseren van evenementen of groepsactiviteiten (>15 personen).
    2. Commerciële activiteiten of promotie (verkoop, reclame, fotoshoots, kampen).
    3. Gebruik van geluidsinstallaties of tijdelijke constructies.

    Aanvragen hiervoor mogen gericht worden aan de dienst vrije tijd via vrijetijd@oud-heverlee.be of 016/38 88 30.


    HOOFDSTUK 6 – Aansprakelijkheid, handhaving en sancties


    Artikel 13 – Aansprakelijkheid
    De gemeente is niet verantwoordelijk voor verlies, diefstal of schade aan persoonlijke eigendommen.


    Artikel 14 – Toezicht en sancties

    1. Politie, gemeentepersoneel en gemachtigde toezichthouders waken over de naleving van dit reglement.
    2. Overtreders kunnen het park worden uitgezet.
    3. Ernstige of herhaalde overtredingen kunnen leiden tot een tijdelijk of permanent toegangsverbod.


    Artikel 15 - Bevoegdheid
    Over aangelegenheden die niet voorzien zijn in dit reglement of uitzonderingen op dit reglement heeft het college van burgemeester en schepenen beslissingsbevoegdheid.


    Artikel 16 – Inwerkingtreding

    Dit reglement treedt in werking op 01/01/2026 en wordt publiek bekendgemaakt aan de ingang van het park en via www.oud-heverlee.be.

    Bedankt om het Zoetwaterpark aangenaam en veilig te houden voor iedereen.


    Artikel 2: Het huidige gebruikersreglement Paviljoen Zoetwaterpark goedgekeurd op de gemeenteraad van 29/04/2025 wordt opgeheven.

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om toe te treden tot Visit Vlaams-Brabant voor een periode van 6 jaar zijnde van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031. De convenant, zoals gevoegd in bijlage, wordt goedgekeurd.

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om toe te treden tot de Erfgoedstichting Vlaams-Brabant voor een periode van 7 jaar zijnde van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2031. De convenant, zoals gevoegd in bijlage, wordt goedgekeurd. 

  • Artikel 1: Het college van burgemeester en schepenen besluit de adviesraad wereldraad als volgt samen te stellen voor de periode 2025-2031:

    1. Stemgerechtigde leden

    Cottenie Johan

    Vanwezer Marc

    Vanderschoot Katrien

    Lapidaire Marjo

    Devlieger Patrick

    Vanbeselaere Norbert

    Werner De Jonghe

    Pitsi Hilde

    Goris Esther

    Christiaens Karen

    2. Niet-stemgerechtigde leden

    Steeno Maggy, gemeenteraadslid

    Katrien Timmermans, bevoegde schepen

    Deskundige internationale samenwerking

  • Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de aangepaste statuten van de raad voor Lokale Economie en keurt deze goed:

    AANHEF

    Deze statuten treden in de plaats van het Organiek reglement voor de Raad voor Lokale Economie dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 18 december 2007.


    HOOFDSTUK 1: OPRICHTING


    Artikel 1:

    De “Raad voor Lokale Economie” werd opgericht door de gemeenteraad Oud-Heverlee.

    De zetel van de Raad voor Lokale Economie is gevestigd in het gemeentehuis. Correspondentie voor de Raad voor Lokale Economie wordt gericht aan het adres van het gemeentehuis onder vermelding van “Raad voor Lokale Economie”.

    De Raad voor Lokale Economie wordt opgericht voor onbepaalde duur en kan te allen tijde door de gemeenteraad ontbonden worden.


    HOOFDSTUK 2: DOELSTELLING EN ERKENNING


    Artikel 2:

    De Raad voor Lokale Economie heeft tot doel: 

    1. overleg tot stand brengen tussen de verschillende actoren van lokale economie enerzijds en het gemeentebestuur anderzijds;
    2. overleg tot stand te brengen tussen ondernemers, verenigingen en deskundigen onderling;
    3. beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend advies uit te brengen aan het college van burgemeester en schepenen over zaken die de lokale economie aanbelangen, en dit op eigen initiatief of op vraag van (een lid van) het college van burgemeester en schepenen;
    4. te beraadslagen over alle problemen welke op gemeentelijk vlak, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, de lokale economie aanbelangen;
    5. voorstellen uit te werken tot het promoten van de lokale economie van Oud-Heverlee.

    De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen trachten de Raad voor Lokale Economie te betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijke ondernemersbeleid.

    De Raad voor Lokale Economie zal hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, advies verlenen over alle aangelegenheden die de Raad voor Lokale Economie belangrijk acht in het kader van het gemeentelijk ondernemersbeleid en voor alle aangelegenheden die voorzien zijn in de van kracht zijnde regelgeving.


    Artikel 3:

    De Raad voor Lokale Economie werd reeds door de gemeenteraad erkend en legt derhalve haar statuten en de latere wijzigingen ervan, ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor.


    Artikel 4:

    Binnen het kader van de goedgekeurde gemeentebegroting voorziet het gemeentebestuur een werkingstoelage voor de gemeentelijke Raad voor Lokale Economie.


    Artikel 5:

    Het gemeentebestuur stelt een vergaderlokaal ter beschikking aan de Raad voor Lokale Economie.


    Artikel 6:

    De Raad voor Lokale Economie moet uiterlijk zes maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad, opnieuw worden samengesteld.

    Het lidmaatschap van de Raad voor Lokale Economie loopt gelijk met de legislatuur van de gemeenteraad, maar blijft geldig tot de Raad vernieuwd is. Hiertoe zal het gemeentebestuur binnen de drie maanden na installatie van een nieuwe gemeenteraad initiatief nemen.

    Tussentijdse coöptatie is mogelijk. De kandidaten voor coöptatie dienen een schriftelijk verzoek in bij de voorzitter en secretaris van de Raad voor Lokale Economie.

    Wanneer een mandaat van een lid van het bestuursorgaan tussentijds vacant wordt, wijst de ledenvergadering een opvolger aan, die het mandaat van zijn voorganger voortzet. Bij vacatie van de functie van voorzitter en/of ondervoorzitter benoemt het bestuursorgaan een plaatsvervanger tot de eerstvolgende ledenvergadering. De ledenvergadering kiest een opvolger, die het mandaat van zijn voorganger voortzet.


    Artikel 7:

    De Raad voor Lokale Economie wordt naar buiten vertegenwoordigd door de leden van het bestuursorgaan.


    HOOFDSTUK 3: SAMENSTELLING EN STRUCTUUR


    Artikel 8:

    De Raad voor Lokale Economie moet voldoende representatief zijn voor alle bestaande vormen van ondernemingen: zelfstandigen, vrije beroepen, landbouwers, consultants, coaches, kunstenaars,... bij de bevolking.

    Hij is samengesteld uit een ledenvergadering en een bestuursorgaan.


    Artikel 9:

    De ledenvergadering van de Raad voor Lokale Economie wordt samengesteld als volgt: 

    1. Stemgerechtigde leden:

    Voor zover zij geen lokaal politiek mandaat bekleden en zich conform deze statuten kandidaat hebben gesteld:

    • alle detailhandelaren, zelfstandigen en beoefenaars van vrije beroepen die een werkelijke en voortdurende beroepsactiviteit op het grondgebied van de gemeente uitoefenen;
    • alle vertegenwoordigers van KMO’s en andere ondernemingen die een werkelijke en voortdurende beroepsactiviteit op het grondgebied van de gemeente uitoefenen;
    • alle vertegenwoordigers van initiatieven inzake sociale economie die werkelijk en voortdurend plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente;
    • alle vertegenwoordigers van handelsverenigingen en andere professionele, interprofessionele en economische groeperingen die de belangen van de zelfstandigen behartigen en die werkelijk en voortdurend op het grondgebied van de gemeente actief zijn;
    • maximum 5 geïnteresseerde inwoners van de gemeente.
    1. Niet-stemgerechtigde leden:

    Zijn geen lid van de Raad maar kunnen aan de vergaderingen van de Raad deelnemen zonder stemrecht:

    o   de schepen bevoegd voor lokale economie;

    • maximum één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad, door de desbetreffende fractie aangeduid nadat hiervan akte is genomen door de gemeenteraad;
    • een door de gemeenteraad aangeduide ambtenaar verantwoordelijk voor lokale economie;
    • eventuele door de Raad goedgekeurde deskundigen op het vlak van thema’s met betrekking tot lokale economie;
    • eventuele door de Raad voor Lokale Economie goedgekeurde vertegenwoordigers van alle andere gemeentelijke adviesraden.

    Ten hoogste twee derde van de leden mogen van hetzelfde geslacht zijn. Zoniet kan niet op rechtsgeldige wijze advies worden uitgebracht.

    De stemgerechtigde leden treden op als vertegenwoordiger van de lokale ondernemers als geheel. Zij zetelen dus niet ten persoonlijke titel en behartigen niet hun particulier belang of het individueel belang van de organisatie die ze vertegenwoordigen.

    Naar aanleiding van de eerste installatievergadering dienen de kandidatuurstellingen ingediend te worden bij de gemeentelijke administratie bevoegd voor de lokale economie waarbij de kandidaat aantoont dat hij of zij voldoet aan de voorwaarden van artikel 9 van deze statuten. De kandidaat geeft tevens aan of hij of zij kandidaat is voor de ledenvergadering en/of het bestuursorgaan en, in dit laatste geval, of hij of zij kandidaat voorzitter, ondervoorzitter of secretaris is. De verkiesbaarheid van de kandidaten zal beoordeeld worden door het college van burgemeester en schepenen. De kandidaturen voor de ledenvergadering dienen te worden goedgekeurd door de ledenvergadering bij de eerste installatievergadering en bekrachtigd te worden door de gemeenteraad op voordracht van het College van Burgemeester en Schepenen. De gemeenteraad beslist  bij gewone meerderheid van stemmen.


    HOOFDSTUK 4: LEDENVERGADERING


    Artikel 10 - Samenstelling:

    De ledenvergadering bestaat maximaal uit 50 leden.


    Artikel 11 - Verslaggeving:

    Het verslag van de ledenvergadering wordt opgemaakt door de secretaris en per email naar de leden van de ledenvergadering gestuurd binnen de 14 dagen na de vergadering. De leden van de ledenvergadering hebben tot 30 dagen na de vergadering om hun opmerkingen door te geven aan de secretaris. Dit aangepaste verslag wordt opnieuw per email gestuurd. Goedgekeurde verslagen worden door de gemeentelijke ambtenaar voor Lokale Economie gepubliceerd worden op de gemeentelijke website binnen de 3 maanden na de vergadering.

     

    Artikel 12 - Bevoegdheden:

    Tot de bevoegdheid van de ledenvergadering behoren:

    1. het goedkeuren van voorstellen tot wijziging van de statuten, van adviezen tot wijzigingen subsidieregeling en tot wijziging van de erkenning;
    2. het aanvaarden en uitsluiten van leden tot de ledenvergadering;
    3. de aanstelling en het ontslag van de bestuurders;
    4. beraadslagen over belangrijke aangelegenheden m.b.t. de lokale economie;
    5. desgevallend, akte nemen van de jaarlijkse rekeningen en de begroting van de Raad voor Lokale Economie;
    6. het advies geven aan het college van burgemeester en schepenen.

     

    Artikel 13 - Frequentie van vergaderen:

    De ledenvergadering komt minstens driemaal per jaar samen.

    Een ledenvergadering kan bijeengeroepen worden, hetzij door het bestuursorgaan, hetzij op schriftelijk verzoek van minstens 1/5 van de leden, hetzij op vraag van het college van burgemeester en schepenen.

     

    Artikel 14 - Oproeping tot de vergadering:

    Al de leden van de ledenvergadering zullen worden uitgenodigd tot het bijwonen van de vergadering per email.

    De oproepingsmail vermeldt de agenda. Elk voorstel, schriftelijk gedaan door ten minste 1/10 van de leden, moet op de agenda worden gebracht. De oproepingen geschieden minstens tien dagen voor de vergadering en worden vergezeld van alle documenten die de leden nodig hebben om met kennis van zaken de beslissingen te kunnen nemen die op de agenda staan.

     

    Artikel 15 - Geldig vergaderen:

    De ledenvergadering kan geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige leden, tenzij er op de agenda van deze vergadering beraadslagingen staan die betrekking hebben op aangelegenheden vermeld in artikel 12 a, b of c, in welk geval minstens de helft van de leden aanwezig moet zijn. Als dit aantal niet wordt bereikt, wordt binnen de veertien dagen een buitengewone ledenvergadering samengeroepen met dezelfde agenda. Deze vergadering beslist geldig, ongeacht het aantal aanwezige leden.

     

    Artikel 16 - Geldig beslissen:

    Alle beslissingen die niet expliciet anders vermeld zijn, worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter. Indien deze staking van stemmen zich voordoet bij geheime stemming, volgt een herstemming. Bij een nieuwe staking van stemmen wordt het voorstel verworpen.

     

    Artikel 17 - Geheime stemming:

    Een stemming is geheim, telkens het om personen gaat of als 2/5 van de aanwezige leden erom verzoekt. Bij verkiezing van voorzitter, ondervoorzitter en secretaris is de persoon met de meeste stemmen verkozen.

     

    Artikel 18 - Wijziging van statuten en ontbinding van de Raad voor Lokale Economie:

    Bij wijziging van statuten dient de goed te keuren tekst in de oproepingsbrief vermeld te worden.

    Deze tekst wordt voorbereid in het bestuursorgaan.

    Tot de wijziging van statuten of ontbinding van de Raad voor Lokale Economie kan enkel beslist worden als minimum 2/3 van de leden op de vergadering aanwezig is. Wordt aan deze vereiste niet voldaan, dan dient binnen de veertien dagen volgend op de eerste vergadering een tweede vergadering belegd. Deze zal geldig beraadslagen en beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

    Beslissingen aangaande wijziging van statuten of ontbinding van de Raad voor Lokale Economie worden te allen tijde genomen met 2/3 meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

     

    Artikel 19 - Ontslag en uitsluiting van leden:

    Aan het mandaat van lid van de ledenvergadering komt automatisch een einde door het niet meer voldoen aan één van de voorwaarden, gesteld in Artikel 9 van de statuten. Een lid van de ledenvergadering dient schriftelijk zijn/haar ontslag te melden aan het bestuursorgaan van de Raad voor Lokale Economie.


    HOOFDSTUK 5: BESTUURSORGAAN


    Artikel 20 - Samenstelling:

    Het bestuursorgaan bestaat uit minstens vier en maximaal elf leden, waaronder de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris. De bestuurders worden op de eerste ledenvergadering (voorgezeten door de gemeentelijke ambtenaar voor Lokale Economie) verkozen door en uit de leden van de ledenvergadering. Aftredende bestuurders zijn herkiesbaar. Indien er meer kandidaten dan plaatsen zijn volgt een geheime stemming waarbij de personen met de meeste stemmen verkozen zijn.

    Tijdens de installatievergadering van de Raad voor Lokale Economie, zullen de leden eveneens overgaan tot het aanstellen van de voorzitter, de ondervoorzitter en de secretaris uit het midden van de bestuurders, bij stemming met twee derde meerderheid.

    De voorzitter heeft tot taak:

    • de Raad voor Lokale Economie en het bestuursorgaan bijeen te roepen en te leiden;
    • te zorgen voor de uitvoering van de besluiten van de Raad voor Lokale Economie.

    De ondervoorzitter vervangt de voorzitter bij afwezigheid.

    De secretaris heeft tot taak de agenda van de Raad voor Lokale Economie op te stellen in overleg met de andere leden van het bestuur en draagt de verantwoordelijkheid over de secretariaatswerkzaamheden en de verslaggeving van de vergaderingen.


