De voorzitter opent de zitting op 26/09/2023 om 19:17.
De gemeenteraad neemt kennis van de ontwerpnotulen, opgesteld door de algemeen directeur, van de vorige vergadering van 29 augustus 2023.
De gemeenteraadsleden nemen er nota van dat tot het einde van de huidige vergadering opmerkingen kunnen gemaakt worden betreffende de redactie van de notulen.
De campagne Burgemeesters voor iedereen wil burgemeesters en toekomstige burgemeesters aanzetten om in te zetten op integrale toegankelijkheid in hun stad of gemeente. Wat kan een stad of gemeente doen? Hoe kunnen ze toegankelijkheid en inclusie vertalen naar hun gemeentelijk beleidsplan?
In gans Vlaanderen zijn er al heel wat goede voorbeelden te vinden op vlak van inclusie, maar helaas ook nog heel wat valkuilen. Dit jaar wil de Inclusie Ambassade lokale beleidsmakers inspireren door over inclusie te praten in steden en gemeentes, op de plaats waar het lokale beleid bepaald wordt: de gemeenteraad. Door een kwartiertje van de raadsleden hun tijd in te nemen, eisen we aandacht op voor inclusie. 15 minuten die hun neuzen collectief in dezelfde richting moet duwen: richting toegankelijkheid voor iedereen. Het lijkt geen eenvoudige klus, maar als we een inclusieve reflex kunnen installeren van bij de start van een actie van een beleidsplan, dan zijn we al een hele stap dichter bij een inclusieve maatschappij.
Tijdens deze 15 minuten geven we een stand van zaken over inclusie in lokale besturen, aan de hand van de resultaten van een bevraging die we uitstuurden en delen we de ervaring van een ambassadeur die het belang van inclusie in een lokaal bestuur kan delen.
Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de presentatie Burgemeesters voor iedereen van de Inclusie Ambassade.
Het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en uitvoeringsbesluiten, specifiek artikel 263.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief van de Vlaamse regering KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/5 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
Om te verzekeren dat de raadsleden op de hoogte blijven van de voortgang van het beleid ondanks het wegvallen van de budgetwijzigingen dient een opvolgingsrapportering voorgelegd te worden aan gemeente- en de OCMW-raad. De opvolgingsrapportering over het eerste semester van 2023 dient voor het einde van het derde kwartaal van het boekjaar te gebeuren (artikel 263 Decreet Lokaal bestuur).
Deze opvolgingsrapportering bevat minstens de volgende elementen:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's (zie jaarrekening 2022).
Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering over het eerste semester van 2023, in het kader van artikel 263 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
De toepasselijke bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur dd. 22 december 2017, zoals gewijzigd.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
De wet van 29 juli 1991 inzake de motivering van beslissingen.
De omzendbrief KB ABB-2019/2 Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Het Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2023-2030 (Lokaal Materialenplan) van 26 mei 2023.
Het besluit van de gemeenteraad van 25 mei 2021 betreffende de verlenging van EcoWerf en de beheersoverdrachten aan EcoWerf voor de inzameling van verschillende afvalfracties en voor de exploitatie van het recyclagepark.
Het besluit van de gemeenteraad van 25 oktober 2022 inzake het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark - aanslagjaren 2023-2025.
Fost Plus stelt momenteel 3 standaard formaten ter beschikking: 60 L, 90 L en 120 L. De 120 L-zak is voorbehouden voor scholen en verenigingen.
De evaluaties van het gebruik van de 90 L-zak bij andere intercommunales zijn positief. Voorafgaand aan een potentiële invoering van de zakken voor inzameling van pmd, werd het 90 L-formaat eveneens getest door de medewerkers van EcoWerf. De pmd-zakken van 90 liter werden voorzien van inhoud en op een waarheidsgetrouw parcours geplaatst, samen met andere pmd-zakken van 60 liter. De zakken werden vervolgens getest door een ervaren lader en een lader die recent in dienst is gekomen. Bij de test inzameling hielden de medewerkers rekening met het inwerpen van de zakken; het hanteren van meerdere pmd-zakken van beide formaten (zowel volle zakken, als half gevulde zakken); het botsen van zakken tegen de trog; en ten slotte zakken die te zwaar of met verkeerde inhoud gevuld zijn. De testinzameling heeft op geen van deze onderdelen moeilijkheden aan het licht gebracht. Er werd geen noemenswaardig verschil gemerkt met een pmd-zak van 60 liter. Deze test werd bijgevolg positief bevonden door EcoWerf.
EcoWerf organiseerde een aanbesteding voor de levering van zakken voor inzameling pmd waarbij reeds de 90 L-zakken werden voorzien.
Aanpassing voorgesteld in 2023:
De definitie van gft afval in Artikel 1§3, 12° wordt aangepast met een toelating om een kleine hoeveelheid van mest van huisdieren in GFT te plaatsen - 'mest van huisdieren met een maximum van 10% per aangeboden hoeveelheid in de gft-container'.
De definitie van papier en karton in Artikel 1§3, 21° wordt verduidelijkt - 'kranten en tijdschriften, folders uit de plastic verpakking, printpapier en alle verpakkingen uit papier en karton die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van vuil en vettig papier en karton, behangpapier, cellofaanpapier en aluminiumfolie en -zakjes'.
De definitie van pmd afval in Artikel 1§3, 22° wordt aangepast met een toevoeging van 'drankcapsules'.
Er wordt pmd zak van 90L met de relevante prijs (0.20 euro/zak) toegevoegd in Artikel 3§1, c).
De einddatum in Art. 3.§ 3 wordt aangepast van 15 december naar 31 december - 'Gras en blad: Gratis van 1 oktober tot 31 december'.
De verwijzing naar het laatste contantbelastingreglement wordt gecorrigeerd in Artikel 11.
Intreding van het aangepaste reglement wordt voorgesteld voor 1 november 2023, behalve Artikel 3§1, c), dat treedt in werking vanaf 1 januari 2024.
Artikel 1: De gemeenteraad beslist:
Artikel 1
§ 1. Er wordt een contant belasting gevestigd voor:
1° de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, het papier en karton en grofvuil (en het gelijkaardig bedrijfsafval);
2° de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen;
3° de inzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval en papier en karton via sorteerstraten.
§ 2. Definities algemeen:
1° Aansluitpunt (ASP):
1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden,
2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden, en
3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport- , jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.
2° Aansluitpunt commercieel:
Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooid (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten,…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeenten zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.
De juiste oppervlakte van het commercieel aansluitpunt wordt vastgesteld hetzij op basis van de goedgekeurde bouwvergunning, hetzij op basis van de afgesloten huurovereenkomst.
3° Aorta: de databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:
• de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming
• de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.
Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is maximaal één registratie mogelijk.
Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer en het EcoWerf-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.
Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.
De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen.
Wanneer niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.
4° DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:
• de volgens dit reglement verschuldigde contant belasting;
• de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;
De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.
5° Gebruikersgroep: een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangskaart toegewezen krijgen en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).
6° Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening.
7° Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:
• voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank;
• voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.
8° Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.
9° Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton.
10° Toegangskaart: elektronische badge op naam van de referentiepersoon die bij aanbieding toegang verleent tot de sorteerstraat en/of recyclagepark(en). De badge registreert de gebruiker en het volume of het gewicht van de aangeboden fractie. Elke gebruiker en bij uitbreiding ook de badge maken deel uit van een door EcoWerf gedefinieerde gebruikersgroep
§ 3. Definities afvalfracties:
1° Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.
2° Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …
3° Boomstronken: alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.
4° Bouwafval: zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.
5° Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.
6° E.P.S.: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…
7° Frituurolie en afgelaten motorolie: alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.
8° Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt,…
9° Glas: hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of gelijkaardige bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,…
• hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...;
• vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…
10° Gras- en bladafval: alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.
11° Groenafval: organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.
12° Groente-, fruit- en tuinafval (gft): organisch composteerbaar afval zoals schillen en resten van fruit (ook citrusvruchten), groenten en aardappelen; dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten; broodresten; koffiedik en papieren koffiefilters; papier van keukenrol; noten en pitten; vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen …); vaste zuivelproducten (kaasresten); eieren en eierschalen; fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout …); kamer- en tuinplanten; schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout; mest van huisdieren met een maximum van 10% per aangeboden hoeveelheid in de gft-container. Dit alles ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.
13° Grofvuil: alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval, matrassen en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.
14° Harde plastics: alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval),...
15° Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,…
16° Huishoudelijk afval: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.
17° Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,… met uitzondering van steenafval.
18° Klein Gevaarlijk Afval (KGA): de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA.
19° Kurk: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…
20° Oude Metalen: alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.
21° Papier en karton: kranten en tijdschriften, folders uit de plastic verpakking, printpapier en alle verpakkingen uit papier en karton die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van vuil en vettig papier en karton, behangpapier, cellofaanpapier en aluminiumfolie en -zakjes.
22° Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd): flessen, flacons, schaaltjes, vlootjes, bakjes, potjes, tubes, folies, zakken, drank- en conservenblikken, drankcapsules spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, aluminium bakjes en schaaltjes, deksels, doppen, kroonkurken en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.
23° Sloophout: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.
24° Snoeihout: alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.
25° Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest,…
26° Textiel: alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.
Artikel 2
De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang van de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis-inzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.
Artikel 3
§ 1. Huis-aan-huisinzameling
De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.
a) Huisvuil
Inzameling en verwerking
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
Per kg gewogen huisvuil |
0.30 |
0.30 |
Per aanbieding 40 L-container |
0.63 |
|
Per aanbieding 120 L-container |
0.63 |
0.63 |
Per aanbieding 240 L-container |
1.26 |
1.26 |
Per aanbieding 360 L-container |
1.89 |
1.89 |
Per aanbieding 1100 L-container |
6.40 |
6.40 |
Gebruiksrecht container per maand
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
40 L-container |
0.68 |
|
120 L-container |
0.68 |
1.84 |
240 L-container |
1.36 |
2.47 |
360 L-container |
2.00 |
2.64 |
1100 L-container |
3.71 |
7.07 |
Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro
b) Gft-afval
Inzameling en verwerking
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
Per kg gewogen gft |
0.20 |
0.20 |
Gebruiksrecht container per maand
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
40 L-container |
0.68 |
|
120 L-container |
0.68 |
1.84 |
240 L-container |
1.36 |
2.47 |
Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro
c) Pmd
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
Per zak van 60L |
0.15 |
0.15 |
Per zak van 90L |
0.20 |
0.20 |
d) Grofvuil
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
Voorrijkost op afroep |
12.50 |
12.50 |
Verwerking per begonnen 0,5 m³ OF |
8.00 |
8.00 |
1-persoonsbed |
8.00 |
8.00 |
2-persoonsbed |
16.00 |
16.00 |
Zetel: 1-zit |
8.00 |
8.00 |
Zetel: 2-zit |
16.00 |
16.00 |
Zetel: 3-zit |
24.00 |
24.00 |
Stoel (2 stuks) |
8.00 |
8.00 |
(tuin)tafel |
8.00 |
8.00 |
e) Papier en karton
Gebruiksrecht container per maand
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
40 L-container |
0.84 |
|
240 L-container |
0.84 |
2.47 |
500 L-container |
2.08 |
3.21 |
1100 L-container |
4.58 |
7.07 |
§ 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht
De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
Huisvuil (kg) |
0.30 |
0.30 |
Gft (kg) |
0.20 |
0.20 |
Beheerskost |
3.23 |
6.46 |
§ 3. Inzameling recyclagepark
De contantbelasting in functie van volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven.
Bezoek aan het recyclagepark |
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
Auto, voetganger, fiets |
2.50 |
2.50 |
Aanhangwagen of max 2m³ |
7.50 |
7.50 |
Bestelwagen of max. 4m³ |
25.00 |
25.00 |
Een voertuig dat enkel asbestcement, kaarsresten, kurk, papier/karton, kga, aeea en/of matrassen aanvoert, heeft gratis toegang.
Gras en blad: Gratis van 1 oktober tot 31 december
Bijkomend tarief voor grofvuil:
|
Particulieren (euro) |
KMO (euro) |
Verwerking per begonnen 0,5 m³ OF |
8.00 |
8.00 |
1-persoonsbed |
8.00 |
8.00 |
2-persoonsbed |
16.00 |
16.00 |
Zetel: 1-zit |
8.00 |
8.00 |
Zetel: 2-zit |
16.00 |
16.00 |
Zetel: 3-zit |
24.00 |
24.00 |
Stoel (2 stuks) |
8.00 |
8.00 |
(tuin)tafel |
8.00 |
8.00 |
De contantbelasting is verschuldigd door de bezoeker die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar via elektronische betaling. Met de nog in omloop zijnde vooraf betaalde knipkaarten van 10,00 euro kan ook betaald worden. Er worden geen nieuwe knipkaarten meer in omloop gebracht.
