Terug
Gepubliceerd op 06/10/2023

Besluit  gemeenteraad

di 26/09/2023 - 19:30

637 - Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0

Aanwezig: Adinda Claessen, voorzitter van de gemeenteraad
Bart Clerckx, burgemeester
Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, schepenen
Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Sarah D'Hertefelt, Josien Van Dyck, Fien Gilias, David Huygens, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, raadsleden
Marijke Pertz, algemeen directeur
Verontschuldigd: Bram Holemans, raadslid
Juridische gronden

De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;

Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;

Het ondertekenen door de gemeente Oud-Heverlee op 22 januari 2021 van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;

Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030

Het  Vlaams Regeerakkoord 2019-2024

Het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen. Ter goedkeuring beslist op de gemeenteraad van 28 september 2021.

Het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.

Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”

Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/5, meer bepaald acties:

  • AC000066 Onderhoudswerken en investeringen in energiebesparende ingrepen in alle gebouwen.
  • AC000029 Versterken van de biodiversiteit door het gericht beheren van openbaar groen.
  • AC000034 Om meer natuur te realiseren en beter te beschermen wordt samengewerkt met diverse partners.
  • AC000037 Inwoners worden aangezet tot energiezuinig maken van woningen, energiebesparende maatregelen.
  • AC000040 Naar een modal shift op basis van het mobiliteitsplan.
  • AC000047 Stimuleren van autodeelprojecten en mobipunten.
  • AC000056 Afkoppeling langsgrachten Expressweg.
  • AC000033 Projecten en dossiers van vergunningsverlening worden beoordeeld op criteria rond klimaat.
  • AC000037 Inwoners worden aangezet tot energiezuinig maken van woningen, energiebesparende maatregelen.
Feiten en context

Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 (LEKP 2.0) geeft een vervolg aan het Lokaal Energie en Klimaatpact 1.0 van 2021 en bevat een aanscherping van de klimaatambities die in LEKP 1.0 werden vooropgesteld. Dit in lijn met de verscherpte Europese klimaatdoelstellingen vermeld in het Fit for 55-pakket.

Het LEKP 2.0 volgt dezelfde principes als het LEKP 1.0. Twee van de vier concrete en herkenbare werven werden uitgebreid (zie hieronder) naar aanleiding van de reeds vermelde aanscherping op Europees niveau. Er wordt hierbij verder ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan om naast de reeds bestaande engagementen verder werk te maken van de aangescherpte engagementen zoals hieronder vermeld:

Lokale besturen engageren zich tot de volgende elementen:

  • De doelstelling m.b.t. CO2-reductie voor eigen gebouwen en technische infrastructuur wordt verhoogd van -40% naar -55% CO2-emissies tegen 2030. De scope van deze doelstelling voor CO2-reductie wordt daarnaast uitgebreid naar eigen mobiliteit;
  • De primaire energiebesparingsdoelstelling wordt aangescherpt naar -3% per jaar vanaf 2023;
  • Geen principiële schepencollege- of gemeenteraadsbeslissing meer te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA;
  • Aanpassingen in de streefdoelen onder de 2 van de 4 werven:
    • Nieuwe uitdaging onder werf 2:
      • 25 fossielvrije renovaties onder de 50 collectieve renovaties per 1.000 wooneenheden tegen 2030.
      • De inwoners van 50 per 1.000 wooneenheden worden uitgenodigd voor een klimaattafel ter bespreking van een wijkgerichte aanpak voor einde 2024
    • Nieuwe uitdaging onder werf 3
      • 1,5 in plaats van 1 (semi-) publieke laadequivalenten per 100 inwoners (99.000 laadpunten (CPE)) tegen 2030.

