Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Decreet op begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004
Omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria
Gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2022 betreffende het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van de gemeente Oud-Heverlee
De reglementering rond de begraafplaatsen is een zeer complexe en gevoelige materie, het is daarom van belang een duidelijk reglement te voorzien om zoveel mogelijk discussie te vermijden.
Voornaamste wijzigingen/toevoegingen:
De duurtijd van de niet-geconcedeerde grond wordt aangepast van 20 jaar naar 15 jaar. De wettelijke grafrust is 10 jaar. Er moet een onderscheid zijn tussen gratis grond en betalende percelen (=20 jaar).
De sterretjespercelen worden gratis.
Nieuwe Oud-Strijders graven mogen enkel nog een opstaande zerk krijgen (de bestaande graven worden ook vergroend waarmee de kiezeltjes, keien of andere grondbedekking zal worden weggenomen).
Nieuwe niet-geconcedeerde graven mogen ook enkel nog een opstaande zerk krijgen, zij verdwijnen immers na 15 jaar.
Het begraven van reeds overleden gezelschapsdieren bij een overledene wordt toegevoegd.
Verder finetunen we het reglement met betere omschrijvingen, kleine tekstuele aanpassingen,... die we door ervaringen op te doen ondervinden.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen goed te keuren.
Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen
1. BEGRAAFPLAATSEN
Artikel 1: De gemeente beschikt over vier begraafplaatsen:
De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverspreiding van:
Artikel 2: De begravingen en bijzettingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor begraving in niet-geconcedeerde grond, geconcedeerde grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium en de urnenkelders van het urnenveld.
De aangestelde verantwoordelijke van de gemeente houdt een register bij waarin de identiteit wordt vermeld van al de personen die op de begraafplaats zijn begraven, bijgezet of verstrooid, alsook de datum ervan en de sectie en nummer van de grafplaats.
De begraving, bijzetting of asuitstrooiing kan alle werkdagen van 9 tot 16u. Op zaterdagen kan dit van 9u tot 15u.
2. WIJZEN VAN TERAARDEBESTELLING
Artikel 3: Op de gemeentelijke begraafplaatsen kan op volgende wijzen ter aarde besteld worden:
1.Niet-geconcedeerd: (gratis voor een periode van 15 jaar - niet-verlengbaar);
2.Geconcedeerd: (tegen betaling vastgesteld in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen, voor een periode van 20 jaar)
4. Oud-Strijders-ereperk:
De nabestaanden moeten het statuut van oud-strijder van de overledene kunnen bewijzen. De keuze is vrij om al dan niet op het ereperk van de oud-strijders begraven te worden. Dit perk wordt onderhouden door het gemeentebestuur. De te plaatsen zerk is enkel een opstaande zerk en is ten laste van de nabestaanden. Nabestaanden kunnen er dan ook vrij voor kiezen om het Oud-Strijders graf te laten weghalen. De echtgenoten mogen bijbegraven worden bij de oud-strijder. De begraving als oud-strijder in het ereperk is gratis. Indien de nabestaanden kiezen om de oud-strijders te begraven met een concessie valt het graf uitsluitend onder die reglementering.
5. Gedenkzuil strooiweide
Artikel 4: Elke strooiweide is voorzien van een gedenkzuil waarop naamplaatjes van de overledenen wiens as daar is uitgestrooid kunnen worden aangebracht.
De nabestaanden kunnen een naamplaatje aanvragen bij de dienst Burgerzaken. De plaatsing gebeurt enkel door de aangestelde van de gemeente en voor een periode van 20 jaar. De prijs is vastgesteld in het retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen.
6. Herdenkingszuil weggenomen graven
Artikel 5: Er wordt een herdenkingszuil geplaatst, voorbehouden voor het aanbrengen van naamplaatjes of foto’s van personen wiens concessie komt te vervallen en niet wordt verlengd of waarvan het niet-geconcedeerde graf of nis einde termijn is.
De naamplaatjes dienen schriftelijk aangevraagd te worden aan het college van burgemeester en schepenen op voorlegging van een betaalbewijs van de retributie conform artikel 4 van het retributie- en belastingreglementen op de lijkbezorging en de begraafplaatsen.
De plaatjes worden aangekocht, gegraveerd en geplaatst door het gemeentebestuur. Het zal de voornaam, naam, geboortedatum en overlijdensdatum vermelden.
De aanvragen worden gebundeld en periodiek verwerkt, de plaatjes zullen in elk geval vóór 31 oktober van elk jaar op de zuil worden aangebracht.
3. CONCESSIES
Artikel 6: De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie.
Artikel 7: De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, en zolang de beschikbare ruimte dit toelaat.
Artikel 8: Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend.