Artikel 4
De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd en dit voor een eerste maal op 1 januari 2025, waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:
k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15
waarbij:
P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023
p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1
C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023
c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1
x= aanslagjaar
Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte
De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgelegde maximumtarief gehanteerd.
De tarieven die voor indexering in aanmerking komen zijn de basistarieven. De tarieven van gebruiksrecht en aanbieding worden pro rata berekend aan de hand van het volume van de betrokken container.
- voor de huis-aan-huisinzameling betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, aanbieding en gebruiksrecht.
- voor de sorteerstraten betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, beheerskost
- voor het recyclagepark betreft het de tarieven
o Volume grofvuil (per 0,5m³) en de stukprijzen
- Voor de inzameling op afroep: volume grofvuil (per 0.5m³) en de stukprijzen
De tarieven voor het bezoek aan het park bedoeld in artikel 3, § 3 (auto, fiets, voetganger, aanhangwagen, bestelwagen) worden niet geïndexeerd.
Artikel 5
Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.
Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.
Artikel 6
§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kiepbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.
§ 2. De gebruiker van de sorteerstraat is de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking van afvalstoffen verschuldigd op het ogenblik dat de gebruiker afvalstoffen aanbiedt aan de ondergrondse afvalcontainer en de elektronische toegangskaart van de gebruiker deze beweging registreert. De contantbelasting betreffende het gebruik van de sorteerstraat is maandelijks verschuldigd.
§ 3. Iedere gebruiker van een container/sorteerstraat dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit in functie van de gebruikte containers:
Aantal en type containers - Voorschot (euro)
1 of meerdere 40 L-containers of 120 L-containers of een particuliere gebruiker van een sorteerstraat en een 240L papier en karton-container: 50,00 euro
per container van 240 L of een niet-particuliere gebruiker van een sorteerstraat: 100,00 euro
per container van 1.100 L of per set van 3 360 L containers: 500,00 euro
per 240L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is: 25,00 euro
per 1100L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is: 75,00 euro
§ 4. Bij elke registratie van een kiepbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting zoals bepaald in artikel 3, in mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag. De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.
Artikel 7
§ 1.Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.
Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.
De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.
Indien de niet geledigde container niet tijdig wordt binnengehaald, kan die door of in opdracht van de gemeente worden geledigd aan het tarief vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement betreffende ambtshalve opruimen van sluikstorten.
Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.
§ 2. De personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
§ 3. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).
Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.
Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.
§ 4. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van 5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.
Artikel 8
Bij ontstentenis van betaling wordt de contantbelasting conform artikel 4, § 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.
Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.
Artikel 9
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning/aanrekening op de DifTar-rekening.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.
Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan EcoWerf.
Artikel 10
Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.
Artikel 11
Het contantbelastingreglement op de inzameling van huishoudelijk afval huis-aan-huis en op het recyclagepark d.d. 25 oktober 2022 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van dit reglement.
Artikel 12
Dit reglement treedt in werking op 1 november 2023, behalve artikel Artikel 3§1, c) wat betreft de 90L-zak om pmd in te zamelen. Artikel 3§1, c) treedt in werking op 1 januari 2024.
Artikel 13
Gelast het College van Burgemeester en Schepenen met de uitvoering van dit besluit.
Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012.
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012.
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de vaststelling van de modellen van de boekhouding van de eredienst, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013.
De omzendbrief BB2013/1 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de eredienst.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/5 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 13 december 2022.
De beslissing van de gemeenteraad van 25 januari 2022 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1 van het kerkbestuur Sint-Jan-Evangelist.
De gemeenteraad keurde in de zitting van 25 januari 2022 de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1 van de kerkfabriek Sint-Jan-Evangelist te Blanden goed. Voor het jaar 2024 werd vastgesteld: een exploitatietoelage van 24.480,42 euro en een investeringstoelage van 10.000,00 euro.
Het centraal kerkbestuur van Oud-Heverlee heeft op 31 augustus 2023 de budgetten 2024 gecoördineerd ingediend van de 4 kerkfabrieken van Oud-Heverlee bij het gemeentebestuur.
Het erkend representatief orgaan gaf gunstig advies op 29 augustus 2023.
De gemeenteraad dient zich over het budget van de kerkfabriek uit te spreken binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeente.
De gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen voor het jaar 2024 bedragen voor de kerkfabriek Sint-Jan-Evangelist respectievelijk 18.269,52 euro en 10.000,00 euro. De toelagen bevinden zich binnen de grenzen van het meerjarenplan 2020-2025.
De beleidsnota vermeldt:
Door het occasioneel gebruik van de parochiekerk, en rekening houdend met de ervaring opgedaan in de eerste helft van 2023, werden bij het opstellen van het budget de opbrengsten van de omhalingen en de rechten bij uitvaarten en huwelijken weggelaten. Deze minder ontvangsten worden deels gecompenseerd door het optrekken van de vermoedelijke stijging van de gebruiksvergoeding van de eredienstgebouwen. De verdere indexering van de uitgaven is zoals voorzien in de meerjarenplanning beperkt tot een verhoging van 1,5%. In samenspraak met de kerkfabriek O.L.Vrouw-Haasrode inzake kostendeling voor de vieringen, werden enkele MAR-posten met 20% verhoogd.
De jaarrekening 2021 van het kerkbestuur Sint-Jan-Evangelist te Blanden werd tijdens de gemeenteraadszitting van 26 april 2022 gunstig geadviseerd, maar met de opmerking dat er geen rekening was gehouden met de kanttekening van de gemeenteraad dd 23 november 2021 betreffende het budget en de budgetwijziging van 2022, nl:
Het bedrag vermeld onder MAR 459, m.n. 9.158,21 euro dient opgesplitst te worden als volgt:
- 50.841,79 euro gemeentelijke toelage onder MAR 3100;
- 60.000,00 euro terugbetaling renteloze lening - andere financiering onder MAR 459.
Dit heeft als gevolg dat de Z-waarde een tekort in de investeringen vertoond.
De aangevraagde toelagen van de kerkfabriek worden weergegeven in onderstaande tabel.
kerkfabriek | gemeentelijke exploitatie-toelage 2024 oorspr. meerjarenplan |
gemeentelijke exploitatie-toelage budget 2024 |
gemeentelijke investerings-toelage 2024 meerjarenplan/1 |
gemeentelijke investerings-toelage budget 2024 |
Sint-Jan-Evangelist | 24.480,42 | 18.269,52 | 10.000,00 | 10.000,00 |
De Z-waarde bij het budget 2022 en 2023 bedraagt respectievelijk -43.257,29 euro en -47.685,88 euro. In de budgetwijzigingen van 2022 en 2023 werd de correctie i.v.m. de renteloze lening niet opgenomen. Bijgevolg dient bij de eerstvolgende budgetwijziging van 2024 de Z-waarde gecorrigeerd te worden.
Artikel 1: De gemeenteraad neemt akte van het budget 2024 van de kerkfabriek Sint-Jan-Evangelist te Blanden, maar met de opmerking dat bij de eerstvolgende budgetwijziging van 2024 de Z-waarde dient aangepast te worden.
Artikel 2: De gemeenteraad merkt op dat bij de eerstvolgende meerjarenplan wijziging de nodige aanpassingen moeten opgenomen zijn in verband met de investering in de pastorie. Daarbij wordt gevraagd om een oplossing uit te werken samen met de andere kerkfabrieken.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en het centraal kerkbestuur.
Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012.
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012.
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de vaststelling van de modellen van de boekhouding van de eredienst, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013.
De omzendbrief BB2013/1 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de eredienst.
De beslissing van de gemeenteraad van 17 december 2019 betreffende de aanpassing van het door de kerkfabriek Sint-Anna en Sint-Magdalena ingediende meerjarenplan 2020-2025.
De beslissing van de gemeenteraad van 30 juni 2020 tot het niet goedkeuren van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Sint-Anna en Sint-Magdalena.
De beslissing van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 09 september 2020 tot het niet inwilligen van het beroep van de kerkfabriek Sint-Anna en Sint-Magdalena tegen de gemeenteraadsbeslissing van 30 juni 2020.
De beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2022 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/5 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 21 juni 2022 betreffende de aanvraag door de kerkfabriek Sint-Anna en Sint-Magdalena van investeringstoelage i.k.v. kredietverschuiving.
De beslissing van de gemeenteraad van 27 september 2022 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/2 van de kerkfabriek Sint-Anna en Sint-Magdalena.
De gemeenteraad besliste in de zitting van 27 september 2022 het ingediende meerjarenplan 2020-2025/2 van de kerkfabriek Sint-Anna te Oud-Heverlee en Sint-Magdalena te Vaalbeek aan te passen. Voor het jaar 2024 werd de exploitatietoelage gewijzigd van 46.024,32 euro naar 44.586,82 euro. De investeringstoelage werd vastgesteld voor 40.000,00 euro.
Het centraal kerkbestuur van Oud-Heverlee heeft op 31 augustus 2023 de budgetten 2024 gecoördineerd ingediend van de 4 kerkfabrieken van Oud-Heverlee.
Het erkend representatief orgaan gaf gunstig advies op 29 augustus 2023.
De gemeenteraad dient zich over het budget van de kerkfabriek uit te spreken binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeente.
De gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen bedragen voor de kerkfabriek Sint-Anna en Sint-Magdalena respectievelijk 30.961,11 euro en 40.000,00 euro. De exploitatie- en investeringstoelagen bevinden zich binnen de grenzen van het opgelegde meerjarenplan 2020 - 2025.
De beleidsnota vermeldt:
Voor de opstelling van het budget 2024 werd voor alle posten vertrokken van de bedragen opgenomen in het budget 2023 en het meerjarenplan, getoetst aan de reële inkomsten en uitgaven in 2022 en 2023. Globaal liggen de ontvangsten hoger dan in het budget 2023 en het meerjarenplan; de uitgaven liggen daarentegen lager dan in het budget 2023 en het meerjarenplan.
De voorziene investeringen betreffen naast de afwerking van de restauratie van de pastorie hoofdzakelijk onderhouds- en instandhoudingswerken aan de gebouwen van de eredienst.
De aangevraagde toelagen van de kerkfabriek worden weergegeven in onderstaande tabel.
kerkfabriek | oorspronkelijke gemeentelijke exploitatietoelage meerjarenplan (ingediend door KF in 2019) |
gewijzigde gemeentelijke exploitatietoelage meerjarenplan (wijziging MJP/2 KF) |
opgelegde gemeentelijke exploitatietoelage meerjarenplan (GR-beslissing 27/9/2022) |
gemeentelijke exploitatietoelage budget KF 2024 |
Sint-Anna | 49.949,37 | 46.024,32 | 44.586,82 | 30.961,11 |
kerkfabriek | oorspronkelijke investeringstoelage in meerjarenplan (ingediend door KF in 2019) |
gemeentelijke investeringstoelage meerjarenplan (wijziging MJP/2 KF) |
opgelegde gemeentelijke investeringstoelage meerjarenplan (GR-beslissing 27/09/2022) |
gemeentelijke investeringstoelage budget KF 2024 |
Sint-Anna | 40.000,00 | 40.000,00 | - | 40.000,00 |
Artikel 1: De gemeenteraad neemt akte van het budget 2024 van de kerkfabriek Sint-Anna te Oud-Heverlee en Sint-Magdalena te Vaalbeek.
Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en het centraal kerkbestuur.
Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012.
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012.
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de vaststelling van de modellen van de boekhouding van de eredienst, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013.
De omzendbrief BB2013/1 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de eredienst.
De beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2022 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/5 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
De beslissing van de gemeenteraad van 17 december 2019 betreffende het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Haasrode
De gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2019 betreffende goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Haasrode. Voor het jaar 2024 werd vastgesteld: een exploitatietoelage van 18.441,07 euro en een investeringstoelage van 28.000,00 euro. 90% is ten laste van de gemeente Oud-Heverlee en 10% ten laste van de stad Leuven. Voor Oud-Heverlee geeft dit de volgende cijfers: 16.596,96 euro exploitatietoelage en 25.200,00 euro investeringstoelage.
Het centraal kerkbestuur van Oud-Heverlee heeft op 31 augustus 2023 de budgetten 2024 gecoördineerd ingediend van de 4 kerkfabrieken van Oud-Heverlee.