    Artikel 21 - Verslaggeving van de ledenvergadering:

    De verslagen van het bestuursorgaan worden opgemaakt door de secretaris en per email naar alle leden van de ledenvergadering gestuurd binnen de 14 dagen na de vergadering. Elk lid van de ledenvergadering kan het bestuursorgaan om toelichting vragen en bemerkingen geven binnen een termijn van 30 dagen na de vergadering. Het bestuursorgaan bespreekt deze vragen en opmerkingen in haar volgende gewone vergadering. Haar antwoorden worden in het volgende verslag opgenomen.


    Artikel 22 - Bevoegdheden:

    De bevoegdheden die niet uitdrukkelijk aan de ledenvergadering zijn toegewezen, behoren tot de bevoegdheid van het bestuursorgaan.

    Het bestuursorgaan bereidt de ledenvergaderingen van de Raad voor Lokale Economie voor, voert de beslissingen ervan uit en is de officiële spreekbuis van de Raad voor Lokale Economie.

    Het bestuursorgaan heeft het recht op elk ogenblik een of meerdere werkgroepen op te richten om bijvoorbeeld bepaalde adviezen die van de Raad voor Lokale Economie gevraagd worden voor te bereiden. Hierbij kan een beroep gedaan worden op derden, externe deskundigen, om een welbepaalde materie nader toe te lichten. Deze deskundigen hebben geen stemrecht.


    Artikel 23 - Frequentie van vergaderen:

    Het bestuursorgaan komt zo vaak als nodig samen. De voorzitter roept de vergadering bijeen. Indien minstens 1/3 van de leden van het bestuursorgaan hierom verzoekt, moet binnen de veertien dagen een vergadering bijeengeroepen worden.

    De leden van de Raad voor Lokale Economie kunnen agendapunten voorstellen voor de agenda van het bestuursorgaan met een schriftelijk verzoek aan de voorzitter.


    Artikel 24 - Oproeping tot de vergadering:

    Al de leden van het bestuursorgaan worden elektronisch opgeroepen tot het bijwonen van de vergadering. De oproepingsbrief vermeldt de agenda. De oproepingen geschieden minstens vijf dagen voor de vergadering.


    Artikel 25 - Geldig vergaderen:

    Voor zover de vergadering geldig is samengeroepen, kan het bestuursorgaan geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige bestuurders.


    Artikel 26 - Geldig beslissen:

    Alle beslissingen van het bestuursorgaan worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter. Indien deze staking van stemmen zich voordoet bij een geheime stemming, volgt een herstemming. Bij een nieuwe staking van stemmen wordt het voorstel verworpen.


    Artikel 27 - Tekenen van documenten:

    Om geldig te zijn, dienen alle officiële documenten, uitgaande van het bestuursorgaan, ondertekend te worden door de voorzitter en de secretaris.


    Artikel 28 – Ontslag en vervanging:

    Indien een lid van het bestuursorgaan drie opeenvolgende vergaderingen niet heeft bijgewoond zonder te verwittigen, kan het bestuursorgaan mits 2/3 meerderheid op de ledenvergadering voorstellen deze bestuurder te ontslaan en eventueel te vervangen. Nieuwe kandidaturen voor de vacante positie kunnen op dezelfde ledenvergadering gestemd worden.


    HOOFDSTUK 6: OPENBAARHEID


    Artikel 29 - Openbaarheid:

    De vergaderingen van de Raad voor Lokale Economie en het bestuursorgaan gebeuren in besloten zitting. De verslagen van de vergaderingen en adviezen worden gepubliceerd.


    HOOFDSTUK 7: ADVIEZEN


    Artikel 30 - Adviezen:

    Het College van Burgemeester en Schepenen zal haar adviesvragen aan de Raad voor Lokale Economie steeds schriftelijk stellen met:

    1. een duidelijke omschrijving van de concrete vraag;
    2. een opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de Raad rekening moet houden;
    3. een opgave van de uiterste datum van inlevering van het advies bij het gemeentebestuur. De adviesvragen zullen steeds vergezeld gaan van alle nodige informatie.

    Het College van Burgemeester en Schepenen zal de Raad voor Lokale Economie steeds minimaal een termijn van zes weken geven te rekenen vanaf de datum van aankomst van de adviesvraag bij de Raad voor Lokale Economie. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen Raad voor Lokale Economie en gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden.


    Artikel 31 – Adviesverslagen:

    De adviezen en/of voorstellen van de Raad voor Lokale Economie zullen in het verslag van de desbetreffende vergadering worden opgenomen en individueel verzonden worden aan het College van Burgemeester en Schepenen.

    De adviezen zullen gemotiveerd worden en zeker melding maken van:

    1. de wijze waarop het advies tot stand kwam met duidelijke opgave welke betrokkenen op welke manier geconsulteerd werden;
    2. de argumentatie die geleid heeft tot de standpuntbepaling in het advies;
    3. het standpunt van de Raad voor Lokale Economie.


    Artikel 32 - Adviezen:

    Het College van Burgemeester en Schepenen formuleert binnen de termijn van zes weken, te rekenen vanaf de datum dat het advies of het voorstel bij het gemeentebestuur toekwam, een schriftelijk gemotiveerd antwoord op het advies of het voorstel en bezorgt dit aan de voorzitter van de Raad voor Lokale Economie.


    HOOFDSTUK 8: ONDERSTEUNING


    Artikel 33 – Ondersteuning:

    Het gemeentebestuur zal, conform het gemeenteraadsbesluit dat de oprichting van deze Raad voor Lokale Economie inhoudt, de Raad voor Lokale Economie ondersteunen door:

    1. in de gemeentelijke begroting jaarlijks een budget voor de financiering van de werking op te nemen. De controle op de aanwending van het budget door de Raad voor Lokale Economie zal gebeuren door het College van Burgemeester en Schepenen;
    2. administratieve en logistieke ondersteuning door de gemeentelijke diensten te voorzien, alsook door, naast de in artikel 9.2 vermelde ambtenaar verantwoordelijk voor lokale economie, een ambtenaar ter beschikking te stellen voor het waarnemen van de secretariaatswerkzaamheden en de verslaggeving van de vergaderingen. De concrete uitwerking hiervan zal gebeuren door het college van burgemeester en schepenen in nauw overleg met de secretaris van de Raad voor Lokale Economie;
    3. alle nuttige documenten ter beschikking te stellen teneinde de Raad voor Lokale Economie toe te laten gemotiveerde adviezen uit te brengen.


    Artikel 34 – Verzekering aansprakelijkheid:

    Ter dekking van risico’s ‘Burgerlijke aansprakelijkheid’, ‘rechtsbijstand’ en ‘lichamelijke ongevallen’, zal het College van Burgemeester en Schepenen, conform het gemeenteraadsbesluit dat de erkenning van deze Raad voor Lokale Economie inhoudt, voor de leden van de Raad voor Lokale Economie de nodige verzekeringspolissen afsluiten.

     

    Artikel 2: De gemeenteraad heft het organiek reglement voor de Raad voor Lokale Economie van 18 december 2007 op.

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om onderstaande overeenkomst tussen de gemeente Oud-Heverlee en VHL goed te keuren.

    Huurovereenkomst Gemeente Oud-Heverlee - VHL

     

    Tussen

     

    De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en mevrouw Marijke Pertz, algemeen directeur

    hierna genoemd “De gemeente”;

     

    EN

     

    Vzw Volley Haasrode Leuven (VHL), aangesloten bij de Koninklijke Belgische volleybalbond

    onder het stamnummer 0122, met maatschappelijke zetel Frans Vermeylenstraat 9 te 3000

    Leuven, uitbatingszetel Milsestraat 43 te 3053 Haasrode, opgericht in 1998, bij deze vertegenwoordigd door Luc Vanaverbeke, voorzitter, en Godfried Haeldermans, secretaris. hierna genoemd “Volleybalclub”;

     

    wordt het volgende overeengekomen:

     

    Artikel 1: Onderwerp van huurovereenkomst

    De gemeente Oud-Heverlee geeft in huur het sportcomplex van Haasrode, gelegen aan de Armand Verheydenstraat 19 in Haasrode, gekadastreerd in wijk C als 117T (= turnzaal) & 117W (= sporthal). Deze gebouwen bestaan uit een sporthal met tribunes, vier kleedkamers, twee cafetaria’s, gangen op het gelijkvloers, vergaderlokaal, meerdere bergingen, bierkelder, turnzaal en meerdere sanitaire ruimtes.

     

     

    Figuur 1: kadastrale gegevens sportcomplex Haasrode

     

    Figuur 3: indeling sportcomplex Haasrode 1e verdiep                       Figuur 2: indeling sportcomplex Haasrode gelijkvloers

     

    De infrastructuur blijft eigendom van de gemeente.

    Deze huurovereenkomst vervangt alle verbale en/of schriftelijke huurovereenkomsten afgesloten voor deze datum.

    Artikel 2: Contractduur

    Dit contract gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.

     

    Artikel 3: Huurprijs

    De huurprijs voor 2026 is 6.780 €/jaar te betalen in maandelijkse schijven van 565€, bij voorafbetalingen op de eerste van de maand op het rekeningnummer BE19 0910 0017 2912.

    De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd: (Basishuur x Nieuwe index*) / Startindex**  

    *De nieuwe gezondheidsindex: deze wordt maandelijks gepubliceerd door de FOD Economie (Federale Overheidsdienst). Deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan het nieuwe jaar (december).

    **De startindex (ook wel basisindex genoemd): deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan de verjaardag van het huurcontract (december 2025).

     

    Artikel 4: Voorwaarden Huurprijs:

    De volleybalclub gebruikt de sporthal en cafetaria maximaal 2400 uren/jaar en de turnzaal maximaal 1600 uren/jaar gedurende de looptijd van de overeenkomst . Bijkomende uren worden gefactureerd aan het tarief zoals bepaald in het ‘reglement gebruik gemeentelijke infrastructuur’, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2020.  

    De volleybalclub is verantwoordelijk om in juni voorafgaand aan de start van het sportseizoen hun uren in te geven via het gemeentelijk reservatiesysteem of door te geven aan de dienst vrije tijd.  

    De volleybalclub is verantwoordelijk voor gebruikelijke verenigings- en sportverzekeringen.  

    De onroerende voorheffing blijft ten laste van de gemeente.

    De gemeente laat jaarlijks de infrastructuur controleren op brandveiligheid (met name de brandhaspels, de draagbare blusapparaten en de noodverlichtingsarmaturen). De gemeente dient hiervoor te beschikken over alle sleutels die nodig zijn om de lokalen te betreden.  

    De gemeente is verantwoordelijk voor standaard verzekeringen voor gebouwen (zoals brandverzekering). Ook zal de gemeente de nodige keuringen van elektriciteit, lift, verwarming en andere laten uitvoeren. In de brandpolis zit inbegrepen dat er afstand van verhaal wordt gedaan tegenover de verhuurders.  

    De voorwaarden i.v.m. het onderhoud bevinden zich in het artikel ‘onderhoud’.

     

    Artikel 5: Andere gebruikers en onderverhuring

    De gemeente behoudt het recht om de sporthal en alle oranje ruimtes (zoals turnzaal + kleedkamers 3 & 4) ter beschikking te stellen aan de Gemeentelijke Basisscholen van Haasrode & Blanden. Tijdens de schooluren hebben de scholen voorrang op de volleybalclub. De afspraken i.v.m. onderhoud bevinden zich in artikel ‘onderhoud’.

     

    De gemeente behoudt het recht om de sporthal (+ cafetaria + kleedkamers 1 & 2) 4x per jaar gedurende 5 opeenvolgende dagen te gebruiken of ter beschikking te stellen aan andere gemeentelijke verenigingen en organisaties mits voorafgaandelijk overleg met de volleybalclub. De afspraken i.v.m. onderhoud bevinden zich in artikel ‘onderhoud’.  

    De gemeente zal de turnzaal en kleedkamers 3 & 4 opnemen in het online-reservatiesysteem om zo te verhuren aan andere gemeentelijke verenigingen/organisaties. De volleybalclub zal als eerste de mogelijkheid krijgen om uren te reserveren met een maximum van het aantal vermelde uren in artikel 4. Andere verenigingen zullen de mogelijkheid hebben om via het online reservatiesysteem de overgebleven uren te reserveren, rekening houdende dat ze in de mate van het mogelijke de uren van de voorbije jaren kunnen behouden. Op deze manier waarborgt de gemeente het normale verloop van de competitie en het oefenprogramma van de club.  

    De volleybalclub heeft geen toelating om de infrastructuur zelf onder te verhuren. De volleybalclub mag enkel de cafetaria boven gratis ter beschikking stellen aan derden. Alle aanvragen om de infrastructuur te huren dienen via het schepencollege te verlopen. De praktische afspraken omtrent het verhuren aan andere organisaties zullen altijd in onderling overleg gebeuren.  

    Overnachten in de gebouwen is niet toegelaten. 

     

    Artikel 6: Onderhoud

    Alle installaties blijven eigendom van de gemeente. In geen geval zal de gemeente toelaten dat er activiteiten of manifestaties zouden plaatsvinden die ernstige schade aan terreinen, gebouwen of installaties kunnen veroorzaken.  

    De volleybalclub is ertoe gehouden de gebouwen en terreinen te beheren als een goede huisvader.  

    De volleybalclub verklaart op de hoogte te zijn van het hiervoor beschreven goed en het te aanvaarden in de huidige staat.  

    De volleybalclub staat in voor het dagdagelijks onderhoud van alle blauwe ruimtes (zie figuren 2 & 3). De volleybalclub zal ook zelf instaan voor het verwijderen van het overgebleven afval. De gemeente zal het dagdagelijks onderhoud van de oranje ruimtes (zie figuur 3) doen en er het afval verwijderen. De gemeente zal ook alle gebruikers aansporen om de infrastructuur netjes achter te laten.  

    De gemeente zal indien nodig extra onderhoudsbeurten inlassen wanneer er (grote) evenementen zouden plaats vinden georganiseerd door de gemeente. Het onderhoud kan enkel uitgevoerd worden op weekdagen. De gemeente beschikt op vrijdagnamiddag niet over personeel om haar ruimtes te onderhouden. Indien de volleybalclub de turnzaal en/of de kleedkamers 3 & 4 wenst te gebruiken na vrijdagnamiddag zal het deze zelf moeten poetsen.  

    Onderhoud en reiniging van de diverse tapinstallaties gebeurt door de volleybalclub.  

    De gemeente heeft het recht te controleren of de infrastructuur onderhouden is. Klachten van andere gebruikers zullen doorgestuurd worden naar de volleybalclub. De volleybalclub zal ook klachten over andere gebruikers doorsturen naar de gemeente. Indien bij controle en na aanmaning van de gemeente vastgesteld wordt dat de infrastructuur niet netjes is, dan zal de gemeente poetsen en de kosten door factureren volgens de vastgestelde tarieven in het  retributiereglement voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden d.d. 26 maart 2019.

     

    Artikel 7: Bestemming

    De infrastructuur mag in principe enkel aangewend worden voor sportieve activiteiten of activiteiten (bv. Restaurantdagen) die door de club georganiseerd worden ter realisering van haar doel. Andere activiteiten zijn slechts toegestaan mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van het schepencollege.  

    In het kader van een noodsituatie of dreigende noodsituatie, waarbij de openbare veiligheid in gevaar wordt gebracht of kan worden, is de lokale overheid bevoegd om de verhuurde infrastructuur aan te wenden voor de noodwendigheden van het moment, zoals bijvoorbeeld het onthaal en opvang van niet gewonde slachtoffers en dit voor onbepaalde duur. De vertegenwoordigers van de volleybalclub zullen in dergelijke omstandigheden hun volledige medewerking verlenen en toegang verschaffen tot de lokalen en beschikbare middelen.