De Vlaamse overheid engageert zich tot:

  • Territoriaal coördinatorschap door Vlaanderen (VR 2022 2502) voor het Europese Burgemeestersconvenant om o.a. technische en strategische bijstand aan ondertekende gemeenten te verlenen voor de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van hun actieplannen voor duurzame energie en klimaat (SECAPS);
  • Het faciliteren van praktijkoplossingen voor een kwalitatieve ruimtelijke implementatie van het LEKP, het benutten van de synergiën tussen de 4 werven en via een werkplatform met 2.0-ondertekenaars gedetecteerde drempels oppakken. De Vlaamse Regering engageert zich voor een frequente opvolging (minstens jaarlijks) per bevoegd beleidsdomein;
  • In plaats van een apart sloopbeleidsplan, kan de renovatiedoelstelling (residentieel en niet-residentieel) worden voorbereid door een geïntegreerde lange termijn lokale renovatiestrategie. Het Netwerk Klimaat van VVSG zal hier een ondersteunende start-analyse voor laten opmaken (timing: begin 2023);
  • Verder bouwend op de start-analyse van het Netwerk Klimaat wordt een ‘Wijkrenovatietool’ aangeboden aan lokale besturen en hun partners om collectieve renovatietrajecten data-gestuurd te concretiseren en op te volgen t.e.m. uitvoering. Deze tool kan een handig instrument zijn om de klimaattafels wijkgericht te organiseren;
  • Versterking van de basisfinanciering van energiehuizen;
  • De invoering van de ‘Mijn VerbouwPremie’ en de ‘Mijn VerbouwLening’  en de versterking van het noodkoopfonds. Zo wordt er gestreefd naar een evenwichtige mix van het activeren van privaat kapitaal door financieringsinstrumenten (premies (waaronder de EPC-labelpremie) en langlopende leningen met incentives voor diepgaande renovaties via het renteloze renovatiekrediet (via banken) of de energielening+ (via energiehuizen)), ontzorging (door energiehuizen en BENOvatiecoaches) en verplichtingen (zoals de niet-residentiële renovatieverplichting vanaf 1/1/22 en residentiële renovatieverplichting vanaf 1/1/23, publieke en overheidsgebouwen moeten een minimaal EPC-label behalen tegen 2028 en alle niet-residentiële gebouwen tegen 2030 );
  • Blijvend in te zetten op het ondersteunen van de lokale besturen bij het realiseren van state of the art fietsinfrastructuur;
  • De noodzaak voor een taxshift tussen de energievectoren (elektriciteitsfactuur verlichten door kosten door te schuiven naar fossiele energiedragers) heeft de Vlaamse Regering principieel ondersteund. Eerste stappen hiertoe zijn ondernomen (opkoop groenestroomcertificaten bij de netbeheerders, schrappen kost openbare verlichting, vergoeding REG-premies via de Vlaamse Veerkrachtmiddelen en de kost voor de minimale levering aardgas). Het blijft desalniettemin de expliciete ambitie van minister Zuhal Demir, en de voltallige Vlaamse Regering, om de inspanningen continu verder te zetten zodat er zoveel mogelijk bijkomende kosten uit de elektriciteitsfactuur worden gehaald. De Vlaamse Regering stelt voor om in samenwerking met de Federale overheid een samenwerkingsovereenkomst uit te werken om een sociaal rechtvaardige taksshift door te voeren van elektriciteit naar de verschillende fossiele energiedragers waarbij gemiddeld de energiekost van huishoudens en ondernemingen niet stijgt. Hierbij wordt gedacht aan oplossingen, zoals een uitzondering op de non bis in idem-wet. Een precedent hiervan vinden we terug in de gehanteerde methode voor de minerale olie. Hiervoor zal overleg worden opgestart met het federale beleidsniveau en rekening gehouden worden met Europese beleidsinitiatieven. VVSG zal frequent op de hoogte worden gehouden. Het is ook in dit kader dat aan de lokale besturen gevraagd wordt de heffing op de ELIA-elektriciteitsmasten af te bouwen, gezien hierdoor ook de elektriciteitsfactuur verlicht wordt met 11 miljoen euro per jaar;
  • Een eenmalige additionele budgettaire impuls voor LEKP 2.0 ondertekenaars van 22,5 miljoen euro voor de aangescherpte ambities van LEKP 2.0 te ondersteunen tijdens deze legislatuur. Deze middelen worden verdeeld als volgt: 8,75 miljoen euro voor 2022, 8,75 miljoen euro voor 2023 en 5 miljoen euro voor 2024. Deze engagementen kunnen binnen de perken van de daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voorziene en beschikbare middelen en kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.
Argumentatie

De gemeente Oud-Heverlee ondertekende het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0  op 28 september 2021. 