Het erkend representatief orgaan gaf gunstig advies op 29 augustus 2023.
De gemeenteraad dient zich over het budget van de kerkfabriek uit te spreken binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeente.
De gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen bedragen voor de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw respectievelijk 26.124,04 euro en 28.000,00 euro. De exploitatietoelagen bevinden zich niet binnen de grenzen van het meerjarenplan 2020 - 2025.
In de beleidsnota wordt de verhoging van de exploitatietoelage verklaard door:
- De parochiezaal van Haasrode wordt niet meer verhuurd aan de Vereniging voor Parochiale Werken. De kerkfabriek neemt de uitbating nu in eigen beheer. Met de verhuur van de pastorie aan het OCMW wordt geen rekening gehouden in 2024 aangezien het huidige contract nog loopt tot 30/6/2023.
- De inkomsten van de doorfacturaties aan de kerkfabriek van Blanden werden toegevoegd.
- In de kerk van Haasrode worden nu wekelijkse vieringen gehouden ipv tweewekelijks. De kerk van Blanden krijgt een andere bestemming. Dit betekent dat de kosten voor de erediensten en het gebruik van het gebouw zullen vermeerderen.
- Door de stijgende energiekost werden de exploitatie-uitgaven verhoogd voor de kerk, de parochiezaal en de pastorie. Voor de pastorie werd het onderhoudsbedrag opgetrokken naar 4.000,00 euro doordat er bijkomende werken zijn in de tuin omwille van zieke bomen.
Voor 2024 werd voor de pastorietuin ook een investeringsbudget voorzien voor een eventuele heraanleg.
kerkfabriek | gemeentelijke exploitatie-toelage meerjarenplan |
gemeentelijke exploitatie-toelage budget 2024 |
gemeentelijke investerings-toelage meerjarenplan |
gemeentelijke investerings-toelage budget 2024 |
Onze-Lieve-Vrouw | 18.441,07* | 26.124,04* | 28.000,00* | 28.000,00* |
*90% van de exploitatie- en de investeringstoelage is ten laste van de gemeente Oud-Heverlee, 10% is ten laste van de stad Leuven. Voor Oud-Heverlee geeft dit een exploitatietoelage van 23.511,63 euro en een investeringstoelage van 25.200,00 euro.
De investeringsbudgetten zijn niet in evenwicht. MAR 436 investeringsbeleggingen werd voorzien in het meerjarenplan, maar niet in het budget 2024. Bij de eerstvolgende budgetwijziging van 2024 dienen de investeringsuitgaven in overeenstemming te zijn met de investeringsontvangsten.
Meerjarenplannummer MJP000523 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - exploitatietoelage kerkfabriek Haasrode wordt bij de eerstvolgende meerjarenplanaanpassing verhoogd met 6.914,67 euro van 16.596,96 euro naar 23.511,63 euro.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt van het budget 2024 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw te Haasrode goed.
Artikel 2: Bij de eerstvolgende budgetwijziging van 2024 dienen de investeringsontvangsten en -uitgaven in overeenstemming gebracht te worden.
Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de stad Leuven, de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en het centraal kerkbestuur.
Het decreet over het lokaal bestuur en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet en uitvoeringsbesluiten.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012.
Het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2012.
Het ministerieel besluit van 27 november 2006 betreffende de vaststelling van de modellen van de boekhouding van de eredienst, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 februari 2013.
De omzendbrief BB2013/1 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de eredienst.
De beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2022 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/5 van het lokaal bestuur Oud-Heverlee.
De beslissing van de gemeenteraad van 27 september 2022 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025/1 van de kerkfabriek Sint-Joris.
Het centraal kerkbestuur van Oud-Heverlee heeft op 31 augustus 2023 de budgetten 2024 gecoördineerd ingediend van de 4 kerkfabrieken van Oud-Heverlee.
Het erkend representatief orgaan gaf gunstig advies op 29 augustus 2023.
De gemeenteraad dient zich over het budget van de kerkfabrieken uit te spreken binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeente.
De gemeenteraad heeft in zitting van 27 september 2022 de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025/1 van de kerkfabriek Sint-Joris te Sint-Joris-Weert aangepast. Voor het jaar 2024 werd een exploitatietoelage van 1.200,63 euro en geen investeringstoelage vastgesteld.
De gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelagen in het budget 2024 bedragen respectievelijk 1.376,38 euro en 149.472,12 euro. De exploitatie- en investeringstoelage bevinden zich niet binnen de grenzen van het opgelegde meerjarenplan 2020 - 2025/1.
De beleidsnota vermeldt:
Voor de opstelling van het budget 2024 werd voor alle posten vertrokken van de bedragen opgenomen in het meerjarenplan en aangepast rekening houdend met actuele evoluties in het gebruik van het patrimonium en de prijzen. Uitgaven en inkomsten zijn globaal in evenwicht met een licht positief exploitatieresultaat van 81 euro. Na in rekening brengen van het gecorrigeerd tekort van 2022 (-1.457,38 euro) toont de exploitatie 2024 een tekort van 1.376,38 euro. Het meerjarenplan voorzag een tekort van 1.200,63 euro. Qua investeringen herneemt het budget de bedragen voorzien in het gewijzigd meerjarenplan. De niet verbruikte bedragen voor 2023 worden in het budget 2024 opgenomen. Het resultaat sluit aan met het meerjarenplan 2020-2025.
De aangevraagde toelagen van de kerkfabriek worden weergegeven in onderstaande tabel.
kerkfabriek | gemeentelijke exploitatie-toelage meerjarenplan |
gemeentelijke exploitatie-toelage budget 2024 |
gemeentelijke investerings-toelage meerjarenplan |
gemeentelijke investerings-toelage budget 2024 |
Sint-Joris | 1.200,63 | 1.376,38 | 0,00 | 149.472,12 |
Aangezien de jaarrekening van 2023 nog niet gekend is, kunnen de investeringsbudgetten nog niet opgenomen worden in het budget 2024. Na de opstelling van de jaarrekening 2023 dienen de saldi van de investeringsbudgetten overgedragen te worden van 2023 naar 2024.
Om een dubbel bedrag te vermijden worden deze saldi beter niet opgenomen in het budget 2024.
De budgetten worden bijgevolg als volgt aangepast:
investeringsontvangsten 2024 | Wijziging meerjarenplan 1 |
Opgelegd Meerjarenplan |
oorspronkelijk budget 2024 |
aangepast budget 2024 |
300 toelage eredienst 3100 toelage hoofdgebouw eredienst 3120 toelage woning bedienaar eredienst 322 toelage bestuur van de eredienst |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
1.250,00 119.472,12 27.500,00 1.250,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 | 0,00 | 149.472,12 | 0,00 |
investeringsuitgaven 2024 | Wijziging meerjarenplan 1 |
Opgelegd Meerjarenplan |
oorspronkelijk budget 2024 |
aangepast budget 2024 |
400 aankopen meubelen en installaties 4100 grote herstellingen hoofdgebouw eredienst 4120 grote herstellingen woning bedienaar eredienst 420 aankopen meubelen en kantoormachines |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
1.250,00 119.472,12 27.500,00 1.250,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 | 0,00 | 149.472,12 | 0,00 |
Meerjarenplannummer MJP000525 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - exploitatietoelage kerkfabriek Sint-Joris wordt bij de eerstvolgende meerjarenplanwijziging verhoogd met 175,75 euro van 1.200,63 euro naar 1.376,38 euro.
Artikel 1: De gemeenteraad past het budget 2024 aan van de kerkfabriek Sint-Joris te Sint-Joris-Weert als volgt:
investeringsontvangsten 2024 | Wijziging meerjarenplan 1 |
Opgelegd Meerjarenplan |
oorspronkelijk budget 2024 |
aangepast budget 2024 |
3100 toelage eredienst 3100 toelage hoofdgebouw eredienst 3120 toelage woning bedienaar eredienst 320 verkopen meubelen en kantoormachines 322 toelage bestuur van de eredienst |
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 |
1.250,00 119.472,12 27.500,00 0,00 1.250,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 | 0,00 | 149.472,12 | 0,00 |
investeringsuitgaven 2024 | Wijziging meerjarenplan 1 |
Opgelegd Meerjarenplan |
oorspronkelijk budget 2024 |
aangepast budget 2024 |
400 aankopen meubelen en installaties 4100 grote herstellingen hoofdgebouw eredienst 4120 grote herstellingen woning bedienaar eredienst 420 aankopen meubelen en kantoormachines |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
1.250,00 119.472,12 27.500,00 1.250,00 |
0,00 0,00 0,00 0,00 |
0,00 | 0,00 | 149.472,12 | 0,00 |
Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het erkend representatief orgaan en het centraal kerkbestuur.
Decreet lokaal bestuur.
Beslissing gemeenteraad van 28 mei 2013 tot invoering van een vergoeding voor het gebruik van de infrastructuur van het kunstonderwijs als recuperatie voor bijzondere kosten van verlichting, verwarming, onderhoud en andere.
Het retributiereglement van 28 mei 2013 wordt tot nu toe toegepast. Het is nodig het reglement te verlengen gezien het vanaf schooljaar 2020-2021 niet meer van kracht was. Nochtans zijn de redenen waarom het ingevoerd werd onverkort van toepassing.
Artikel 1: Het retributiereglement van 28 mei 2013 tot invoering van een retributie bij de inschrijving van een leerling in de Gemeentelijke Academie Muziek en Woord Oud-Heverlee De Vonk wordt verlengd tot en met 31 december 2025. De retributie wordt gevestigd als kostendeelname in de werkingskosten aangerekend ten behoeve van de school.
Artikel 2: De retributie blijft als volgt vastgesteld:
- Per schooljaar en per volwassen leerling die niet in aanmerking komt voor het verminderd bedrag zoals voorgeschreven in het decreet houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs van 31 juli 1990: 30 EUR;
- Per schooljaar en per volwassen leerling die wel in aanmerking komt voor het verminderd bedrag zoals voorgeschreven in het decreet houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs van 31 juli 1990 20 EUR;
- Per schooljaar en per jongere leerling die niet in aanmerking komt voor het verminderd bedrag zoals voorgeschreven in het decreet houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs van 31 juli 1990: 15 EUR;
- Per schooljaar en per jongere leerling die wel in aanmerking komt voor het verminderd bedrag zoals voorgeschreven in het decreet houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs van 31 juli 1990: 10 EUR;
Artikel 3: De leerlingen van de AMOR-klas zijn vrijgesteld van deze retributie.
Artikel 4: De retributie is verschuldigd op het ogenblik van de inschrijving en zal samen met het inschrijvingsgeld worden aangerekend.
Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988
Decreet Lokaal bestuur.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 01 december 1975 houdende de aanvullende reglementen op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009
Onderhavig aanvullend reglement heeft uitsluitend betrekking op de gemeentewegen voor gemotoriseerd verkeer
Onderhavig aanvullend reglement heeft geen betrekking op de gewestwegen, parkwegen, specifieke landbouwwegen en trage wegen
In het kader van de nieuwe verkeersleefbaarheidsplannen worden, om de verkeersveiligheid te verbeteren, een reeks maatregelen voorgesteld. Een van deze maatregelen is het afsluiten van de Weertsedreef voor het gemotoriseerd verkeer tussen de N25 en de parking van de Speelberg.
Afsluiting heeft volgende voordelen:
- erkenning van Meerdaelwoud als belangrijk bos
- ideale bomendreef door het bos voor traag verkeer
- sluipverkeer wordt uit de dorpskern geweerd
Deze maatregel werd officieel bevestigd via een samenwerkingsovereenkomst en erfpacht overdracht tussen de gemeente Oud-Heverlee en het Agentschap Natuur en Bos.
Zie bijlage.
Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft gevraagd om een aanvullend reglement klaar te maken om de signalisatie in orde te brengen.
Agentschap Natuur en Bos gaat ook van de gelegenheid genieten om de parking van de Weertsedreef (oost kant) af te sluiten.
Om de signalisatie in orde te brengen, is het aanbevolen om de verkeersborden C31a en C31b en hun onderborden op de N25 ter hoogte van de Weertsedreef op grondgebied Oud-Heverlee te vervangen door door een nieuw bord die duidelijk vermeld dat de Weertsedreef afgesloten is voor het gemotoriseerd verkeer (door middel van verkeersborden C5-C7 : Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en motorfietsen).