     

    Artikel 8: Bodemtoestand

    De gemeente verklaart, dat er op het goed dat voorwerp is van deze huurovereenkomst, bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Er zijn volgens het bodemattest van OVAM geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden over de kadastrale percelen.  

     

    Artikel 9: Lokale Economie & Fair Trade

    De volleybalclub verbindt zich ertoe om de meerderheid van de verkochte producten bij de lokale handelaars aan te kopen. Ook zal de volleybalclub permanent minstens 2 fair trade producten in de kantine aanbieden en dit aanbod duidelijk afficheren.

     

    Artikel 10: Communicatie

    De gemeente zal tijdig communiceren over het gebruik van de sporthal door andere verenigingen.  

    De volleybalclub meldt defecten, noodzakelijke herstellingen en beschadigingen (bv. Door vandalisme) tijdig aan de dienst infrastructuur per mail op infrastructuur@oud-heverlee.be met een duidelijke omschrijving/foto van het probleem en de locatie. Schade veroorzaakt door onoordeelkundige handelingen of slecht beheer zullen na herstel door/in opdracht van de gemeente worden gefactureerd aan de volleybalclub.  

    Elke vraag tot investering aan de gemeente zal door de volleybalclub tijdig gecommuniceerd worden aan het schepencollege. Rekening houdende met de uitwerking van een project moet er rekening gehouden worden met minstens één jaar tussen vraag en uitvoering na eventuele goedkeuring van het schepencollege.  

    Opmerkingen over het niet correct toepassen van de overeenkomst moeten zo snel mogelijk kenbaar gemaakt worden aan de gemeente, burgemeester en schepen van sport, en de volleybalclub, voorzitter en secretaris, met doelstelling deze op korte termijn te bespreken en op te lossen.  

    Artikel 11: Rookvrije infrastructuur

    De volledige site van het sportcomplex Haasrode, inclusief gebouwen, tribunes, kleedkamers, sanitaire voorzieningen, gangen, vergaderzalen, cafetaria’s, bergingen en de onmiddellijke buitenomgeving, is rookvrij, overeenkomstig de geldende wetgeving betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers van publieke ruimten.

    Het rookverbod geldt voor alle vormen van roken, inclusief elektronische sigaretten en aanverwante producten.

    De volleybalclub engageert zich om het rookverbod te respecteren en toe te zien op de naleving ervan door haar leden, bezoekers en deelnemers aan activiteiten.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om bij vastgestelde overtredingen passende maatregelen te nemen, waaronder waarschuwingen of het doorrekenen van eventuele boetes of kosten die voortvloeien uit overtredingen van de rookwetgeving.

    Artikel 12 – UiTPAS en kansentarief

    De gemeente Oud-Heverlee neemt deel aan het UiTPAS-programma regio Leuven, dat tot doel heeft iedereen te betrekken bij cultuur, sport en ontspanning, met bijzondere aandacht voor inwoners in een maatschappelijk kwetsbare situatie.

    Personen met een UiTPAS aan kansentarief genieten, conform het UiTPAS-reglement, van een korting van 80% op het inschrijvingsgeld, de toegangsprijs of het lidgeld bij deelname aan activiteiten van UiTPAS-aanbieders in de regio.

    De UiTPAS aan kansentarief wordt gratis toegekend aan inwoners die:

    • recht hebben op verhoogde tegemoetkoming bij de mutualiteit,
    • of in schuldbemiddeling of budgetbeheer leven.
      Zij kunnen hun attest bekomen via de mutualiteit, het OCMW of het CAW.

     

    De volleybalclub erkent het UiTPAS-systeem en verbindt zich ertoe om, binnen haar mogelijkheden, deel te nemen als UiTPAS-aanbieder, zodat leden en deelnemers met kansentarief kunnen genieten van het verminderd tarief zoals bepaald in de afspraken met de gemeente.

     

     

    Opgemaakt in twee originele exemplaren te Oud-Heverlee, op [datum ondertekening].

    Voor akkoord,

    Voor de gemeente Oud-Heverlee
    Marijke Pertz, algemeen directeur


          ____________________
    Bart Clerckx, burgemeester


          ____________________

    Voor Volley Haasrode Leuven (VHL)
    Luc Vanaverbeke, voorzitter


          ____________________
    Godfried Haeldermans, secretaris


          ____________________

  • Amendement ingediend door SAMEN 

    De gemeente Oud-Heverlee neemt deel aan het UiTPAS-programma regio Leuven, dat tot doel heeft iedereen te betrekken bij cultuur, sport en ontspanning, met bijzondere aandacht voor inwoners in een maatschappelijk kwetsbare situatie.

    Personen met een UiTPAS aan kansentarief genieten, conform het UiTPAS-reglement, van een korting van 80% op het inschrijvingsgeld, de toegangsprijs of het lidgeld bij deelname aan activiteiten van UiTPAS-aanbieders in de regio.

    De UiTPAS aan kansentarief wordt gratis toegekend aan inwoners die:

     

    • recht hebben op verhoogde tegemoetkoming bij de mutualiteit,
    • of in schuldbemiddeling of budgetbeheer leven.
      Zij kunnen hun attest bekomen via de mutualiteit, het OCMW of het CAW.

    De toneelvereniging erkent het UiTPAS-systeem en verbindt zich ertoe om, binnen haar mogelijkheden, deel te nemen als UiTPAS-aanbieder, zodat leden en deelnemers met kansentarief kunnen genieten van het verminderd tarief zoals bepaald in de afspraken met de gemeente.

    Stemming amendement:

     

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste)

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts)

    Annick Minnoye

    Tegen:

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.


     

    Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om onderstaande overeenkomst tussen de gemeente Oud-Heverlee en toneelvereniging het Spel goed te keuren.


    Huurovereenkomst Gemeente Oud-Heverlee - Toneelvereniging Het Spel

    Tussen

    De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en

    schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en Marijke Pertz, algemeen

    directeur hierna genoemd “De gemeente”;

    EN

    Toneelkring Het Spel met maatschappelijke zetel M. Noéstraat 9A te 3050 Oud-Heverlee, opgericht in 1978, bij deze vertegenwoordigd door Marie Claire Goossens en Philippe Decoster - hierna genoemd "Het Spel";

    wordt het volgende overeengekomen:


    Artikel 1: Onderwerp van huurovereenkomst

    De gemeente geeft in huur de eerste verdieping van het OC Haasrode, bestaande uit:

     

     

    De infrastructuur blijft eigendom van de gemeente.

    Het Spel verbindt zich ertoe geen activiteiten te ontwikkelen die conflicteren met het gebruik van het OC Haasrode (gelijkvloers).


    Artikel 2: Contractduur

    Dit contract gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.


    Artikel 3: Huurprijs

    De huurprijs is 125 €/jaar, te betalen voor de 3e maand op het rekeningnummer BE19 0910 0017 2912. De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd: (Basishuur x Nieuwe index*) / Startindex**

    *De nieuwe gezondheidsindex: deze wordt maandelijks gepubliceerd door de FOD Economie (Federale Overheidsdienst). Deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan het nieuwe jaar (december).

    **De startindex (ook wel basisindex genoemd): deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan de verjaardag van het huurcontract (december 2025).


    Artikel 4: Voorwaarden Huurprijs:

    Het Spel geniet het hoofdgebruik van de beschreven infrastructuur gedurende de huurovereenkomst.

    De stockageruimte op de eerste verdieping wordt gedeeld met academie De Vonk (elk 50 %).

    Bij activiteiten van academie De Vonk kan de verdieping ter beschikking gesteld worden als kleedruimte.

    Het Spel is verantwoordelijk voor de gebruikelijke verenigingsverzekeringen.

    Het Spel engageert zich om het terrein (buiten) rookvrij te maken en te streven naar een rookvrije omgeving. https://www.generatierookvrij.be/maak-ook-jouw-sportclub-rookvrij

    De onroerende voorheffing blijft ten laste van de gemeente.

    De gemeente laat jaarlijks de infrastructuur controleren op brandveiligheid (met name de draagbare blusapparaten en de noodverlichting) en zal instaan voor de wettelijk verplichte veiligheidspictogrammen. De gemeente dient hiervoor te beschikken over alle sleutels die nodig zijn om de lokalen te betreden.

    De gemeente is verantwoordelijk voor standaard verzekeringen voor gebouwen (zoals brandverzekering). Ook zal de gemeente de nodige keuringen van elektriciteit, blusapparaten en andere laten uitvoeren. ln de brandpolis zit inbegrepen dat er afstand van verhaal wordt gedaan tegenover de verhuurder.


    Artikel 5: Andere gebruikers en onderverhuring

    De gemeente behoudt het recht om de infrastructuur 4 x per jaar gedurende 5 opeenvolgende dagen te gebruiken of ter beschikking te stellen aan andere gemeentelijke verenigingen en organisaties mits voorafgaandelijk overleg met Het Spel.

    Het Spel heeft geen toelating om de infrastructuur zelf onder te verhuren. Alle aanvragen om de infrastructuur te huren dienen via het schepencollege te verlopen. De praktische afspraken omtrent het verhuren aan andere organisaties zullen altijd in onderling overleg gebeuren.

    Overnachten in de gebouwen is niet toegelaten.


    Artikel 6: Onderhoud

    Alle installaties blijven eigendom van de gemeente. ln geen geval zal de gemeente toelaten dat er activiteiten of manifestaties zouden plaatsvinden die ernstige schade aan terreinen, gebouwen of installaties kunnen veroorzaken.

    Het Spel is ertoe gehouden de gebouwen te beheren als een goede huisvader.

    Het Spel verklaart op de hoogte te zijn van het hiervoor beschreven goed en het te aanvaarden in de huidige staat.

    Het Spel doet het dagdagelijks onderhoud en het verwijderen van het overgebleven afval.

    De gemeente heeft het recht te controleren of de infrastructuur onderhouden is. Indien bij controle en na aanmaning van de gemeente vastgesteld wordt dat de infrastructuur niet netjes is, dan zal de gemeente poetsen en de kosten door factureren volgens de vastgestelde tarieven in het  retributiereglement voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden d.d. 26 maart 2019.


    Artikel 7: Bestemming

    De infrastructuur mag in principe enkel aangewend worden voor culturele activiteiten of activiteiten die door de vereniging georganiseerd worden ter realisering van haar doel. Andere activiteiten zijn slechts toegestaan mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van het schepencollege.


    Artikel 8: Bodemtoestand

    De gemeente verklaart, dat er op het goed dat voorwerp is van deze huurovereenkomst, bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Er zijn volgens het bodemattest van OVAM geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden over de kadastrale percelen.


    Artikel 9: Communicatie

    Het Spel verbindt zich ertoe om jaarlijks bij de start van het seizoen alle data door te geven waarop zij gebruik gaan maken van de infrastructuur.

    Het Spel meldt defecten, noodzakelijke herstellingen en beschadigingen (bv. Door vandalisme) tijdig aan de dienst infrastructuur per mail op infrastructuur@oud-heverlee.be met een duidelijke omschrijving/foto van het probleem en de locatie. Schade veroorzaakt door onoordeelkundige handelingen of slecht beheer zullen na herstel door/in opdracht van de gemeente worden gefactureerd aan Het Spel.

    Elke vraag tot investering aan de gemeente zal door Het Spel tijdig gecommuniceerd worden aan het schepencollege. Rekening houdende met de uitwerking van een project moet er rekening gehouden worden met minstens één jaar tussen vraag en uitvoering na eventuele goedkeuring van het schepencollege.

    Opmerkingen over het niet correct toepassen van de overeenkomst moeten zo snel mogelijk kenbaar gemaakt worden aan de gemeente, burgemeester en schepen van cultuur, en Het Spel, voorzitter en secretaris, met doelstelling deze op korte termijn te bespreken en op te lossen.

  • Amendement ingediend door SAMEN 


     

    De gemeente Oud-Heverlee neemt deel aan het UiTPAS-programma regio Leuven, dat tot doel heeft iedereen te betrekken bij cultuur, sport en ontspanning, met bijzondere aandacht voor inwoners in een maatschappelijk kwetsbare situatie.

     

    Personen met een UiTPAS aan kansentarief genieten, conform het UiTPAS-reglement, van een korting van 80% op het inschrijvingsgeld, de toegangsprijs of het lidgeld bij deelname aan activiteiten van UiTPAS-aanbieders in de regio.

     

    De UiTPAS aan kansentarief wordt gratis toegekend aan inwoners die:

     

    • recht hebben op verhoogde tegemoetkoming bij de mutualiteit,
    • of in schuldbemiddeling of budgetbeheer leven.
      Zij kunnen hun attest bekomen via de mutualiteit, het OCMW of het CAW.

     

     

     

    Het kunstcollectief erkent het UiTPAS-systeem en verbindt zich ertoe om, binnen haar mogelijkheden, deel te nemen als UiTPAS-aanbieder, zodat leden en deelnemers met kansentarief kunnen genieten van het verminderd tarief zoals bepaald in de afspraken met de gemeente.


     

    Stemming amendement:

     

    Voor: 

    Samen (Mattias Bouckaert, Jos Rutten, Adinda Claessen, Hanna Van Steenkiste)

    Red Oud-Heverlee (Alexander Binon, Jean-Louis Vertongen, Bart Ponsaerts)

    Annick Minnoye

    Tegen:

    Club CD&V (Bart Clerckx, Katrien Timmermans, Kris Debruyne, Arnout Arts)

    Pro OH (Patrice Lemaitre, Tom Teck, Fien Gilias, Jenna Auwerx)

    N-VA (Francis Van Biesbroeck, Tine Eerlingen, Maggy Steeno, Marc Binon)

    Het amendement wordt niet goedgekeurd.



    Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om onderstaande overeenkomst tussen de gemeente Oud-Heverlee en het kunstcollectief goed te keuren.

    Huurovereenkomst Gemeente Oud-Heverlee - Kunstcollectief OH

     

    Tussen

     

    De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en

    schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en Marijke Pertz, algemeen

    directeur hierna genoemd “De gemeente”;

     

    EN

     

    Kunstcollectief Oud-Heverlee met maatschappelijke zetel Zwarte Poelstraat 6 te 3053 Haasrode, opgericht in 2014, bij deze vertegenwoordigd door Carmen Dekien en Jan Wouters - hierna genoemd "Kunstcollectief OH";

     

    wordt het volgende overeengekomen:

     

    Artikel 1: Onderwerp van huurovereenkomst

    De gemeente geeft in huur het voormalige bosmuseum (D12v2). Deze goederen bevinden zich in het Zoet Water Park op de Maurits Noëstraat 15 in Oud-Heverlee, gekadastreerd in wijk C als D12Y2.

     

    De infrastructuur blijft eigendom van de gemeente.

     

    Deze huurovereenkomst vervangt alle verbale en/of schriftelijke huurovereenkomsten afgesloten voor deze datum.

     

    Artikel 2: Contractduur

    Dit contract gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.

     

    Het contract kan steeds door één van beide partijen opgezegd worden mits schriftelijke kennisgeving 6 maanden op voorhand.


     

    Artikel 3: Huurprijs

    De huurprijs is 725 €/jaar, te betalen op het rekeningnummer BE19 0910 0017 2912. De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd: (Basishuur x Nieuwe index*) / Startindex**

     

    *De nieuwe gezondheidsindex: deze wordt maandelijks gepubliceerd door de FOD Economie (Federale Overheidsdienst). Deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan het nieuwe jaar (december).

    **De startindex (ook wel basisindex genoemd): deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan de verjaardag van het huurcontract (december 2025).

     

    Artikel 4: Voorwaarden Huurprijs:

    Kunstcollectief OH heeft de exclusiviteit om de hiervoor beschreven infrastructuur te gebruiken gedurende de huurovereenkomst.

