Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012.
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012.
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de vaststelling van de modellen van de boekhouding van de eredienst, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013.
De omzendbrief BB2013/1 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de eredienst.
Het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Joris.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van gemeenteraadslid Jenna Auwerx aan de gemeenteraadsagenda van 18 november 2025 toegevoegd.
De gemeenteraad keurde op 30 september 2025 het meerjarenplan 2026-2031 van de kerkfabriek Sint-Joris te Sint-Joris-Weert goed. Voor het jaar 2026 werd een exploitatietoelage van 16.434,67 euro en geen investeringstoelage vastgesteld.
Het centraal kerkbestuur van Oud-Heverlee heeft op 25 september 2025 de budgetten 2026 gecoördineerd ingediend van de 4 kerkfabrieken van Oud-Heverlee.
Het erkend representatief orgaan gaf gunstig advies op 19 september 2025.
De gemeenteraad dient zich over het budget van de kerkfabrieken uit te spreken binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeente.
De gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen in het budget 2026 bedragen respectievelijk 16.434,67 euro en nihil. De exploitatie- en investeringstoelage bevinden zich binnen de grenzen van het meerjarenplan 2026 - 2031.
De beleidsnota vermeldt:
Toelichting exploitatie: Als gevolg van de fusie gaat de kerk over naar het privaat patrimonium. Afhankelijk van de herbestemming kunnen de courante kosten voor het behoud van het gebouw mogelijk gerecupereerd worden of via verkoop of erfpacht op de nieuwe eigenaar of gebruiker worden afgewend. De kapel blijft een nevengebouw voor de eredienst en heeft als dusdanig nog nood aan regelmatig onderhoud (schilderwerken, opkuis). De vergoedingen voor verplaatsingen en voor het voeren van de boekhouding dienen in de gefuseerde kerkfabriek te worden opgenomen. De pastorij, eigendom van de gemeente, genereert sociale huurinkomsten en vraagt in ruil ook het nodige onderhoud. Ook hier kan een bestemmingswijziging de recurente huuropbrengsten en kosten beëindigen.
Toelichting investeringen: Voor de kapel zijn geen grote onderhoudswerken voorzien. Het rapport van monumentenwacht (Sep 2023) suggereerde wel een aantal herstellingen i.v.m. het monumentale karakter. Deze hadden voornamelijk betrekking op het altaar en de inboedel van de kapel. De pastorij en het verdere gebruik of herbestemming, in handen de gemeente, vraagt op termijn belangrijke investeringen. Deze worden niet in het meerjarenplan van de kerkfabriek opgenomen. Voor het kerkgebouw wordt een herbestemming gezocht. Elke herbestemming zal een belangrijke aanpassing aan het gebouw vergen. De kerkfabriek kan de aanpassingen naar een nieuwe bestemming niet financieren. Indien deze herbestemming niet binnen de gemeentelijke plannen valt wordt er naar een derde partij gezocht om het gebouw in eigendom in erfpacht over te nemen.
De aangevraagde toelagen van de kerkfabriek worden weergegeven in onderstaande tabel.
| kerkfabriek | gemeentelijke exploitatie-toelage meerjarenplan |
gemeentelijke exploitatie-toelage budget 2026 |
gemeentelijke investerings-toelage meerjarenplan |
gemeentelijke investerings-toelage budget 2026 |
| Sint-Joris | 16.434,67 | 16.434,67 | 0,00 | 0,00 |
Artikel 1: De gemeenteraad neemt akte van het budget 2026 van de kerkfabriek Sint-Joris te Sint-Joris-Weert.
Artikel 2: De gemeenteraad besluit dat het exploitatieverlies van 16.434,57 euro door de Kerkfabriek zelf gedragen zal worden en er is geen gemeentelijke toelage nodig. Dit werd door de voorzitter van de KF meegedeeld.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en het centraal kerkbestuur.