Zie voorstel in bijlage.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het aanpassen van de signalisatie op de N25 goed. De twee verkeersborden C31a en C31b en hun onderborden op de N25 ter hoogte van de Weertsedreef worden vervangen door een bord die de nieuwe situatie samenvat met de melding van C5-C7 borden (Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met meer dan twee wielen en motorfietsen).
De markering wordt aangebracht overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 en het Ministerieel Besluit van 1 oktober 1976.
Artikel 2: Het reglement treedt in werking vanaf 30 september 2023. De documenten worden overgemaakt ter goedkeuring aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare werken en aan de griffie van de politierechtbank van en te Leuven.
De Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (B.S. 14 juli 2016) - "Overheidsopdrachtenwet"
De Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en uitvoeringsbesluiten.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en uitvoeringsbesluiten.
De beslissing van de gemeenteraad van 31 augustus 2021 met als onderwerp "Aanstelling van een ontwerpteam voor de realisatie van een nieuwe parochiezaal in de beschermde dorpskern van Oud-Heverlee - goedkeuring van lastvoorwaarden, gunningswijze en raming".
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 maart 2022 met als onderwerp Aanstelling van een ontwerpteam voor de realisatie van een nieuwe parochiezaal in de beschermde dorpskern van Oud-Heverlee - selectie kandidaten.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 april 2022 met als onderwerp Aanstelling van een ontwerpteam voor de realisatie van een nieuwe parochiezaal in de beschermde dorpskern van Oud-Heverlee - jury.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2022 met als onderwerp Aanstelling van een ontwerpteam voor de realisatie van een nieuwe parochiezaal in de beschermde dorpskern van Oud-Heverlee - gunning.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 april 2023 met als onderwerp De realisatie van een nieuwe parochiezaal in de beschermde dorpskern van Oud-Heverlee - bouwaanvraagdossier en raming
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 25 juli 2023 met als onderwerp OMV/2023/43/OV - OMV_2023046843 - Aflevering van de omgevingsvergunning voor het slopen van de bestaande parochiezaal, het bouwen van een nieuwe parochiezaal, het kappen van een boom en de omgevingsaanleg rondom de nieuwe parochiezaal, gelegen Bogaardenstraat 2, 3050 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 1 sectie B 122 G.
KPW architecten werd aangesteld voor het studiewerk voor de realisatie van een nieuwe gemeenschapszaal te Oud-Heverlee. De wedstrijddocumenten werden aangepast rekening houdende met de werkoverlegrondes met de projectgroep en rekening houdende met de opmerkingen gemaakt tijdens het infomoment en de resultaten uit de grondradar uitgevoerd door Terra Nostra.
De documenten voor de omgevingsvergunning werden opgemaakt en de vergunning werd verleend op 25 juli 2023.
Er wordt voorgesteld kennis te nemen van de documenten opgemaakt door KPW architecten voor de aanstelling van een aannemer voor de realisatie van een nieuwe gemeenschapszaal te Oud-Heverlee en de de lastvoorwaarden, gunningswijze en raming ten bedrage van 993.405,69 euro excl. 21% btw of 1.202.020,88 euro incl. 21% btw. goed te keuren.
Inclusief 13% erelonen bedraagt het totale benodigde krediet 1.358.283,59 euro incl. 21% btw. Het voorziene krediet voor deze opdracht bedraagt 931.500,00 euro.
Teneinde tijd te winnen, besloot het college (gedelegeerde bevoegdheid ikv nominatieve actie) reeds tot publicatie, de opening van de offertes is gepland op 23 oktober 2023.
AC000065 -- De parochiezaal wordt gerenoveerd |
|
Meerjarenplannummer |
MJP000489 |
Budgetsleutel |
2210000/WELZ/0705 -- Gebouwen - gemeenschapsgoederen /Gemeenschapscentrum |
Voorzien bedrag MJP |
931.500,00 euro |
Benodigd bedrag MJP |
1.358.283,59 euro |
Bij aanpassing meerjarenplan 6 wordt het krediet voor AC000065 -- De parochiezaal wordt gerenoveerd -- 2024/2210000/WELZ/0705 -- Gebouwen - gemeenschapsgoederen /Gemeenschapscentrum MJP000489 verhoogd worden met 430.000 euro in 2024, en het krediet voor AC000020 -- Ontwerpen en heraanleggen van de Beekstraat -- 2024/2240000/PATR/0200 -- Wegen /Wegen MJP000453, verlaagd worden in 2024 met hetzelfde bedrag.
Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de documenten opgemaakt door KPW architecten voor de aanstelling van een aannemer voor de realisatie van een nieuwe gemeenschapszaal te Oud-Heverlee en kde lastvoorwaarden, gunningswijze en keurt de raming ten bedrage van 993.405,69 euro excl. 21% btw of 1.202.020,88 euro incl. 21% btw goed.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en uitvoeringsbesluiten.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en uitvoeringsbesluiten.
De beslissing van de gemeenteraad van 29 januari 2019 aangaande de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 betreffende "901 - Intergemeentelijke samenwerking - Interleuven: exclusieve dienstverlening technische en administratieve begeleiding, advisering en coördineren van projecten: Aanstelling Interleuven voor de opmaak van een omgevingsvergunning en uitvoeringsdossier en opvolging der werken, voor omgevingswerken en werken aan gebouwen in uitvoering van het Masterplan Zoet Water, eerste fase - Samenwerking met het Regionaal Landschap Dijleland (RLD) voor wijzigingen aan beplantingen."
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 07 maart 2023 betreffende "86 - Uitvoering eerste deel Masterplan Zoet Water - Interleuven: deel omgevingsaanleg: kennisname van de documenten voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het deel omgevingswerken in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase."
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 24 augustus 2021 Interleuven aangesteld voor de opmaak van een omgevingsvergunning, uitvoeringsdossier, opvolging der werken en de veiligheidscoördinatie in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase. Het betreft een dossier gebouwen en een dossier omgevingswerken. Interleuven heeft de documenten opgemaakt voor de aanstelling van een aannemer voor het deel omgevingswerken: goedkeuring van lastvoorwaarden, gunningswijze en raming.
Volgende werken zijn niet inbegrepen:
Er wordt voorgesteld kennis te nemen van de documenten opgemaakt door Interleuven voor de aanstelling van een aannemer voor het deel omgevingswerken in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase en de lastvoorwaarden, gunningswijze en raming ten bedrage van 1.062.957,18 euro exclusief btw, zijnde 1.286.178,18 inclusief 21% btw goed te keuren. In het kader van de haar gedelegeerde bevoegdheid (nominatieve actie), besloot het college het bestek reeds te publiceren, de opening van de offertes is voorzien op 10 oktober 2023.
Actie: AC000026 -- Gefaseerd uitvoeren van het be |
|
Meerjarenplannummer |
MJP000511 |
Budgetsleutel |
2023/2220000/PATR/0220 -- Bebouwde terreinen - gemeenschapsgoederen - Aanschaffingswaarde/Parkeren |
Voorzien bedrag 2023 |
1.342.894,53 euro |
Reeds vastgelegd bedrag 2023 |
408.553,43 euro |
Nog beschikbaar bedrag 2023 Nog beschikbaar bedrag 2024 |
934.341,10 euro 1.328.000,00 euro |
Benodigd bedrag |
1.286.178,18 euro |
Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de documenten opgemaakt door Interleuven voor de aanstelling van een aannemer voor het deel omgevingswerken in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase, en de lastvoorwaarden, gunningswijze en keurt de raming ten bedrage van 1.286.178,18 inclusief 21% btw goed.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en uitvoeringsbesluiten.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en uitvoeringsbesluiten.
De beslissing van de gemeenteraad van 29 januari 2019 aangaande de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2021 betreffende "901 - Intergemeentelijke samenwerking - Interleuven: exclusieve dienstverlening technische en administratieve begeleiding, advisering en coördineren van projecten: Aanstelling Interleuven voor de opmaak van een omgevingsvergunning en uitvoeringsdossier en opvolging der werken, voor omgevingswerken en werken aan gebouwen in uitvoering van het Masterplan Zoet Water, eerste fase - Samenwerking met het Regionaal Landschap Dijleland (RLD) voor wijzigingen aan beplantingen."
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 07 maart 2023 betreffende "86 - Uitvoering eerste deel Masterplan Zoet Water - Interleuven: deel omgevingsaanleg: kennisname van de documenten voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het deel omgevingswerken in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase."
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 13 juni 2023 betreffende "874.1 - OMV/2023/28/OV - OMV_2023019018 - Aflevering van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een zomerbar en het uitbreiden van het bestaande jeugdhuis, gelegen Maurits Noëstraat ZN, 3050 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 1 sectie D nummers 47 D, 47 S, 47 T en 47 R".
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 24 augustus 2021 Interleuven aangesteld voor de opmaak van een omgevingsvergunning, uitvoeringsdossier, opvolging der werken en de veiligheidscoördinatie in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase. Het betreft een dossier gebouwen en een dossier omgevingswerken. Interleuven heeft de documenten opgemaakt voor de aanstelling van een aannemer voor het deel gebouwen meer bepaald “zomerbar en sanitair jeugdhuis”.
Er wordt voorgesteld kennis te nemen van de documenten opgemaakt door Interleuven voor de aanstelling van een aannemer voor het deel gebouwen “zomerbar en sanitair jeugdhuis” in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase en de lastvoorwaarden, gunningswijze en raming ten bedrage van 609.809,47 euro exclusief btw, zijnde 737.869,46 inclusief 21% btw goed te keuren.
De raming valt hoger uit dan de eerder goedgekeurde raming van het voorontwerp. Dit heeft te maken met de vernieuwing van alle nutsleidingen in het park die bijgevraagd werd. Door de grote afstanden komen deze werken alleen al op ongeveer 150.000 euro.
Tevens dienen de kredieten voorzien voor deze actie het betalen van de erelonen van Interleuven voor deze opdracht alsook de erelonen voor de aanstelling en diensten van een ontwerpteam voor de vernieuwing van GC de Roosenberg, samen geraamd op 200.000 euro.
Er wordt voorgesteld om 100.000 euro bijkomend krediet in 2024 te voorzien bij aanpassing meerjarenplan 6.
Gelet op de gedelegeerde bevoegdheid (nominatieve actie) aan het college, besloot het college het bestek reeds te publiceren. De opening van de offertes is gepland op 10 oktober 2023.
Actie: AC000026 -- Gefaseerd uitvoeren van het beheersplan Zoet Water |
|
Meerjarenplannummer |
MJP000510 |
Budgetsleutel |
2210000/WELZ/0705 -- Gebouwen - gemeenschapsgoederen /Gemeenschapscentrum |
Voorzien bedrag 2023 |
734.358,31 euro |
Reeds vastgelegd bedrag 2023 |
70.622,36 euro |
Nog beschikbaar bedrag 2023 Nog beschikbaar bedrag 2024 |
663.735,95 euro 175.000,00 euro |
Benodigd bedrag |
737.869,46 euro |
Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de documenten opgemaakt door Interleuven voor de aanstelling van een aannemer voor het deel gebouwen “zomerbar en sanitair jeugdhuis” in uitvoering van het Masterplan voor de Zoetwatersite - eerste fase, en de lastvoorwaarden, gunningswijze en keurt de raming ten bedrage van 737.869,46 inclusief 21% btw goed.
Artikel 2: De kredieten voor deze opdracht zijn deels voorzien onder AC000026 -- Gefaseerd uitvoeren van het beheersplan Zoet Water -- 2210000/WELZ/0705 -- Gebouwen - gemeenschapsgoederen /Gemeenschapscentrum. Bijkomend krediet ten bedrage van 100.000 euro zal worden voorzien bij aanpassing meerjarenplan 6 tot financiering van de bovenvermelde meekost.
Op 13 april 2023 werd door betrokkenen, een omgevingsvergunningsaanvraag tot het verkavelen in 2 loten voor open bebouwing (met grondafstand) ingediend.
De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op datum van 5 juni 2023.
Het dossier ging in openbaar onderzoek van 12 juni 2023 tot en met 11 juli 2023. Binnen deze periode werden 7 bezwaarschriften ingediend.
De uiterlijke beslissingsdatum voor dit dossier is 17 november 2023.
De gemeenteraad dient in zitting van 26 september 2023 een uitspraak te doen inzake de voorgestelde zaak van de wegen.
Als bijlage kan het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar op datum van 10 augustus 2023 teruggevonden worden.
Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project door het college van burgemeester en schepenen dient te gebeuren nadat het dossier werd voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert om de voorliggende aanvraag goed te keuren (zie verslag GOA in de bijlage).
Artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit stelt dat de gemeenteraad kennis dient te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. In haar verslag van 10 augustus 2023 heeft de gemeentelijke omgevingsambtenaar vermeld dat er 7 bezwaren ingediend werden.
De aanvraag omvat het verkavelen in 2 loten voor open bebouwing (met grondafstand), gelegen Bovenbosstraat 38, 3053 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 4 sectie B nummers 26C, 26/3 B en 50D.
Het verharde deel van de Bovenbosstraat (kasseien) is redelijk smal (+/-3m), maar de bedding is veel breder, tot 8m. Deze bedding omhelst een deel van de kadastrale percelen B50H2, B50L2 en B34A. Deze zijn reeds eigendom van de gemeente (maar dus nog geen openbaar domein). Een deel van de weg (aangelegd in kassei) bevindt zich op het perceel van de aanvraag. Het is de bedoeling dit deel af te staan via een grondafstand en het wordt heraangelegd. Er wordt gekozen voor een financiële last zodat de woningen eerst kunnen opgericht worden en vervolgens de gemeente de weg kan heraanleggen (in zijn geheel met de Bovenbosstraat). Op deze manier wordt vermeden dat de nieuwe weg zou stuk gereden worden voor de bouw van de woningen. De bestaande weg bestaat uit een kasseiverharding en er bevindt zich ook elektriciteit. Bijgevolg is dit een voldoende uitgeruste weg, al is deze in slechte staat. Met de geplande heraanleg wordt dit opgevangen.
De Bovenbosstraat zal dus verder worden doorgetrokken op kosten van de verkavelaars als een karrenspoor met hiertussen kasseiverharding. De betonnen sporen zijn 95cm breed en de kasseiverharding 1,60m. De totale breedte bedraagt 3,5m. Langs dit profiel bevinden zich groene bermen. De totale rooilijnbreedte zal na de grondoverdracht 8m bedragen.
De aanleg zal bijgevolg uitgevoerd worden door de gemeente. Daarvoor zal een financiële last van 6280,19 euro opgelegd worden die de gemeente hiervoor kan aanwenden.
De gemeenteraad dient een besluit te nemen over de zaak van de wegen. Indien deze niet wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag, kan er geen geldige omgevingsvergunning worden afgeleverd (artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning).
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de voorgestelde grondafstand van ongeveer 85 ca goed.
Artikel 2: De zone die zal worden afgestaan zoals weergegeven op het verkavelingsplan nieuwe toestand Bovenbosstraat 38_wegenis_ kons. Graus, opgenomen in de omgevingsvergunningsaanvraag dient kosteloos aan de gemeente afgestaan te worden. De kosten van de akte van de notaris vallen ten laste van de aanvrager.
Artikel 3: De aanleg wordt uitgevoerd door de gemeente. Daarvoor zal een financiële last van 6280,19 euro opgelegd worden die de gemeente hiervoor kan aanwenden.
Artikel 4: De gemeenteraad duidt de burgemeester en algemeen directeur aan tot het ondertekenen van de akte van de grondafstand.
Decreet lokaal bestuur.
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Op 7 maart 2023 werd door betrokkene een omgevingsvergunningsaanvraag tot het verdelen van een goed in 5 loten waarvan 1 achterliggend lot bestemd is voor open bebouwing (met grondafstand), gelegen Broekstraat 20, 3050 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 1 sectie B nummers 85F en 86T ingediend.
De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op 5 juni 2023.
Het dossier ging in openbaar onderzoek van 12 juni 2023 tot en met 11 juli 2023. Binnen deze periode werden 4 bezwaarschriften ingediend.
De uiterste beslissingsdatum voor dit dossier is 17 november 2023.
Als bijlage kan het negatief advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar op 22 augustus 2023 teruggevonden worden.
Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project door het college van burgemeester en schepenen dient te gebeuren nadat het dossier werd voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert om de voorliggende aanvraag te weigeren (zie verslag GOA in de bijlage), maar wenst de grondafstand wel te laten gebeuren.
Artikel 47 van het Omgevingsvergunningsbesluit stelt dat de gemeenteraad kennis dient te nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. In haar verslag van 22 augustus 2023 heeft de gemeentelijke omgevingsambtenaar vermeld dat er 4 bezwaren ingediend werden.
De gemeenteraad dient in zitting van 26 september 2023 een uitspraak te doen inzake de voorgestelde zaak van de wegen. Indien deze niet wordt toegevoegd aan de omgevingsvergunningsaanvraag, kan er geen geldige omgevingsvergunning worden afgeleverd (artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning).
Een definitieve uitspraak over de vergunbaarheid (en onder welke voorwaarden) van het project gebeurt door het college van burgemeester en schepenen na de beslissing van de gemeenteraad over de zaak der wegen. De gemeenteraad mag niet in de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening treden.
De aanvraag omvat het verdelen van een goed in 5 loten waarvan 1 achterliggend lot bestemd is voor open bebouwing (met grondafstand), gelegen Broekstraat 20, 3050 Oud-Heverlee, kadastraal gekend afdeling 1 sectie B nummers 85F en 86T.
Volgens de Atlas van de Buurtwegen wijzigt de breedte van de weg nabij het goed van de aanvraag van 8,20m naar 6,40m naar 4,60m. De gemeente wenst een grondafstand van 3,00 uit de as van de weg. Deze grondafstand is gewenst om de nutsleidingen naast de rijweg op openbaar domein te kunnen leggen en indien nodig de rijweg op termijn te verbreden. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd of hiermee akkoord kan gegaan worden.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de voorgestelde grondafstand van 0.047 are (lot 5) goed.
Artikel 2: De zone die zal worden afgestaan zoals weergegeven op het verkavelingsplan "N_1_nieuwe toestand Broekstraat 20" opgenomen in de omgevingsvergunningsaanvraag dient kosteloos aan de gemeente afgestaan te worden en op gelijk niveau gebracht met de bestaande wegenis en/of vrijgemaakt van alle obstakels en beplantingen. De kosten van de akte van de notaris vallen ten laste van de aanvrager.
Artikel 3: De gemeenteraad duidt de burgemeester en algemeen directeur aan tot het ondertekenen van de akte van de grondafstand.
Het decreet van bescherming van namen van openbare wegen en pleinen van 28 januari 1977.
Het decreet houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 1 juli 1987.
Het decreet houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 4 februari 1997.
Het decreet houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen van 29 november 2002.
Het samenwerkingsakkoord van 22 januari 2016 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de eenmaking van de wijze waarop gerefereerd wordt aan adressen en de koppeling van adresgegevens (B.S. van 15 februari 2016).
Er dient een straatnaam gekozen te worden voor de aangelegde weg tussen de Patrijzenlaan en de Boslaan. De aanvraag werd ingediend door Exit bvba.
Op 24 april 2018 keurde de gemeenteraad het wegenisdossier goed.
Op 8 mei 2018 verleende het college van burgemeester een schepenen een voorwaardelijke stedenbouwkundige vergunning (SV 2017131 - 4051bis). De weg moet nog voorlopig en definitief opgeleverd worden. De eigenaars zijn hiervan op de hoogte (zie ook OMV/2023/33/VV - OMV_2023030067).
Het college van burgemeester en schepenen vroeg aan de geschied- en heemkundige kring Oud-Heverlee om een voorstel met een vogelnaam te doen. Op 25 augustus 2023 stelt de voorzitter van de geschied- en heemkundige kring 'Buizerdlaan' voor. Het is namelijk een vogel die in onze bossen al heel lang voorkomt.
Het college stelt 'Valkenlaan' voor, dit klinkt beter dan 'Buizerdlaan' en ook deze vogel komt in onze omgeving en bossen veel voor.
Artikel 1: De gemeenteraad aanvaardt 'Valkenlaan' als voorlopige straatnaam voor de aangelegde weg tussen de Patrijzenlaan en de Boslaan.
Artikel 2: De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om het openbaar onderzoek te organiseren en advies te vragen aan de cultuurraad van de gemeente Oud-Heverlee.
De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Het ondertekenen door de gemeente Oud-Heverlee op 22 januari 2021 van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030
Het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024
Het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen. Ter goedkeuring beslist op de gemeenteraad van 28 september 2021.
Het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.
Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/5, meer bepaald acties:
Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 (LEKP 2.0) geeft een vervolg aan het Lokaal Energie en Klimaatpact 1.0 van 2021 en bevat een aanscherping van de klimaatambities die in LEKP 1.0 werden vooropgesteld. Dit in lijn met de verscherpte Europese klimaatdoelstellingen vermeld in het Fit for 55-pakket.
Het LEKP 2.0 volgt dezelfde principes als het LEKP 1.0. Twee van de vier concrete en herkenbare werven werden uitgebreid (zie hieronder) naar aanleiding van de reeds vermelde aanscherping op Europees niveau. Er wordt hierbij verder ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan om naast de reeds bestaande engagementen verder werk te maken van de aangescherpte engagementen zoals hieronder vermeld:
Lokale besturen engageren zich tot de volgende elementen:
De Vlaamse overheid engageert zich tot:
De gemeente Oud-Heverlee ondertekende het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 op 28 september 2021.
Op dit moment hebben 221 van de 300 gemeenten reeds het LEKP 2.0 ondertekend en er gaat een aantal gemeenten dit LEKP 2.0 nog ondertekenen.
Het intekenen op het LEKP 2.0 is nog mogelijk tot en met 5 december 2023.
Recent is gebleken op basis van antwoorden van de VVSG en het Agentschap Binnenlands Bestuur dat
Het trekkingsrecht voor Oud-Heverlee bedraagt (extra)- minimaal 12.866 euro per jaar voor 2023 en 2024. Dit is het trekkingsrecht berekend op situatie dat alle 300 gemeenten tekenen.
Gelet op
is het wenselijk dat de gemeente Oud-Heverlee het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert en/of nastreeft.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 te ondertekenen waarbij de gemeente Oud-Heverlee zich engageert om in kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 de volgende doelstellingen na te streven:
Artikel 2. De gemeenteraad besluit tot en met 2030 geen gemeenteraadsbeslissing te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA en geeft de opdracht aan het College van Burgemeester en Schepenen om tot en met 2030 geen collegebeslissing te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA.
Artikel 3. De gemeenteraad neemt akte van de engagementen van de Vlaamse overheid.
Artikel 4. De gemeenteraad beveelt aan om het gemeentelijk energie- en klimaatactieplan aan te passen aan deze beslissing van de gemeenteraad.
De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;
Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;
Het ondertekenen door de gemeente Oud-Heverlee op 22 januari 2021 van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen;
Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030
Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024
Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 28 september 2021.
Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 8 juli 2022 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemene engagementen en de vier werven behoudend 17 specifieke doelstellingen werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 26 september 2023.
Het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.
Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025/5, meer bepaald acties:
Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 (LEKP 2.1) is een addendum bij het in 2022 gelanceerde LEKP 2.0 en bevat een aanscherping en uitbreiding van de doelstellingen vermeldt in werf 2 “verrijk je wijk”. Dit addendum kwam als gevolg van de energiecrisis waarmee we eind 2022 werden geconfronteerd. Hierdoor werd namelijk duidelijk dat we als samenleving weerbaarder moeten worden voor prijsschokken en minder afhankelijk moeten zijn van fossiele brandstoffen.