     

    Kunstcollectief OH is verantwoordelijk voor gebruikelijke verenigingsverzekeringen.

     

    Kunstcollectief OH engageert zich om het terrein (buiten) rookvrij te maken en te streven naar een rookvrije omgeving. https://www.generatierookvrij.be/maak-ook-jouw-sportclub-rookvrij

     

    De onroerende voorheffing blijft ten laste van de gemeente.

     

    Elektriciteit en water worden afgenomen van het Zoet Water park. Gas, stookolie en

    telecommunicatie zijn niet aanwezig. Deze kosten vallen ten laste van de gemeente.

     

    De gemeente laat jaarlijks de infrastructuur controleren op brandveiligheid (met name de draagbare blusapparaten en de noodverlichting) en zal instaan voor de wettelijk verplichte veiligheidspictogrammen. De gemeente dient hiervoor te beschikken over alle sleutels die nodig zijn om de lokalen te betreden.

     

    De gemeente is verantwoordelijk voor standaard verzekeringen voor gebouwen (zoals

    brandverzekering). Ook zal de gemeente de nodige keuringen van elektriciteit, blusapparaten en

    andere laten uitvoeren. ln de brandpolis zit inbegrepen dat er afstand van verhaal wordt gedaan tegenover de verhuurder.

     

    Artikel 5: Andere gebruikers en onderverhuring

    De gemeente behoudt het recht om de lokalen ter beschikking te stellen aan derden.

    Kunstcollectief OH heeft geen toelating om de infrastructuur zelf onder te verhuren. Alle aanvragen om de infrastructuur te huren dienen via het schepencollege te verlopen. De praktische afspraken omtrent het verhuren aan derden zullen altijd in onderling overleg gebeuren.

     

    Overnachten in de gebouwen is niet toegelaten.

     

    Artikel 6: Onderhoud

    Alle installaties blijven eigendom van de gemeente. ln geen geval zal de gemeente toelaten dat er activiteiten of manifestaties zouden plaatsvinden die ernstige schade aan terreinen, gebouwen of installaties kunnen veroorzaken.

     

    Kunstcollectief OH is ertoe gehouden de gebouwen en terreinen te beheren als een goede huisvader.

     

    Kunstcollectief OH verklaart op de hoogte te zijn van het hiervoor beschreven goed en het te

    aanvaarden in de huidige staat.

     

    Kunstcollectief OH doet het dagdagelijks onderhoud en het verwijderen van het overgebleven afval.

     

    De gemeente heeft het recht te controleren of de infrastructuur onderhouden is. Indien bij controle en na aanmaning van de gemeente vastgesteld wordt dat de infrastructuur niet netjes is, dan zal de gemeente poetsen en de kosten door factureren volgens de vastgestelde tarieven in het  retributiereglement voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden d.d. 26 maart 2019.

     

    Artikel 7: Bestemming

    De infrastructuur mag in principe enkel aangewend worden voor culturele activiteiten of activiteiten die door de vereniging georganiseerd worden ter realisering van haar doel. Andere activiteiten zijn slechts toegestaan mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van het schepencollege.

     

    Artikel 8: Bodemtoestand

    De gemeente verklaart, dat er op het goed dat voorwerp is van deze huurovereenkomst, bij zijn

    weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die

    opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen

    veroorzaken. Er zijn volgens het bodemattest van OVAM geen gegevens beschikbaar in het

    register van verontreinigde gronden over de kadastrale percelen.

     

    Artikel 9: Communicatie

    Kunstcollectief OH verbindt zich ertoe om jaarlijks bij de start van het seizoen alle data door

    te geven waarop zij gebruik gaan maken van de infrastructuur.

     

    Kunstcollectief OH meldt defecten, noodzakelijke herstellingen en beschadigingen (bv. door

    vandalisme) tijdig aan de dienst infrastructuur per mail op infrastructuur@oud-heverlee.be met

    een duidelijke omschrijving/foto van het probleem en de locatie. Schade veroorzaakt door

    onoordeelkundige handelingen of slecht beheer zullen na herstel door/in opdracht van de

    gemeente worden gefactureerd aan Kunstcollectief OH.

    Elke vraag tot investering aan de gemeente zal door Kunstcollectief OH tijdig gecommuniceerd worden aan het schepencollege. Rekening houdende met de uitwerking van een project moet er rekening gehouden worden met minstens één jaar tussen vraag en uitvoering na eventuele goedkeuring van het schepencollege.

     

    Opmerkingen over het niet correct toepassen van de overeenkomst moeten zo snel mogelijk kenbaar gemaakt worden aan de gemeente, burgemeester en schepen van cultuur, en Kunstcollectief OH, voorzitter en secretaris, met doelstelling deze op korte termijn te bespreken en op te lossen.

     

    .

  • Artikel 1: De gemeenteraad keurt onderstaande gebruiksovereenkomst voor het gebruik van de stallen in Het Zoetwaterpark door SVK Oud-Heverlee vzw goed:

    Gebruiksovereenkomst SVK inzake gebruik stallen Zoetwaterpark

    Tussen

    De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en

    schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en mevrouw Marijke Pertz, algemeen directeur

    hierna genoemd “De gemeente”;

    EN

    Vereniging ‘SVK Oud-Heverlee vzw’, vertegenwoordigd door Hugo Stroobants

    hierna genoemd “De vereniging”

    Onderstaande gebruiksovereenkomst gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.

    Artikel 1: Inleiding

    • Deze overeenkomst behandelt het gebruik van de stallen in het zoetwaterpark, eigendom van de gemeente Oud-Heverlee, die bestemd zijn voor opslagruimte voor SVK
    • Het beheer van de lokalen wordt waargenomen door de dienst infrastructuur, in overleg met de dienst vrije tijd, in opdracht van het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen verbindt zich ertoe, in alle belangrijke beslissingen rond het beheer van deze lokalen, het advies in te winnen bij de gemeentelijke sportraad alvorens een beslissing te nemen.
    • Indien deze stallen in kader van het masterplan Zoetwaterpark op termijn zouden worden afgebroken, wordt door de gemeente een andere locatie ter beschikking gesteld voor de opslag van het materiaal van SVK Oud-Heverlee vzw.

    Artikel 2: Beschrijving Infrastructuur

    • Stallen Zoetwaterpark

    Artikel 3: Afspraken sleutels

    • Sleutelbeheer: De vereniging bezorgt een lijst van de personen die over sleutels van de lokalen beschikken (naam, adres en telefoonnummer) aan de dienst vrije tijd.
    • Het is niet toegelaten sleutels door te geven aan derden die niet tot de gebruikers van de lokalen behoren.

    Artikel 4: Communicatie

    • Voor vragen en opmerkingen in verband met onderhoud en herstellingen kan de gebruiker terecht bij verantwoordelijke sport. Deze speelt de vragen en opmerkingen door aan de dienst infrastructuur en volgt deze dossiers ook verder op.
    • Bij onregelmatigheden of problemen wordt de dienst vrije tijd altijd verwittigd. Schade aan het lokaal dient onmiddellijk en schriftelijk via email gemeld te worden aan de dienst vrije tijd.

    Artikel 5: Onderhoud en herstellingen

    • Als basisregel geldt dat de vereniging de lokalen beheert zoals een goede huisvader.
    • De betrokken vereniging staat zelf in voor de inrichting van het gebouw. Voor werken die het uitzicht van een lokaal (schilderen, vaste meubels, valse wanden, plafonds,…) dient de vereniging de toestemming te vragen aan het college van burgemeester en schepenen. Werken en aanpassingen aan elektriciteit zijn verboden.

    Artikel 6: Inrichting en gebruik

    • Het is de gebruikers verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen verbouwingswerken uit te voeren of de bestemming van het lokaal te wijzigen.

    Artikel 7: Uitzetting

    • Als, om welke reden dan ook, een vereniging die vast gebruik maakt van een gemeentelijk lokaal dit lokaal moet verlaten, brengt het gemeentebestuur de betrokken vereniging en verantwoordelijke voor sport minstens 6 maanden vooraf op de hoogte.
    • Uitzetting van vereniging moet omstandig worden gemotiveerd. Het gemeentebestuur vraagt bij uitzetting advies van de sportraad.

    Artikel 8: Kosten

    • Er wordt geen huurprijs aangerekend voor het gebruik van deze stallen als opslagruimte.

    Artikel 9: Verzekeringen

    • Het gemeentebestuur staat in voor de brandverzekering van alle gemeentelijke gebouwen. Het is echter wel ten stelligste aangeraden dat de vereniging zelf een verzekering aangaat voor de inboedel van het gebouw.
    • Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking en bewaring van goederen van de gebruikers. Het draagt daaromtrent geen enkele verantwoordelijkheid. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen opgelopen bij het gebruik van de lokalen, op bij diefstal van materiaal in de lokalen. De verenigingen moeten zelf voor de nodige verzekering zorgen, namelijk burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen en schade.

     

     

     

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om onderstaande overeenkomst tussen de gemeente Oud-Heverlee en de Wipmaatschappij goed te keuren.

     

    Huurovereenkomst Gemeente Oud-Heverlee – Wipmaatschappij ‘De Verenigde Geburen’

     

    Tussen

     

    De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en Marijke Pertz, algemeen directeur hierna genoemd “De gemeente”; 

    EN 

    De Wipmaatschappij ‘De Verenigde Geburen’ vzw uit Haasrode vertegenwoordigd door:

    - De heer Luc Adams, voorzitter, wonend te 3052 Blanden, Vlierbeekstraat 11

    - De heer René Adams, secretaris, wonend te 3110 Rotselaar, Vakenstraat 16.

    - De heer Jan Adams, bestuurslid, wonend te 300 Leuven, Bierbeekstraat 11

    De Wipmaatschappij is een feitelijke vereniging erkend als Vlaamse Traditionele Sport (Vla-S) met als nummer 95. hierna genoemd “Wipmaatschappij”;

     

    wordt het volgende overeengekomen:

     

    Artikel 1: Onderwerp van huurovereenkomst

    De gemeente Oud-Heverlee geeft in huur de infrastructuur, gelegen aan de Armand Verheydenstraat 19 in Haasrode, gekadastreerd volgens sectie C afdeling 117N, 117P & 117R. Deze infrastructuur omvat een kantine en 2 schuilhokjes (allen opgetrokken in betonnen platen), en 2 staande wippen.

     

             

     

    De infrastructuur blijft eigendom van de gemeente.

     

    Deze huurovereenkomst vervangt alle verbale en/of schriftelijke huurovereenkomsten afgesloten voor deze datum.

     

    Artikel 2: Contractduur

    Dit contract gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.

     

    Artikel 3: Huurprijs

    De huurprijs is 1 €/jaar, te betalen voor de 3e maand op het rekeningnummer BE19 0910 0017 2912.

     

    De Wipmaatschappij vraagt, gedurende de looptijd van deze overeenkomsten, geen jaarlijkse subsidies voor dagelijkse werking van sportverenigingen aan.

     

    Artikel 4: Voorwaarden Huurprijs:

    De Wipmaatschappij heeft de exclusiviteit om de hiervoor beschreven infrastructuur te gebruiken gedurende de huurovereenkomst.  

    De Wipmaatschappij is verantwoordelijk voor gebruikelijke verenigings- en sportverzekeringen.  

    De onroerende voorheffing blijft ten laste van de gemeente.  

    Elektriciteit en Water worden afgenomen van de turnzaal. Gas, stookolie en telecommunicatie zijn niet aanwezig. Deze kosten vallen ten laste van de gemeente.  

    De gemeente laat jaarlijks de infrastructuur controleren op brandveiligheid (met name de draagbare blusapparaten en de noodverlichting) en zal instaan voor de wettelijk verplichte veiligheidspictogrammen. De gemeente dient hiervoor te beschikken over alle sleutels die nodig zijn om de lokalen te betreden.

    De gemeente is verantwoordelijk voor standaard verzekeringen voor de gebouwen alsook de wippen (zoals brandverzekering). Ook zal de gemeente de nodige keuringen van elektriciteit, de wippen en andere laten uitvoeren. ln de brandpolis zit inbegrepen dat er afstand van verhaal wordt gedaan tegenover de verhuurder.

     

    Artikel 5: Andere gebruikers en onderverhuring

    De gemeente behoudt het recht om de infrastructuur 4 x per jaar gedurende 5 opeenvolgende dagen te gebruiken of ter beschikking te stellen aan andere gemeentelijke verenigingen en organisaties mits voorafgaandelijk overleg met de Wipmaatschappij.  

    De Wipmaatschappij heeft geen toelating om de infrastructuur zelf onder te verhuren. Alle aanvragen om de infrastructuur te huren dienen via het schepencollege te verlopen. De praktische afspraken omtrent het verhuren aan andere organisaties zullen altijd in onderling overleg gebeuren.  

    Overnachten in de gebouwen is niet toegelaten. 
     

    Artikel 6: Onderhoud

    Alle installaties blijven eigendom van de gemeente. In geen geval zal de gemeente toelaten dat er activiteiten of manifestaties zouden plaatsvinden die ernstige schade aan terreinen, gebouwen of installaties kunnen veroorzaken.  

    De Wipmaatschappij is ertoe gehouden de gebouwen en terreinen te beheren als een goede huisvader.  

    De Wipmaatschappij verklaart op de hoogte te zijn van het hiervoor beschreven goed en het te aanvaarden in de huidige staat.  

    De Wipmaatschappij doet het dagdagelijks onderhoud en het verwijderen van het overgebleven afval. Daarenboven zal de Wipmaatschappij het sanitair en de gang van het sportcomplex Haasrode poetsen na elk gebruik.  

    Onderhoud en reiniging van tapinstallatie gebeurt door de Wipmaatschappij.  

    De Wipmaatschappij mag 1x per jaar de afgevallen/gesnoeide takken binnen de afsluiting verzamelen op een hoop. De gemeente zal deze na bericht van de Wipmaatschappij komen ophalen.

     

    Artikel 7: Bestemming

    De infrastructuur mag in principe enkel aangewend worden voor sportieve activiteiten of activiteiten die door de club georganiseerd worden ter realisering van haar doel. Andere activiteiten zijn slechts toegestaan mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van het schepencollege.

     

    Artikel 8: Bodemtoestand

    De gemeente verklaart, dat er op het goed dat voorwerp is van deze huurovereenkomst, bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Er zijn volgens het bodemattest van OVAM geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden over de kadastrale percelen.

     

    Artikel 9: Lokale Economie & Fair Trade

    De Wipmaatschappij verbindt zich ertoe om de meerderheid van de verkochte producten bij de lokale handelaars aan te kopen. Ook zal de Wipmaatschappij permanent minstens 2 fair-trade producten in de kantine aanbieden en dit aanbod duidelijk afficheren.

     

    Artikel 10: Communicatie

    De Wipmaatschappij verbindt zich ertoe om jaarlijks bij de start van het seizoen alle data door te geven waarop zij gebruik gaan maken van de infrastructuur.

     

    De Wipmaatschappij meldt defecten, noodzakelijke herstellingen en beschadigingen (bv. door vandalisme) tijdig aan de dienst infrastructuur per mail op infrastructuur@oud-heverlee.be met een duidelijke omschrijving/foto van het probleem en de locatie. Schade veroorzaakt door onoordeelkundige handelingen of slecht beheer zullen na herstel door/in opdracht van de gemeente worden gefactureerd aan de Wipmaatschappij.

    Elke vraag tot investering aan de gemeente zal door de Wipmaatschappij tijdig gecommuniceerd worden aan het schepencollege. Rekening houdende met de uitwerking van een project moet er rekening gehouden worden met minstens één jaar tussen vraag en uitvoering na eventuele goedkeuring van het schepencollege.  