Artikel 9: Alle vormen van concessie worden verleend voor 20 jaar.
De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.
De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen bepaalde voorwaarden, zoals die zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag.
Artikel 10: De concessie neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Het einde van de concessie wordt bepaald op 30 september van het vervaljaar.
Artikel 11: Het gemeentebestuur plaatst de grafkelders in eigen beheer en concedeert ze tegen betaling van de kostprijs die vastgesteld is in het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen. De ontruimde grafkelders kunnen opnieuw geconcedeerd worden door de gemeente.
Artikel 12: Verlengen van concessies
a. Verlengen vóór het verstrijken van de termijn
De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag vóór het verstrijken van de termijn verlengd worden.
De verlenging bedraagt 20 jaar.
Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot verlenging doen.
De concessieverlengingen worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.
De concessieverlengingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het Retributie- en belastingsreglement op de lijkbezorging en de begraafplaatsen, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot verlenging. Als er geen verlenging wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van tien jaar die begint te lopen op de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.
b. Verlenging zonder bijzetting
De opeenvolgende verlengingen kunnen ingediend worden vóór de bepaalde tijd verstreken is.
c. Verlenging met bijzetting
De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden verlengd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie.
Indien er van de mogelijkheid tot verlenging van de concessie bij een bijzetting geen gebruik wordt gemaakt én indien de laatste begraving in de concessie zich voordoet minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie, dan moet het graf behouden blijven tot 10 jaar na de laatste bijzetting in dit graf.
Werd er geen aanvraag om verlenging ingediend voor het vervallen van de concessie, dan vervalt de concessie. Een aanvraag tot verlenging van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de verlengingen ervan.
Tevens is geen enkele nieuwe teraardebestelling toegestaan na het verstrijken van die termijn. In geval van een verlenging van een concessie (al dan niet met bijzetting) vóór het verstrijken ervan moet het door de gemeente vereiste verschuldigde bedrag berekend worden, rekening houdend met het nog te lopen aantal jaren in de bestaande concessie. Dit bedrag wordt berekend als volgt:
Formule:
Aantal verstreken jaren___________________ X bedrag verlenging
Totaal aantal jaren van de nieuwe termijn (20 jaar)
Artikel 13: In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte op een begraafplaats in de gemeente.
De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de gemeente.
Artikel 14: In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Hij heeft recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats.
De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur.
De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten, evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager.
Artikel 15: Verlengingen van de eeuwigdurende concessie.
Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag verlengd worden.
Artikel 16: Vroegtijdige beëindiging van een concessie:
Een concessie kan op schriftelijk verzoek van de concessiehouder of van zijn nabestaanden vroegtijdig worden beëindigd. Vooraleer het college tot beëindiging overgaat, zal de aanvraag gedurende 6 maanden aan de ingang van de begraafplaats en aan de betrokken concessie worden aangeplakt. Bezwaren tegen deze voortijdige beëindiging moeten schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen. Wanneer een concessie om welke reden ook een einde neemt, worden de niet weggenomen graftekens en de nog bestaande ondergrondse constructies, eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming ervan. Wanneer een columbariumconcessie of een urnenveldconcessie om welke reden ook een einde neemt, kan de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats.
Artikel 17: Retroactieve bewaring op de begraafplaats:
Als er een einde komt aan de bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats, kan de as door toedoen van de nabestaande die er de zorg voor heeft, of zijn erfgenamen, in geval van het overlijden van de voormelde nabestaande, worden teruggebracht naar de begraafplaats om er alsnog begraven, bijgezet in een columbarium of uitgestrooid te worden.
4. ONTGRAVEN - VERWIJDEREN - ONTRUIMEN EN HERINGEBRUIKNEMING VAN GRAVEN
Artikel 18: Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, of ontzet, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving of ontzetting in die gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven of ontzet.
Artikel 19: De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande schriftelijk en met mededeling van reden worden gericht aan de burgemeester. De reden moet ernstig zijn.
Volgende beschikkingen moeten worden nageleefd:
Artikel 20: Het graf in niet-geconcedeerde grond wordt na 15 jaar en na de verplichte bekendmaking van 1 jaar verwijderd. Er kan tot ontknekeling worden overgegaan, of de as kan op de strooiweide uitgestrooid worden.
Geconcedeerde graven: Na de verplichte bekendmaking van 1 jaar met nakende vervaldatum van de concessie en bij niet verlengen, wordt het graf ontruimd (wegnemen en vernietigen van grafmonumenten), en kan tot ontknekeling worden overgegaan, of de as kan op de strooiweide uitgestrooid worden.