Het LEKP 2.1 volgt dezelfde principes als de eerdere versies. Zoals hierboven vermeld werd werf 2 uitgebreid met een specifieke focus op het wijkniveau, om de energievraag te beperken en de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen. Er wordt hierbij verder ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen geven aan om naast de reeds bestaande engagementen verder werk te maken van de aangescherpte en uitgebreide engagementen zoals hieronder vermeld:
Lokale besturen engageren zich extra om:
De Vlaamse overheid engageert zich om:
De volgende tabel geeft een overzicht van de extra doelstellingen die Oud-Heverlee nastreeft tegen 2030 ten opzicht van de doelstellingen van het reeds ondertekende Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0
LEKP |
1.0 |
2.0 |
2.1 |
Algemene engagementen |
|
|
|
CO2-reductie voor eigen gebouwen en technische infrastructuur (2015 - 2030) (percentage) |
40 |
55 |
55 |
CO2 reductie eigen mobiliteit (2023 - 2030) (percentage) |
0 |
55 |
55 |
primaire jaarlijkse energiebesparingsdoelstelling (percentage) tot en met 2030 |
2,09 |
3 |
3 |
Geen principiële schepencollege- of gemeenteraadsbeslissing meer te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA |
|
X |
X |
werf 1 Laten we een boom opzetten (vergroening) |
|
idem |
idem |
werf 2 verrijk je wijk |
|
|
|
50 collectief georganiseerde energiebesparende renovaties per 1.000 wooneenheden vanaf 2021 t.e.m. 2030 |
X |
|
|
50 collectief waarvan 25 fossielvrije georganiseerde energiebesparende renovaties per 1.000 wooneenheden tegen 2030 |
|
X |
X |
1 coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners tegen 2030 die samen voor een totaal geïnstalleerd vermogen zorgen van 216 MW vanaf 2021 t.e.m. 2030 (+12.000 projecten in 2030). Dit houdt 18 kWp per 500 inwoners in. |
X |
X |
|
1 coöperatief/participatief hernieuwbaar energieproject per 500 inwoners tegen 2030 met minstens 36 kWp per 500 inwoners, waarvan 18 kWp per 500 inwoners wordt gerealiseerd voor einde 2025. |
|
|
X |
De inwoners van 50 per 1.000 wooneenheden worden uitgenodigd voor een klimaattafel ter bespreking van een wijkgerichte aanpak voor einde 2024. |
|
X |
X |
Realisatie van minstens één thematisch wijkverbeteringscontract waarbinnen een collectieve renovatie wordt gefaciliteerd voor einde 2025. Een thematisch wijkverbeteringscontract kenmerkt zich door 4 elementen; (i) het is gericht op de uitvoering van een collectieve renovatie, (ii) het betreft een nieuwe samenwerkingsvorm, (iii) binnen een specifieke wijk, (iv) met oog voor sociale diversiteit. |
|
|
X |
Opmaak van een voorgesteld renovatietraject op maat van elke bewoner waar de klimaattafel georganiseerd werd, voor 50 per 1.000 huishoudens en dit voor einde 2025. |
|
|
X |
Toegang tot de activiteiten van een energiegemeenschap operationaliseren voor 1 per 500 inwoners voor einde 2025. |
|
|
X |
Werf 3: elke buurt deel (koolstofvrije (deel)mobiliteit) en is duurzaam bereikbaar |
|
|
|
Per 1.000 inwoners 1 “toegangspunt” voor een (koolstofvrij) deelsysteem tegen 2030 (=6.600 |
X |
X |
X |
Aantal laadpunten per 100 inwoners tegen 2030 |
1 |
1,5 |
1,5 |
1 m nieuw of structureel opgewaardeerd fietspad extra per inwoner vanaf 2021 t.e.m. 2030 |
X |
X |
X |
Werf 4: Water het nieuwe goud (droogteproblematiek) |
|
idem |
idem |
Door de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact geeft de gemeente Oud-Heverlee aan actie te ondernemen om de extra doelstellingen zoals hierboven vermeld in het LEKP 2.1 met betrekking tot werf 2 na te streven.
De gemeente Oud-Heverlee ondertekende het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 op 28 september 2021 en het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 op 26 september 2023.
Een gemeente kan alleen intekenen op het LEKP 2.1 als het ook al ingetekend heeft op de vorige pacten. Het intekenen op het LEKP 2.0 is nog mogelijk tot en met 5 december 2023. De deadline voor de intekening op het LEKP 2.1 is echter al 5 oktober 2023. Het is wel mogelijk om tegelijk zowel versie 2.0 als 2.1 te ondertekenen. Het Agentschap Binnenlands Bestuur geeft er de voorkeur aan om dit in 2 afzonderlijke gemeenteraadsbesluiten te doen.
Op dit moment hebben minstens 73 steden en gemeenten het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 ondertekend.
Recent is gebleken op basis van antwoorden van de VVSG en het Agentschap Binnenlands Bestuur dat
Het trekkingsrecht voor Oud-Heverlee bedraagt (extra) minimaal 13.233 euro per jaar voor 2023 en 2024. Dit is het trekkingsrecht berekend op situatie dat alle 300 gemeenten tekenen.
Gelet op
is het wenselijk dat de gemeente Oud-Heverlee het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert en/of nastreeft.
Artikel 1: De gemeenteraad besluit het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 te ondertekenen:
De gemeente Oud-Heverlee engageert zich hierbij om de volgende extra doelstellingen in vergelijking met de versie van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 en 2.0 na te streven:
Artikel 2. De gemeenteraad neemt akte van de engagementen van de Vlaamse overheid.
Artikel 3. De gemeenteraad beveelt aan om het gemeentelijk energie- en klimaatactieplan aan te passen aan deze beslissing van de gemeenteraad.
Er wordt voorgesteld dat volgende partijen een samenwerkingsovereenkomst afsluiten over de overheidsopdracht ‘Terug naar de bron’ in kader van de subsidie Lokale Open Ruimte Trajecten, Provincie Vlaams-Brabant:
1. de provincie Vlaams-Brabant, gevestigd te Provincieplein 1, 3010 Leuven, en vertegenwoordigd door de deputatie, voor wie optreden Ann SCHEVENELS, gedeputeerde- verslaggever voor Ruimtelijke Planning, en Hilde TORFS, directeur Ruimte, in uitvoering van het besluit van de deputatie d.d. 29 juni 2023,
hierna genoemd ‘de Provincie' ;
2. de gemeente Huldenberg, gevestigd te Gemeenteplein 1, 3040 Huldenberg, met KBO- nummer: 0207.519.820, en vertegenwoordigd door Danny VANGOIDTSENHOVEN, burgemeester, en Caroline PETERS, algemeen directeur,
hierna genoemd ‘ de gemeente Huldenberg’ ;
3. de gemeente Bertem, gevestigd te Tervuursesteenweg 178, 3060 Bertem, met KBO-nummer 0207.516.256, en vertegenwoordigd door Joël VANDER ELST, burgemeester, en Kris PHILIPS, algemeen directeur (wnd.),
hierna genoemd ‘de gemeente Bertem’ ;
4. de gemeente Hoeilaart, gevestigd te Jan van Ruusbroecpark, 1560 Hoeilaart, met KBO- nummer: 0206.562.092, en vertegenwoordigd door Tim VANDENPUT, burgemeester, en Jan THIJS, algemeen directeur,
hierna genoemd ‘de gemeente Hoeilaart’;
5. de gemeente Oud-Heverlee, gevestigd te Gemeentestraat 2, 3054 Oud-Heverlee, met KBO- nummer: 0207.523.679, en vertegenwoordigd door Bart CLERCKX, burgemeester, en Marijke PERTZ, algemeen directeur,
hierna genoemd ‘ de gemeente Oud-Heverlee’ ;
6. de gemeente Overijse, gevestigd te Begijnhof 17, 3090 Overijse, met KBO-nummer: 0207.512.001, en vertegenwoordigd door Inge LENSECLAES, burgemeester, en Dieter VANDERHAEGHE, algemeen directeur,
hierna genoemd ‘de gemeente Overijse’ ;
7.de stad Leuven, gevestigd te Professor Roger Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven, met KBO-nummer 0207.521.503, en vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreden Mohamed RIDOUANI, burgemeester, en Geertrui VANLOO, algemeen directeur,
hierna genoemd ‘de stad Leuven’ ;
7. CV Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gevestigd te Vooruitgangstraat 189, 1030 Brussel, met KBO-nummer: 0224.771.467, en vertegenwoordigd door Hans Goossens, directeur generaal
hierna genoemd ‘De Watergroep’;
Het provinciebestuur startte in 2018 het concept Lokale Ruimte Trajecten op, om in het kader van de vernieuwing van het provinciaal ruimtelijk beleid samenwerkingsverbanden op te zetten met gemeenten om vernieuwende instrumenten ter uitvoering van het ruimtelijk beleid in de praktijk te brengen. Hiertoe werd een eerste raamcontract ‘Lokale Ruimte Trajecten’ gegund;
De deputatie besliste op 2 april 2020 besliste om een tweede raamcontract “te gunnen voor het uitvoeren van analyse, ontwerpend onderzoek en instrumentontwikkeling in het kader van lokale ruimtetrajecten;
De deputatie selecteerde op 2 april 2020 de volgende vijf bureaus in het kader van de raamovereenkomst RMT-RP PRJ-20180002 Raamcontract Lokale Ruimte Trajecten II:
De provincie Vlaams-Brabant lanceerde op 31 maart 2022 de open oproep ‘Lokale open ruimte trajecten’ voor gemeenten ter ondersteuning van hun open ruimte beleid. De provincie voorziet onderzoeksbudget voor en opvolging van het onderzoek naar concrete, innovatieve open ruimte vraagstukken. De indieningsdatum voor de eerste selectieronde werd op 1 juni 2022 werd vastgelegd. Er werden 16 projectideeën ingediend door 10 verschillende lokale besturen.
De deputatie besliste op 7 juli 2022 om na de eerste selectieronde 9 ontvankelijke kandidaturen toe te laten tot de tweede selectieronde voor de verdere uitwerking van een projectaanvraag en projectbegroting.
De gemeente Huldenberg diende op 15 september 2022 het dossier ‘Terug naar de bron’ in voor de tweede selectieronde. Deze indiening gebeurde in samenwerking met De Watergroep, de gemeenten Bertem, Hoeilaart, Oud-Heverlee, Overijse en de stad Leuven. De focus van het project ligt op de inventarisatie van de bronnen, het opmaken van een juridisch kader voor bronnen en het uitwerken van een code van de goede praktijk.
De deputatie keurde op 19 januari 2023 vier kandidaturen goed binnen de oproep ‘Lokale Open Ruimte Trajecten’ en het project ‘Terug naar de bron’ – op basis van de raming van het projectvoorstel.
– een provinciale bijdrage in het onderzoeksbudget voorziet van 50.000 euro.
De partijen willen hun krachten bundelen voor de uitvoering van de deelopdracht ‘Terug naar de Bron’ binnen de raamovereenkomst ‘Lokale Ruimte Trajecten II’;
Artikel 1: De gemeenteraad keurt onderstaande samenwerkingsovereenkomst goed:
Artikel 1. Voorwerp en doelstelling van deze overeenkomst.
1.1. Voorwerp van deze overeenkomst.
§1. Deze overeenkomst heeft betrekking op de samenwerking tussen de Partijen in kader van de uitvoering van de deelopdracht ‘Terug naar de bron’ binnen de raamovereenkomst ‘Lokale Ruimte Trajecten II’.
§2. Deze deelopdracht kadert binnen de open oproep ‘Lokale Open Ruimte Trajecten’.
§3. Wanneer er een bijkomende partner wil toetreden tot de projectcoalitie, wordt een addendum bij deze overeenkomst gevoegd. Dit addendum regelt de financiële verplichtingen van de toetredende partij maar kan in geen geval afwijken van deze samenwerkingsovereenkomst.
1.2. Doelstellingen van deze overeenkomst.
§1. Deze overeenkomst heeft als doelstelling het aanbesteden en uitvoeren van de deelopdracht zoals omschreven in het bestek ‘Lokale_Ruimte_Trajecten_II_RP_deelopdracht7_LORT: ‘Terug naar de Bron’’en bestaat uit drie deelopdrachten:
Art. 2. Verbintenissen van alle partijen.
2.1. Algemene verbintenissen.
§1. Voor de gunning van de deelopdracht in het kader van de raamovereenkomst, treedt de Provincie op als aanbestedende overheid.
§2. De Watergroep en de steden en gemeenten treden op als medefinancierders.
2.2. Verbintenissen inzake projectorganisatie
§1. De dagelijkse opvolging van de overheidsopdracht gebeurt door de leidend ambtenaar.
§2. Omwille van efficiëntie en het bewaken van de samenhang wordt de deelopdracht opgevolgd vanuit een kerngroep en dagelijks bestuur zoals bepaald in het bestek ‘Lokale_Ruimte_Trajecten_II_RP_deelopdracht7_LORT: ‘Terug naar de Bron’’.
§3. De kerngroep bestaat uit de ambtelijke afgevaardigden van de Partijen, een vertegenwoordiger van De Watergroep en de Vlaamse Milieumaatschappij en de projectcoördinatoren van de strategische projecten Horizon+ en WALDEN. De kerngroep begeleidt de overheidsopdracht inhoudelijk. Ze levert input en valideert de tussentijdse resultaten.
§4. De klankbordgroep bestaat minstens uit de leden van de kerngroep aangevuld met inhoudelijke experts inzake bronnen, namelijk een vertegenwoordiger van Fluvius, Aquafin, de Vlaamse Landmaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Regionaal Landschap Dijleland, het Departement Omgeving, de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud en de projectcoördinatoren van de strategische projecten Leven(de) Woluwe, OnverGETElijk en Zennevallei en van coördinatie Zenne. De klankbordgroep komt 2 maal per jaar samen voor de inhoudelijke begeleiding van het deelproces en helpt bij de creatie van breder draagvlak voor het project.