    Opmerkingen over het niet correct toepassen van de overeenkomst moeten zo snel mogelijk kenbaar gemaakt worden aan de gemeente, burgemeester en schepen van sport, en de wipmaatschappij, voorzitter en secretaris, met doelstelling deze op korte termijn te bespreken en op te lossen.

     

    Artikel 11: Rookvrije infrastructuur

    De volledige site van het sportcomplex te Haasrode, inclusief gebouwen, sanitaire voorzieningen, gangen, cafetaria’s en de onmiddellijke buitenomgeving, is rookvrij, overeenkomstig de geldende wetgeving betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers van publieke ruimten.

    Het rookverbod geldt voor alle vormen van roken, inclusief elektronische sigaretten en aanverwante producten.

    De Wipmaatschappij engageert zich om het rookverbod te respecteren en toe te zien op de naleving ervan door haar leden, bezoekers en deelnemers aan activiteiten.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om bij vastgestelde overtredingen passende maatregelen te nemen, waaronder waarschuwingen of het doorrekenen van eventuele boetes of kosten die voortvloeien uit overtredingen van de rookwetgeving.

    Artikel 12 – UiTPAS en kansentarief

    De gemeente Oud-Heverlee neemt deel aan het UiTPAS-programma regio Leuven, dat tot doel heeft iedereen te betrekken bij cultuur, sport en ontspanning, met bijzondere aandacht voor inwoners in een maatschappelijk kwetsbare situatie.

    Personen met een UiTPAS aan kansentarief genieten, conform het UiTPAS-reglement, van een korting van 80% op het inschrijvingsgeld, de toegangsprijs of het lidgeld bij deelname aan activiteiten van UiTPAS-aanbieders in de regio.

    De UiTPAS aan kansentarief wordt gratis toegekend aan inwoners die:

    • recht hebben op verhoogde tegemoetkoming bij de mutualiteit,
    • of in schuldbemiddeling of budgetbeheer leven.
      Zij kunnen hun attest bekomen via de mutualiteit, het OCMW of het CAW.

     

    De Wipmaatschappij erkent het UiTPAS-systeem en verbindt zich ertoe om, binnen haar mogelijkheden, deel te nemen als UiTPAS-aanbieder, zodat leden en deelnemers met kansentarief kunnen genieten van het verminderd tarief zoals bepaald in de afspraken met de gemeente.

     

     

    Opgemaakt in twee originele exemplaren te Oud-Heverlee, op [datum ondertekening].

    Voor akkoord,

    Voor de gemeente Oud-Heverlee
    Marijke Pertz, algemeen directeur


          ____________________
    Bart Clerckx, burgemeester


          ____________________

    Voor de Wipmaatschappij
    Luc Adams, voorzitter


          ____________________
    Voor de Wipmaatschappij

    René Adams, secretaris

     


          ____________________

    Voor de Wipmaatschappij

    Jan Adams, bestuurslid

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om onderstaande overeenkomst tussen de gemeente Oud-Heverlee en Wevok goed te keuren. 

    Huurovereenkomst Gemeente Oud-Heverlee - Wevok

    Tussen

    De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en Marijke Pertz, algemeen directeur hierna genoemd “De gemeente”;

    EN

    Volleybalclub WEVOK, aangesloten bij de Koninklijke Belgische volleybalbond onder het stamnummer 0816, met zetel te Sint-Joris-Weert, opgericht in 1999, bij deze vertegenwoordigd

    door Henri Bruggemans – hierna genoemd “Volleybalclub”;

    wordt het volgende overeengekomen:

     

    Artikel 1: Onderwerp van huurovereenkomst

    De gemeente Oud-Heverlee geeft in huur een gedeelte van het Ontmoetingscentrum van Sint-Joris-Weert, gelegen aan de Beekstraat in Sint-Joris-Weert, gekadastreerd volgens sectie B nummer 99/m. De delen van dit gebouw die onder toepassing vallen van deze overeenkomst:

    een sporthal met tribune, drie kleedkamers, een cafetaria, gangen op het gelijkvloers, een berging, een bierkelder en WC’s.

     

            

     

    De infrastructuur blijft eigendom van de gemeente.

     

    Deze huurovereenkomst vervangt alle verbale en/of schriftelijke Huurovereenkomsten afgesloten voor deze datum.

     

    Artikel 2: Contractduur

    Dit contract gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.

     

    Artikel 3: Huurprijs

    De huurprijs voor 2026 is 2160,00€/jaar te betalen in maandelijkse schijven van 180€, bij voorafbetalingen op de eerste van de maand op het rekeningnummer BE19 0910 0017 2912. 

    De huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd: (Basishuur x Nieuwe index*) / Startindex**

     

    *De nieuwe gezondheidsindex: deze wordt maandelijks gepubliceerd door de FOD Economie (Federale Overheidsdienst). Deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan het nieuwe jaar (december).

    **De startindex (ook wel basisindex genoemd): deze komt overeen met de index van de maand voorafgaand aan de verjaardag van het huurcontract (december 2025).

     

    Artikel 4: Voorwaarden Huurprijs:

    De volleybalclub gebruikt de infrastructuur maximaal 1150 uren/jaar gedurende de looptijd van de overeenkomst. Bijkomende uren worden gefactureerd aan het tarief zoals bepaald in het ‘reglement gebruik gemeentelijke infrastructuur’, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2020.  

    De onroerende voorheffing blijft ten laste van de gemeente.  

    De gemeente laat jaarlijks de infrastructuur controleren op brandveiligheid (met name de brandhaspels, de draagbare blusapparaten en de noodverlichtingsarmaturen). De gemeente dient hiervoor te beschikken over alle sleutels die nodig zijn om de lokalen te betreden.  

    De gemeente is verantwoordelijk voor standaard verzekeringen voor gebouwen (zoals brandverzekering). Ook zal de gemeente de nodige keuringen van elektriciteit, verwarming en andere laten uitvoeren. In de brandpolis zit inbegrepen dat er afstand van verhaal wordt gedaan tegenover de verhuurders.  

    De voorwaarden i.v.m. het onderhoud bevinden zich in het artikel ‘onderhoud’.

     

    Artikel 5: Andere gebruikers en onderverhuring

    De gemeente behoudt het recht om de infrastructuur ter beschikking te stellen aan de Vrije School van Sint-Joris-Weert. Tijdens de schooluren heeft de school voorrang op de volleybalclub. De afspraken i.v.m. onderhoud bevinden zich in artikel ‘onderhoud’.  

    De gemeente behoudt het recht om de infrastructuur 4 x per jaar gedurende 5 opeenvolgende dagen te gebruiken voor of ter beschikking te stellen aan andere gemeentelijke verenigingen en organisaties mits voorafgaandelijk overleg met de volleybalclub. De afspraken i.v.m. onderhoud bevinden zich in artikel ‘onderhoud’.  

    De volleybalclub zal als eerste de mogelijkheid krijgen om de uren te reserveren met een maximum van het aantal vermelde uren in artikel 4. Hierbij dient aan de huidige gebruikers de mogelijkheid gegeven te worden om hun uren te behouden. Andere verenigingen zullen de mogelijkheid hebben om via het online reservatiesysteem de overgebleven uren te reserveren. Op deze manier waarborgt de gemeente het normale verloop van de competitie en het oefenprogramma van de club.   

    De volleybalclub heeft geen toelating om de infrastructuur zelf onder te verhuren. Alle aanvragen om de infrastructuur te huren dienen via het schepencollege te verlopen. De praktische afspraken omtrent het verhuren aan andere organisaties zullen altijd in onderling overleg gebeuren.  

    Overnachten in de gebouwen is niet toegelaten.

     

    Artikel 6: Onderhoud

    Alle installaties blijven eigendom van de gemeente. In geen geval zal de gemeente toelaten dat er activiteiten of manifestaties zouden plaatsvinden die ernstige schade aan terreinen, gebouwen of installaties kunnen veroorzaken.  

    De volleybalclub is ertoe gehouden de gebouwen en terreinen te beheren als een goede huisvader.  

    De volleybalclub verklaart op de hoogte te zijn van het hiervoor beschreven goed en het te aanvaarden in de huidige staat.  

    De volleybalclub staat in voor het dagdagelijks onderhoud van alle blauwe ruimtes (zie figuur 3). De volleybalclub zal ook zelf instaan voor het verwijderen van het overgebleven afval. De gemeente zal het dagdagelijks onderhoud van de oranje ruimtes (zie figuur 3) doen en er het afval verwijderen. De gemeente zal ook alle gebruikers aansporen om de infrastructuur netjes achter te laten.  

    De gemeente zal indien nodig extra onderhoudsbeurten inlassen wanneer er (grote) evenementen zouden plaats vinden georganiseerd door de gemeente. Het onderhoud kan enkel uitgevoerd worden op weekdagen, uitgezonderd vrijdag namiddag.  

    De gemeente zal ook regelmatig controleren of de infrastructuur onderhouden is. Klachten van andere gebruikers zullen doorgestuurd worden naar de volleybalclub. De volleybalclub zal ook klachten over andere gebruikers doorsturen naar de gemeente. Indien bij controle en na aanmaning van de gemeente vastgesteld wordt dat de infrastructuur niet netjes is, dan zal de gemeente poetsen en de kosten door factureren volgens de vastgestelde tarieven in het retributiereglement voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden d.d. 26 maart 2019.

     

    Artikel 7: Bestemming

    De infrastructuur mag in principe enkel aangewend worden voor sportieve activiteiten of activiteiten (bv. Restaurantdagen) die door de club georganiseerd worden ter realisering van haar doel. Andere activiteiten zijn slechts toegestaan mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van het schepencollege.  

    In het kader van een noodsituatie of dreigende noodsituatie, waarbij de openbare veiligheid in gevaar wordt gebracht of kan worden, is de lokale overheid bevoegd om de verhuurde infrastructuur aan te wenden voor de noodwendigheden van het moment, zoals bijvoorbeeld het onthaal en opvang van niet gewonde slachtoffers en dit voor onbepaalde duur. De vertegenwoordigers van de volleybalclub zullen in dergelijke omstandigheden hun volledige medewerking verlenen en toegang verschaffen tot de lokalen en beschikbare middelen.  

    Artikel 8: Bodemtoestand

    De gemeente verklaart, dat er op het goed dat voorwerp is van deze huurovereenkomst, bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Er zijn volgens het bodemattest van OVAM geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden over de kadastrale percelen.  

    Artikel 9: Lokale Economie & Fair Trade

    De volleybalclub verbindt zich ertoe om de meerderheid van de verkochte producten bij de lokale handelaars aan te kopen. Ook zal de volleybalclub permanent minstens 2 fair trade producten in de kantine aanbieden en dit aanbod duidelijk afficheren.  

    Artikel 10: Communicatie

    De gemeente zal tijdig communiceren over het gebruik van de sporthal door andere verenigingen.  

    De volleybalclub meldt defecten, noodzakelijke herstellingen en beschadigingen (bv. Door vandalisme) tijdig aan de dienst infrastructuur per mail op infrastructuur@oud-heverlee.be met een duidelijke omschrijving/foto van het probleem en de locatie. Schade veroorzaakt door onoordeelkundige handelingen of slecht beheer zullen na herstel door/in opdracht van de gemeente worden gefactureerd aan de volleybalclub.  

    Elke vraag tot investering aan de gemeente zal door de volleybalclub tijdig gecommuniceerd worden aan het schepencollege. Rekening houdende met de uitwerking van een project moet er rekening gehouden worden met minstens één jaar tussen vraag en uitvoering na eventuele goedkeuring van het schepencollege.  

    Opmerkingen over het niet correct toepassen van de overeenkomst moeten zo snel mogelijk kenbaar gemaakt worden aan de gemeente, burgemeester en schepen van sport, en de volleybalclub, voorzitter en secretaris, met doelstelling deze op korte termijn te bespreken en op te lossen. 

    Artikel 11: Rookvrije infrastructuur

    De volledige site van het ontmoetingscentrum Sint-Joris-Weert, inclusief gebouwen, tribunes, kleedkamers, sanitaire voorzieningen, gangen, vergaderzalen, cafetaria’s, bergingen en de onmiddellijke buitenomgeving, is rookvrij, overeenkomstig de geldende wetgeving betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers van publieke ruimten.

    Het rookverbod geldt voor alle vormen van roken, inclusief elektronische sigaretten en aanverwante producten.

    De volleybalclub engageert zich om het rookverbod te respecteren en toe te zien op de naleving ervan door haar leden, bezoekers en deelnemers aan activiteiten.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om bij vastgestelde overtredingen passende maatregelen te nemen, waaronder waarschuwingen of het doorrekenen van eventuele boetes of kosten die voortvloeien uit overtredingen van de rookwetgeving.

    Artikel 12 – UiTPAS en kansentarief

    De gemeente Oud-Heverlee neemt deel aan het UiTPAS-programma regio Leuven, dat tot doel heeft iedereen te betrekken bij cultuur, sport en ontspanning, met bijzondere aandacht voor inwoners in een maatschappelijk kwetsbare situatie.

    Personen met een UiTPAS aan kansentarief genieten, conform het UiTPAS-reglement, van een korting van 80% op het inschrijvingsgeld, de toegangsprijs of het lidgeld bij deelname aan activiteiten van UiTPAS-aanbieders in de regio.

    De UiTPAS aan kansentarief wordt gratis toegekend aan inwoners die:

    • recht hebben op verhoogde tegemoetkoming bij de mutualiteit,
    • of in schuldbemiddeling of budgetbeheer leven.
      Zij kunnen hun attest bekomen via de mutualiteit, het OCMW of het CAW.

     

    De volleybalclub erkent het UiTPAS-systeem en verbindt zich ertoe om, binnen haar mogelijkheden, deel te nemen als UiTPAS-aanbieder, zodat leden en deelnemers met kansentarief kunnen genieten van het verminderd tarief zoals bepaald in de afspraken met de gemeente.

     

     

    Opgemaakt in twee originele exemplaren te Oud-Heverlee, op [datum ondertekening].

    Voor akkoord,

    Voor de gemeente Oud-Heverlee
    Marijke Pertz, algemeen directeur


          ____________________
    Bart Clerckx, burgemeester


          ____________________

    Namens Wevok vzw.
    Henri Bruggemans, voorzitter bestuursorgaan


          ____________________


     

  • Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om onderstaande overeenkomst tussen de gemeente Oud-Heverlee en de TC Meerdaal goed te keuren.

    Huurovereenkomst Gemeente Oud-Heverlee - Tennis & Padel Meerdaal vzw

     

    Tussen

     

    De gemeente Oud-Heverlee, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen in de persoon van de heer Bart Clerckx, burgemeester en mevrouw Marijke Pertz, algemeen directeur

    hierna genoemd “De gemeente”;

     

    EN


    Tennis & Padel Meerdaal vzw, Korbeekdamstraat 40, 3050 Oud-Heverlee, ondernemingsnummer 0462.816.989, aangesloten bij de Vlaamse Tennisvereniging vzw onder het stamnummer 7109, vertegenwoordigd door haar voorzitter An Grosemans, hierna genoemd “TPM”;

    wordt het volgende overeengekomen:

     

    Artikel 1: Onderwerp van huurovereenkomst

    Deze overeenkomst loopt naast de opstalovereenkomst betreffende de padelterreinen, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2022 en heeft bijgevolg geen invloed op het stuk grond, gekadastreerd volgens 1e afdeling sectie D23 6a.

    De gemeente Oud-Heverlee geeft in huur een gedeelte van de sportterreinen gelegen aan de

    Korbeekdamstraat 40 te Oud-Heverlee, gekadastreerd volgens 1e afdeling sectie D3b, 1e afdeling sectie D12r3. De infrastructuur omvat 5 tennisterreinen (4 gemalen baksteen en 1 hard-court), allen voorzien van verlichting, een tuinhuis en een woning te gebruiken als clubhuis. De infrastructuur omvat geen roerende goederen (meubelen, tennisterrein uitrusting, ...).