Op dit moment hebben 221 van de 300 gemeenten reeds het LEKP 2.0 ondertekend en er gaat een aantal gemeenten dit LEKP 2.0 nog ondertekenen. 

Het intekenen op het LEKP 2.0 is nog mogelijk tot en met 5 december 2023

 

Recent is gebleken op basis van antwoorden van de VVSG en het Agentschap Binnenlands Bestuur dat

  1. de engagementen in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact als een inspanningsverbintenis en niet als een resultaatsverbintenis moet aanzien worden.
  2. de doelstellingen in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact gezamenlijke doelstellingen zijn voor het alle deelnemende gemeentes;
  3. er geen terugvordering van de financiële ondersteuning zal plaatsvinden indien de gemeente bewijst voldoende inspanningen geleverd te hebben.

Het trekkingsrecht voor Oud-Heverlee bedraagt (extra)- minimaal 12.866 euro per jaar voor 2023 en 2024. Dit is het trekkingsrecht berekend op situatie dat alle 300 gemeenten tekenen. 

Gelet op

  1. deze antwoorden
  2. het groot aantal lopende klimaatacties en de recente beslissing tot het plaatsen van extra zonnepanelen op 4 gemeentelijke gebouwen
  3. het extra jaarlijks budget

is het  wenselijk dat de gemeente Oud-Heverlee het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert en/of nastreeft.

Publieke stemming
Aanwezig: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Sarah D'Hertefelt, Josien Van Dyck, Fien Gilias, David Huygens, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets, Marijke Pertz
Voorstanders: Adinda Claessen, Bart Clerckx, Hanna Van Steenkiste, Katrien Timmermans, Jos Rutten, Kris Debruyne, Mattias Bouckaert, Francis Van Biesbroeck, Maggy Steeno, Paul Vleminckx, Tom Teck, Patrice Lemaitre, Mark Binon, Sarah D'Hertefelt, Josien Van Dyck, Fien Gilias, David Huygens, Diana Bulens, Gerrit Versyck, An Geets
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1: De gemeenteraad besluit het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 te ondertekenen waarbij de gemeente Oud-Heverlee zich engageert om in kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 de volgende doelstellingen na te streven:

  • 55 % CO2-reductie tegen 2030 voor eigen gebouwen en technische infrastructuur en eigen mobiliteit  
  • een jaarlijkse primaire energiebesparingsdoelstelling van 3% vanaf 2023;
  • de aangepast uitdagingen
    • onder werf 2:
      • 25 fossielvrije renovaties onder de 50 collectieve renovaties per 1.000 wooneenheden tegen 2030.
      • De inwoners van 50 per 1.000 wooneenheden worden uitgenodigd voor een klimaattafel ter bespreking van een wijkgerichte aanpak voor einde 2024
    •  onder werf 3
      • 1,5 in plaats van 1 (semi-) publieke laadequivalenten per 100 inwoners (99.000 laadpunten (CPE)) tegen 2030. 

Artikel 2. De gemeenteraad besluit  tot en met 2030 geen gemeenteraadsbeslissing te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA en geeft de opdracht aan het College van Burgemeester en Schepenen om tot en met 2030 geen collegebeslissing te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA. 

Artikel 3. De gemeenteraad neemt akte van de engagementen van de Vlaamse overheid. 

Artikel 4. De gemeenteraad beveelt aan om het gemeentelijk energie- en klimaatactieplan aan te passen aan deze beslissing van de gemeenteraad.