§5. De finale goedkeuring van het eindproduct gebeurt door de leden van de stuurgroep van het Strategisch Project WALDEN. Deze stuurgroep wordt voor het onderwerp ‘Terug naar de bron’ aangevuld met de projectcoördinator van het Strategisch Project Horizon+, een politieke vertegenwoordiging van de gemeenten Overijse en Hoeilaart, alsook één vertegenwoordiger van de Watergroep. Ook de partijen die tijdens de loop van de opdracht toetreden tot deze samenwerkingsovereenkomst, zullen één vertegenwoordiger afvaardigen in de stuurgroep.
§6. De Provincie Vlaams-Brabant treedt in naam en voor rekening van de partijen op als vertegenwoordiger van de stuurgroep bij het ondertekenen van de addenda bij deze overeenkomst. Elk addendum bij deze overeenkomst wordt, voordat deze ondertekend wordt, voor aanvaarding voorgelegd aan de stuurgroep.
Art. 3. Verbintenissen van de Provincie.
3.1. Algemene verbintenissen.
§1. De leidend ambtenaar wordt aangesteld door de Provincie.
§2. Indien zich tijdens de uitvoering belangrijke wijzigingen opdringen m.b.t. de uitvoering van de overheidsopdracht opdringen, vraagt de leidend ambtenaar onverwijld advies aan de andere Partijen.
Art. 4. Bepalingen inzake financiële verplichtingen.
§ 1. De Partijen staan gezamenlijk in voor de financiering van deze deelopdracht.
1° De kosten voor de deelopdracht, cf. het bestek ‘Lokale_Ruimte_Trajecten_II_RP_deelopdracht7_LORT: ‘Terug naar de Bron’’, worden gedragen door de Provincie als aanbestedende overheid voor 47,6% van het totaalbedrag (50.000 euro), door de Watergroep voor 47,6% van het totaalbedrag (50.000 euro) en door de steden en gemeenten elk ten belope van 0,79% van het totaalbedrag (834 euro).
2° De eventuele kosten die niet voorzien zijn in het bestek en de meerkosten worden verdeeld in onderling overleg, met de initiële verdeling als basis en in overeenstemming met de inhoudelijke verdeling van meerkosten.
§2. De Partijen reserveren de nodige financiële middelen voor de uitvoering van deze deelopdracht en de opvolging ervan.
§3. Elke partij betaalt zijn aandeel afzonderlijk aan de dienstverlener zoals opgenomen in het bestek ‘Lokale_Ruimte_Trajecten_II_RP_deelopdracht7_LORT: ‘Terug naar de Bron’’. Bij de gunning worden de nodige afspraken gemaakt over de fasering van deze betaling. De leidend ambtenaar behoudt het overzicht over de gefactureerde bedragen en coördineert desgevallend discussies over de aangerekende bedragen.
§4. De financiële verplichtingen van partijen die middels een addendum toetreden tot deze overeenkomst, worden duidelijk opgenomen in het betrokken addendum.
§4. Alle vermelde bedragen in deze overeenkomst zijn inclusief BTW waar toepasselijk.
Art. 5. Rapportering.
§1. De leidend ambtenaar organiseert overlegmomenten met de dienstverlener zoals bepaald in het bestek en zoals overeengekomen bij de gunning.
§2. De leidend ambtenaar organiseert opvolgingsvergaderingen met de kerngroep en de klankbordgroep.
§3. De logistieke kosten verbonden aan de overlegmomenten bedoeld in dit artikel worden in onderling overleg verdeeld tussen de Partijen.
Art. 6. Intellectuele rechten.
§1. De Provincie maakt overeenkomstig het bestek afspraken met de dienstverlener met betrekking tot de intellectuele eigendomsrechten die rusten op de resultaten van de deelopdracht.
§2. In deze afspraken wordt rekening gehouden met de volgende elementen:
1° Alle uitgangsproducten, tussenproducten en eindproducten voor deze opdracht worden bij de oplevering gemeenschappelijke eigendom van de Partijen.
2° Aan de Partijen wordt het recht van reproductie, adaptatie, vertaling en publicatie toegekend. 3° Aan de Partijen wordt het recht toegekend om de producten aan derden mee te delen.
Art. 7. Communicatie en publiciteit.
§ 1. De Partijen vermelden het logo van de andere Partijen:
a) op iedere informatiedrager over deze overeenkomst. Een informatiedrager kan bijvoorbeeld zijn: een advertentie, een audiovisuele boodschap, een affiche, een brochure, een website...;
b) in iedere correspondentie over deze overeenkomst.
§ 2. Elk logo is wettelijke beschermd door het auteursrecht. Onverminderd §1, is elk ander gebruik van het logo van een andere partij verboden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
§ 3. De Partijen engageren zich om elk contact met de media en elke externe communicatie (website, sociale media, …) in verband met het voorwerp van de samenwerkingsovereenkomst te laten voorafgaan door onderling overleg tussen de Partijen.
§ 4. Vrijgave van de uitgangsproducten, tussenproducten en/of eindproducten, evenals communicatie hierover naar derden toe, is enkel toegestaan na akkoord van de Partijen.
Art. 8. Inwerkingtreding, duur en einde van deze overeenkomst.
§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening door de laatste partij en eindigt bij de definitieve oplevering van de deelopdracht.
De Partijen bezorgen de gedateerde en gehanteerde overeenkomst per mail aan de provincie ten laatste veertien kalenderdagen na de goedkeuring waarna de provincie per mail alle goedkeuringen aan de Partijen bezorgt.
§ 2. Deze overeenkomst kan enkel in onderling schriftelijk akkoord van elke Partij vroegtijdig worden beëindigd.
Art. 9. Geschillenregeling.
§ 1. De Partijen verbinden zich ertoe om steeds in alle geschillen waarin één van de Partijen in het kader van de deelopdracht en uitvoering van de raamovereenkomst betrokken raakt, vrijwillig tussen te komen. Voor zover de Partijen geen tegenstrijdige belangen hebben, verbinden zij zich ertoe om gezamenlijk op te treden en een zelfde advocaat te nemen, onder voorbehoud van goedkeuring door de verzekeraars van de Partijen.
§ 2. Op deze overeenkomst is het Belgisch recht van toepassing.
§ 3. Voor de geschillen tussen de Partijen met betrekking tot deze overeenkomst, zijn uitsluitend de rechtbanken van het arrondissement Leuven bevoegd.
§ 4. De Partijen bezorgen elkaar alle inlichtingen die nodig of nuttig zijn i.h.k.v. van eventuele gerechtelijke procedures met derden.
§ 5. Aansprakelijkheden die voortvloeien uit deze overeenkomst, worden door de partijen verdeeld in verhouding tot hun aandeel in de feiten die ten de grondslag liggen aan de schade die de aansprakelijkheid in het gedrang brengen. Indien de aansprakelijkheid aan één partij is toe te wijzen, vrijwaart deze de andere partijen.
Art. 10. Bijlagen.
Volgende bijlagen worden bij deze overeenkomst gevoegd en maken er integraal deel van uit:
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA, Open Vld, Tom Teck en An Geets aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Sinds 2020 merkten buurtbewoners regelmatig dat er water afstroomt via de Sint-Joris-Weertstraat en de Monarkenweg (ook bij droog weer) naar de roosters t.h.v. de Maurits Noëstraat. Voor alle duidelijkheid het gaat hier niet over regenwater dat tijdens regenbuien afstroomt van het hoger gelegen deel van de Sint-Joris-Weertstraat. Dit werd reeds verschillende keren gemeld aan de gemeente maar zonder resultaat. Er blijft nog geregeld water wegstromen langs voormelde wegen.
Foto's zie bijlage.
Artikel 1: De gemeenteraad geeft de opdracht aan het schepencollege om de oorzaak van deze waterstroom op te sporen en de nodige actie te ondernemen mocht er een inbreuk zijn volgens de milieuwetgeving.
Artikel 2: Mocht blijken dat er geen milieuovertreding is dan zal het schepencollege op de volgende gemeenteraad hieromtrent duidelijkheid scheppen en dit communiceren naar de bevolking toe om alle ongerustheid weg te nemen en om te vermijden dat buurtbewoners dit blijven melden aan de gemeente.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van Open Vld, Tom Teck en An Geets aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Enige tijd geleden werd de inrit van de parking van GBS Haasrode openbaar domein. De inrit van de parking werd ook geasfalteerd. De voorrangssituatie ter plaatse is niet eenduidig. Het lijkt erop dat de voorrang van rechts van toepassing is. Niet iedereen weet echter dat de inrit van de parking openbaar domein is geworden. Een privédomein afrijden geeft dan weer geen voorrang. Zie foto in bijlage.
Artikel 1: De gemeenteraad geeft de opdracht aan het schepencollege om de voorrangssituatie te verduidelijken met borden en/of wegmarkeringen.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van Open Vld, Tom Teck en An Geets aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Tot op heden mochten we nog niks vernemen over de plannen die de meerderheid al dan niet heeft ivm de uittrede van de gemeente/OCMW uit de VZW WZZ De Kouter. Er is wel een Commissie Mens gepland hieromtrent maar die komt zeer laat.
In Artikel 4.3.1 van de statuten van de VZW De Kouter is voorzien dat de gemeente en het OCMW zich tussen 1 januari 2022 en 30 november 2023 zonder voorwaarden kunnen terugtrekken uit de VZW WZZ De Kouter (via een eenvoudig aangetekend schrijven aan de Raad van Bestuur).
Deze uittrede is onderworpen aan de opschortende voorwaarde van het bekomen van een akkoord van de bank BNP Paribas Fortis voor de overdracht naar de privé-partner van de borgstelling door de gemeente voor een bedrag van 9.9 miljoen euro en in voorkomend geval het akkoord van de gemeente bij de financiële voorwaarden en de kosten die in dat verband ten haren laste komen.
Bij uittrede is voorzien dat de verkoopsoptie van de grond van rechtswege uitgeoefend wordt. De prijs voor de grond is in 2018 vastgelegd op 2.850.000 euro, te verhogen met de gezondheidsindex op het ogenblik van de werkelijke uitoefening van de verkoopsoptie. De huidige verkoopsprijs (rekening houdend met de gezondheidsindex van augustus 2023) is rond de 3.420.000 euro.
De gemeente heeft in 2018 reeds overleg gehad met de bank BNP Paribas over de voorwaarden waaronder de overdracht van de borgstelling in een redelijk te verwachten scenario mogelijk is. Het overleg met de bank en haar bereidheid om mee te denken in het voorliggend scenario, biedt vertrouwen dat zulk akkoord in beginsel zal gegeven worden, zonder aanzienlijke bijkomende kosten. Uit overleg met de bank blijkt dat het om volgende beperkte kosten kan gaan: dossierkosten, kosten verbonden aan een eventuele overdracht van de hypotheek. Ook uit de informatievergadering gehouden in juni 2023 met de CEO van Korian Benelux, Dominique Beelen, bleek dat Korian bereid was de borgstelling over te nemen tegen de door de bank gestelde voorwaarden (terugbetaling van 4 miljoen euro om de borgstelling te verminderen naar 80 % van het initiële bedrag).
Daar waar de inbreng van de gemeente belangrijk was om De Kouter op te starten is dat veel minder het geval bij de fase van de normale werking en uitbating van De Kouter.
Een uittrede heeft de volgende voordelen:
- Er zijn geen financiële risico’s meer voor de gemeente daar de borgstelling van 9.9 miljoen euro wegvalt
- Alle know-how en kennis voor de uitbating de WZZ De Kouter ligt bij Korian en de gemeente kan hier heel weinig bijdragen.
- Korian heeft 5 van de 9 bestuurszitjes in de Raad van Bestuur en de gemeente/OCMW heeft er slechts 4 zodat de facto alle macht bij Korian ligt.
- De gemeente/OCMW heeft heel weinig zeggenschap over het beleid (financieel, prijszetting, personeelsbeleid, aankooppolitiek,….) dat gevoerd wordt door Korian in de Kouter
- De goeie samenwerking die er voor het ogenblik bestaat o.a. via het netwerk van vrijwilligers en via de vele activiteiten ,die er georganiseerd worden, kan verder gezet worden (en indien nodig geformaliseerd worden) daar dit in het belang is van zowel de gemeente als Korian.