     

     

     

    De infrastructuur (onroerende goederen zijnde gebouwen en terreinen) blijft eigendom van de gemeente.  

    Deze huurovereenkomst vervangt alle verbale en/of schriftelijke huurovereenkomsten afgesloten voor deze datum.

     

    Artikel 2: Contractduur

    Dit contract gaat in vanaf 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2028.

    De huurder kan het contract jaarlijks opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, door middel van een aangetekende brief aan de gemeente.

     

    Artikel 3: Huurprijs

    De huurprijs is 1 €/jaar, te betalen voor de 3e maand op het rekeningnummer BE19 0910 0017 2912.

     

    Artikel 4: Voorwaarden Huurprijs:

    TPM heeft de exclusiviteit om de hiervoor beschreven infrastructuur te gebruiken gedurende de huurovereenkomst. 

    De huurprijs omvat enkel het gebruik van de infrastructuur. TPM dekt gebruikskosten zoals energie- en telecommunicatiekosten. Zulke kosten worden rechtstreeks tussen TPM en leveranciers geregeld.

    TPM dient bij haar elektriciteitsleverancier 100% groene stroom aan te kopen. 

    TPM is verantwoordelijk voor gebruikelijke verenigings- en sportverzekeringen. 

    De woning mag niet gebruikt worden als residentiële woning, doch enkel als clubhuis voor TPM. 

    De gemeente is verantwoordelijk voor de onroerende voorheffing van de infrastructuur. 

    De gemeente laat jaarlijks de infrastructuur controleren op brandveiligheid. Ook de controle van de stookolietank zal door de gemeente geregeld worden. De gemeente dient hiervoor te beschikken over alle sleutels die nodig zijn om de lokalen te betreden. 

    De gemeente is verantwoordelijk voor standaard verzekeringen voor gebouwen (zoals brandverzekering). Ook zal de gemeente, op haar kosten, de nodige periodieke keuringen van de elektrische installaties (laagspanningsbord clubhuis en speelveldverlichting) en blusapparatuur, alsook het periodieke onderhoud van de cv-installatie op stookolie laten uitvoeren. In de brandpolis zit inbegrepen dat er afstand van verhaal wordt gedaan tegenover de verhuurder. TPM wordt geacht de aanwezige blusapparatuur in goede staat te bewaren en niet te verplaatsen van de met veiligheidslogo aangeduid bevestigingspunten. 

    De gemeente staat in voor de jaarlijkse keuring van de inbraakalarmcentrale alsook voor het jaarlijks uitvoeren van een legionella-audit. De gemeente bezorgt kopijen van de hiervoor vermelde keuringsverslagen aan TPM (per brief). TPM zal deze verslagen verzamelen in een map en ter plaatse bewaren. 

    Eventuele aanpassings- en/of herstellingswerken, op basis van de betreffende verslagen, worden uitgevoerd op kosten van de gemeente. 

    De gemeente zal ook, op haar kosten, een jaarlijkse risico analyse laten uitvoeren op de speeltoestellen voor kinderen. TPM zal cfr. de inhoud van dit verslag, en op haar kosten, de nodige herstellings- en/of aanpassingswerken uitvoeren. TPM dient vooraf toestemming te vragen aan de gemeente als ze een nieuw speeltoestel wenst te plaatsen.

     

    Artikel 5: Andere gebruikers en onderverhuring

    De gemeente behoudt het recht om de infrastructuur 4 x per jaar gedurende 5 opeenvolgende dagen te gebruiken of ter beschikking te stellen aan andere gemeentelijke verenigingen en organisaties mits voorafgaandelijk overleg met TPM. De gemeente zal het normale verloop van het tennis- en padelseizoen daarbij waarborgen en bij elke aanvraag goedkeuring vragen aan TPM. 

    TPM heeft geen toelating om de infrastructuur zelf onder te verhuren. Alle aanvragen om de infrastructuur te huren dienen via het schepencollege te verlopen. De praktische afspraken omtrent het verhuren aan andere organisaties zullen altijd in onderling overleg gebeuren. Indien het college zo’n aanvraag goed keurt mag de club tot 100 € energiekosten per dag verhalen op de huurders. 

    Overnachten in de gebouwen is niet toegelaten.

     

    Artikel 6: Onderhoud

    In geen geval zal de gemeente toelaten dat er activiteiten of manifestaties zouden plaatsvinden die ernstige schade aan terreinen, gebouwen of installaties kunnen veroorzaken. 

    TPM is ertoe gehouden de infrastructuur te beheren als een goede huisvader. 

    TPM is verantwoordelijk voor onderhoud van de infrastructuur en omgeving, inclusief de afsluiting van de infrastructuur (bv hagen, ballenvangers met netten inbegrepen…). Groenafval (snoeihout, grasmaaisel) wordt door TPM afgevoerd. De gemeente is verantwoordelijk voor onderhoud buiten deze afbakening. 

    TPM staat in voor het dagelijkse onderhoud en het verwijderen van overgebleven afval. De gemeente geeft TPM de nodige GFT afvalcontainers ter beschikking.  

    TPM verklaart op de hoogte te zijn van het hiervoor beschreven goed en het te aanvaarden in de huidige staat. 

    De gemeente heeft het recht om te controleren of de infrastructuur degelijk onderhouden wordt.

    Indien bij controle en na aanmaning van de gemeente vastgesteld wordt dat de infrastructuur niet netjes is, dan zal de gemeente poetsen en de kosten door factureren volgens de vastgestelde tarieven in het retributiereglement voor tussenkomst door de gemeentelijke diensten voor prestaties voor rekening van derden d.d. 26 maart 2019. 

    De gemeente is verantwoordelijk voor structurele infrastructuurwerken (bv. herstelling dak). De gemeente zal ook gevraagde herstellingen aan elektriciteit, loodgieterij,… uitvoeren. Het vervangen van de lampen van de tennisverlichting (exclusief de masten) valt ten laste van de huurder. Keuringen door gespecialiseerde bedrijven van de speelveldverlichting vallen ten laste van TPM. Een kopie van het verslag mag aan de gemeente overgemaakt worden.  

    Er is een totaalverbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De overheid moet hier het goede voorbeeld in geven.

     

    Artikel 7: Bestemming

    De infrastructuur mag in principe enkel aangewend worden voor sportieve activiteiten of activiteiten (bv. Restaurantdagen) die door de club georganiseerd worden ter realisering van haar doel. Andere activiteiten zijn slechts toegestaan mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van het schepencollege.

     

    Artikel 8: Bodemtoestand

    De gemeente verklaart, dat er op het goed dat voorwerp is van deze huurovereenkomst, bij zijn weten geen inrichting gevestigd is of was, of geen activiteit wordt of werd uitgevoerd die opgenomen is in de lijst van inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Er zijn volgens het bodemattest van OVAM geen gegevens beschikbaar in het register van verontreinigde gronden over de kadastrale percelen.

     

    Artikel 9: Lokale Economie & Fair Trade

    TPM verbindt zich ertoe om de meerderheid van de verkochte producten bij de lokale handelaars aan te kopen. Ook zal TPM permanent minstens 2 fair trade producten in de kantine aanbieden en dit aanbod duidelijk afficheren.

     

    Artikel 10: Communicatie

    TPM meldt defecten, noodzakelijke herstellingen en beschadigingen (bv. Door vandalisme) tijdig aan de dienst infrastructuur per mail op infrastructuur@oud-heverlee.be met een duidelijke omschrijving/foto van het probleem en de locatie. Schade veroorzaakt door onoordeelkundige handelingen of slecht beheer zullen na herstel door/in opdracht van de gemeente worden gefactureerd aan TPM. 

    TPM en de gemeente verbinden zich ertoe om minstens eenmaal per jaar te vergaderen om deze overeenkomst te evalueren. Op deze vergadering zal TPM zijn status toelichten (financieel, ledenaantal,...) en mogelijk infrastructurele wensen toelichten. De gemeente zal zijn toekomstig beleid aangaande de overeenkomst toelichten. 

    Opmerkingen over het niet correct toepassen van de overeenkomst moeten zo snel mogelijk kenbaar gemaakt worden aan de gemeente, burgemeester en schepen van sport, en TPM, voorzitter en secretaris, met doelstelling deze op korte termijn te bespreken en op te lossen.

     

    Artikel 11: Rookvrije infrastructuur

    De volledige site van het sportcomplex te Oud-Heverlee, inclusief gebouwen, tribunes, kleedkamers, sanitaire voorzieningen, gangen, vergaderzalen, cafetaria’s, bergingen en de onmiddellijke buitenomgeving, is rookvrij, overeenkomstig de geldende wetgeving betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers van publieke ruimten.

    Het rookverbod geldt voor alle vormen van roken, inclusief elektronische sigaretten en aanverwante producten.

    TPM engageert zich om het rookverbod te respecteren en toe te zien op de naleving ervan door haar leden, bezoekers en deelnemers aan activiteiten.

    De gemeente behoudt zich het recht voor om bij vastgestelde overtredingen passende maatregelen te nemen, waaronder waarschuwingen of het doorrekenen van eventuele boetes of kosten die voortvloeien uit overtredingen van de rookwetgeving.


    Artikel 12 – UiTPAS en kansentarief

    De gemeente Oud-Heverlee neemt deel aan het UiTPAS-programma regio Leuven, dat tot doel heeft iedereen te betrekken bij cultuur, sport en ontspanning, met bijzondere aandacht voor inwoners in een maatschappelijk kwetsbare situatie.

    Personen met een UiTPAS aan kansentarief genieten, conform het UiTPAS-reglement, van een korting van 80% op het inschrijvingsgeld, de toegangsprijs of het lidgeld bij deelname aan activiteiten van UiTPAS-aanbieders in de regio.

    De UiTPAS aan kansentarief wordt gratis toegekend aan inwoners die:

    • recht hebben op verhoogde tegemoetkoming bij de mutualiteit,
    • of in schuldbemiddeling of budgetbeheer leven.

    Zij kunnen hun attest bekomen via de mutualiteit, het OCMW of het CAW.

    TPM erkent het UiTPAS-systeem en verbindt zich ertoe om, binnen haar mogelijkheden, deel te nemen als UiTPAS-aanbieder, zodat leden en deelnemers met kansentarief kunnen genieten van het verminderd tarief zoals bepaald in de afspraken met de gemeente.

     

     

    Opgemaakt in twee originele exemplaren te Oud-Heverlee, op [datum ondertekening].

    Voor akkoord,


    Voor de gemeente Oud-Heverlee
    Marijke Pertz, algemeen directeur


          ____________________
    Bart Clerckx, burgemeester


          ____________________

    Voor Tennis & Padel Meerdaal vzw
    An Grosemans, voorzitter

Burgerzaken

  • Artikel 1: de gemeenteraad besluit de als bijlage opgenomen toetredingsovereenkomst met Athumi voor het gebruik van e-Lys goed te keuren.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit het huishoudelijk reglement voor huwelijksplechtigheden goed te keuren.

    Huishoudelijk reglement op huwelijksplechtigheden 

    Artikel 1:
    Een huwelijk kan plaatsvinden:
    - Op de site van het gemeentehuis
    - In het Zoetwaterpark

    Artikel 2:
    Bij een voltrekking van een huwelijk in het Zoetwaterpark worden krukjes voorzien voor tijdens de ceremonie. Deze worden onmiddelijk na de ceremonie opgeborgen. Het bruidspaar dient zelf te zorgen voor de verdere organisatie na de ceremonie: de materialen ter plaatse brengen, financiering, de eventuele opstelling van tafels, stoelen, partytent, bloemen, e.d. .... .
    De organisatie ter plaatse kan tot uiterlijk een uur voor het eerste geplande huwelijk van die dag. De opstelling mag ten vroegste de dag voor het huwelijk gebeuren en dient ten vroegste na het laatste geplande huwelijk van die dag en ten laatste de dag na het huwelijk terug verwijderd te worden.
    Bij meerdere huwelijken op dezelfde dag en op dezelfde plaats zullen de bruidsparen moeten rekening houden met elkaar. lndien er geen samenwerking kan gevonden worden zal de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand het laatste beslissingsrecht hebben (14 dagen voor geplande huwelijk).
    Bij regenweer wordt er uitgeweken naar het parkpaviljoen of het gemeentehuis na overleg met het bruidspaar. 

    Artikel 3:
    Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ontvreemding of vernieling van de materialen. Wanneer het Zoetwaterpark wordt afgesloten om veiligheidsredenen of door overmacht kan er geen financiële tussenkomst aan het gemeentebestuur gevraagd worden voor geleden schade. 

    Artikel 4:
    Een huwelijksplechtigheid (uur en dag) wordt maximum één jaar op voorhand aangevraagd en vastgelegd bij de dienst burgerzaken.
    Een huwelijksplechtigheid kan plaatsvinden elke werkdag tijdens de openingsuren van het gemeentehuis en op zaterdag van 10u00 tot 14u00, waarbij het eerste huwelijk steeds om 11u wordt gepland. Er kan niet gehuwd worden op zon- en feestdagen.
    De huwelijksplechtigheden zullen aaneensluitend plaatsvinden vanaf het moment dat er één huwelijksplechtigheid is vastgelegd. Locaties kunnen echter wel wisselen op dezelfde dag.

    Artikel 5:
    Een huwelijksplechtigheid wordt verondersteld maximum 30 minuten te duren en dit om de aanvang van volgende huwelijksplechtigheden goed te laten verlopen.

    Artikel 6:
    Elke vorm van strooisel is verboden bij de huwelijksplechtigheid zowel op de site van het gemeentehuis als in het Zoetwaterpark.

    Artikel 7:
    Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen betreffende huwelijksplechtigheden.

    Artikel 8:
    Dit reglement zal bekend gemaakt worden overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur.

  • Artikel 1: De gemeenteraad keurt het politie of gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen goed.

     

    Politie of gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen

    Artikel 1: Voor de privé-begraafplaatsen gelden artikelen 2, 4 en 16 tot en met 22 van dit reglement.

    Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan

    Artikel 2: Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer geopend worden.

    Lijkenvervoer

    Artikel 3: Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten vermeld in:

    a)       het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;

    b)       het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;

    c)       het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a) of b).

    Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

    Begravingen

    Artikel 4: Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de gemeentelijke begraafplaats moeten de gemeentelijke diensten ten minste 2 werkdagen vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting of een uitstrooiing. Die verplichting rust bij de nabestaanden of de gemachtigde. Het gemeentebestuur beslist in elk geval over dag en uur van de begrafenis.

     Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden – onderhoud van de graven

    Artikel 5: Het is niet toegestaan grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. De graftekens en andere gedenktekens mogen de maximale afmetingen vermeld in het huishoudelijk reglement niet overschrijden. Een grafteken is verplicht en moet minimaal de naam en voornaam van de overledene vermelden.

    Artikel 6: De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

    Artikel 7: Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

    Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten.

    De materialen worden aangevoerd en geplaatst naargelang de behoeften. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder.

    De constructie moet voldoende stabiel zijn. Indien het een reeds bestaand graf betreft waar een bijbegraving plaatsvindt, wordt de steenkapper verplicht om onder elke hoek van de zerk, verticaal een paal met een lengte van 180cm in kunststof, die de steenkapper zelf voorziet, te plaatsen om verzakkingen van het grafteken te vermijden. Indien de steenkapper het nalaat om deze palen te plaatsen, zal de gemeente het grafteken ambtshalve verwijderen op kosten van de steenkapper.

    Artikel 8: Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn.

    Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit breekbaar glas.