Na ontknekeling van de ontruimde stoffelijke resten worden deze in het ossuarium, gelegen op een gemeentelijke begraafplaats, door gemeentelijke diensten of een gespecialiseerde firma begraven. De termijn van grafrust wordt bepaald op 15 jaar. De wettelijke grafrust van 10 jaar dient voor alle vormen van begraving gerespecteerd te worden.
5 GRAFTEKENS, BOUW- EN BEPLANTINGSWERKZAAMHEDEN – ONDERHOUD VAN DE GRAVEN
Artikel 21:
De gemeentelijk aangestelde is ertoe bevoegd:
- de as uit te strooien;
- de kist of de urn in de kuil, de grafkelder of het columbarium te plaatsen;
- een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in niet-geconcedeerde grond en de kuil te vullen;
- bestaande grafkelders te openen en te sluiten;
- de nis in een columbarium te openen, de urn te plaatsen en de nis terug af te sluiten.
Artikel 22: Het onderhoud van het grafperceel rust op de belanghebbenden. Elke beplanting buiten de in artikel 3.1 en 3.2 vermelde afmetingen zijn niet toegelaten en zullen verwijderd worden door de gemeentediensten. De aanplantingen op de grafmonumenten moeten zo worden aangelegd en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen van het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens belemmeren. Het planten van bomen is in elk geval verboden, geplante bomen zullen worden weggenomen door de gemeentediensten.
Artikel 23: Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich er tegen verzetten, heeft eenieder het recht om op het graf van zijn verwant of vriend een blijvend grafteken te plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.
Elke plaatsing moet een eenvoudige aanvraag en een toelating tot het plaatsen voorafgaan. De aanvraag dient te gebeuren bij de dienst Burgerzaken van de gemeente vóór het plaatsen van de zerk. Op elk graf, onder welke vorm dan ook, is minstens een naamplaatje of kenteken verplicht. De graftekens en andere gedenktekens mogen de volgende afmetingen niet overschrijden:
| Niet geconcedeerde graven (enkel opstaand stuk) | |
| Max hoogte | 90cm |
| Max breedte | 65cm |
| Max diepte vloerplaat | 60cm |
| Max breedte vloerplaat | 100cm |
| Max dikte vloerplaat | 10cm |
| Geconcedeerde graven (kelder of graf) | |
| Max hoogte opstaand deel: | 100cm |
| Max breedte opstaand deel: | 80cm |
| Max lengte van het liggend deel: | 180cm |
| Max breedte van het liggend deel: | 80cm |
| Max dikte van het liggend deel: | 25cm |
| Kindergraven | |
| Max hoogte opstaand deel: | 80cm |
| Max breedte opstaand deel: | 60cm |
| Max lengte van het liggend deel: | 150cm |
| Max breedte van het liggend deel: | 60cm |
| Max dikte van het liggend deel: | 25cm |
| Sterretjesperceel | |
| Max hoogte opstaand deel: | 40cm |
| Max breedte opstaand deel: | 49cm |
| Max lengte van het liggend deel: | 49cm |
| Max breedte van het liggend deel: | 49cm |
| Max dikte van het liggend deel: | 25cm |
| Urnenveld | |
| Max lengte van de zerk: | 49cm |
| Max breedte van de zerk: | 49cm |
| Max dikte van de zerk: | 25cm |
Columbariumplaat: de grootte van de columbariumplaat mag de voorzijde van de columbariumnis niet overschrijden. Indien niet voor een eigen columbariumplaat gekozen wordt, dient verplicht een naamplaatje in de uitsparing van de afdekplaat geplaatst te worden. Deze afmetingen gelden zowel voor niet-geconcedeerde als voor geconcedeerde columbaria.
Gedenkzuil strooiweide: na uitstrooien van de as kan een gedenkplaatje geplaatst worden op de gedenkzuil. Aanvragen kan via de dienst burgerzaken. Er mogen geen andere gedenktekens aangebracht worden op de gemeenschappelijke zuil.
Herdenkingszuil weggenomen graven: van de weggenomen graven kan een herdenkingsplaatje geplaatst worden op de herdenkingszuil. Het plaatje dient aangevraagd te worden bij de dienst burgerzaken. Er mogen geen andere gedenktekens aangebracht worden op de gemeenschappelijke zuil.
6. GEZELSCHAPSDIEREN
Artikel 24:
Op aanvraag is het mogelijk om de as van een reeds eerder overleden gezelschapsdier:
7. SLOTBEPALINGEN
Artikel 25:
a) Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen.
b) Alle wets-, decreet- of besluitwijzigingen passen dit reglement automatisch aan.
Artikel 26: Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 1 januari 2026.
Artikel 27: Alle vorige reglementen betreffende begraafplaatsen worden opgeheven.
Artikel 28: Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig het gemeentedecreet.