- De vrijgekomen fondsen door de verkoop van de grond kunnen gebruikt worden voor andere doeleinden in de gemeente
De seniorenraad (SAR) heeft zich ook uitgesproken voor een uittrede ook al vanwege de heel geringe invloed/impact die de gemeente heeft op het beleid in De Kouter. De gemeente moet blijven ijveren voor het belang van onze inwoners maar dat gebeurt beter in een constellatie zonder de zware verantwoordelijkheden waar ze nu weinig of geen controle over heeft , wat dan eerder de belangen van de privé-partner dient, ofwel in een constellatie waar de gemeente meer controlemogelijkheden en meer impact heeft.
Mochten de gemeente en het OCMW beslissen om erin te blijven dan is het inderdaad belangrijk dat ze meer controle verwerven en meer invloed kunnen uitoefenen. Dit kan door de gemeente/OCMW hetzelfde aantal bestuursmandaten toe te kennen in de Raad van Bestuur als Korian.
Artikel 1: De gemeenteraad geeft opdracht om de Raad van Bestuur van de VZW WZZ De Kouter via een aangetekend schrijven in te lichten dat de gemeente Oud-Heverlee wenst uit te treden uit de VZW WZZ De Kouter tenzij de gemeente en het OCMW dezelfde beslissingsrechten bekomen als Korian in de Raad van Bestuur van de VZW (op zijn minst evenveel bestuursmandaten voor gemeente/OCMW en Korian, en een wisselend voorzitterschap tussen Korian en de gemeente).
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van Open Vld, Tom Teck en An Geets aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Gedurende de afgelopen zes maanden heeft er een proefproject plaatsgevonden in Sint-Joris-Weert, waarbij de Beekstraat eenrichtingsverkeer werd. Hierdoor zijn mensen nu verplicht om te rijden via de Kauwereelstraat en de Stationsstraat. Dit heeft tot ontevredenheid geleid bij een aanzienlijk aantal mensen. We hebben heel wat signalen opgevangen dat de talrijke klachten over het éénrichtingsproefproject van de inwoners niet serieus genomen werden door de meerderheid.
Daarom hebben we met PRO OH een enquête uitgevoerd om te peilen naar de daadwerkelijke mening van de mensen. De respons was overweldigend. Bijna 180 inwoners, waarvan 80% afkomstig uit Sint-Joris-Weert, hebben de moeite genomen om deze in te vullen.
Analyse op basis van de antwoorden uit Sint-Joris-Weert
Belangrijkste conclusie is dat een meerderheid van 54.5 % een voorkeur uitspreekt voor de tweerichting. Tellen we daar de antwoorden bij voor een gedeeltelijke tweerichting, dan wil twee derde een volledige of gedeeltelijke tweerichting.
De meningen of het verkeersleefbaarheidsplan voor Sint-Joris-Weert een positieve impact heeft gehad op de veiligheid zijn zeer verdeeld waarbij 47.9 % van mening is dat dit niet het geval is, terwijl 30.6 % zegt dat dit wel het geval is met 21.5 % die neutraal is. Voor de impact op de eigen straat is 55.4 % van mening is dat die negatief is terwijl maar 20.1 % zegt dat er een positieve invloed is.
Analyse op basis van alle antwoorden
De analyse op basis van alle antwoorden met ook die van buiten Sint-Joris-Weert tonen aan dat 58.8 % de tweerichting verkiest. Meer dan 80 % van de respondenten, die niet van Sint-Joris-Weert zijn, zijn voor tweerichting van de Beekstraat. Tellen we daar de menigen over de proefprojecten bij dan wil 71.8 % een volledige of gedeeltelijke tweerichting. Slechts 27.3 % is van mening dat het verkeersleefbaarheidsplan Sint-Joris-Weert veiliger gemaakt heeft.
Samenvatting
De belangrijkste conclusie is dat een meerderheid van 54 % de voorkeur geeft aan tweerichtingsverkeer in de Beekstraat. Als we ook de antwoorden van inwoners, die voor een gedeeltelijke tweerichting zijn, meerekenen, blijkt dat twee derde voor een volledige of gedeeltelijke tweerichting is.
Ongeveer 50 % van de deelnemers uit Sint-Joris-Weert is van mening dat het nieuwe verkeerleefbaarheidsplan Sint-Joris-Weert niet veiliger heeft gemaakt en dat aantal stijgt naar 55 % als het gaat over veiligheid in de eigen straat. Minder dan 30 % is van mening dat het nieuwe plan een positieve impact heeft op de verkeersveiligheid in Sint-Joris-Weert in het algemeen.
Reacties
We kregen heel wat opmerkingen (hier gerangschikt van hoog naar laag wat betreft aantal):
- de algemene uitbreiding van de zone 30 met zeer verdeelde meningen waarbij een meerderheid tegen is.
- het sterk toegenomen sluipverkeer in de Neerveldstraat en de P. Tilemansstraat
- verschuiving van de problemen van de Beekstraat naar de Stationsstraat en de Kauwereelstraat.
- de toegenomen verkeersonveiligheid aan de hoek van de Beekstraat en de Stationsstraat, en het station
- Het feit dat er geen ongevallen gebeurd zijn in Sint-Joris-Weert, die zo een ingrijpende maatregelen rechtvaardigen
- het gebrek aan controle door de politie
- iets veiliger schoolomgeving hoewel volgens een aantal inwoners ook bij een tweerichting de schoolomgeving even veilig is door bijv. verkeerslichten op de hoek van de Beekstraat en de P. Tilemansstraat te plaatsen, de al ingevoerde fietsstraat en zone 30.
Vooral de inwoners van de Kauwereelstraat en de Stationstraat zijn misnoegd. Bovendien is het sluipverkeer in de Neerveldstraat en de P. Tilemansstraat aanzienlijk toegenomen wat tot veel irritatie leidt. Mensen van buiten Sint-Joris-Weert ervaren het als hinderlijk dat ze nu moeten omrijden voor de Delhaize, die zich midden in de Beekstraat bevindt. En de uitbreiding van de zone 30 heeft het dorp sterk verdeeld met felle voor- en tegenstanders. De ontstane verkeerssituatie aan het station en op de hoek van de Stationsstraat en de Beekstraat wordt als onveilig ervaren
Deze bevindingen staan in schril contrast met de resultaten van de bevraging door de meerderheid in 2021, waarin de reacties ogenschijnlijk positief waren ten aanzien van éénrichtingsverkeer in de Beekstraat. Dit is toe te schrijven aan de wijze waarop de meerderheid destijds haar bevraging georganiseerd heeft. Deze was onduidelijk en het uiteindelijk doel ervan was niet helder, wat verklaart waarom veel mensen toen hun mening niet gegeven hebben.
Deze enquête wijst uit dat er geen draagvlak is voor éénrichtingsverkeer in de Beekstraat. Er zijn dan ook veel verliezers en weinig winnaars bij het nieuwe mobiliteitsplan.
Gedetailleerd overzicht van alle ontvangen opmerkingen: zie bijlage.
Artikel 1: In het licht van het feit dat er niet voldoende draagvlak is voor de éénrichting van de Beekstraat vraagt de gemeenteraad om een tweede proefproject te organiseren waarbij de Beekstraat tweerichting blijft tussen het kruispunt van de Beekstraat met de Stationsstraat en de Delhaize, en éénrichting is tussen de Delhaize en de hoek van de Beekstraat en de Kauwereelstraat. De finale beslissing over de Beekstraat (éénrichting, tweerichting of gedeeltelijke tweerichting) wordt genomen in overleg met de inwoners van Sint-Joris-Weert via een hoorzitting.
Er wordt een grondige analyse gemaakt van de vele opmerkingen die de inwoners gemaakt hebben en er worden daarbij maatregelen voorgesteld om er zoveel mogelijk aan tegemoet te komen wat dan ook tijdens voormelde hoorzitting besproken wordt.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Bij de wateroverlast in de zomer van 2021 werd onze gemeente sterk getroffen.
Vragen:
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 1:56:50 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
We blijven erop aandringen dat er nood is aan meer fietsrekken in de dorpskernen en aan sportinfrastructuur. In het verleden verwees men steeds naar “masterplannen” of “mobiliteitsplannen”, doch de nood is te groot om hiermee te wachten.
Vraag:
Is er een concrete planning/vooruitzicht mogelijk?
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:09:33 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
In het verslag van CBS 20/06/2023 lezen we dat er een rapport is opgesteld door de gouverneur ivm weerslag van lichten doven op de veiligheid.
Vraag:
Wat stond in dat verslag? Graag hadden we hierover enige info.
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:11:30 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
De aanplakkingsbrief dient goed zichtbaar en leesbaar te zijn vanop de openbare weg.
Enkele weken geleden hebben we er reeds op gewezen dat het een verplichting is bij alle aanvragen, maar deze wordt niet steeds nageleefd. De gemeente volgt dit bij de ene aanplakverplichting wel op en bij de andere niet, nochtans is dit belangrijk omdat er een termijn moet gerespecteerd worden om bezwaar in te dienen.
Vraag:
Kan het zijn dat er een verschil is tussen bouwpromotoren en privépersonen die een aanvraag doen?
We stellen voor dat er steeds een foto van de aanplakking wordt gevraagd en deze deel uitmaakt van het dossier.
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:13:43 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
We lezen dat er een parkeervrije zone wordt voorzien voor het stationsgebouw van Sint-Joris Weert, door middel van banken, bloembakken, enz.
De bushalte wordt naar voren verplaatst en een marge van 3m breed wordt voorzien om de bussen te laten stoppen langs de weg vóór het station. Hierdoor wenst men een autoloze en conflictvrije zone vóór het station te creëren.
De stationsomgeving beter en duidelijker inrichten lijkt ons een goed idee, zeker nu de Beekstraat éénrichting is en dus de Stationsstraat meer verkeer krijgt. Er staan veel voertuigen geparkeerd, wat inderdaad soms zorgt voor gevaarlijke situaties.
Maar de bus op de weg laten stoppen, creëert een extra gevaarlijke situatie: frustratie voor wachtende chauffeurs en desgevallend inhalen van de bus, jongeren die doorheen de wachtende auto’s achter de bus zullen lopen, enz.
De parkeerstroken in de Stationsstraat zijn altijd bezet, die plaatsen zijn ook belangrijk voor wie de trein of het openbaar vervoer wenst te nemen.
Vragen:
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:16:23 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Enkele weken geleden werd voorgelegd om de Weertsedreef in erfpacht te geven aan A.N.B. voor 99 jaar. We stellen ons vragen rond het gebrek aan compensaties.
De vorige legislatuur werd ook rond dit thema gewerkt. Toen was er sprake van een compensatie door afstand van grond aan de M. Noëstraat, zodat de weg kon verschoven worden en er een wandelpad kon komen naast de vijvers. Door die extra aanleg van weg, zou men voorkomen dat de handelszaken aan de Zoet Water site nooit zouden afgesloten worden van de rest van de gemeenten.
Vragen:
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:20:25 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
De Waversebaan krijgt een nieuw wegdek. Maar we merken dat ter hoogte van de vijver het nieuwe wegdek steeds weggereden wordt. Momenteel is dit de 2de of zelfs de 3de laag in de S-bocht tijdens deze legislatuur.
Vragen:
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:23:53 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Op 1 oktober vindt het BK/EK Gravel plaats door onze bossen.
Vragen:
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:26:24 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van N-VA aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
We stellen vast dat café In de Molen een extra groot terras krijgt.
Vragen:
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:30:19 van de opname.
In toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur werd dit punt op vraag van Open Vld, Tom Teck en An Geets aan de gemeenteraadsagenda van 26 september 2023 toegevoegd.
Op tal van plaatsen worden aanpassingen uitgevoerd in het kader van de invoering van de uitgebreide zones 30. De vele wijzigingen kunnen uiteraard onmogelijk allemaal op één dag uitgevoerd worden maar we stellen vast dat er op verschillende locaties toch verwarrende situaties zijn, die moeten aangepakt worden.
Enkele voorbeelden:
Vraag:
Opdat inwoners niet nodeloos deze zaken gaan melden, zou het nuttig zijn om te begrijpen wanneer de invoering van de nieuwe snelheidszones volledig afgerond zal zijn. Kan hier meer duidelijkheid over verschaft worden?
Het antwoord is te beluisteren via de opname van de vergadering, die terug te vinden is op de website van de gemeente. Dit punt wordt behandeld op tijdstip 2:36:11 van de opname.
De voorzitter sluit de zitting op 26/09/2023 om 22:08.
Namens gemeenteraad,
Marijke Pertz
algemeen directeur
Adinda Claessen
voorzitter van de gemeenteraad