    Artikel 9: De bloemen en de planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. Voor en/of rond de graven mogen geen bloemen of planten geplaatst worden, noch in de grond geplant worden. Deze zullen weggenomen worden door de gemeentediensten. Elk jaar rond 1 oktober zal de gemeente pinnen voorzien waarmee een bloempot in de grond kan vastgezet worden. 

    Artikel 10: Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Banken zijn niet toegestaan. Afsluitingen, omheiningen en/of banken zullen worden weggenomen door de gemeentediensten indien ze toch geplaatst worden.

    Artikel 11: Omgevallen graftekens moeten door toedoen van de nabestaanden opnieuw rechtgezet of verwijderd worden.

    De aangevoerde grafsteen of –tekens die drie werkdagen vóór Allerheiligen bij de sluiting van de begraafplaats niet geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken nabestaanden de dag erna vóór 10u ’s morgens verwijderd worden. Zo niet zullen grafstenen, -tekens en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente.

    Artikel 12: De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.

    Crematie – columbarium – asverstrooiing

    Artikel 13: De as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaats:

    a) in urnen worden geplaatst die op de begraafplaats begraven worden in een urnenveld.

    b) in urnen worden geplaatst die in een gesloten nis van het columbarium van de begraafplaats bijgezet worden.  Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten.

    c) uitgestrooid worden op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats. 

    De as kan eveneens worden uitgestrooid op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee en begraven, bewaard of uitgestrooid worden op een andere plaats dan op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee of de begraafplaats in overeenstemming met de geldende bepalingen van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

    Politie

    Artikel 14: De gemeentelijke begraafplaats is publiek toegankelijk:

    a) van 01 april tot 30 september van 08  tot 20 uur;

    b) van 01 oktober tot 31 maart van 09 tot 18 uur;

    behoudens afwijkingen die door de burgemeester toegelaten zijn.

    Artikel 15: begravingen/bijzettingen/asverspreidingen zijn mogelijk op weekdagen van 9u tot 16u, tijdens het weekend van 9u tot 15u.

    Artikel 16: De gemeente is niet belast met de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen.
    Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de diefstallen of beschadigingen welke op de begraafplaatsen ten nadele van de nabestaanden zouden gepleegd worden aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen, … .

    Artikel 17: Op de begraafplaatsen zijn alle handelingen verboden waardoor de orde of de aan de doden verschuldigde eerbied verstoord wordt.

    Het is in het bijzonder verboden:

    a)       aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening;

    b)       goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden.

    Artikel 18: Het is verboden:

    a)       de grasperken en de aanplantingen van de begraafplaats en aanhorigheden te betreden of op welke wijze dan ook te beschadigen;

    b)       de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze ook te beschadigen;

    c)       binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis en afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen;

    d)       om zich op de begraafplaats of de aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden;

    e)       met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waarvoor  toestemming wordt verleend door de burgemeester;

    f)        vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden;

    g)       opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren.

    Strafbepalingen

     

    Artikel 19: Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

     Slotbepalingen

     Artikel 20: Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2026

    Artikel 21: Al de vorige politieverordeningen op de begraafplaatsen worden opgeheven.

    Artikel 22: Dit politiereglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet.

  • Artikel 1: De gemeenteraad besluit het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen goed te keuren.

    Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen 

    1. BEGRAAFPLAATSEN

    Artikel 1: De gemeente beschikt over vier begraafplaatsen:

    • Oud-Heverlee 3050 (Dorpsstraat)
    • Sint-Joris-Weert 3051 (Hollestraat)
    • Blanden 3052 (Kartuizersstraat)
    • Haasrode 3053 (Armand Verheydenstraat)

    De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverspreiding van:

    • de personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood zijn aangetroffen;
    • de personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of daar werden aangetroffen, maar die in haar bevolkingsregisters, vreemdelingen- of wachtregister zijn ingeschreven;
    • de personen begunstigd met een recht op begraving in een geconcedeerd graf of met een recht op bijzetting in een geconcedeerde nis;
    • personen die een bijzondere relatie gehad hebben met de gemeente. Hiervoor kan het college van burgemeester en schepenen toestemming geven tot begraving, bijzetting of uitstrooiing op een gemeentelijke begraafplaats, met inachtneming van de betreffende artikels in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen. De burgemeester neemt deze beslissing bij hoogdringendheid. Deze wordt nadien ter kennisgeving voorgelegd aan het schepencollege;
    • de personen die gedurende 25 jaar in de bevolkingsregisters van de gemeente Oud-Heverlee ingeschreven waren en noodgedwongen hun woonplaats moesten verlaten om opgenomen te worden in een woonzorgcentrum of assistentiewoning, of verzorgd worden bij een familielied in een andere gemeente.

    Artikel 2: De begravingen en bijzettingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor begraving in niet-geconcedeerde grond, geconcedeerde grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium en de urnenkelders van het urnenveld.

    De aangestelde verantwoordelijke van de gemeente houdt een register bij waarin de identiteit wordt vermeld van al de personen die op de begraafplaats zijn begraven, bijgezet of verstrooid, alsook de datum ervan en de sectie en nummer van de grafplaats. 

    De begraving, bijzetting of asuitstrooiing kan alle werkdagen van 9 tot 16u. Op zaterdagen kan dit van 9u tot 15u.

    2. WIJZEN VAN TERAARDEBESTELLING

    Artikel 3: Op de gemeentelijke begraafplaatsen kan op volgende wijzen ter aarde besteld worden:

    1.Niet-geconcedeerd: (gratis voor een periode van 15 jaar - niet-verlengbaar);

    • een perceel voor begraven van 1 lichaam of 1 urne in niet-geconcedeerde grond;
    • een columbariumnis voor bijzetting van 1 urne in een columbarium;
    • een perceel grond voor begraven van 1 urne in een urnenveld;
    • een kinderperceel voor begraven van 1 lichaam of 1 urne van kinderen vanaf 26 weken t.e.m. 14 jaar;
    • asuitstrooiing, op de strooiweide.

    2.Geconcedeerd: (tegen betaling vastgesteld in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen, voor een periode van 20 jaar)

    • perceel grond voor begraving in niet-geconcedeerde grond voor 1 of 2 lichamen;
    • perceel met grafkelder voor begraven van 2 lichamen;
    • een perceel grond voor begraven van 1 of  2 urnen in urnenveld;
    • een columbariumnis voor bijzetting van 1 of 2 urnen;
    • een kinderperceel voor begraven van: max. 2 lichamen van kinderen vanaf 26 weken t.e.m. 14 jaar.
    3. Sterretjesweide: (gratis)
    • een sterretjesperceel voor het begraven van max. 2 urne(n) van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind(eren) (tot 26 weken zwangerschap) of van 1 lichaam van een levenloos geboren of levenloos aangegeven kind (tot 26 weken zwangerschap). 

    4. Oud-Strijders-ereperk:

    De nabestaanden moeten het statuut van oud-strijder van de overledene kunnen bewijzen. De keuze is vrij om al dan niet op het ereperk van de oud-strijders begraven te worden. Dit perk wordt onderhouden door het gemeentebestuur. De te plaatsen zerk is enkel een opstaande zerk en is ten laste van de nabestaanden. Nabestaanden kunnen er dan ook vrij voor kiezen om het Oud-Strijders graf te laten weghalen. De echtgenoten mogen bijbegraven worden bij de oud-strijder. De begraving als oud-strijder in het ereperk is gratis. Indien de nabestaanden kiezen om de oud-strijders te begraven met een concessie valt het graf uitsluitend onder die reglementering. 

    5. Gedenkzuil strooiweide

    Artikel 4: Elke strooiweide is voorzien van een gedenkzuil waarop naamplaatjes van de overledenen wiens as daar is uitgestrooid kunnen worden aangebracht.

    De nabestaanden kunnen een naamplaatje aanvragen bij de dienst Burgerzaken. De plaatsing gebeurt enkel door de aangestelde van de gemeente en voor een periode van 20 jaar.  De prijs is vastgesteld in het retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen. 

    6. Herdenkingszuil weggenomen graven

    Artikel 5: Er wordt een herdenkingszuil geplaatst, voorbehouden voor het aanbrengen van naamplaatjes of foto’s van personen wiens concessie komt te vervallen en niet wordt verlengd of waarvan het niet-geconcedeerde graf of nis einde termijn is.

    De naamplaatjes dienen schriftelijk aangevraagd te worden aan het college van burgemeester en schepenen op voorlegging van een betaalbewijs van de retributie conform artikel 4 van het retributie- en belastingreglementen op de lijkbezorging en de begraafplaatsen.

    De plaatjes worden aangekocht, gegraveerd en geplaatst door het gemeentebestuur. Het zal de voornaam, naam, geboortedatum en overlijdensdatum vermelden.

    De aanvragen worden gebundeld en periodiek verwerkt, de plaatjes zullen in elk geval vóór 31 oktober van elk jaar op de zuil worden aangebracht.

    3.  CONCESSIES

    Artikel 6: De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie.

    Artikel 7: De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, en zolang de beschikbare ruimte dit toelaat.

    Artikel 8: Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. 

    Artikel 9: Alle vormen van concessie worden verleend voor 20 jaar.

    De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

    De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen bepaalde voorwaarden, zoals die zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. 

    Artikel 10: De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Het einde van de concessie wordt bepaald op 30 september van het vervaljaar.

    Artikel 11: Het gemeentebestuur plaatst de grafkelders in eigen beheer en concedeert ze tegen betaling van de kostprijs die vastgesteld is in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen. De ontruimde grafkelders kunnen opnieuw geconcedeerd worden door de gemeente. 


    Artikel 12: Verlengen van concessies

    a. Verlengen vóór het verstrijken van de termijn

    De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn verlengd worden.

    De verlenging bedraagt 20 jaar.

    Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot verlenging doen.

    De concessieverlengingen worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

    De concessieverlengingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot verlenging. Als er geen verlenging wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van tien jaar die begint te lopen op de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

    b. Verlenging zonder bijzetting

    De opeenvolgende verlengingen kunnen ingediend worden vóór de bepaalde tijd verstreken is.

    c. Verlenging met bijzetting

    De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden verlengd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie.

    Indien er van de mogelijkheid tot verlenging van de concessie bij een bijzetting geen gebruik wordt gemaakt én indien de laatste begraving in de concessie zich voordoet minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie, dan moet het graf behouden blijven tot 10 jaar na de laatste bijzetting in dit graf.

    Werd er geen aanvraag om verlenging ingediend voor het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie. Een aanvraag tot verlenging van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de verlengingen ervan.

    Tevens is geen enkele nieuwe teraardebestelling toegestaan na het verstrijken van die termijn.  In geval van een verlenging van een concessie (al dan niet met bijzetting) vóór het verstrijken ervan moet het door de gemeente vereiste verschuldigde bedrag berekend worden, rekening houdend met het nog te lopen aantal jaren in de bestaande concessie. Dit bedrag wordt berekend als volgt:

    Formule:

    Aantal verstreken jaren___________________ X    bedrag verlenging 

    Totaal aantal jaren van de nieuwe termijn (20 jaar)                                                     

    Artikel 13: In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte op een begraafplaats in de gemeente.

    De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de gemeente.

    Artikel 14: In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding.

    Hij heeft recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats.

    De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur.

    De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten, evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.

    Artikel 15: Verlengingen van de eeuwigdurende concessie.

    Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag verlengd worden.

    Artikel 16: Vroegtijdige beëindiging van een concessie:

    Een concessie kan op schriftelijk verzoek van de concessiehouder of van zijn nabestaanden vroegtijdig worden beëindigd. Vooraleer het college tot beëindiging overgaat, zal de aanvraag gedurende 6 maanden aan de ingang van de begraafplaats en aan de betrokken concessie worden aangeplakt.  Bezwaren tegen deze voortijdige beëindiging moeten schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen.  Wanneer een concessie om welke reden ook een einde neemt, worden de niet weggenomen graftekens en de nog bestaande ondergrondse constructies, eigendom van de gemeente.   Het college van burgemeester en schepenen  bepaalt de bestemming ervan.  Wanneer een columbariumconcessie of een urnenveldconcessie om welke reden ook een einde neemt, kan de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats.

    Artikel 17: Retroactieve bewaring op de begraafplaats:

    Als er een einde komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, kan de as door toedoen van de nabestaande die er de zorg voor heeft, of zijn erfgenamen, in geval van het overlijden van de voormelde nabestaande, worden teruggebracht naar de begraafplaats om er alsnog begraven, bijgezet in een columbarium of uitgestrooid te worden. 

    4. ONTGRAVEN - VERWIJDEREN - ONTRUIMEN EN HERINGEBRUIKNEMING VAN GRAVEN

    Artikel 18: Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, of ontzet, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving of ontzetting in die gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven of ontzet.

    Artikel 19: De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande schriftelijk en met mededeling van reden worden gericht aan de burgemeester.  De reden moet ernstig zijn. 

    Volgende beschikkingen moeten worden nageleefd:

    • dag en tijdstip dat de ontgraving zal plaatsvinden wordt in overleg met de dienst begraafplaatsen vastgesteld;
    • het grafteken, de beplanting en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan;
    • de gemeente of een gespecialiseerde firma zorgt voor het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil. Het openen en sluiten van de grafkelders gebeurt steeds door de gemeente;
    • het openen van de nis, het uitnemen van de urn uit de nis en het opnieuw sluiten van de nis geschieden door de zorgen van de gemeente;
    • tijdens de ontgraving moet de begraafplaats gesloten worden;
    • Er moet tot een ontgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en van een gemachtigde die door de burgemeester is aangesteld en die er verslag van opmaakt. Zij kunnen de vernieuwing van de kist voorschrijven als ze dat nodig achten en ze kunnen elke andere maatregel nemen om de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid te beschermen op kosten van de aanvrager;
    • de burgemeester kan een nabestaande toestemming verlenen om de ontgraving bij te wonen.

    Artikel 20: Het graf in niet-geconcedeerde grond wordt na 15 jaar en na de verplichte bekendmaking van 1 jaar verwijderd. Er kan tot ontknekeling worden overgegaan, of de as kan op de strooiweide uitgestrooid worden.

    Geconcedeerde graven: Na de verplichte bekendmaking van 1 jaar met nakende vervaldatum van de concessie en bij niet verlengen, wordt het graf ontruimd (wegnemen en vernietigen van grafmonumenten), en kan tot ontknekeling worden overgegaan, of de as kan op de strooiweide uitgestrooid worden.

    Na ontknekeling van de ontruimde stoffelijke resten worden deze in het ossuarium, gelegen op een gemeentelijke begraafplaats, door gemeentelijke diensten of een gespecialiseerde firma begraven. De termijn van grafrust wordt bepaald op 15 jaar. De wettelijke grafrust van 10 jaar dient voor alle vormen van begraving gerespecteerd te worden.

    5 GRAFTEKENS, BOUW- EN BEPLANTINGSWERKZAAMHEDEN – ONDERHOUD VAN DE GRAVEN

    Artikel 21:

    De gemeentelijk aangestelde is ertoe bevoegd:

    - de as uit te strooien;

    - de kist of de urn in de kuil, de grafkelder of het columbarium te plaatsen;

    - een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in niet-geconcedeerde grond en de kuil te vullen;

    - bestaande grafkelders te openen en te sluiten;

    - de nis in een columbarium te openen, de urn te plaatsen en de nis terug af te sluiten.

    Artikel 22: Het onderhoud van het grafperceel rust op de belanghebbenden.  Elke beplanting buiten de in artikel 3.1 en 3.2 vermelde afmetingen zijn niet toegelaten en zullen verwijderd worden door de gemeentediensten. De aanplantingen op de grafmonumenten moeten zo worden aangelegd en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen van het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens belemmeren. Het planten van bomen is in elk geval verboden, geplante bomen zullen worden weggenomen door de gemeentediensten. 

    Artikel 23: Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich er tegen verzetten, heeft eenieder het recht om op het graf van zijn verwant of vriend een blijvend grafteken te plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder. 

    Elke plaatsing moet een eenvoudige aanvraag en een toelating tot het plaatsen voorafgaan. De aanvraag dient te gebeuren bij de dienst Burgerzaken van de gemeente vóór het plaatsen van de zerk. Op elk graf, onder welke vorm dan ook, is minstens een naamplaatje of kenteken verplicht. De graftekens en andere gedenktekens mogen de volgende afmetingen niet overschrijden:

    Niet geconcedeerde graven (enkel opstaand stuk)  
    Max hoogte 90cm
    Max breedte 65cm
    Max diepte vloerplaat 60cm
    Max breedte vloerplaat 100cm
    Max dikte vloerplaat 10cm
       
    Geconcedeerde graven (kelder of graf)  
    Max hoogte opstaand deel: 100cm
    Max breedte opstaand deel: 80cm
    Max lengte van het liggend deel: 180cm
    Max breedte van het liggend deel: 80cm
    Max dikte van het liggend deel: 25cm
       
    Kindergraven  
    Max hoogte opstaand deel: 80cm
    Max breedte opstaand deel: 60cm
    Max lengte van het liggend deel: 150cm
    Max breedte van het liggend deel: 60cm
    Max dikte van het liggend deel: 25cm
       
    Sterretjesperceel  
    Max hoogte opstaand deel: 40cm
    Max breedte opstaand deel: 49cm
    Max lengte van het liggend deel: 49cm
    Max breedte van het liggend deel: 49cm
    Max dikte van het liggend deel: 25cm
       
    Urnenveld  
    Max lengte van de zerk: 49cm
    Max breedte van de zerk: 49cm
    Max dikte van de zerk: 25cm

    Columbariumplaat: de grootte van de columbariumplaat mag de voorzijde van de columbariumnis niet overschrijden. Indien niet voor een eigen columbariumplaat gekozen wordt, dient verplicht een naamplaatje in de uitsparing van de afdekplaat geplaatst te worden. Deze afmetingen gelden zowel voor niet-geconcedeerde als voor geconcedeerde columbaria.

    Gedenkzuil strooiweide: na uitstrooien van de as kan een gedenkplaatje geplaatst  worden op de gedenkzuil. Aanvragen kan via de dienst burgerzaken. Er mogen geen andere gedenktekens aangebracht worden op de gemeenschappelijke zuil.

    Herdenkingszuil weggenomen graven: van de weggenomen graven kan een herdenkingsplaatje geplaatst worden op de herdenkingszuil. Het plaatje dient aangevraagd te worden bij de dienst burgerzaken. Er mogen geen andere gedenktekens aangebracht worden op de gemeenschappelijke zuil.

     

    6. GEZELSCHAPSDIEREN

    Artikel 24:

    Op aanvraag is het mogelijk om de as van een reeds eerder overleden gezelschapsdier:

    • samen met de overledenen in de kist te plaatsen en te begraven
    • samen met de urne van de overledenen in het urnenveld te begraven
    • samen met de urne van de overledene in het columbarium te plaatsen
    Met gezelschapsdier wordt bedoeld, elk dier dat tam is en traditioneel in huis voor gezelschap of voor emotionele steun gehouden wordt. 
    De urne met as van het gecremeerde gezelschapsdier(en) moet biologisch niet-afbreekbaar zijn. Ze mag nooit de plaats innemen van een urne van een overleden persoon. 
    De urne van het gecremeerde gezelschapsdier volgt de bestemming van de kist of van de urne van de overleden eigenaar bij opgraving van laatstgenoemde. Bij opgraving dient de as van het gezelschapsdier gescheiden te worden van de menselijke resten. Het is niet toegelaten dat de as van het overleden gezelschapsdier wordt uitgestrooid op de strooiweide van de begraafplaats. 

    7. SLOTBEPALINGEN

    Artikel 25:

    a) Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen.

    b) Alle wets-, decreet- of besluitwijzigingen passen dit reglement automatisch aan.

    Artikel 26: Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 1 januari 2026.

    Artikel 27: Alle vorige reglementen betreffende begraafplaatsen worden opgeheven.

    Artikel 28: Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig het gemeentedecreet.

Communicatie

  • 641 - Reglement infoportieken

    Artikel 1: Het lokaal bestuur voorziet infoportieken voor aankondigingen met betrekking tot culturele en socio-culturele activiteiten, sport en algemeen nut. Aanvragen tot plaatsen van een infobord dienen uit te gaan van erkende clubs, verenigingen of politieke partijen gevestigd in Oud-Heverlee.
    Uitzonderlijk kan het college van burgemeester en schepenen aanvragen toestaan van externe verenigingen of diensten op voorwaarde dat zij een bovenlokaal belang nastreven en een band hebben met de gemeente Oud-Heverlee.

    Artikel 2: Op de infoportieken worden alleen activiteiten aangekondigd die door gemeentelijke diensten, adviesraden, erkende verenigingen of politieke partijen uit Oud-Heverlee worden georganiseerd, die openstaan voor een breed publiek en die plaatsvinden binnen de gemeente.
    Volgende activiteiten worden niet opgenomen:

    • Frequente competities of activiteiten (vb. voetbalwedstrijden, wekelijkse bijeenkomsten zoals een kaartavond... )
    • Louter commerciële publiciteit
    • Verkiezingspropaganda
    • Nationale manifestaties tenzij mee georganiseerd door een lokale vereniging of raad
    • Borden met teksten of afbeeldingen die indruisen tegen de openbare orde en de goede zeden

    Artikel 3: De aanvraag tot het plaatsen van een infobord dient te gebeuren aan de hand van een aanvraagformulier op de website of via mail (communicatie@oud-heverlee.be), ten minste 6 weken voor de activiteit. Laattijdige aanvragen hebben geen garantie op behandeling. Reservaties kunnen maximaal 4 maanden op voorhand
    gebeuren ten einde alle verenigingen evenveel kans te geven.

    Artikel 4: Aankondigingen vanuit het gemeentebestuur krijgen steeds voorrang.

    Artikel 5: De verenigingen moeten vermelden hoeveel infoborden zij wensen aan te brengen en kunnen ook hun voorkeur van locatie aanduiden. 

    Artikel 6: lndien er onvoldoende plaats is op het infoportiek zal de ruimte toegewezen worden in functie van de ontvangstdatum van het aanvraagformulier.

    Artikel 7: De vereniging wordt via mail op de hoogte gebracht van de genomen beslissing binnen de maand na toezending van de aanvraag.

    Artikel 8: De aanvrager zorgt zelf voor gepaste borden met volgende afmeting en 2,44 m lang, 40 cm hoog en maximum 1 cm dik. De borden zijn weersbestendig.

    Artikel 9: De aanvrager staat zelf in voor de belettering of beschildering van de borden. Beschilderde borden dienen duidelijk leesbaar en netjes te zijn. Logo's
    en afbeeldingen zijn toegelaten.

    Artikel 10: De vereniging zorgt zelf voor de plaatsing van de borden op de panelen 

    • volgens de timing zoals aangegeven op de goedkeuring van de aanvraag (minimum 1 week en maximum 28 dagen voor de activiteit - afhankelijk van de beschikbaarheid)
    • op de plaats (nummers 1 tot 5) zoals per locatie aangegeven op de goedkeuring van de aanvraag

    Artikel 11: De borden worden ten laatste maandag volgend op de activiteit afgehaald door de vereniging. lndien de locaties nog bezet zijn, mag de vereniging die de locatie voor de volgende week gereserveerd heeft het bord verwijderen en stallen achter de informatieportiek. lndien zulke borden worden opgemerkt door het gemeentepersoneel zullen ze opgeruimd worden.

    Artikel 12: De infoborden mogen geen reclame/sponsoring dragen en dienen uitsluitend voor het aankondigen van activiteiten.

    Artikel 13: Tijdens de sperperiode van verkiezingen mag er geen reclame gemaakt worden voor activiteiten van politieke partijen.

    Artikel 14: De gebruikte tekst dient Nederlands te zijn.

    Artikel 15: Dit reglement vervangt het vorige reglement van 16 december 2014 en treedt in werking op 18 november 2025.

Personeel

  • 397.2 - Aanpassing organogram

    Artikel 1: de gemeenteraad keurt het nieuwe organogram voor de gemeente en ocmw Oud-Heverlee goed.

Mens

  • Artikel 1: De gemeenteraad keurt volgende procedure goed wanneer opgroeien een nieuwe uitbreidingsronde uitschrijft voor kinderopvanginitiatieven:

    1. Informeren
      Van zodra Opgroeien (Kind en gezin) een nieuwe uitbreidingsronde bekendmaakt, wordt deze oproep in de gemeente verspreid aan de bestaande initiatieven voor kinderopvang én via de gemeentelijke kanalen aan de brede bevolking met het oog op potentieel nieuwe kandidaten. Samen met de bekendmaking van de oproep, informeert de gemeente ook over de vooropgestelde criteria en de procedure die lokaal gehanteerd zullen worden om advies te formuleren over eventuele aanvragen door opvanginitiatieven.

    2. Advies vanuit het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK)
      Aanvragen worden voor bespreking geagendeerd op het LOK, als gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang. Het LOK wordt verzocht aan het college van burgemeester en schepenen een advies te bezorgen over de ingediende aanvragen.

    3. Advies aan Opgroeien (Kind en Gezin)
      Het college van burgemeester en schepenen beslist over de score en het gemotiveerde advies dat met betrekking tot de aanvraagdossiers vanuit het lokaal bestuur aan Opgroeien overgemaakt zal worden. De aanvragers worden op de hoogte gebracht van het uitgebrachte advies vanuit het lokaal bestuur.


    Artikel 2.- De gemeenteraad keurt volgende beoordelingscriteria goed om het advies naar opgroeien op te baseren wanneer opgroeien een nieuwe uitbreidingsronde uitschrijft voor kinderopvanginitiatieven:

    Beoordelingscriteria uitbreidingsrondes kinderopvang Gemeente Oud-Heverlee

    In het kader van uitbreidingsrondes voor kinderopvangplaatsen formuleert de gemeente Oud-Heverlee volgende beoordelingscriteria. Deze criteria sluiten aan bij de doelstellingen van Opgroeien en beogen een kwalitatieve, toegankelijke en duurzame uitbreiding van het opvangaanbod. De quotering per criterium wordt toegepast op de ingediende aanvragen, waarna een advies wordt geformuleerd door het lokaal bestuur.


    Criterium 1: Uitbreiding van de markt (50 punten)


    Motivatie:

    Ook in Oud-Heverlee is de vraag naar kinderopvang groter dan het huidige aanbod. Heel wat gezinnen vinden moeilijk een opvangplaats voor hun baby of peuter. Het creëren van extra opvangcapaciteit blijft daarom een absolute prioriteit, zowel bijkomende plaatsen met vrije prijs als inkomensgerelateerde plaatsen (IKT).

    Quotering:

    Hoeveel bijkomende plaatsen (in absolute cijfers) worden er op het grondgebied Oud-Heverlee gerealiseerd indien uw kandidatuur wordt weerhouden?

    • Organisator die het hoogste aantal nieuwe plaatsen kan realiseren: 50 punten
    • Organisator die het tweede hoogste aantal nieuwe plaatsen kan realiseren: 40 punten
    • Organisator die het derde hoogste aantal nieuwe plaatsen kan realiseren: 30 punten


    Criterium 2: Locatie en bereikbaarheid (10 punten)


    Omschrijving:

    De opvanglocatie is goed bereikbaar met openbaar vervoer, fiets en/of auto en draagt bij tot een evenwichtige geografische spreiding van opvangplaatsen over de deelgemeenten van Oud-Heverlee.


    Motivatie:

    Een goede spreiding en bereikbaarheid zorgen ervoor dat alle gezinnen, ongeacht hun woonplaats of vervoersmogelijkheden, toegang hebben tot kinderopvang. Dit verhoogt de kans dat gezinnen opvang vinden dichtbij huis of werk, wat aansluit bij de doelstelling van Opgroeien rond bereikbaarheid en toegankelijkheid.

    Quotering:

    • Gevestigd in een deelgemeente met weinig of geen opvangaanbod: 10 punten
    • Gevestigd in een deelgemeente met beperkt aanbod: 5 punten
    • Gevestigd in een deelgemeente met reeds voldoende aanbod: 0 punten


    Criterium 3: Samenwerking met lokaal bestuur en partners (10 punten)


    Omschrijving:

    De organisator engageert zich om actief deel te nemen aan de bestaande overlegstructuren, zoals LOK (Lokaal Overleg Kinderopvang) en het Lokaal Loket Kinderopvang Oud-Heverlee.


    Motivatie:

    Structurele samenwerking versterkt het lokaal kinderopvangbeleid, bevordert afstemming tussen organisatoren en gemeente, en draagt bij aan een coherent en afgestemd aanbod binnen Oud-Heverlee.


    Quotering:

    • Jaarlijks minimaal 1 deelname aan het lokaal overleg kinderopvang (of voor nieuwe initiatieven het engagement om deel te nemen) + actieve deelname aan het Lokaal Loket Kinderopvang Oud-Heverlee: 10 punten
    • Geen deelname het voorbije jaar of geen engagement om deel te nemen: 0 punten


    Criterium 4: Laagdrempelig en inclusief aanbod (10 punten)


    Omschrijving:

    De opvang voorziet maatregelen die de drempel voor kwetsbare gezinnen verlagen, zoals flexibele openingsuren, occasionele opvang, betalingsmogelijkheden op maat of een bereidheid om bepaalde plaatsen langer open te houden voor kwetsbare gezinnen die later willen inschrijven.


    Motivatie:

    Kinderopvang speelt een cruciale rol in het ondersteunen van kinderen en gezinnen in kwetsbare situaties. Een laagdrempelig aanbod bevordert gelijke kansen en sluit aan bij de beleidsdoelstellingen van Opgroeien rond toegankelijkheid en inclusie.

    Quotering:

    • Concreet aanbod van meerdere laagdrempelige maatregelen (bv. flexibele uren + betalingsregeling) + een bereidheid bepaalde plaatsen langer open te houden voor kwetsbare gezinnen die later willen inschrijven: 10 punten
    • Concreet aanbod van meerdere laagdrempelige maatregelen (bv. flexibele uren + betalingsregeling): 5 punten
    • Geen bijkomende laagdrempelige maatregelen: 0 punten


    Totaal

    Maximale score: 80 punten.
    Criterium 1 (uitbreiding van de markt) weegt het zwaarst door, aangezien het vergroten van de capaciteit de grootste nood beantwoordt.


    Artikel 3: De opvanginitiatieven verklaren door hun aanvraag te zullen voldoen aan de beoordelingscriteria waarop punten worden gescoord. Als blijkt dat het opvanginitiatief dat nieuwe opvangplaatsen heeft bekomen niet voldoet aan één of meerdere beoordelingscriteria waarop punten werden gescoord zal het lokaal bestuur Opgroeien hierover informeren. Dit gegeven wordt bovendien meegenomen in het advies van het lokaal bestuur bij een nieuwe uitbreidingsronde waarvoor het betreffende opvanginitiatief opnieuw kandidaat is.


    Artikel 4: Dit besluit treedt in werking vanaf heden. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement en beslist over alle niet voorziene gevallen.


    Artikel 5. Dit besluit wordt samen met de procedure en de beoordelingscriteria verstuurd aan het Agentschap Opgroeien en bekendgemaakt op de gemeentelijke website.

Extra

Bijkomende punten